Hooglied en het lichaam
Dit Bijbelboek staat bekend om zijn poëtische en beeldrijke taal, en het beschrijft liefde vaak via lichaamsdelen. Hier is een overzicht van lichaamsdelen die in Hooglied genoemd worden:
- Ogen (bijvoorbeeld: “Je ogen zijn duivenogen” – Hooglied 1:15)
- Haren (bijvoorbeeld: “Je haren zijn als een kudde geiten” – Hooglied 4:1)
- Lippen (bijvoorbeeld: “Je lippen zijn als een ketting van karmozijn” – Hooglied 4:3)
- Tanden (bijvoorbeeld: “Je tanden zijn als een kudde geschoren schapen” – Hooglied 6:6)
- Hals/nek (bijvoorbeeld: “Je hals is als de toren van David” – Hooglied 4:4)
- Armen (bijvoorbeeld: “Leg mij als een zegel op je hart, als een zegel op je arm” – Hooglied 8:6)
- Borsten (bijvoorbeeld: “Je borsten zijn als twee gazellen” – Hooglied 4:5)
- Voeten (bijvoorbeeld: “Je voeten zijn als tere herten” – Hooglied 7:2)
- Handen (ook wel indirect genoemd, bijvoorbeeld in omhelzingen)
- Lijf/romp (vaak in bredere zin genoemd)
Het boek gebruikt deze lichaamsdelen vaak in metaforen om schoonheid, verlangen en liefde uit te drukken.