Scheiden op bijbelse grond
In mijn boek ‘De fik erin. Op weg naar een vurige relatie‘ staat in Hoofdstuk 25 – ‘Huwelijks(on)trouw’ in de paragraaf 25.3 ‘Scheiden?’ op pagina 334
“Van een rabbijn leerde ik dat de Thora zegt dat er drie redenen zijn waarom je als stel verplicht (!) bent om uit elkaar te gaan, als:
1. een van de partners vreemdgegaan is en er geen mogelijkheid is om weer tot elkaar te komen;
2. er sprake is van geweld in de relatie, dat kan op het niveau van het lichaam, van de ziel of van de geest zijn;
3. de man zijn vrouw seksueel niet kan of wil bevredigen in het liefdesspel. (Een verrassende reden, die gebaseerd is op een tekst uit Leviticus.)” [dat moet Exodus zijn]

Ik krijg vragen van lezers: Kun je die tekst aanwijzen?
Exodus 21:10-11
Ik wil het hier graag onderbouwen:
Het is een diepgewortelde gedachte in het joodse recht (Halacha) dat als een man een slavin als vrouw neemt (of haar aan zijn zoon geeft als vrouw), hij haar recht op voedsel, kleding en echtelijke omgang (seksuele relatie) moet blijven respecteren. Als hij dat niet doet, mag zij vrij weggaan, zonder dat daarvoor iets betaald hoeft te worden.
De passage in Exodus 21:10-11 is één van de basisteksten waarop het joodse huwelijksrecht is gebouwd, en het wordt zo uitgelegd: een man is verplicht om zijn vrouw drie dingen te geven:
* Voedsel (she’er)
* Kleding (kesut)
* Echtelijke gemeenschap / aandacht / intimiteit (ona)
Als hij haar deze drie of één van deze dingen ontzegt, dan zegt de tekst: “mag zij zonder enige betaling als vrije vrouw weggaan” (Ex. 21:11). In de context van de slavin betekent dit dat ze haar vrijheid terugkrijgt. Maar in de rabbijnse interpretatie werd deze regel ook toegepast op vrije vrouwen in een huwelijk. De uitdrukking “zonder enige betaling” (Hebreeuws: chinam) uit Exodus 21:11 betekent in de context van die tijd dat de vrouw kosteloos mag vertrekken — zonder dat iemand geld hoeft te betalen om haar vrij te kopen.
Rabbijnse interpretatie (Halacha):
De Talmoed (traktaat Ketubot) en later halachische autoriteiten interpreteren deze verplichtingen als fundamenteel voor het huwelijk. Als een man die structureel schendt — bijvoorbeeld door te weigeren zijn vrouw te onderhouden of emotioneel/seksueel beschikbaar te zijn — kan dat grond zijn voor echtscheiding (get).
In de loop der eeuwen zijn rabijnen verdeeld geweest over hoe dwingend dit recht is — vooral omdat een vrouw in het klassieke joodse recht niet zelfstandig een echtscheiding kon bewerkstelligen zonder de instemming van haar man. Maar deze passage in Exodus blijft een belangrijke basis voor vrouwenrechten in het jodendom.
Let op: de plicht van seksuele omgang wordt opgelegd aan de man, ten gunste van de vrouw.
Het gaat hier niet om zijn recht, maar haar recht op seksueel contact. Dit is in de context van de oude wereld zeer opvallend: het gaat niet over voortplanting, maar over haar behoefte. In de Talmoed (Ketubot 61b) zeggen de rabbijnen expliciet dat het recht op seksueel contact (עונה / onah) aan de vrouw toekomt, niet aan de man.
Achtergrond: slavernij en losprijs
In de oudtestamentische context was een vrouwelijke slaaf een soort “bezit” en kon ze alleen vrijkomen als:
– haar termijn afliep (bijv. na 6 jaar, zie Exodus 21:2), of
– iemand haar vrijkocht (met een losprijs), of
– ze vrijkwam door schade (bijv. lichamelijk letsel, zie Exodus 21:26–27).
Maar in Exodus 21:11 staat: “Als hij haar deze drie dingen (voedsel, kleding, echtelijke omgang) niet geeft, dan mag zij zonder betaling weggaan.”
“zonder betaling” betekent hier:
* Er hoeft geen geld te worden betaald aan de eigenaar of echtgenoot.
* Ze is rechtmatig vrij, omdat hij zijn verplichtingen geschonden heeft.
* Zij betaalt niet om te vertrekken; hij is in gebreke.
Symbolische toepassing in de Halacha
In de rabbijnse wet is dat uitgelegd als: Als een man zijn huwelijksverplichtingen ernstig verzaakt, verliest hij zijn recht op het huwelijk én op materiële claims (zoals een bruidsprijs of terugbetaling van huwelijksgiften). De vrouw mag dus scheiden zonder dat zij hoeft te “betalen” voor haar vrijheid.
Samengevat: “Zonder betaling” betekent dat de vrouw mag vertrekken zonder losgeld of compensatie – een erkenning dat zij onrecht is aangedaan. Het principe draagt in de Halacha bij aan het idee dat een vrouw niet “gevangen” mag blijven in een huwelijk waarin haar basisrechten worden genegeerd.
Maar, zul je zeggen, hoe kan een wet die specifiek over slavinnen gaat (zoals in Exodus 21:7-11), ook als basis dienen voor rechten van vrije vrouwen in het huwelijk? Dit is precies zo’n punt waar de rabbijnse traditie en haar interpretatiemethoden goed zichtbaar worden.
1. Context van Exodus 21:7-11
De wet in Exodus 21:7-11 gaat over een meisje dat als slavin wordt verkocht, maar vervolgens wordt genomen als vrouw of bijvrouw van haar meester of zijn zoon. De tekst zegt dat als de man haar geen voedsel, kleding of seksuele omgang geeft, zij mag vertrekken — “zonder betaling”.
In de oude wereld waren slavinnen extra kwetsbaar, dus deze tekst beschermt hen expliciet tegen misbruik. De tekst stelt minimumeisen aan de behandeling van een vrouw die technisch gezien ‘eigendom’ is, maar als echtgenote wordt behandeld.
2. Waarom ook toepasbaar op vrije vrouwen?
De rabbijnen in de Talmoed en later de halachische traditie redeneren als volgt:
* Kal vachomer (קל וחומר): Een veelgebruikte rabbijnse logische regel, die ongeveer zegt: “Als iets geldt voor een mindere situatie, dan zeker voor een belangrijkere.” In dit geval: Als een slavin recht heeft op voedsel, kleding en seksuele omgang – dan heeft een vrije vrouw, die volledig als echtgenote binnenkomt, dat zeker!
* De rabbijnen zagen de drie genoemde zaken (voedsel, kleding, intimiteit) als minimale plichten van een man binnen het huwelijk. Die verplichtingen gelden dus niet alleen voor de uitzonderlijke situatie van een slavin, maar als bredere normen.
3. Talmoedische onderbouwing
In de Talmoed (bijv. Ketubot 47b–48a) wordt besproken dat deze drie verplichtingen inderdaad als wettelijke huwelijksverplichtingen gelden. Ze vormen de kern van wat in de ketubah (joodse huwelijksakte) wordt vastgelegd: de plichten van de man tegenover de vrouw.
Met andere woorden: De passage over de slavin is een brontekst waarop de rabbijnen bredere morele en juridische principes bouwen.
Lees verder: seksualiteit-bijbelse-verplichting/