9 – De wijngaard van de vrouw
Episode 9: De wijngaard van de vrouw (Hooglied 7:11–8:4)
Thema: Heilig verlangen — het lichaam als plek van liefde en vruchtbaarheid
1. Tekstanalyse
- 7:11–13 – “Kom, mijn geliefde, laten wij uitgaan…”
De vrouw nodigt haar geliefde uit naar het veld, een plaats van natuurlijke eenvoud en overgave. Dit is een ritueel van vruchtbaarheid en herinnering, waarin zij haar liefdeservaringen en gave aanbiedt: “ik heb ze voor jou bewaard.” - 8:1–2 – “Was jij maar mijn broer…”
Een paradoxale wens naar openheid en vrijheid in liefde: de vrouw verlangt ernaar haar liefde vrijelijk te uiten zonder schaamte. Zij neemt hierin het initiatief en wordt gids en voedster. - 8:3–4 – “Zijn linkerhand onder mijn hoofd…”
Herinnering aan eerdere intieme beelden: het lichaam als plaats van rust, nabijheid en diepe overgave. Het slotvers: “Wek de liefde niet, voordat zij het zelf wil,” benadrukt het heilige ritme van toestemming en timing.
2. Symboliek en mystieke betekenis
- De wijngaard staat symbool voor het lichaam en seksuele zelf — een vruchtbare plek van ontmoeting en liefde.
- Het openen van de wijngaard betekent het openen van het hart en de ziel, een uitnodiging tot heilige verbinding.
- “Nieuwe en oude vruchten” duiden op herinneringen, groei en spirituele rijpheid, waarin liefde zich verdiept in cycli en tijdloosheid.
- In de mystiek (Zohar) is de wijngaard het domein van de Shechina, de vrouwelijke goddelijke aanwezigheid; liefde wordt hier een kosmische vereniging (yichud).
- Het platteland als symbool voor een innerlijke ruimte waar ego zwijgt en het hart spreekt.
3. Joodse tradities en interpretaties
- Rashi en andere midrashim lezen de passage als Israël die actief verlangt naar de Tora en de terugkeer naar God.
- De wijngaard wordt gezien als symbool voor het land Israël of de gemeenschap van de ziel, een plek van vruchtbaarheid en heiligheid.
- De actieve uitnodiging van de vrouw weerspiegelt het verlangen van het volk naar spirituele verbinding.
4. Jungiaanse psychologie en anderen
- De vrouw wordt hier subject van haar verlangen: autonoom, levenschenkend en spiritueel.
- De wijngaard is een archetype van het vrouwelijke Zelf, dat zinnelijkheid en spirituele diepte verenigt.
- De wens om liefde openlijk te tonen symboliseert de integratie van innerlijk en uiterlijk, lichaam en ziel.
- Oude en nieuwe vruchten wijzen op bewustzijn van tijdloosheid en cyclische groei in liefde en psyche.
5. Persoonlijke reflectie en contemplatie
- Waar is jouw wijngaard? Op welke plekken in jezelf voel jij je vruchtbaar en vrij?
- Heb jij de vrijheid om jouw liefde zichtbaar en open te tonen?
- Welke “oude en nieuwe vruchten” draag jij mee — herinneringen, liefdes, ervaringen die je nu bewust kunt delen?
- Wat betekent het voor jou om te zeggen: “Ik heb ze voor jou bewaard”?
6. Slotgedachte
“Wek de liefde niet, totdat zij het zelf wil.” (8:4)
Deze bezwering benadrukt dat liefde haar eigen ritme en wijsheid kent. De vrouw opent haar wijngaard niet uit verplichting, maar uit diep verlangen. Liefde kan niet worden afgedwongen, maar moet worden ontvangen in een ruimte van wederzijdsheid en heiligheid. Het is een sacrale beweging van uitnodiging, overgave en heilig samenzijn.
1. Mystieke en symbolische duiding
In deze passage betreedt de liefde een heilige ruimte: niet alleen lichamelijk, maar existentieel. De vrouw neemt het initiatief — niet uit verleiding, maar uit innerlijke volheid. De liefde is niet afgedwongen, maar een gave van het zelf.
- De wijngaard staat symbool voor het eigen innerlijk leven: het lichaam, de ziel, de plek van vruchtbaarheid die nu niet meer verwaarloosd is (zoals in 1:6), maar bewust wordt gedeeld.
- Het veld is de open ruimte — niet bezet door structuren of rollen — waar liefde op natuurlijke wijze kan verschijnen. Mystiek gezien is dit de ruimte van eenvoud, ontvankelijkheid en incarnatie.
- “Nieuwe en oude vruchten” symboliseren herinnering én belofte: de integratie van het verleden in het huidige bewustzijn. Liefde wordt cyclisch, niet lineair.
- De mandragora (dûda’ïm), traditioneel geassocieerd met vruchtbaarheid (Genesis 30), is hier ook het beeld van een plant met esoterische kracht: verborgen, genezend, seksueel én spiritueel.
De hele scène ademt de sfeer van heilig ritueel: geen lust zonder bezieling, geen eenwording zonder toestemming, geen liefde zonder tijd.
2. Kabbalistische en chassidische inzichten
In de Zohar staat de wijngaard symbool voor het veld van de Shechina — de vrouwelijke tegenwoordigheid van God. De geliefden zijn niet alleen mensen, maar ook archetypische krachten in het goddelijke universum.
- Yichud (eenwording) gebeurt hier tussen Tiferet (de mannelijke, harmoniserende kracht) en de Shechina (de ontvangende, belichaamde aanwezigheid).
- Het veld en de tuin vormen de ruimte waar deze vereniging kan plaatsvinden — weg van de tempel, in de natuurlijke eenvoud van de ziel.
- De uitnodiging van de vrouw is een mystiek initiatief: het vrouwelijke dat niet wacht, maar in verbinding met de kosmische cyclus spreekt. Dit is een beeld van de ziel die rijp is geworden, niet afhankelijk maar deelnemend aan het goddelijke werk.
- De herhaling van de bezwering “wek de liefde niet totdat zij het zelf wil” bevestigt de chassidische overtuiging dat liefde een ritme van boven volgt, geen impuls van het ego.
3. Joodse exegese en allegorische lezingen
- In de Midrasj wordt deze passage gelezen als de actieve liefde van Israël naar God. Niet God roept, maar Israël nodigt uit. De beweging komt van beneden — het verlangen is volwassen geworden.
- De wijngaard is ook beeld voor het land Israël: vruchtbaar, mystiek verbonden met de gemeenschap van de ziel.
- Rashi interpreteert deze passage als een roep van het volk om de Tora — een verlangen naar wijsheid, openbaring, nabijheid.
- De wijn, vruchten en mandragora verwijzen in allegorische zin naar de vruchten van de mitswot: daden die voortkomen uit liefdevolle intentie en innerlijke rijpheid.
4. Jungiaanse en psychologische perspectieven
- De vrouw is niet langer een projectie van het mannelijke verlangen, maar subject van haar eigen wil en gevoel. Zij staat voor het gerealiseerde vrouwelijke Zelf: autonoom, belichaamd, vruchtbaar.
- De wijngaard wordt psychologisch het beeld van de innerlijke tuin — de plek van zielsverbinding, sensualiteit en creatieve potentie.
- Haar uitnodiging tot liefhebben op open terrein staat voor de wens naar integratie van innerlijk en uiterlijk — geen liefde meer in het verborgene, maar zichtbaar, vrij, heel.
- De wens om de Geliefde “als een broer” te kunnen omhelzen in het openbaar verwoordt het verlangen naar sociale toestemming voor belichaamde liefde — geen afgescheidenheid meer tussen spiritualiteit en lichamelijkheid.
5. Persoonlijke contemplatievragen
- Wat betekent het voor jou om jouw verlangen niet te verbergen, maar als gave te durven aanbieden?
- Waar ligt jouw eigen wijngaard — dat wat in jou vrucht draagt, rijpt, groeit?
- Zijn er herinneringen of liefdes (oude vruchten) die nu opnieuw betekenis krijgen?
- Kun jij een liefde vormgeven die niet voortkomt uit leegte, maar uit overvloed?
- Durf jij jouw initiatieven in de liefde (of spiritualiteit) als heilig te beschouwen?
6. Slot: Liefde als incarnatie en timing
De vrouw in deze passage is geen symbool van verleiding, maar van incarnatie. Haar lichaam, haar wijngaard, haar stem — alles is doordrongen van een heilige nabijheid.
Liefde wordt hier niet afgedwongen, maar verwelkomd.
Niet beheerst, maar gehonoreerd in haar eigen tempo.
“Wek de liefde niet, voordat zij het zelf wil.”
Een zin die ons leert dat ware liefde wacht, niet uit angst, maar uit eerbied.
Want alleen een liefde die uit vrijheid komt, heeft de kracht om werkelijk te helen.