9 – De wijngaard van de vrouw
Episode 9: De wijngaard van de vrouw (Hooglied 7:11–8:4)
Thema: Heilig verlangen — het lichaam als plek van liefde en vruchtbaarheid
David Deida
Thema: Het vrouwelijke verlangen als heilige kracht van uitnodiging en leiding
- Deida zou deze episode zien als een manifestatie van de shakti-kracht — de levensenergie van het vrouwelijke dat niet passief afwacht, maar krachtig uitnodigt, leidt en belichaamt.
- De vrouw die zegt: “Kom, mijn geliefde, laten wij uitgaan naar het veld”, is voor hem geen onderwerping, maar een ultieme expressie van het vrouwelijke dat liefde in het lichaam brengt en richting geeft aan de eenwording.
- De wijngaard is hier een metafoor voor haar lichaam, haar hart, haar creatieve potentie. En ze nodigt de Geliefde uit dit heilige terrein te betreden, niet als bezit, maar als liefdesdaad.
- Voor Deida gaat dit over bewust erotische overgave: het vrouwelijke in zijn hoogste expressie — vrij, levendig, uitnodigend én diep spiritueel.
John Welwood
Thema: De belichaamde liefde als pad van heelheid en emotionele waarheid
- Welwood zou deze passage lezen als een voorbeeld van liefde die emotioneel volwassen wordt. De vrouw wacht niet langer af — ze durft te verlangen, durft te spreken, durft te kiezen.
- Haar uitnodiging is niet slechts lichamelijk, maar raakt ook de noodzaak tot authentiek samenzijn: de geliefden gaan naar buiten, in de vrije ruimte, waar ze loskomen van de druk van rollen, angsten en verwachtingen.
- De wijngaard symboliseert voor Welwood de innerlijke vruchtbaarheid: de ziel die klaar is om liefde te ontvangen én te geven.
- Dit is liefde als werkelijke nabijheid — waarin de ander niet jouw leegte opvult, maar jouw rijkdom deelt.
Richard Rohr
Thema: De terugkeer naar het paradijselijke — een mystiek van belichaamde liefde
- Rohr zou deze passage duiden als een herstel van de oorspronkelijke eenheid tussen lichaam en geest, tussen mens en God, tussen vrouw en man.
- De wijngaard is voor hem een beeld van Eden — een innerlijk landschap waarin het Goddelijke zich manifesteert in het menselijke verlangen.
- De vrouw die spreekt is een mystiek archetype van de ziel: vrij, levend, in verbinding met de cycli van de natuur (“de wijnstok heeft knoppen gegeven”), en open voor het ontvangen van liefde op een manier die diep geworteld is in het lichaam én de geest.
- Rohr zou benadrukken dat deze episode een heilig moment is van incarnatie: God in de huid van liefde, in de vruchten van de wijngaard, in de geur van mandragora.
Samenvattend:
- David Deida viert de krachtige vrouwelijke uitnodiging als spirituele erotiek en heilige overgave.
- John Welwood ziet de belichaamde liefde als volwassen, helend en emotioneel waarachtig.
- Richard Rohr leest dit als een mystieke terugkeer naar het paradijselijke, waarin het lichaam zelf een sacrament wordt van Goddelijke liefde.
1. Intro: De vrouw als initiatiefnemer
- Hier verandert de dynamiek. Niet de bruidegom, maar de vrouw spreekt: zij nodigt uit.
- Ze spreekt met passie, vrijheid, tederheid én kracht.
- Haar wijngaard is geen bezit van een ander (zoals in 1:6), maar de hare — en ze kiest om die te delen.
2. Poëtische analyse: structuur en beelden (7:11–8:4)
A. 7:11–13 – “Kom, mijn geliefde, laten we uitgaan…”
- Ze nodigt hem uit naar het veld, naar het platteland, naar de natuur — een plaats van eenvoud en overgave.
- Ze wil hem ontmoeten tussen de bloemen, bij de wijnranken, waar nieuwe en oude liefdes vruchten dragen.
- Het is een ritueel van vruchtbaarheid én herinnering: “ik heb ze voor jou bewaard”.
B. 8:1–2 – “Was jij maar mijn broer…”
- Een schijnbare paradox: ze wenst een relatie waarin ze hem in het openbaar kan kussen zonder schaamte.
- De vrouw wil haar liefde volledig en vrij kunnen uitdrukken — zonder sociale belemmering.
- “Ik zou je leiden… ik zou je wijn laten drinken” — zij wordt de gids, zij voedt, zij onthult.
C. 8:3–4 – “Zijn linkerhand onder mijn hoofd…”
- Een herhaling van eerdere liefdesbeelden (vgl. 2:6): het lichaam als plaats van omarming, rust, nabijheid.
- En weer eindigt het met de bezwering aan de dochters van Jeruzalem:
“Wek de liefde niet, totdat zij het zelf wil.”
- Timing, toestemming, heilig ritme.
3. Symboliek van de wijngaard
- De wijngaard = het lichaam, het seksuele zelf, de vruchtbare plek van ontmoeting.
- In eerdere hoofdstukken was haar wijngaard verwaarloosd (1:6), nu wordt die als gave aangeboden.
- De vrucht — letterlijk en figuurlijk — verwijst naar sensualiteit én spirituele rijpheid.
- “Nieuwe en oude vruchten” kunnen verwijzen naar herinneringen, eerdere liefdes, diepe ervaringen — nu in bewustzijn gebracht.
4. Mystieke en kabbalistische duiding
- In de Zohar: de wijngaard is het veld van de Shechina — de vrouwelijke tegenwoordigheid van God.
- Liefde hier is niet slechts lichamelijk, maar een yichud (mystieke vereniging):
- de vrouw als kanaal van de goddelijke aanwezigheid.
- Haar uitnodiging = een oproep tot kosmische harmonie.
- Het platteland = binnenruimte van eenvoud, waar het ego zwijgt en het hart spreekt.
5. Joodse exegese
- Rashi: leest deze passage als de liefde van Israël voor de Tora, de uitnodiging om opnieuw te verbinden.
- Andere midrashim zien hierin de terugkeer van het volk naar God — niet passief, maar actief verlangend.
- De wijngaard als symbool voor het land Israël, of voor de gemeenschap van de ziel.
6. Jungiaanse en psychologische interpretatie
- De vrouw wordt subject van haar verlangen: zij is niet langer object van beschouwing.
- De wijngaard als archetype van het vrouwelijke Zelf — autonoom, levenschenkend, zinnelijk én spiritueel.
- De wens om de geliefde te kussen in het openbaar: verlangen naar geïntegreerde liefde — geen gespletenheid meer tussen innerlijk en uiterlijk, tussen lichaam en ziel.
- De herinnering aan “oude en nieuwe vruchten”: het bewustzijn dat liefde meervoudig, tijdloos en cyclisch is.
7. Persoonlijke contemplatie
- Wat is jouw wijngaard? Waar voel jij je vruchtbaar, vol leven, vrij?
- Heb jij de vrijheid om jouw liefde te tonen in het openbaar?
- Welke oude en nieuwe vruchten draag jij in je hart — herinneringen, liefdes, ervaringen die je nu kunt geven?
- Wat vraagt het van jou om te zeggen: “Ik heb ze voor jou bewaard”?
8. Slot: De liefde als sacrale beweging (8:4)
“Wek de liefde niet, voordat zij het zelf wil.”
- Opnieuw deze bezwering: liefde kent haar eigen timing, haar eigen wijsheid.
- De vrouw heeft haar wijngaard geopend — niet uit plicht, maar uit verlangen.
- De liefde wordt niet afgedwongen, maar ontvangen — in een ruimte van wederzijdsheid en heiligheid.