De misleiding van voelen
Voelen wordt vaak gezien als de ultieme waarheid. “Als het goed voelt, dan is het goed.” In een tijd waarin authenticiteit, zelfzorg en intuïtie centraal staan, klinkt dat als een gezonde leidraad. Maar wie werkelijk de diepte in durft te gaan, ontdekt dat voelen op zichzelf niet altijd zuiver is. Integendeel: voelen kan een verkapte vorm van overleven zijn. Wat wij soms ervaren als intuïtie of ‘mijn waarheid’, blijkt bij nader inzien een echo van oude pijn, een overlevingsmechanisme in vermomming.
De oorsprong van voelen als overlevingsstrategie
Als kind leren we ons aan te passen. We voelen haarscherp aan wat de omgeving van ons verlangt: liefde, goedkeuring, veiligheid. Om daaraan tegemoet te komen, kunnen we ons oorspronkelijke voelen onderdrukken. We gaan pleasen, rationaliseren, controleren of juist dissociëren. Gevoel wordt dan een selectief en gestuurd mechanisme, afgestemd op de eisen van overleving – niet op de waarheid van het moment.
Soms leidt dat ertoe dat we het voelen volledig afzweren. We worden rationeel, prestatiegericht, zelfverloochenend. En dan, vaak pas later in het leven, breekt er iets open: een burn-out, een relatiebreuk, een spiritueel ontwaken. We keren terug naar het voelen, vol overtuiging. “Ik doe niets meer wat niet goed voelt!” klinkt dan als een bevrijdende mantra. Maar hier loert een valkuil.
Voelen is niet neutraal: het zit vol met (onbekende) lagen
Wat we ‘voelen’ noemen, is zelden puur. Onder elk gevoel kunnen meerdere lagen zitten: angst, afwijzing, oude pijn, projecties, innerlijke kind-dynamieken. Wanneer je zegt dat iets niet goed voelt, kan dat waar zijn – maar het is vaker een reactie zijn van het deel in jou dat niet uit de comfortzone wil stappen. Het kan een saboterende overtuiging zijn, vermomd als gevoel. Of een diepgewortelde angst, die zich presenteert als intuïtie.
Zonder die lagen te doorzien, blijft voelen onbetrouwbaar.
Kind-voelen versus volwassen voelen
Een belangrijk onderscheid is dat tussen kind-voelen en volwassen voelen. Het kind-voelen is impulsief, onveilig, beschuldigend of gesloten. Het zegt dingen als:
“Jij maakt me boos!”
“Ik voel dat jij fout zit.”
“Ik voel me niet gehoord, dus jij luistert niet.”
In het kind-voelen zit vaak verwijt, oordeel, onvermogen tot dialoog. Het is een gevoel dat spreekt vóórdat er contact is met bewustzijn. Dat maakt het oprecht, maar niet per se waar.
Volwassen voelen daarentegen is geworteld in zelfonderzoek. Het heeft de moed om te blijven zitten bij ongemak. Het stelt vragen, zonder direct een oordeel te vellen. Het zegt:
“Ik merk dat ik spanning voel. Wat zegt dat over mij?”
“Ik voel me geraakt. Mag ik onderzoeken waarom?”
“Mijn gevoel zegt dit, maar ik wil checken of dat klopt.”
Volwassen voelen zoekt verbinding – niet bevestiging. Het wil begrijpen, niet winnen. Het nodigt de ander uit tot dialoog, zonder de ander verantwoordelijk te maken voor het eigen gevoel.
De illusie van het zuivere gevoel
Wie zich volledig laat leiden door ‘wat goed voelt’, zonder zelfonderzoek, loopt het risico in een spiritueel narcisme terecht te komen. Grenzen stellen wordt dan geen daad van zelfzorg, maar van vermijding. Keuzes maken vanuit gevoel kan dan betekenen dat je diepere ontwikkeling uit de weg gaat. Want vaak voelt het juist níét goed om uit oude patronen te stappen. Juist niet goed om angst aan te gaan, om het onbekende te betreden, om een diep gesprek aan te gaan dat je liever vermijdt.
Voelen wordt dan een excuus, geen kompas.
De rol van persoonlijk ontwikkelingswerk
Echt leren voelen vraagt werk. Het vraagt dat je leert onderscheiden wie er voelt in jou: het gewonde kind, de overlevende, de volwassene? Het vraagt dat je leert zitten bij je gevoel zonder het meteen te volgen. Dat je leert luisteren zonder automatisch te geloven. En dat je bereid bent om zelfs je diepste gevoelens te onderzoeken op herkomst, waarheid en projectie.
Pas dan kan voelen een waarachtig instrument worden – niet als eindpunt, maar als ingang naar zelfbewustzijn.
Kortom
Voelen is geen waarheid op zich. Het is een uitnodiging tot innerlijke dialoog. Wat goed voelt, kan een vluchtroute zijn. Wat ongemakkelijk voelt, kan een poort zijn naar groei. Wie echt wil leren voelen, moet bereid zijn zichzelf radicaal eerlijk onder ogen te komen – en te leren onderscheiden wat komt uit angst, en wat uit waarheid.
Alleen dan wordt voelen volwassen.