De Onzichtbare Last van de Hogeropgeleide Vrouw
In dit artikel onderzoekt ik de onzichtbare druk waaronder veel hogeropgeleide vrouwen gebukt gaan. Ze worden geacht zowel in hun carrière als in hun persoonlijke leven uitmuntend te presteren, wat leidt tot een werkweek van 70 tot 80 uur, verdeeld over betaalde arbeid, vrijwilligerswerk en emotionele zorg.
Deze maatschappelijke verwachtingen worden verder belicht in het tweede artikel, Oefening van buiten naar binnen, waarin wordt besproken hoe vrouwen vaak handelen vanuit externe verwachtingen in plaats van hun eigen intrinsieke motivatie.
Het derde artikel, Een reis naar je zijnsbasis, biedt een pad naar binnen, waarbij vrouwen worden uitgenodigd om te reflecteren op hun eigen verlangens en behoeften, los van de druk van buitenaf.
Alleskunner of Opgebrand?
Ze zijn de spil van hun gezin, de ruggengraat van hun sociale kring, de stille kracht in vrijwilligerswerk, en tegelijkertijd maken ze carrière. Hogeropgeleide vrouwen in Nederland worden geacht alles te kunnen én alles te blijven doen. Ze onderhouden vriendschappen uit de basisschool, sturen trouw kaartjes voor verjaardagen van kinderen van oude studievrienden, organiseren evenementen voor de kerk, beheren de groepsapp van de buurt, en zijn daarnaast partner, moeder, dochter en werknemer — met een drukke baan op hbo- of wo-niveau. Maar waarom is dit zo? En belangrijker nog: hoe houdbaar is deze onzichtbare prestatiedruk?
Een generatie van mogelijkheden – en verwachtingen
Vrouwen geboren in de jaren ’70, ’80 en ’90 zijn opgegroeid met het idee dat ze alles konden worden wat ze wilden. Dankzij emancipatiegolven, onderwijsstimuleringsbeleid en culturele veranderingen, zijn steeds meer vrouwen hogeropgeleid geraakt dan hun moeders en grootmoeders. Ze kregen de vrijheid om te studeren, carrière te maken, zelfstandig te zijn. Maar met die vrijheid kwam ook een nieuwe druk: je moet alles benutten.
Daarbovenop heerst nog steeds een culturele verwachting dat vrouwen zorgzaam, sociaal en beschikbaar blijven, net zoals vorige generaties dat waren – met of zonder werk.
De erfenis van sociale loyaliteit
Voor veel hogeropgeleide vrouwen is loyaliteit een kernwaarde. Ze zijn gewend aan het onderhouden van diepe vriendschappen – niet zelden nog met vriendinnen van de basisschool of middelbare school. De studententijd bracht weer een andere laag van relaties, vaak gekenmerkt door intensiteit, gedeelde idealen en intellectuele verbinding. Maar waar mannen soms moeiteloos contact laten verwateren, voelen veel vrouwen de plicht om álles te onderhouden. Een gemiste verjaardag voelt als verraad. Niet reageren in de groepsapp is sociaal kapitaal verliezen.
Het onderhouden van deze netwerken wordt gezien als normaal. Er is zelden ruimte om op te zeggen: “Ik trek het niet meer.” Want een vrouw die sociaal minder beschikbaar is, wordt al snel als ‘afstandelijk’ of ‘egoïstisch’ gezien.
De onzichtbare werkweek van 80 uur
Naast een veeleisende baan werken veel vrouwen in onbetaalde, maar onmisbare posities: in schoolcommissies, buurtinitiatieven, kerkenraden, sportclubs of mantelzorg. Niet omdat ze niets anders te doen hebben, maar omdat ze voelen dat het moet. Want “niemand anders doet het”, en “het is maar een paar uurtjes in de maand”, stapelt zich snel op tot structurele belasting.
De combinatie van betaalde arbeid, onbetaalde arbeid, sociale zorg én emotionele arbeid (denk aan: het onthouden van verjaardagen, organiseren van familiemomenten, relatieonderhoud) maakt dat veel hogeropgeleide vrouwen een werkweek draaien van 70 tot 80 uur. Alleen staat dat nergens zwart op wit.
Hoe kan dit? Drie onderliggende factoren
1) De mythe van de ideale vrouw: een oud beeld in een modern jasje
Ze draagt geen schort meer en staat niet met krulspelden in de keuken te wachten tot haar man thuiskomt. De ‘ideale vrouw’ van nu heeft een masterdiploma op zak, een goedlopende carrière, een actief sociaal leven en een gezin waarin zij moeiteloos alles organiseert. Ze is betrokken bij schoolactiviteiten, draait haar hand niet om voor een vrijwilligersklus in de buurt en plant tussen vergaderingen door een verjaardagsfeestje voor haar ouders of haar kinderen. Ze is op de hoogte van maatschappelijke ontwikkelingen, toont zich betrokken op sociale media, heeft een netwerk van vriendinnen dat ze actief onderhoudt, en blijft ook nog een warme, aanwezige partner.
Het beeld is gemoderniseerd, maar niet wezenlijk veranderd: de ideale vrouw is nog steeds een dienstbare vrouw – alleen is de lat nu hoger gelegd. Ze is niet alleen verantwoordelijk voor het gezin, maar ook voor zichzelf, haar carrière, haar sociale kring, en vaak ook voor het welzijn van anderen in haar omgeving.
Deze mythe is niet langer een norm die alleen door de samenleving wordt opgelegd — ze is geïnternaliseerd. Veel vrouwen dragen dit ideaalbeeld zélf met zich mee, soms zonder het te beseffen. Ze meten zichzelf aan een onhaalbare standaard waarin ‘alles doen’ en ‘alles goed doen’ het uitgangspunt is. Vrije tijd zonder productiviteit voelt al snel als luiheid. Een gemiste ouderavond voelt als falen. Niet helpen bij een buurtinitiatief roept schuldgevoel op.
Wat deze mythe gevaarlijk maakt, is dat ze zich vermomt als zelfbeschikking. Het lijkt alsof vrouwen alles zelf willen, terwijl ze in werkelijkheid vaak gestuurd worden door diepgewortelde verwachtingen over wat een goede vrouw, moeder, vriendin, collega of burger is. De druk komt van buiten én van binnen.
2) Structureel gebrek aan collectieve oplossingen: De tweeverdiener als systeemfout
Hoewel Nederland zich profileert als een moderne kenniseconomie waarin tweeverdieners de norm zijn, zijn de maatschappelijke structuren nog altijd ingericht op het traditionele eenverdienersgezin — of op de mythe van de parttime moeder die alle gaten dichtloopt. Kinderopvang is duur en schaars. Scholen verwachten ouderhulp als vanzelfsprekend. Zorginstellingen doen steeds vaker een beroep op mantelzorgers. Verenigingen en kerken draaien op de inzet van een kleine, trouwe groep vrijwilligers — vaak vrouwen met een baan én een druk sociaal leven.
Er is dus een structurele afhankelijkheid van onbetaalde arbeid die zelden formeel wordt erkend, laat staan gecompenseerd. In plaats van dat systemen worden aangepast op de realiteit van werkende ouders, worden werkende ouders geacht hun leven flexibel om gebrekkige systemen heen te organiseren. Wie dat niet kan, valt uit of raakt overbelast. En wie dat wel kan, krijgt applaus — en nog meer verantwoordelijkheden.
Voor hogeropgeleide vrouwen betekent dit vaak dat hun arbeid niet stopt bij de formele werkdag. Zij vullen de gaten op die ontstaan doordat collectieve voorzieningen tekortschieten: ze regelen noodopvang, organiseren hulp in de klas, nemen vrijwilligerstaken op zich in de wijk of kerk. Niet uit overvloed, maar uit noodzaak én loyaliteit.
Zolang deze onzichtbare arbeid niet structureel wordt meegenomen in beleidsvorming, HR-strategieën en maatschappelijke discussies, blijven vrouwen overbelast en ondergewaardeerd. En zolang collectieve oplossingen uitblijven, blijft het individu verantwoordelijk voor het dichtlopen van structurele gaten — vaak ten koste van zichzelf.
3) Sociale media en het stille script van perfectie
In een wereld waarin social media de etalage van het dagelijks leven is geworden, speelt zich een subtiele maar krachtige vorm van sociale controle af. Op Instagram, LinkedIn en WhatsApp zien we de buitenkant: de strak georganiseerde kinderfeestjes, de weekendjes weg met vriendinnen, het vrijwilligersproject bij de voedselbank, de sportieve prestaties en de liefdevolle partnermomenten. Het zijn stuk voor stuk fragmenten van realiteit — vaak oprecht — maar zelden volledig.
Deze online snapshots vormen samen een stil script van wat ‘normaal’ is: een vrouw die alles bijhoudt, alles onder controle heeft, en overal aanwezig is. Juist voor hogeropgeleide vrouwen, die gewend zijn om doelen te stellen en te presteren, werkt dit script als een spiegel én een meetlat. De vergelijking is onvermijdelijk — en vaak onbewust.
Wanneer collega’s hun successen delen, of wanneer vrienden hun gezinsleven tonen, ontstaat de indruk dat anderen het wel allemaal voor elkaar hebben. Vrouwen die zich herkennen in het profiel van de alleskunner voelen dan al snel dat zij tekortschieten als ze een ouderavond overslaan, een vriendschap laten verwateren of een sociaal initiatief afslaan.
Deze constante vergelijking voedt een venijnige vorm van perfectionisme: het idee dat je overal op je best moet zijn, in elke rol die je vervult. Tegelijk ontstaat een sluipend schuldgevoel wanneer dat niet lukt. En omdat iedereen vooral het perfecte plaatje deelt, ontstaat er weinig ruimte om te erkennen dat niemand het allemaal redt.
Is er een uitweg?
De oplossing ligt niet (alleen) in ‘nee’ leren zeggen. Dit is geen individueel probleem van ‘te weinig grenzen stellen’, maar een collectieve realiteit van scheve verwachtingen en onvoldoende erkenning van onzichtbare arbeid.
Wat helpt?
* Erkenning: De eerste stap is dat deze last wordt gezien, benoemd en erkend – thuis, op het werk en in beleid.
* Herwaardering van onbetaald werk: Vrijwilligerswerk, vriendschapszorg en community-inzet moeten serieus genomen worden – ook in beleid en beloning.
* Ruimte voor het onvolmaakte: Minder perfectionisme, meer echtheid. Er mag iets afvallen zonder schuldgevoel.
* Verdeling: Partners moeten mee in het gesprek – wie organiseert de vriendschappen, de kaartjes, de buurtborrel?
Een collectieve verantwoordelijkheid voor duurzame balans
De neiging om overbelasting bij vrouwen te verklaren vanuit een gebrek aan assertiviteit – “ze moeten gewoon leren nee zeggen” – doet de werkelijkheid tekort. Dit is geen individueel probleem van zwakke grenzen, maar een collectieve uiting van scheefgetrokken maatschappelijke rollen, structureel onzichtbare arbeid en een cultuur waarin perfectie stilzwijgend de norm is geworden.
De uitweg ligt dus niet in individuele veerkracht, maar in het veranderen van systemen, verwachtingen en waarderingen. Ook – en juist – binnen organisaties. HR-professionals spelen hierin een cruciale rol.
Wat helpt? Vier systemische hefbomen
1. Erkenning: Zie en benoem de dubbele belasting
Veel vrouwen die hoger opgeleid zijn, vervullen dagelijks meerdere intensieve rollen. Ze bouwen aan hun carrière, zorgen voor kinderen of ouders, én onderhouden een netwerk van vrienden, familie en andere sociale verbanden. Deze meervoudige belasting wordt vaak niet erkend, omdat veel van deze taken buiten het formele werk- of studiedomein vallen. Er staat geen meetbare tijd of specifieke beloning tegenover het plannen van een kinderfeestje, het geven van een luisterend oor aan een vriendin, of het zorgen voor een zieke ouder — en toch kost het evenveel, zo niet meer, tijd, energie en mentale ruimte.
Omdat er geen ruimte wordt gecreëerd om deze ‘onzichtbare’ verantwoordelijkheden te benoemen, wordt vaak van vrouwen verwacht dat zij deze combineren met hun werk of studie, zonder dat anderen zich bewust zijn van de druk die dit met zich meebrengt. Het is belangrijk om deze dubbele belasting te erkennen, zowel voor jezelf als in gesprekken met anderen. Alleen door te accepteren dat je niet alles tegelijk kunt doen zonder jezelf uit te putten, kun je beginnen met het maken van duurzame keuzes.
Persoonlijke ontwikkelingstip:
De eerste stap is het erkennen van je eigen lasten. Vraag jezelf af: “Welke onzichtbare rollen neem ik op me die mij energie kosten, maar niet erkend worden?” Het benoemen van deze lasten is een krachtig begin. Je kunt dit ook delen met een vertrouwd persoon of coach om beter inzicht te krijgen in je eigen situatie. Zo maak je je realiteit zichtbaar voor jezelf, en voorkom je dat je jezelf voorbijloopt.
2. Herwaardering: Geef onzichtbaar werk betekenis en gewicht
Niet al het waardevolle werk wordt uitbetaald — en lang niet al het werk dat voor anderen zichtbaar is, is even waardevol. Veel vrouwen dragen bij aan hun gemeenschappen door het onderhouden van sociale relaties, het ondersteunen van vrienden of familieleden, of door zich in te zetten voor maatschappelijke of kerkelijke initiatieven. Ze zijn vaak informeel mentor, luisterend oor of zorgzame vriend(in).
Deze inzet vormt de onzichtbare, maar essentiële infrastructuur waarop onze gemeenschappen en gezinnen draaien. Het versterkt sociale banden, voorkomt eenzaamheid, en zorgt ervoor dat anderen in hun omgeving niet uitvallen door gebrek aan steun. Maar vaak krijgt dit werk geen erkenning. Het telt niet mee voor een promotie of wordt besproken in evaluaties, terwijl het net zo veel tijd en energie kost als ‘zichtbaar’ werk.
Door deze ‘onzichtbare’ bijdrage te erkennen, kun je niet alleen je eigen waardevolle inzet zien, maar ook beginnen met het herwaarderen van je persoonlijke rol in je sociale omgeving. Het is belangrijk om jezelf bewust te maken van deze onzichtbare arbeid en jezelf de ruimte te geven om het te waarderen — zonder te wachten op erkenning van anderen.
Persoonlijke ontwikkelingstip:
Vraag jezelf af: Waar zet ik me in, buiten mijn werk, dat ik onbewust negeer of als ‘bijzaak’ beschouw? Begin deze bijdragen als waardevol te erkennen, zowel voor jezelf als in je persoonlijke gesprekken met anderen. Het kan bijvoorbeeld helpen om een reflectie in je agenda op te nemen, waarin je jezelf de ruimte geeft om stil te staan bij de niet-zichtbare rollen die je vervult, en hoe ze bijdragen aan je persoonlijke vervulling en de gemeenschap.
3. Ruimte voor het onvolmaakte: Normaliseer het mens-zijn
In een wereld waar de nadruk vaak ligt op prestatie en productiviteit, is het belangrijk om ons te herinneren dat we geen machines zijn. Medewerkers zijn mensen, en mensen hebben niet alleen talenten en ambities, maar ook grenzen, emoties, onvoorziene omstandigheden en energielevels die fluctueren. Het idee dat je altijd op je top moet presteren of dat je nooit ‘nee’ mag zeggen, creëert een onrealistisch en ongezond verwachtingspatroon, zowel op de werkvloer als daarbuiten.
Organisaties die streven naar diversiteit, inclusie en duurzame inzetbaarheid, moeten dit perfectionisme durven ontmantelen. Dit betekent dat we niet alleen de prestaties van medewerkers moeten waarderen, maar ook hun vermogen om in te zien wanneer ze grenzen moeten stellen. Leidinggevenden hebben hierin een cruciale rol: als zij laten zien dat het prima is om een stap terug te nemen, een verzoek af te wijzen of een deadline te herzien, creëren zij een cultuur waarin ruimte is voor menselijkheid.
Door het voorbeeld te geven en het gesprek over grenzen te normaliseren, kunnen medewerkers zich gesteund voelen in het maken van keuzes die hun welzijn en productiviteit op lange termijn bevorderen. Het is juist die balans, tussen prestatie en zelfzorg, die zorgt voor duurzame inzetbaarheid en tevredenheid.
Persoonlijke ontwikkelingstip:
Kijk eens kritisch naar je eigen gewoonten en patronen. Hoe vaak voel ik me gedwongen om meer te doen dan ik aan kan, simpelweg omdat ik bang ben voor falen of omdat ik denk dat ik altijd beschikbaar moet zijn? Reflecteer op de momenten waarop je ‘ja’ hebt gezegd terwijl je ‘nee’ wilde zeggen. Wat hield je tegen? Was dat gevoel van overbelasting het waard?
Leer om je energie en tijd beter te beheren door vaker stil te staan bij je grenzen. Dit begint met jezelf de ruimte geven om gewoon mens te zijn, zonder het gevoel te hebben dat je altijd alles perfect moet doen. Wees eerlijk tegen jezelf over wat je wel en niet kunt dragen, en omarm het idee dat perfectionisme niet de sleutel is tot succes. Soms is het grootste succes het vermogen om te pauzeren, je energie opnieuw op te laden, en met frisse blik en vernieuwde kracht weer door te gaan.
Praktijkvoorbeeld:
Wanneer je merkt dat je een grens overschrijdt, geef jezelf dan letterlijk een moment om te reflecteren: “Wat heb ik nu echt nodig? Moet ik doorgaan, of is het tijd voor een pauze?” Dit simpele moment van bewustzijn kan je helpen om niet in de val van overbelasting te trappen en meer in lijn te blijven met je eigen grenzen en behoeften.
4. Verdeling: Bevraag ongelijkheid – ook buiten werktijd
Duurzame inzetbaarheid gaat verder dan alleen je werk: het raakt ook je privéleven. Wie draagt de mentale last thuis? Wie regelt de kinderopvang, sociale afspraken of verjaardagen? Deze vragen worden vaak gezien als privé, maar de gevolgen ervan zijn niet te negeren. De manier waarop taken binnen een huishouden of relatie worden verdeeld, heeft directe invloed op je welzijn en energie — en daarmee op hoe goed je in staat bent om ook je werk goed te doen.
Wanneer de verantwoordelijkheid voor mentale lasten, zorg of sociale verplichtingen niet goed verdeeld is, kan dit leiden tot chronische overbelasting. Deze belasting wordt vaak niet gezien, maar zorgt er wel voor dat je energie en mentale ruimte uitgeput raken, wat uiteindelijk kan leiden tot stress, burn-out of verminderde productiviteit op je werk.
Daarom is het belangrijk om bewust te zijn van hoe je deze verantwoordelijkheden verdeelt en om regelmatig stil te staan bij de balans in je leven. Een eerlijke verdeling van taken en verantwoordelijkheden is cruciaal voor je eigen welzijn en helpt je om een gezond ritme te vinden, waarin je zowel je werk als je privéleven met energie en voldoening kunt volhouden.
Persoonlijke ontwikkelingstip:
Het begint bij reflectie: Hoe ziet de verdeling van verantwoordelijkheden in mijn leven eruit? Denk na over de mentale lasten die je dagelijks draagt — zowel thuis als op je werk. Voel je dat de lasten eerlijk verdeeld zijn, of ervaar je dat je veel hooi op je vork hebt genomen? Als je merkt dat je veel van de verantwoordelijkheid op je schouders neemt, vraag jezelf dan af wat je kunt doen om deze taken eerlijker te verdelen, zowel met je partner, familie of vrienden.
Het is ook waardevol om in gesprek te gaan met de mensen om je heen over de taakverdeling. Door openlijk te bespreken wat er speelt, kun je niet alleen de last verlichten, maar ook gezondere grenzen stellen. Dit kan helpen om je energie beter te beheren, waardoor je je meer in balans voelt.
Praktijkvoorbeeld:
Maak een lijst van je dagelijkse en wekelijkse verplichtingen, zowel werkgerelateerd als privé. Kijk naar de verdeling van taken en vraag je af of het evenwichtig is. Heb je het gevoel dat je alles alleen doet, of is er ruimte om bepaalde taken samen te doen? Dit kan je helpen om je belastbaarheid beter in kaart te brengen en eerlijker om hulp te vragen wanneer dat nodig is.
Door regelmatig stil te staan bij de verdeling van verantwoordelijkheden in je leven, kun je leren om gezondere keuzes te maken en een evenwichtige werk- en privébalans te bereiken. Het is essentieel om je eigen grenzen te kennen en daar ook naar te handelen, zodat je in staat bent om zowel op persoonlijk als professioneel vlak duurzaam en gelukkig te functioneren.
Tot slot: van persoonlijke last naar gedeelde verantwoordelijkheid
De beeldvorming rondom de hogeropgeleide vrouw die “alles moet kunnen” is geen toevallige samenloop van omstandigheden, maar het resultaat van diepgewortelde, structurele blinde vlekken in onze samenleving. We hebben het idee gecreëerd dat succes – zowel op professioneel als persoonlijk vlak – afhangt van het vermogen om te multitasken, alles te organiseren en onophoudelijk door te gaan. We verwachten van deze vrouwen dat zij niet alleen een carrière opbouwen, maar ook zorg dragen voor hun gezinnen, bijdragen aan hun gemeenschappen en sociale netwerken onderhouden. En dat alles met dezelfde energie en passie, alsof ze geen grenzen hebben.
De waarheid is dat deze verwachtingen niet alleen onrealistisch zijn, maar ook schadelijk voor hun welzijn. Hogeropgeleide vrouwen zijn geen machines, geen onuitputtelijke bronnen van energie, aandacht en organisatietalent. Ze hebben dezelfde menselijke behoeften, grenzen en valkuilen als iedereen, maar vaak worden deze onzichtbaar gemaakt door de sociale normen en verwachtingen die hen constant in een positie plaatsen van meer moeten doen, meer geven, meer zijn. Dit onzichtbare werk – de zorg voor anderen, het coördineren van sociale en familiale verplichtingen, het dragen van de mentale last van dagelijkse taken – wordt vaak niet erkend, laat staan gewaardeerd.
Dit vraagt om een fundamentele heroverweging van hoe we vrouwen zien, zowel op het werk als daarbuiten. Het idee dat vrouwen “alles moeten kunnen” creëert een continue druk die hen uiteindelijk uitput. Want zolang de samenleving profiteert van hun onzichtbare arbeid zonder deze echt te erkennen of te belonen, blijft de druk toenemen, en is uitputting niet ver weg. Dit komt vaak tot uiting in burn-out, mentale overbelasting en een gevoel van vastlopen.
Wat als we stoppen met vrouwen te vragen om alles te kunnen, en in plaats daarvan beginnen met onszelf af te vragen waarom we zoveel van hen verwachten?
Persoonlijke Ontwikkeling: Herkennen van grenzen en het loslaten van onrealistische verwachtingen
Het begint met het erkennen van je eigen grenzen. Hoe vaak voel jij je overweldigd door de balans tussen werk, zorg en sociale verplichtingen? Wanneer hebben we voor het laatst een moment genomen om echt stil te staan bij wat we nodig hebben, in plaats van altijd te voldoen aan wat er van ons wordt verwacht? Vrouwen, en vooral hogeropgeleide vrouwen, worden vaak geconditioneerd om te denken dat hun waarde afhangt van wat ze doen, in plaats van wie ze zijn. Dit creëert een vicieuze cirkel van zelfopoffering, waarbij de eigen behoeften op de laatste plaats komen.
De sleutel ligt in zelfbewustzijn: Wat gebeurt er wanneer ik mezelf altijd in dienst stel van anderen, zonder ruimte te geven aan mijn eigen behoeften? Het is tijd om een stap terug te doen en jezelf die ruimte te geven, zonder schuldgevoel. Het gaat er niet om minder ambitieus te zijn, maar om realistischer te kijken naar wat er daadwerkelijk van je verwacht kan worden. Je hebt niet de plicht om alles voor iedereen te zijn. Jouw welzijn en energie zijn van groot belang, en het is essentieel om die ruimte te erkennen en te respecteren.
De verantwoordelijkheid van de samenleving: Veranderen van systemen en verwachtingen
Het gaat niet alleen om wat wij als vrouwen kunnen veranderen; het vraagt ook om een bredere maatschappelijke verandering. Hoe kunnen we systemen bouwen die erkennen dat vrouwen niet eindeloos kunnen geven zonder iets terug te ontvangen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat er meer ruimte is voor zelfzorg, mentale rust en echte gelijkwaardigheid in werk- en zorgverdeling?
Dit is geen persoonlijk falen van vrouwen zelf. Het is de samenleving die onrealistische normen heeft opgelegd, zonder de nodige ondersteuning te bieden om deze lasten eerlijk te verdelen. Als we willen dat vrouwen zich niet alleen in hun werk, maar ook in hun persoonlijke leven kunnen ontwikkelen en floreren, moeten we beginnen met het herzien van deze verwachtingen.
Praktijkvoorbeeld: Bewustzijn creëren en hulpbronnen gebruiken
Reflecteer eens op je huidige verantwoordelijkheden: Hoeveel daarvan zijn noodzakelijk voor jouw welzijn, en hoeveel daarvan zijn opgelegd door externe verwachtingen? Kun je enkele van die onzichtbare lasten loslaten? Misschien is het tijd om niet alleen je eigen grenzen aan te geven, maar ook om gesprekken te voeren met de mensen om je heen over taakverdeling en gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Het kan ook helpen om professionele steun te zoeken, zoals coaching of mentorschap, om een gezondere balans te vinden. Door jezelf bewust te maken van deze dynamiek, krijg je de kracht om keuzes te maken die niet alleen jouw persoonlijke ontwikkeling bevorderen, maar ook bijdragen aan een samenleving waarin vrouwen niet langer alles moeten kunnen.