Hoe word je een goede vader?
Voor Kiza Magendane wordt het zijn eerste vaderdag. Zelf groeide hij op zonder vader. Maar wat houdt goed vaderschap eigenlijk in? Nu hij een dochter heeft, ontdekt hij onverwachte emoties bij zichzelf.
Dit is een nachtmerrie voor mij als junior vader. Mijn dochter van tien maanden maakt aan de hand van mijn verloofde haar eerste stapjes in de Dom van Keulen als ik ineens doorheb dat mijn gezin minuten lang achtervolgd wordt. Een oude man is mijn dochter stiekem aan het filmen. We vluchten de kerk uit, maar onmiddellijk komt de oude man ons achterna.
“Je gaat de filmpjes die je over mijn dochter hebt gemaakt nu verwijderen”, zeg ik tegen hem. De woede in mijn stem en ogen manifesteert zich zonder filter, en ik lees de angst in de ogen van de man. Inmiddels heeft mijn verloofde zich teruggetrokken, om onze kinderen de confrontatie en dreigende escalatie te besparen.
auteur: Kiza Magendane
datum: 12 juni 2025
website: https://www.trouw.nl/tijdgeest/hoe-word-je-een-goede-vader~b4b4a395
Kiza Magendane (1992) is schrijver en politicoloog. Hij is de auteur van Met Nederland in therapie, een boek waarin hij zijn persoonlijke reis van vluchteling tot burger beschrijft en reflecteert op de toekomst van het Nederlandse burgerschap. Hij is oprichter van De Nieuwe Kamer, een platform dat schurende gesprekken faciliteert en pluralisme in de Nederlandse publieke ruimte stimuleert.
De oude man zegt toe de opgenomen filmpjes te verwijderen, maar weigert zijn telefoon te laten zien. De beveiliging van de kerk, twee kerels met een imposante lengte, wil niet ingrijpen. “Wij zijn verantwoordelijk voor wat hier buiten gebeurt, niet in de kerk.” Ondanks hun stoere lichamen zie ik vooral twee lafaards die iedere confrontatie uit de weg gaan. En zo slaagt de man erin om weg te komen.
Ik ben in een vreemde stad waar ik de taal niet spreek. En ik heb een zwart lichaam. Ik voel mij onveilig. En alleen. Maar het lukt mij om de oude man te achtervolgen en zijn gezicht scherp met mijn camera vast te leggen. “Ik ga naar de politie en post je online”, waarschuw ik hem. “Vooruit”, zegt hij zelfverzekerd. En zo verdwijnt hij in de menigte.
“Het filmen zelf is geen misdaad hier in Duitsland. Als de man in kwestie die filmpjes online post, dan pas kunnen we jouw klacht registreren”, zegt een agent even later op het politiekantoor. Hij probeert me te overtuigen tot opgeven. Maar ik kan mijn pijn en woede niet bedwingen. “Ik kan als vader mijn dochter dit toch niet laten overkomen? Er is toch wel iets wat ik kan doen?”.
Een tijd van AI en kinderporno
Inmiddels ben ik in tranen uitgebarsten. Ik leg de agent uit dat mijn partner en ik bewust foto’s van onze dochter niet op sociale media zetten. We weten welke risico’s gepaard gaan met het online plaatsen van beelden van je kind. Helemaal in deze tijd van AI en kinderporno. En nu moet ik toekijken hoe een vreemde man schaamteloos mijn dochter filmt – in een kerk, een plek die een veilige haven zou moeten zijn voor iedereen die online surveillance wil ontvluchten.
Ik voel mij machteloos en in de steek gelaten. En ik laat de tranen maar komen, omdat de agent mij in zoveel woorden duidelijk maakt dat ook de politie machteloos tegenover de situatie staat. “De wereld wordt steeds een gevaarlijkere plek, en wij kunnen de veiligheid niet garanderen.”
Zijn woorden gaan tegen mijn vaderlijke instinct in. Want als er iets is wat je als vader zou moeten doen, dat voel ik tot in mijn diepste vezels, dan is het wel je kind beschermen. Veiligheid bieden tegen de grote buitenwereld. Daarom weiger ik het politiekantoor te verlaten, totdat ik de grote baas heb gesproken. Uiteindelijk slaag ik erin mijn verhaal door hem als officiële melding te laten registreren.
Was ik niet die rationele en beschaafde man?
Terug in Nederland voel ik vooral mijn falen. “Ik had die man gewoon klappen moeten geven en zijn telefoon moeten afpakken”, zeg ik tijdens een verjaardagsfeestje. Het waren woorden die zonder filter naar buiten kwamen, ik schaamde me voor mijn gedachten. Voor het feit dat ik van mijzelf wens om agressiever te zijn. Was ik niet de rationele en beschaafde man? Hoe kon ik mij dan zo schaamteloos uitspreken voor meer agressie en het recht in eigen handen nemen?
Mijn schoonvader, die mijn verhaal aanhoort en mijn machteloosheid ziet, verlost mij gelukkig van mijn schaamte. Inderdaad, ik had het heft in eigen hand moeten nemen. “De politie doet uiteindelijk niets.” Ik zie de woede in zijn gezicht. Ik hoor de woede in zijn stem. Je blijft met je vieze poten van zijn kinderen en kleinkinderen af.
Het is mijn eerste pijnlijke les als junior vader: als het puntje bij paalt komt, sta je er alleen voor om je kind en gezin te beschermen. Het brengt me tot een dieper besef: vaderschap vraagt soms om een primitieve kracht die in conflict is met de beschaafde man die ik wilde zijn.
Wat voor vader ik wilde zijn
Mijn zoektocht naar de rol van een vader begon anderhalf jaar geleden al. Toen mijn dochtertje nog in de buik van haar moeder zwom. Elke keer als ik haar in de buik voelde, raakte ik ontroerd. “Ik voel mij zo nederig. Dit overstijgt mijn denkvermogen”, zei ik tegen de haptonoom die mijn verloofde en ik tijdens de zwangerschap bezochten. Tijdens zo’n behandeling voelde ik voor het eerst de beweging van mijn dochter. Met iedere beweging in de maanden die volgden, werd haar aanwezigheid echter. Ik begon mijzelf af te vragen wat voor vader ik wilde zijn.
Onvermijdelijk ging het luik naar mijn verleden open. Ik ben geboren in Congo als buitenechtelijk kind, mijn vader weigerde om zich over mij en mijn moeder te ontfermen. Uiteindelijk ben ik door mijn oma grootgebracht. Zij had de middelen en mentale ruimte om voor mij te zorgen. Zij was mijn ankerpunt, mijn heldin.
Toen ik anderhalf jaar geleden op het punt stond om zelf vader te worden – mijn oma was inmiddels hier in Nederland overleden – kwamen alle herinneringen van vroeger terug (lees: de monsters uit het verleden). Over het verlangen naar een vader die onvoorwaardelijk zou houden van mij en mijn moeder . Over hoe ik jaloers keek naar vriendjes die in een ‘normaal’ gezin waren opgegroeid, met een vader naar wie ze opkeken, van wie ze levenslessen kregen.
Terwijl deze herinneringen terugkwamen, begon ik mijzelf af te vragen of ik wel de juiste papieren had om een vader te worden. Hoe word je een vader als je zelf niet een vaderfiguur in jouw leven hebt gehad? Deze vraag achtervolgde mij, ondanks de zoveelste verzekering van mijn geliefde en vrienden dat ik een ‘geweldige vader’ zou worden. En dat ik eigenlijk nu al een ‘fantastische vader’ ben van mijn drie mooie stiefkinderen.
Ook anderen moesten het zelf uitvogelen
Om mijn vraag te beantwoorden, sprak ik met tientallen vrienden, kennissen en onbekenden. Welke lessen kon ik aan de hand van hun relatie met hun vader meenemen in mijn nieuwe rol als biologische vader. Wat voor man is of was hun vader? Wat hebben ze van hem meegekregen?
Al snel in deze gesprekken ontdekte ik dat niet alleen mensen zoals ik, die zonder vader zijn opgegroeid, worstelen met het vaderschap. Ook mensen die hun vader wél fysiek om zich heen hadden, kunnen het gevoel hebben dat hij afwezig was. Net als ik hebben zij weinig en soms helemaal niets van hun vader meegekregen. Ook zij moesten het zelf uitvogelen.
Ik sprak met vrienden en vriendinnen die hun hele leven het gevoel hebben dat hun vader hen niet zag om wie ze waren. Vaders die dachten hun liefde te kopen met cadeaus, leuke vakanties en attracties, maar voor de rest geen tijd maakten om naar de verhalen van hun kinderen te luisteren.
Als ik mijn gesprekspartners vroeg naar de beste herinnering aan hun vader, begonnen ze vaak onmiddellijk te glunderen. Zelfs mensen met een (emotioneel) afwezige vader zag ik tot leven komen. Ik hoorde verhalen over vaders die hun kinderen op de schouders droegen of op schoot namen, en hoe geborgen dat voelde. Of over een vader die via muziek en dans met zijn dochter wist te communiceren. En ik hoorde over de vader van een bevriende schrijfster, Marina de Haan.
“Ik leef met astma, een chronische longziekte. Tien jaar heb ik op voetbal gezeten bij ZVV Zaandijk. Mijn vader ging al die jaren elke wedstrijd met mij mee en stond altijd langs de zijlijn aan de kant waar ik speelde”, herinnert ze zich. “Hij moedigde mij aan. En als ik benauwd was, rende ik naar hem toe voor wat extra pufjes medicijnen. Daarna gooide ik mijn medicatie weer terug naar hem. Hij was er altijd. Zonder hem had ik het niet zo lang volgehouden.”
Bij het horen van al deze verhalen kon ik niet anders dan ook glunderen. Langzamerhand begon ik het te voelen. Ik kon het voor mij zien: mijzelf als een vader, met een dochter in mijn armen of op schoot, samen zingen of dansen, of haar steunen als het leven tegenzit. Jaar in, jaar uit.
Vaderschap is helemaal niet zo vanzelfsprekend
“Wat heb jij verder van jouw vader meegekregen?”, vroeg ik aan mijn gesprekspartners. Het overgrote deel had daar nooit zo over nagedacht. Voor veel mensen leek de rol van hun vader een vanzelfsprekendheid, een gegeven. Maar juist door dóór te vragen, ontdekte ik dat vaderschap helemaal niet vanzelfsprekend is.
Om te beginnen is vaderschap een sociaal construct. Het wordt vormgegeven door maatschappelijke normen. Zo is de vader in collectieve samenlevingen vooral de broodwinner, beschermer en persoon die discipline bijbrengt. In individualistische samenlevingen als Nederland wordt van vaders juist verwacht dat ze betrokken zijn bij de emotionele ontwikkeling van kinderen, dat ze compassie tonen en zoveel mogelijk tijd met hun kinderen doorbrengen.
Vaderschap is ook een dynamisch verschijnsel; het past zich aan de dominante maatschappelijke normen en tijdgeest aan. Zo werd vaderschap in het pre-industriële tijdperk vooral met autoriteit geassocieerd – de vader als morele leider, het hoofd van het gezin. Tijdens het industriële tijdperk kwam de focus van de vader te liggen op het kostwinnerschap, met als consequentie dat de zorg voor kinderen grotendeels bij moeders kwam te liggen. Zie hier de opmars van de afwezige vader waar we allemaal zo’n hekel aan hebben.
Pas de laatste jaren wordt dit beeld van de afwezige vader bijgesteld, en worden vaders steeds meer gezien als volwaardige co-ouders die een actieve rol moeten spelen in de opvoeding van hun kinderen. De tijd die vaders met hun kinderen bezig zijn, nam toe van 16 minuten per dag in 1965 naar 59 minuten in 2012 (onder hoogopgeleiden zelfs 74 minuten per dag). En dat zal sindsdien alleen maar gestegen zijn. Toch vermoed ik dat deze transitie voor veel mannen ongemakkelijk voelt. Zij zijn opgevoed door een generatie vaders die vooral afwezig was en moeten nu zelf hun vorm van vaderschap uitvinden.
Alle hokjes staan ter discussie
Heeft het wel zin om over vaderschap na te denken? Ook die vraag kreeg ik terug in de gesprekken die ik voerde. “Het is raar om je af te vragen wat goed vaderschap inhoudt. Want het doet er eigenlijk niet toe of je een vader of moeder bent, het gaat erom dat je betrokken ouders hebt”, hoorde ik een studente in een koffietent in Wageningen zeggen. Zij vertolkte daarmee een bekende postmoderne gedachtegang. Niets is heilig. Alle hokjes staan ter discussie. Wat is precies een vader? En wat is precies een moeder? Het doet er eigenlijk niet toe.
Wie zo denkt, neemt afstand van Freuds bekende invulling van de vader als het centrum van het Oedipuscomplex – de vader als de autoriteit die de moeder-kindband moest breken en het kind naar de grote buitenwereld begeleidt. Hij moet het kind maatschappelijke normen bijbrengen, inpassen in culturen en de sociale orde. In de postmodernistische gedachte doet dat er allemaal niet toe en is vaderschap ingeperkt tot ouderschap.

En dat leidt tot verwarring. Het valt het mij op hoe courant het thema momenteel in Nederland is. Er verschijnen talloze documentaires, boeken en podcasts die zich bezighouden met de vraag hoe wij vaderschap anno nu kunnen vorm geven. Er zijn heuse vaderschapscoaches en experts en maatschappelijke bewegingen die zich bezighouden met het vormgeven van ‘de moderne vader’ en ‘goed vaderschap’.
Ze zien namelijk hoe vaders van mijn generatie zich verloren voelen. Tussen het beeld van de autoritaire vader van vroeger en de emotioneel beschikbare, betrokken vader die in deze tijd verwacht wordt. Tegelijkertijd zie ik hoe de maatschappij lijdt onder de afwezigheid van sterke vaderfiguren. Niet autoritair in de oude zin, maar mannen die kinderen kunnen laten zien wat het betekent om verantwoordelijkheid te nemen, grenzen te respecteren en voor anderen op te komen. Mannen die laten zien dat kracht en kwetsbaarheid samen kunnen bestaan en elkaar juist aanvullen.
Kortom, gooi het concept van vaderschap niet zomaar weg. Als je de traditionele rolpatronen ter discussie stelt, moet je ook de vraag beantwoorden wat daarvoor in de plaats komt. De postmoderne stelling dat het onderscheid tussen de moeder en de vader irrelevant is, verdient naar mijn mening daarom serieuze tegenspraak.
Omdat het ons voorliegt dat je een gezin kunt runnen en kinderen kunt opvoeden zonder een duidelijke rolverdeling. Om de wereld tegemoet te treden, in al haar complexiteit, hebben wij die heldere rolverdeling juist nodig. De rol van de vader brengt specifieke kwaliteiten met zich mee – niet beter of slechter – maar juist aanvullend aan die van de moeder.
Omarm je kind zoals hij of zij is
Maar vaderschap ontstaat niet uit zichzelf. Het is een rol die we gezamenlijk vorm geven. Tijdens mijn zoektocht ontdekte ik dat er verschillende smaken van (goed) vaderschap bestaan. Met als rode draad dat wij (goed) vaderschap vooral met ‘aanwezigheid’ associëren. Aanwezigheid niet alleen in de fysieke zin, maar ook emotioneel, spiritueel en intellectueel.
Vaderschap gaat ook over onvoorwaardelijke acceptatie. Het omarmen van jouw kind zoals hij of zij is. Hem of haar het vertrouwen aanleren om stevig op eigen benen te staan. Maar vaderschap behelst vooral ook jezelf volledig accepteren, met al je twijfels en beperkingen, en ondanks die beperkingen je kinderen bepaalde waarden meegeven.
Zo heb ik tijdens mijn leven de moed nodig gehad om een vader te worden. Eerst van drie bonuskinderen, en later van mijn eigen biologische dochter. Het is mij gelukt om vaderschap volledig te omarmen, ondanks het feit dat ik geen draaiboek van mijn eigen vader heb meegekregen.
Een oerkracht die mijn verstand overstijgt
Dat gaat niet zonder slag of stoot. Het is een reis vol tranen, maar vooral van verwondering en schoonheid. Elke keer als ik mijn dochter vasthoud, als ze mij weer aan het lachen maakt, besef ik hoe groots haar aanwezigheid in mijn leven is.
En dat zij mij verbindt met een oerkracht die mijn eigen verstand overstijgt. Waardoor ik dus woede kan voelen. Waardoor ik in een vreemde stad, hoe alleen ook, voor haar kan vechten. Om de woorden die mijn geliefde recent met mij deelde aan te halen: “Je bent uitgegroeid tot iemand die jou als kind zou hebben beschermd. En dat is het sterkste besluit dat je ooit hebt genomen.”
De Duitse politieagent heeft inderdaad gelijk – de wereld is een gevaarlijke plek en er bestaan geen veiligheidsgaranties voor onze kinderen. Daarom gun ik mijzelf (en alle andere vaders) het vermogen om onze kinderen te kunnen beschermen tegen de gevaren van de grote buitenwereld. Ik weet dat ik in dit proces regelmatig zal falen, en dat ik mijn dochter nooit volledig zal kunnen behoeden voor onheil. Maar ik wil graag blijven leren en vragen stellen. Samen met anderen aan mijn vaderschap vorm geven. Ik ben het mijn dochter in ieder geval verschuldigd.