De geboorte als eerste overgang
De vroegste ervaringen vormen ons dieper dan we vaak beseffen.
In deze serie verkennen we hoe prenatale en perinatale invloeden doorwerken in gedrag, relaties en gezondheid.
Elke fase van het vroege begin draagt een stille imprint in ons leven.
Geboren worden op eigen kracht – en écht aankomen in het leven
De geboorte is de eerste grote transitie van het leven. Het is een intens lichamelijk, energetisch en zielsproces waarin het kind niet passief wordt ‘gehaald’, maar zichzelf geboren laat worden. Wanneer het geboorteproces zich in eigen tempo voltrekt, wordt het kind niet alleen fysiek geboren, maar ook emotioneel, relationeel en spiritueel op de wereld verwelkomd.
In dit artikel staat het gezonde verloop van de geboorte centraal. Hoe ziet een natuurlijke geboorte eruit als het kind de tijd en ruimte krijgt om zijn eigen pad te gaan? Wat betekent het om zélf geboren te worden? En hoe werkt de ontmoeting tussen kind en moeder in de eerste minuten als diep bevestigende imprint?
We laten ons hierbij inspireren door het werk van Anna Verwaal, die wereldwijd spreekt over de psychologische en somatische imprint van geboorte, en die een diep respect toont voor de wijsheid van het lichaam — van zowel moeder als kind.
De geboorte begint bij het kind
Wat veel mensen niet weten: het is het kind dat de geboorte in gang zet. Rond de uitgerekende tijd geeft het via een subtiel samenspel van hormonen (o.a. cortisol) het signaal af: ik ben er klaar voor.
Deze innerlijke keuze is fundamenteel. Niet alleen fysiologisch, maar ook psychisch. Het lichaam, het zenuwstelsel, het bewustzijn van het kind ‘weten’: Ik heb dit proces in gang gezet. Ik wil naar buiten komen.
Dit moment markeert een eerste ervaring van:
* autonomie
* overgave aan een groter proces
* innerlijke toestemming om zichtbaar te worden
Het kind gaat op reis, in samenwerking met het lichaam van de moeder — niet tegen haar, niet buiten haar om, maar samen.
Geboorte als reis
Volgens Anna Verwaal is een natuurlijke geboorte een ritmische, afgestemde overgang die tijd, ruimte en rust vraagt. Een proces in vier fases:
1. De eerste bewegingen – het voelen van verandering
Het kind merkt dat er iets verandert in de omgeving. De baarmoeder spant zich ritmisch aan. Er is geen haast. Alleen beweging. De weeën bouwen op. De baby wordt voorbereid, niet overrompeld.
2. De passage – meebewegen en duwen
Naarmate de baarmoedermond opent, voelt het kind de noodzaak om te bewegen, te draaien, te duwen. Het lijfje werkt actief mee. Het kind wíl geboren worden. Het volgt de roep van het leven.
Deze actieve deelname zorgt voor een eerste imprint van:
* kracht
* richting
* vertrouwen in eigen vermogen
3. De geboorte – rusten op de buik
Als het kind geboren is, gebeurt er iets heel belangrijks: het wordt niet opgetild, weggehaald of gewogen, maar rustig op de onderbuik van de moeder gelegd. Daar blijft het even liggen. Het lijf komt op adem. De longen vullen zich zacht met lucht. De ogen knipperen. Het hart vindt een nieuw ritme.
Volgens Verwaal is dit moment heilig: “De baby komt op aarde, maar heeft nog niet helemaal losgelaten. De buik van de moeder is als de brug tussen werelden.”
4. De eigen beweging naar de borst
Na een paar minuten begint het kind – bijna instinctief – te kruipen naar de borst. Met kleine bewegingen, zoekend naar geur en warmte, vindt het zijn weg. Dit noemen we de breast crawl.
Dit is geen reflex – het is een daad: “Ik vind mijn weg naar voeding en verbinding.”
De moeder hoeft niets te doen. Haar lichaam is de uitnodiging. Haar geur, haar huid, haar warmte doen de rest. Dit kruipen is een tweede geboorte, de beweging van: ik neem deel aan mijn leven.
De placenta: het proces afronden
In dit gezonde proces wordt de navelstreng niet meteen doorgeknipt. Het bloed blijft stromen van placenta naar kind — zuurstofrijk, vol ijzer en stamcellen. Het kind ademt én ontvangt nog via de navel.
Pas als de navelstreng uitgeklopt is – als de pulsatie stopt – is het tijd om het koord door te knippen. Niet eerder.
Dit voorkomt stress, ademnood en schrik. Het voorkomt dat het kind abrupt afgesneden wordt van zijn bron, letterlijk en symbolisch.
Daarna komt de placenta — vaak vanzelf. Die laat los, als het proces af is. De overgang is pas rond als ook de placenta het kind heeft verlaten.
De eerste ontmoeting
Dan gebeurt het wonder: het kind kijkt.
Het zoekt ogen. Het zoekt verbinding. In dit moment kan het aankijken van de moeder het zenuwstelsel tot rust brengen. Haar ogen zeggen: ik zie je, je bent hier, je hoort bij mij.
Als het kind dan ook nog de eigen naam hoort — gesproken met liefde, herhaling, zachtheid — wordt het bestaan bevestigd.
Soms huilt het kind even. Maar vaak ook niet. Er is geen paniek. Er is ontmoeting.
De eerste voeding: ritme en welkom
Wanneer het kind de borst vindt — zelf — volgt een moment van diepe afstemming. De ademhaling, het zuigen, de hartslag van de moeder: alles helpt het zenuwstelsel reguleren.
De borstvoeding is geen taak, maar een ontmoeting. Een voortzetting van wat er al was:
voeding vanuit verbinding.
Verwaal beschrijft deze eerste momenten als de emotionele landing. Hier wordt het kind niet alleen geboren, maar echt aangenomen: in lichaam, ziel, relatie en gevoel.
Thema’s van dit deel
- Zelf initiatief nemen: ik begin
- Verbonden blijven: ik blijf bij mijn moeder
- In eigen tempo bewegen: ik bepaal het ritme
- Ademen, aankijken, aanraken: ik word ontvangen
- Voeden uit verbinding: ik hoor erbij
Tot slot
De geboorte is geen gebeurtenis, maar een beweging van binnen naar buiten. Als deze beweging vanuit het kind komt, in rust ontvangen wordt, en met ogen, adem en aanraking beantwoord wordt, ontstaat een diepe imprint: “Ik ben gekomen op mijn tijd. Ik vond mijn weg. Ik werd gezien. Ik mag er zijn.”
Deze ervaring leeft door in alles wat we doen: hoe we contact maken, hoe we bewegen in de wereld, hoe we ons verbinden en hoe we afscheid nemen.
Wie geboren wordt in vertrouwen, zal ook leven vanuit vertrouwen.
8: De geboorte als eerste crisis – Overgang, overleven en imprint
- De geboorte als eerste levensbedreigende ervaring
- Wanneer de overgang te snel, te zwaar of van buitenaf gestuurd is
- Medische ingrepen: inleiden, vacuümpomp, verlostang, zuurstof, navelstreng om de nek
- Wat gebeurt er als het ritme niet van het kind komt?
- Hoe beleeft een baby het als het getrokken wordt, stikt, gescheiden raakt?
- Hoe herken je pre- en perinataal trauma in je praktijk?
- Overlevingsreacties, dissociatie, diepe angst bij overgang, paniek bij stress
- De imprint van: “Ik werd niet gehoord”, “Ik moest gered worden”, “Ik was te veel”
Thema: controleverlies, verlating, angst voor verandering, bestaansschuld