De kunst van het flirten (1) – wat is flirten?
De kunst van het flirten (1): Wat flirten doet met lichaam, ziel en geest
Flirten. Het woord alleen al roept bij velen een mengeling van spanning, nieuwsgierigheid en soms zelfs schuld op.
We flirten vaak zonder het te beseffen. Een glimlach, een vluchtige aanraking, een plagerige opmerking. Soms bedoeld, soms spontaan. Maar onder die schijnbaar simpele gebaren gaan diepe lagen schuil – biologisch, emotioneel, existentieel.
In dit eerste deel – in deze serie over ‘flirten’ – verken ik flirten via drie lagen van ervaring: lichaam, ziel en geest. En ik laat zien hoe de wetenschap ons kan helpen begrijpen waarom flirten zo’n universele – en vaak verwarrende – menselijke activiteit is.
Lichaam: de taal vóór de woorden
Flirten begint meestal zonder woorden. Het is de manier waarop iemand net iets langer blijft kijken dan strikt noodzakelijk. De lichte kanteling van het hoofd. Een subtiele glimlach, een veranderde ademhaling, een tikje in de richting van de ander. Nog voordat er ook maar één woord is gevallen, zijn er signalen uitgewisseld. Lichaamstaal, de oudste vorm van communicatie, neemt het voortouw.
De Amerikaanse socioloog Erving Goffman beschreef flirten ooit als onderdeel van “de presentatie van het zelf in het dagelijks leven”. We drukken niet alleen iets uit — we vormen iets. Een tijdelijk zelfbeeld, een tijdelijk spel. Het lichaam wordt de eerste boodschapper van verlangen, van interesse, van speelse nabijheid.
Onder de oppervlakte gebeurt er veel. Neurologisch is flirten een klein vuurwerk: ons brein maakt dopamine aan (de beloningsstof), oxytocine (voor verbondenheid), en adrenaline (voor alertheid en spanning). De hartslag versnelt, pupillen verwijden, de huid kan warm aanvoelen. Sommige onderzoekers vergelijken het effect van flirten zelfs met een milde neurologische ‘high’: het lichaam bereidt zich voor op contact, of op het spel daarvan.
Volgens evolutionair psychologen is dit geen toeval. Flirten is, in die visie, een oeroud mechanisme om seksuele en sociale geschiktheid te toetsen. Het lichaam zendt signalen uit: ik ben vruchtbaar, ik ben beschikbaar, ik ben sociaal vaardig. Maar die verklaring, hoe functioneel ook, is niet het hele verhaal.
“Flirten is de manier waarop het lichaam zegt: ik ben hier – en ik zie jou.”
Want we flirten niet alleen om ons voort te planten. We flirten ook — of misschien zelfs vooral — om onszelf levend te voelen. In een wereld die ons vaak reduceert tot denkende, producerende hoofden, brengt flirten ons terug naar het lichaam. Naar het hier en nu. Naar het tintelende bewustzijn dat we voelen, begeerd kunnen worden, kunnen spelen.
In dat opzicht is flirten geen bedreiging voor een liefdesrelatie, maar juist een mogelijke voeding ervan. Niet omdat we verlangen naar een ander, maar omdat we opnieuw herinnerd worden aan onze lichamelijke sprankeling. Een gezonde relatie is niet gebaseerd op controle, maar op levendigheid — en flirten, mits bewust en respectvol, kan een manier zijn waarop die levendigheid zichzelf uitdrukt.
Flirten herinnert ons eraan dat we méér zijn dan rollen of relaties: we zijn ook lichamen. Voelende, reagerende, kwetsbare lichamen die in een flits van oogcontact iets herkennen wat woorden nauwelijks kunnen raken. En in dat contact wordt niet alleen de ander even echt — maar ook wijzelf.
Ziel: het verlangen naar wederkerigheid
Niet elk verlangen is gericht op een doel. Soms is het er gewoon — als een trilling in de lucht tussen twee mensen, als een innerlijke beweging die je niet meteen kunt duiden. Flirten raakt niet alleen het lichaam, maar ook iets dat dieper ligt: de ziel, dat mysterieuze midden tussen emotie en identiteit.
Flirten op zielsniveau gaat niet over bezit, niet over seks, en zelfs niet per se over liefde. Het gaat over erkenning. Over het verlangen dat iemand jou ziet — niet als functie, niet als partner, niet als ouder of collega — maar als mens, als mogelijkheid. Je wordt even opnieuw aangesproken in wie je zou kunnen zijn.
Psychologen noemen dit het proces van zelfbevestiging via de ander. We spiegelen ons aan de blik van de ander, en als die blik nieuwsgierig, verlangend of speels is, herinnert hij ons aan delen van onszelf die misschien waren ingeslapen. Flirten is dan een soort innerlijke verlichting: ik leef nog. Iemand ziet iets in mij wat ik bijna vergeten was.
“Flirten is verlangen zonder eindbestemming. Niet om te krijgen, maar om te worden.”
In de hechtingstheorie (Bowlby, Ainsworth) speelt de ziel een subtiele rol. Onze manier van flirten weerspiegelt onze gehechtheid aan onszelf en aan anderen. Iemand met een veilige hechtingsstijl kan open en speels flirten — niet omdat hij niets te verliezen heeft, maar omdat hij niet bang is om zichzelf te laten zien. Wie onveilig gehecht is, flirt misschien juist om bevestiging te krijgen, of om controle te houden over nabijheid. De ziel verlangt dan niet naar verbinding, maar naar geruststelling.
Maar zelfs als flirten ontstaat vanuit een wond, is het niet per se iets negatiefs. Integendeel. Het kan een signaal zijn van wat nog leeft onder de oppervlakte. Wat we missen. Waar we naar verlangen. En dat maakt flirten — in zijn beste vorm — een vorm van innerlijk contact.
Niet met de ander, maar met onszelf.
Geest: het spanningsveld tussen vrijheid en ethiek
Waar het lichaam voelt, en de ziel verlangt, daar reflecteert de geest. Flirten roept vaak verwarring op in deze laag van ons bewustzijn. Want we weten zelden precies waar we staan: is dit onschuldig of grensoverschrijdend? Spel of verleiding? Vrijheid of verraad?
De geest wil begrijpen, categoriseren, begrenzen. Maar flirten ontsnapt juist aan die categorieën. Het is ambigu, fluïde, contextafhankelijk. En precies daarin schuilt zijn kracht — en zijn risico.
Volgens communicatiewetenschapper Jeffrey Hall is flirten per definitie dubbelzinnig: het laat de mogelijkheid open dat het wel iets betekent, maar ook dat het niets betekent. Dat maakt het sociaal veilig én gevaarlijk. Want we kunnen altijd ontkennen, maar ook altijd vermoeden.
“Flirten is een oefening in grenswerk: tussen wat gezegd wordt en wat bedoeld is.”
In lange relaties — waar loyaliteit en exclusiviteit vaak verankerd zijn — kan flirten met een ander als bedreiging voelen. Maar misschien is dat omdat we flirten zijn gaan verwarren met ontrouw. Terwijl flirten op geestelijk niveau juist een gelegenheid kan zijn tot innerlijke waarheid: Wat mis ik? Waar verlang ik naar? Ben ik nog in contact met mijn speelse, zintuiglijke zelf?
De geest, als ethisch centrum, wil duidelijkheid. Maar in het domein van flirten is er zelden één waarheid. Wat voor de één onschuldig is, voelt voor de ander als grensoverschrijding. Wat vandaag speels is, kan morgen pijn doen.
Daarom vraagt flirten — op geestelijk niveau — om bewustzijn. Niet per se controle, maar aandacht. Een volwassenheid die niet bestaat uit het onderdrukken van verlangen, maar uit het herkennen van de spanning die verlangen oproept.
En in die zin is flirten niet alleen een spel van lichamen, maar ook een oefening in menselijke complexiteit.
Een dans van lagen
Flirten raakt aan wie we zijn in onze totaliteit: lichamelijk, zielsmatig, mentaal. Het is een dans van nabijheid en afstand, van ik en jij, van grens en ontmoeting. Soms onschuldig, soms geladen, maar altijd betekenisvol — als je bereid bent om te luisteren naar wat het in je wakker maakt.
Niet elke flirt is een opmaat tot iets groters. Maar elke flirt verklankt iets — over verlangen, over verbinding, over onszelf. En precies daarom verdient flirten meer dan alleen spot, schaamte of argwaan. Het verdient een plek in ons bewustzijn. Niet om losbandigheid te rechtvaardigen, maar om levendigheid te erkennen.
We zijn meer dan hoofden. We zijn ook lichamen. We zijn ook verlangende zielen. We zijn ook denkende wezens die zich afvragen wat het betekent om mens te zijn, met al onze impulsen en onze idealen.
En soms begint dat hele menselijke mysterie… met één enkele blik.
Flirten als uitnodiging tot leven
Flirten is geen oppervlakkige bezigheid. Het is een subtiele vorm van contact die ons raakt in wie we zijn – lichamelijk, emotioneel, geestelijk. Soms is het speels, soms serieus. Soms verwarrend, maar zelden betekenisloos.
In het beste geval opent flirten een ruimte: voor jezelf, voor de ander, voor het onbekende. Het laat iets bewegen waar het vastzat. Iets oplichten dat vergeten was. Niet om altijd gevolgd te worden, maar om even herinnerd te worden aan wie je bent als je gezien wordt.
En misschien is dat wel de diepste waarde van flirten: dat het ons herinnert aan onze levendigheid. Niet als bedreiging, maar als bevestiging.
Vervolg: waarom flirten belangrijk is – zelfs (of juist) als het spannend wordt
In het tweede deel van deze reeks onderzoek ik waarom flirten ons vaak ongemakkelijk maakt. Wat zit er onder die schroom, die jaloezie, dat ongemak? Waarom is flirten tegelijk zo verleidelijk én zo verdacht?
En: kunnen we leren om anders om te gaan met flirten – niet als gevaar, maar als vaardigheid? Als iets dat gevoed moet worden, niet alleen beteugeld?
LEES: De kunst van het flirten (2) – Waarom het belangrijk is