Heiligheid – voelen
Dit artikel is het derde deel van een drieluik over heiligheid.
In het eerste deel, “Heiligheid – Cognitie“, onderzoeken we hoe heiligheid vaak wordt benaderd als een kwestie van kennis en intellect, waarbij we proberen God en onszelf te begrijpen vanuit een rationeel perspectief.
In het tweede deel, “Heiligheid – Gedrag”, kijken we naar de valkuilen van het strikt naleven van gedragsregels en het idee dat heiligheid alleen in gedrag te vinden is.
In dit derde en laatste deel van het drieluik richten we ons op heiligheid als gevoel, en hoe we vaak denken dat onze gevoelens de maatstaf zijn voor wat goed is, terwijl echte heiligheid juist voorbij die gevoelens gaat. Dit artikel nodigt je uit om verder te kijken dan het comfort van ‘goed voelen’ en de diepere waarheid van heiligheid te omarmen.
Heiligheid – Als gevoel de maat wordt van wat goed is
“Het voelt niet goed.”
“Ik ervaar geen vrede.”
“God leidt mij meestal via mijn gevoel.”
Het klinkt zacht. Open. Geestelijk zelfs. En vaak is het precies zo bedoeld. Toch is dit ‘heilige gevoel’ voor veel mensen een manier geworden om te vermijden wat juist heilig is: het ongemak. De verwarring. Het conflict tussen wat je voelt en wat je weet dat nodig is.
In veel innerlijke processen is er een punt waarop een keuze nodig is. Niet de veilige, voorspelbare of prettige keuze – maar de eerlijke, de ware, de moeilijke. En juist dan zeggen mensen: “Maar ik voel er geen vrede bij.” En die zin wordt de afslag naar de comfortzone. Alsof ‘geen vrede voelen’ automatisch betekent dat iets niet van God is. Alsof het ongemakkelijke altijd onjuist is. Maar als we naar de Bijbel kijken, is dat een gevaarlijke illusie.
Denk aan Jezus in de tuin van Getsemane. Niets aan die nacht voelde als vrede. Alles in Hem worstelde. Zijn zweet werd bloed. Toch ging Hij door. Niet omdat het goed voelde, maar omdat het goed was. Heiligheid was daar niet een innerlijk gevoel van rust, maar radicale gehoorzaamheid midden in de angst.
En toch zijn er vandaag mensen die zeggen:
“God geeft me hierover geen vrede!”
“Als ik er geen vrede bij heb, moet ik het toch serieus nemen?”
“De Geest leidt via vrede, niet via strijd.”
Het klinkt bijna onaantastbaar. Alsof het innerlijk gevoel gelijkstaat aan goddelijke leiding. Maar het probleem is: gevoelens zijn niet neutraal. Ze zijn gevormd. Door je geschiedenis. Door je overtuigingen. Door wat je hebt geleerd te vermijden. Voor veel mensen ‘voelt’ iets pas goed als het controleerbaar, veilig of bekend is – en dát noemen ze dan ‘vrede’. Maar het is geen vrede. Het is vermijding.
Wie zich in zijn heiligheid laat leiden door gevoel, komt zelden diep. Want het is precies daar – waar iets schuurt, wringt, of ‘niet goed voelt’ – dat vaak de echte beweging plaatsvindt. Niet omdat ongemak heilig is op zichzelf, maar omdat het laat zien dat iets in jou geraakt wordt wat nog geen grond heeft.
Echte heiligheid is niet dat iets altijd goed voelt. Echte heiligheid is het vertrouwen dat God ook spreekt door wat schuurt. Door wat weerstand oproept. Door wat je uit balans brengt. Niet alles wat ‘vredevol’ voelt, is van God – en niet alles wat pijn doet, is verkeerd.
Heiligheid is geen gevoelsbeleving. Het is een innerlijke bereidheid om waarheid onder ogen te zien, ook als je gevoel weg wil lopen. Om te gaan staan, ook als je lijf zegt: “ren.”
Het is daarom zo belangrijk om gevoel niet te heiligen, maar te onderzoeken. Niet te onderdrukken, maar te bevragen. En bovenal: om het niet tot norm te maken. Want gevoel is een metgezel, geen gids. Een spiegel, geen stuur.
De vrome valkuil: “Het voelt niet goed”
In veel ontwikkeltrajecten klinkt vroeg of laat deze zin: “Het voelt niet goed.” Of: “Ik ervaar geen vrede.”
Zelden klinkt hij hard of afwijzend – vaak juist fluisterend, zacht, met een zweem van spiritualiteit. En toch is dit precies waar het stokt. De beweging die nodig is, wordt afgekapt. Niet omdat iets inhoudelijk onjuist is, maar omdat het oncomfortabel voelt.
Er wordt dan snel verwezen naar “de vrede van God”, of “de stem van de Geest die leidt”. Maar vaak wordt vergeten dat God zich juist ook openbaart in strijd, in ongemak, in het verlaten gevoel. De profeten schreeuwden hun pijn uit. Jezus zweet bloed. Paulus spreekt over een doorn in het vlees. Nergens zien we een model waarin heiligheid betekent: het voelt goed, dus het is goed.
Gevoel als gids – of als grens
Gevoel is waardevol. Het is een innerlijk kompas, een signaalgever. Het vertelt je iets over wat je denkt, vreest, gelooft of probeert te vermijden. Maar het is geen waarheid op zichzelf. Zeker niet in een mens die gevormd is door overlevingsmechanismen, oude overtuigingen en diepe onzekerheden.
Zinnen als:
* “Ik moet trouw blijven aan wat goed voelt voor mij.”
* “Ik ervaar geen vrijheid in deze stap, dus die kan niet kloppen.”
* “God is toch geen God die wil dat ik iets doe wat ik helemaal niet voel?”
…klinken geestelijk, maar zijn vaak vermomde vormen van vermijding. Gevoel wordt dan niet gespiegeld, maar geheiligd. Niet onderzocht, maar tot leidraad gemaakt. En daarmee wordt niet God, maar het innerlijk evenwicht de norm.
Heiligheid gaat juist door het ongemak heen
Echte heiligheid ontstaat niet in comfort, maar in confrontatie. Het ontstaat wanneer je blijft staan op de plek waar alles in je roept: “Ik wil weg.”
Waar je je onrust durft te voelen, zonder hem te verabsoluteren.
Waar je je innerlijke weerstand onderzoekt, zonder hem direct te volgen.
Waar je niet buigt voor je gevoel, maar vraagt: wat wil dit gevoel me vertellen – en wat wil ik daarin leren zien?
Heiligheid groeit daar waar het moeilijk is. Daar waar je eigen verhaal botst met het grotere verhaal. Waar je ontdekt dat vrede soms pas na de stap komt, niet ervoor. En dat wat in het begin niet goed voelt, later precies blijkt te zijn wat je nodig had om vrijer te worden.
Het verschil tussen vrede en veiligheid
Wat veel mensen ‘vrede’ noemen, is in werkelijkheid veiligheid. Het is het gevoel dat er geen risico is. Geen dreiging. Geen innerlijke onrust. Maar de vrede die de Bijbel beschrijft is van een andere orde. Die vrede overstijgt ons begrip – ze komt niet van binnenuit, maar van Boven. En die vrede verschijnt vaak juist in het midden van strijd en onzekerheid.
Dus ja: voel wat je voelt. Maar vereenzelvig het niet met God.
Laat je gevoel meeklinken, maar laat het je niet leiden.
Want heiligheid vraagt iets anders dan innerlijk evenwicht: het vraagt overgave. Zelfs aan wat niet goed voelt.
De echte weg van voelen
Dat betekent niet dat gevoel geen rol speelt. Integendeel. Maar gevoel moet niet besturen, het moet openleggen. Je gevoel is niet je gids, maar je ingang. Het brengt je bij wat geraakt wordt – en precies dáár mag je je laten raken.
Daar, in de rauwheid van het niet weten, het twijfelen, het tegenzin voelen, opent zich vaak de ruimte waarin je waarachtig wordt. Niet meer de vrome, zelfverzekerde gelovige die het juiste gevoel zoekt, maar de eerlijke zoeker die zich laat ontmoeten – in de war, in de weerstand, in de leegte.
Daar begint de echte heiligheid.