Dineke van Kooten
Dineke van Kooten
  • Home
  • Dineke van Kooten
  • Coaching
    • Coaching
    • Familiebedrijven
    • Partners
    • Singles
    • Onderhoud
    • Hoogbegaafden
    • Tarieven / condities
  • Uit de praktijk
    • van directies van (familie)bedrijven
    • van vijftigplussers
    • van drukke gezinnen
    • van jonge stellen
    • Cliënten ervaringen
  • Boek
    • Inhoud boek
    • Gedichten
    • Luisterboek
    • Bestellen
    • PODIUM VanKooten
    • Media
    • Recensies
    • Reacties Boek
    • Vragen van lezers
    • Video’s en podcasts
    • Achtergrond informatie
  • Educatie
    • Animatiefilmpjes
    • Artikelen
    • Compendium
    • E-learnings
    • Podcasts
    • Relatietest
  • Bijeenkomsten
    • Masterclasses
    • PODIUM VanKooten
    • Lezingen
    • Cursussen
    • Retraites
    • AGENDA
  • Contact
    • Afspraak maken
    • Nieuwsbrief
    • Adressen
    • Tarieven / condities

Leiders of wijzers

Zo, in de laatste maand van het jaar, komen er tussen de druk­ten door wel eens bezinningsvragen boven. Één van die vragen is: wie zijn onze lei­ders/onze idolen? In gesprekken met men­sen, op ver­jaar­dagen en bij­een­komsten verdedigen wij (on/be­wust) onze lei­ders. Met verve wordt door dik en dun voor hem/haar op­ge­ko­men. Onze stand­punten en argumen­ten worden bij deze lei­ders van­daan ge­haald; het is zo en niet anders. Maar wie zijn onze leiders?

Gepubliceerd in ‘Gereformeerd Weekblad’
datum: november 1996 (10)
auteur: Dineke van Kooten

Door de eeuwen heen zien we dat in elke tijd de maatschappij haar lei­ders heeft. Bij­voorbeeld in het be­gin van deze eeuw wa­ren het de domi­nee, de dokter en de bovenmeester. Iedereen keek tegen deze beroepsca­te­­go­rieën op. Ze wer­den met veel eer­bied en respect behan­deld. Wat zij zei­den, werd aangenomen, doorge­ge­ven en als voorbeeld gesteld. In de loop der tijd wer­den – door de ontwik­keling en vooruit­gang – politieke lei­­ders be­lang­rijk. Wat Drees zei, was van groot be­lang. Na deze pe­ri­o­­­de namen de columnisten de­ze rol op zich. Hun com­mentaar op poli­tiek en maatschappij, op uitspra­ken van politi­ci en op politieke han­de­lin­gen werd met veel belang­stelling gelezen of gehoord. Moest die kruis­­ra­ket nu in de tuin of moest de Rus in de keuken. G.B.J. Hil­ter­mann was één van die favorieten; maar ook de belangstel­ling voor hem is afgenomen. Daarna zagen we een belangrijke rol weggelegd voor ca­ba­re­t­iers. Wat Gaaykema e.a. zeiden dáár werd overge­praat, hun uit­spra­ken wer­den ver­dedigd. En nu? Is er nog sprake van een leider?

De belangstelling voor de politiek loopt terug. We voelen ons be­kocht, we schijnen geen invloed te hebben op politieke be­sluiten. Paars is paars niet meer en het CDA probeert opposi­tie te voeren, maar maakt zich­zelf ongeloofwaardig. Wat nu? Wie leert ons nu de waarheid? Wie zegt ons nu: hoe het is, waar het heen moet, wat er gaat ge­beu­ren?

Hoe maakbaarder de wereld lijkt, hoe onzekerder we wor­den. Nu we in deze tijd geen echte lei­ders kunnen aanwijzen, lij­­­­ken we rich­tingloos voort te rennen. We putten al­les uit: de na­tuur en ons­zelf. Ons be­staans­recht ontlenen we aan wat we doen, wat we preste­ren. Maar het is nooit genoeg.

We zoeken het nu of bij de aura-lezers, de paranormale we­reld, de bo­men-pra­ters, de indianen-cultuur of we storten ons in ons werk en moe­ten zoveel: we moeten gezond zijn, hard werken, spor­­­ten; we moeten heel wat hebben: een eigen huis, merkkle­ding, een mooie auto, een per­fect gezin, een goede vakan­tie, een perfecte relatie, een perfecte ge­meen­­te. We laten ons he­le­maal in beslag nemen door ons gevoel of door ons verstand. Maar is dit nu echt wat we willen? Is dit nu het doel van ons leven? Is dit de bedoeling van God met ons?

Wij zouden moeten handelen, niet omdat dit dogma bestaat of die pre­di­kant het zegt, niet omdat Wim Kok het voorbeeld geeft of Clinton ons waar­­schuwt, niet omdat de kaar­ten het aanwijzen, maar omdat de Geest in ons ons leidt. We zou­den geen leiders moeten zoe­ken die we navol­gen, maar richtin­gaan­wij­­zers die verwijzen.

Dat leert de Bijbel ons. God heeft ons als mens ge­maakt. Adam en Eva heb­ben zich van God afgekeerd. Maar God heeft ons een nieu­we kans ge­ge­ven, de weg weer geopend door Zijn Zoon. Maar wat heb­ben wij als chris­­te­nen daarmee gedaan? Wat merken niet-christenen van ons anders-zijn? Zien zij ons anders-zijn aan de manier waarop wij om­gaan met ons li­chaam, met ons verstand èn met ons gevoel?

Wie zijn onze lei­ders? Voor wie zijn wij bang? Wat melden die ons? Zijn het leiders of richtingaanwijzers, ver­plichten ze ons of wijzen ze ons door?

We we­ten hoe moeilijk het is voor een christen, en ook voor de kerk, te leven zonder slaafse afhankelijkheid van al­ge­meen aan­vaarde en con­ventionele waar­den. We zullen moeten gaan beseffen dat we ‘vast­zit­ten’ aan deze omge­ving. Vaak blijkt de moed te ontbreken om zo eens in de spiegel te kijken en ons­zelf af te vragen wat we met ons leven doen. We geven elkaar vaak het gerust­stellende gevoel dat in ‘ons chris­te­lij­ke’ leven in werke­lijkheid andere waarden tellen dan alleen het ui­ter­­lijk, de maatschap­pelij­ke positie en het geld. Maar ook wij doen heel wat voor ons groe­iend en onbe­grensd verlangen naar beves­ti­ging. ‘Wie denken de mensen dat ik ben?’ ‘Wat vinden ze van mij?’ Wij zijn bang om te worden ontgoocheld en verlan­gen dan ook meer werk, aanzien en vrienden. Dit zoeken van ons­ is de bron van de twee grote vij­an­den in het gees­telijk leven: de toorn en de hebzucht. Zij zijn de pij­lers van een verbur­ger­lijkt leven, de wrange vruchten van ons af­han­ke­lijk-zijn van de wereld.

Maar als we het lef hebben in de eenzaamheid alles te laten val­len wat we overeind proberen te hou­den: onze vrienden, onze tele­foon, onze ver­­gaderingen, onze muziek of boeken. Blijven enkel wijzelf over: ons naak­te ik, – kwetsbaar, zwak, on­zui­ver, ontwricht en gebroken. Niets an­­­ders. En we staan oog in oog met deze leegte. Zij is zo verschrik­ke­lijk, dat we haar onmiddellijk willen ver­geten bij onze vrienden, in ons werk en verstrooiing. We willen ze niet zien en hardnek­kig blijven we ge­­lo­ven dat we toch nog een goed mens zijn. We luis­te­ren naar en ver­­schui­len ons achter de stem die zegt dat wij het leven hebben àls we dit of dat doen.

Maar wij zijn verantwoordelijk voor onze daden. Laten we God ver­geving vra­gen omdat we onszelf zo zijn voorbij­gelopen. Laten we onze ver­ant­woor­de­lijk­­­heid voor onze daden nemen en ons afvragen: waarom doen we dit nu? En de Vader zegt: kom maar zoals je bent. Hij wil het beeld van Jezus in ons leggen en zo waarlijk mens van ons maken, zoals Hij het heeft be­­doeld toen Hij ons schiep en Hij zag dat het goed was.

Hij wil ons leren ons onze gaven en beper­kingen te leren ken­nen en er vre­de mee te hebben. Op die ma­nier komen we bij wie we werke­lijk zijn, bij onze ware aard en letten we op wat God van ons wil ma­ken. Dan be­handelen we onszelf, onze naaste en de natuur met eer­bied, dan put­ten we niet onszelf en anderen uit, dan verheffen we onszelf niet bo­ven de ander, dan zien we niet zijn pres­ta­ties, dan letten we niet op wat we al­le­maal (zou­den) moeten, maar dan zien we de mens. Dan kan God in ons Zijn werk doen en het beeld van Jezus daarin maken. Dan ge­bruiken we al onze zin­tuigen, ons gevoel en ons ver­stand en laten wij ze val­len onder de zegen van de Geest. Dan is ons leven vervuld met de rust en worden we rich­tingaan­wijzers voor an­de­ren in onze maat­schap­pij.

onderwerp: Dineke
Dineke van Kooten
+31 (0)6 15 10 91 06 info@dinekevankooten.nl Privacybeleid & cookies Disclaimer
Copyright © 2022