Je leven behouden of verliezen
Schreef ik eerder artikel onder de titel: Je leven verliezen of behouden
Waarin ik uitleg dat de beroemde woorden van Jezus vaak gelezen door een religieuze bril: alsof Hij ons oproept om lijden te omarmen of zelfs ons leven letterlijk op te geven in Zijn naam. Maar wat als deze uitspraak veel dieper én persoonlijker bedoeld is? Wat als het niet over sterven gaat, maar over loslaten – van je masker, je aanpassing, je overlevingsstrategie?
“Wie koste wat het kost zijn aanpassing, controle, faalangst of goede imago wil vasthouden, zal zijn ware leven kwijtraken.
Maar wie durft te leven naar zijn innerlijke waarheid — zelfs als dat verlies van goedkeuring, status of zekerheid betekent — die zal het leven vinden dat écht de moeite waard is.”
Volgens mij is dat wat er echt staat in deze bijbelsteksten.
In de Bijbel komen op meerdere plekken uitspraken voor over “je leven verliezen”, vaak in de context van overgave, navolging van Jezus, en het vinden van werkelijk leven. De bekendste passages vind je in de evangeliën. Hieronder een overzicht:
1. Mattheüs 10:39
“Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het behouden.”
Hier spreekt Jezus tot zijn discipelen over de kosten van het discipelschap. Het verliezen van je leven betekent: je eigen wil en veiligheid loslaten om Hem te volgen.
2. Mattheüs 16:24–25
“Als iemand achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het terugvinden.”
Jezus benadrukt hier het paradoxale principe dat werkelijk leven voortkomt uit zelfovergave.
3. Marcus 8:35
“Want wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het evangelie, zal het behouden.”
Dit vers maakt duidelijk dat het gaat om een bewuste keuze voor een ander doel: Jezus en het evangelie.
4. Lucas 9:24
“Want wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het behouden.”
Dezelfde boodschap, herhaald in het Lucas-evangelie, wijst op het belang van deze uitspraak.
5. Johannes 12:25
“Wie zijn leven liefheeft, verliest het; maar wie zijn leven in deze wereld haat, zal het behouden voor het eeuwige leven.”
Jezus zegt dit in de context van zijn naderende lijden. Het loslaten van het aardse leven opent de weg naar het eeuwige leven.
Overeenkomsten: Wat bedoelen ze gemeenschappelijk?
Alle vijf teksten verkondigen dezelfde paradox:
=> Wie zijn leven wil vasthouden (controle, eigen belang, veiligheid), zal het uiteindelijk verliezen.
=> Wie zijn leven durft los te laten (overgave, navolging), zal het behouden of terugvinden.
Het gaat niet per se over fysiek sterven, maar over een innerlijke houding: het durven loslaten van je ego, eigen plannen of wereldse belangen ten gunste van wie jij echt bent, zoals God je bedoeld heeft.
Wat wordt er bedoel met ‘leven behouden’ en ‘leven verliezen’?
Ik denk dus eigenlijk dat er staat: Het “leven verliezen” waar Jezus over spreekt gaat niet over letterlijk sterven, en ook niet alleen over religieuze navolging — maar over het afleggen van je aangepaste zelf, je overlevingsmechanismen, je aangeleerde ‘zo-hoort-het’ gedrag.
De mens die koste wat het kost zijn façade, zijn sociale aanpassing, zijn angstgestuurde ik wil behouden, die verliest zijn werkelijke leven.
Maar wie die uiterlijke schijn laat vallen, wie durft te leven vanuit zijn hart — zelfs als dat botsing met de wereld betekent — die behoudt het leven in diepste zin.
De oorspronkelijke Griekse woorden
Wanneer Jezus in de evangeliën spreekt over “je leven verliezen”, gebruikt Hij een bijzonder woord: ψυχή (psuchē). Dat Griekse woord laat zich niet zomaar vangen in één Nederlands begrip. Het betekent letterlijk “ziel”, maar het verwijst ook naar je innerlijke leven, je persoonlijkheid, je gevoelswereld, en zelfs naar je zelfbeeld – het geheel van wie je denkt te zijn.
Het gaat dus niet over het biologische leven (daarvoor bestaat het Griekse woord bios), en ook niet over het goddelijke of eeuwige leven (zoē). Psuchē gaat over het ervaren zelf, het ‘ik’ waarmee we ons dagelijks identificeren.
We zouden daarom Jezus’ woorden ook zó kunnen vertalen:
“Wie koste wat het kost zijn aangepaste zelf – zijn zorgvuldig opgebouwde identiteit, zijn masker, zijn sociale rol – wil vasthouden, die zal uiteindelijk het contact met zijn ware kern verliezen.”
Anders gezegd:
Wie niet bereid is zijn overlevingsstrategieën, zijn ‘zo hoor ik te zijn’-identiteit los te laten, komt steeds verder af te staan van zijn eigen hart – van het leven dat werkelijk stroomt van binnenuit.
En omgekeerd zegt Jezus:
“Wie zijn aangepaste zelf durft los te laten – wie zijn controle, zijn schijnzekerheden of goede imago durft op te geven – die zal het ware leven ontdekken. Een leven dat niet is gebaseerd op uiterlijkheden, maar geworteld is in waarheid, liefde en vrijheid.”
Dat is de diepere laag van wat Jezus bedoelt met:
“Wie zijn leven verliest, zal het behouden.”
Mystieke uitleg in de christelijke traditie
De mystieke traditie binnen het christendom heeft de woorden van Jezus over “je leven verliezen” en “je kruis opnemen” altijd anders gelezen dan veel traditionele dogmatiek. Waar kerken deze uitspraken vaak letterlijk of moralistisch hebben geïnterpreteerd – als oproep tot opoffering of lijden – zagen mystici er iets diepers in: een innerlijk proces van loslaten, een weg van transformatie die leidt tot innerlijke vrijheid en goddelijke eenheid.
Meister Eckhart (13e eeuw)
De Duitse mysticus Meister Eckhart benadrukte dat het ware leven begint waar het ego ophoudt. Volgens hem moet de mens “ledig” worden van zijn eigen wil, eigen belang en zelfbeeld, om ruimte te maken voor God. In zijn woorden:
“De mens moet zichzelf verliezen als hij zichzelf werkelijk wil vinden in God.”
Voor Eckhart betekent “je leven verliezen” niets minder dan het loslaten van het ego-ik – niet als afwijzing van het zelf, maar als doorgang naar je diepste wezen, waarin God zelf woont.
Johannes van het Kruis (16e eeuw)
De Spaanse mysticus Johannes van het Kruis beschrijft de weg van de ziel als een reis door de “donkere nacht” – een periode van innerlijke leegte en ontmanteling waarin oude zekerheden wegvallen. Alleen door het loslaten van alle gehechtheid – aan mensen, prestaties, beelden van God – kan de ziel ontvankelijk worden voor het goddelijke licht.
Het kruis is voor Johannes geen straf, maar een poort:
Een plek waar het aangepaste, gecontroleerde zelf sterft, en de ziel wordt herboren in vrijheid.
Henri Nouwen (20e eeuw)
De Nederlandse priester en schrijver Henri Nouwen verbond psychologie met spiritualiteit. Hij schreef dat de mens voortdurend leeft tussen de roep van het ‘valse ik’ – dat zegt: “Ik ben wat ik heb, wat ik doe, wat mensen van me vinden” – en de stem van het ‘ware ik’, dat fluistert: “Je bent geliefd, precies zoals je bent.”
Volgens Nouwen is “je leven verliezen” precies dát:
Afstappen van het ego dat zich steeds wil bewijzen, en leren rusten in het weten dat je al geliefd bent.
Richard Rohr (hedendaags)
De franciscaanse theoloog en schrijver Richard Rohr noemt dit proces “falling upward”: pas als het ego struikelt, kan de ziel opstaan. Het kruis symboliseert voor hem het noodzakelijke falen van het ego, zodat het ware zelf zichtbaar kan worden.
“Het kruis is geen straf, maar een universeel patroon van transformatie. Je moet sterven aan je oude zelf om werkelijk te leven.”
Voor Rohr is navolging geen morele plicht, maar een spirituele bevrijding:
Het pad van Jezus is een uitnodiging om je aangepaste, sociale, angstige ik los te laten – zodat je kunt leven vanuit je kern, in een unieke verbinding met God.
Samengevat:
De mystieke traditie leest Jezus’ oproep als een diepe innerlijke weg:
* Het kruis opnemen = het loslaten van controle, van het ego, van het aangepaste zelf.
* Ware navolging = leven vanuit je diepste kern, waar je verbonden bent met het goddelijke leven dat al in je woont.
* Je leven verliezen = je oude identiteit loslaten, zodat je terugkeert tot je ware zelf.
Deze mystici roepen niet op tot zelfhaat, maar tot zelftranscendentie: een liefdevol proces waarin je jezelf verliest – en precies daardoor vindt.
Denk aan Meister Eckhart, Johannes van het Kruis of zelfs aan moderne theologen zoals Henri Nouwen of Richard Rohr. Zij leggen deze teksten precies zo uit:
=> Het “kruis opnemen” = jezelf losmaken van wat je aangepaste, sociale of angstige ik wil.
=> Ware navolging = leven vanuit je diepste kern, jouw unieke verbinding met God.
Jezus’ eigen levenswijze
Jezus confronteerde het religieuze en maatschappelijke systeem, hij leefde buiten de gebaande paden en riep mensen juist op om innerlijk bevrijd te worden — niet om zich strak te voegen naar hoe het ‘hoort’.
Durf te verliezen om te vinden
De woorden van Jezus dagen ons uit om niet vast te houden aan het leven zoals we dat denken te moeten leiden — met al onze verwachtingen, zekerheden en beschermingslagen. Ze nodigen ons uit om te durven verlies te nemen van het ‘aangepaste ik’, dat vaak berust op angst, controle en goedkeuring van anderen.
Pas wanneer we dat durven loslaten, opent zich een ruimte van echtheid, vrijheid en verbinding met ons diepste zelf — en daarmee met het leven zoals het bedoeld is. Het is een moedige stap, want het betekent ook dat we misschien tijdelijk alles kwijtraken wat ons bekend en veilig lijkt.
Maar precies door die paradoxale weg van verlies komt het ware leven tot bloei.
Het is een uitnodiging om te leven met hart en ziel, niet vanuit een rol of maskerade, maar in trouw aan wie jij in wezen bent. Wie deze weg gaat, zal ontdekken dat hij daarmee het grootste cadeau ontvangt: een leven dat niet te verliezen is.