Herontwaken als vrouw – casus
Alles onder controle, behalve mezelf
Er was een tijd dat ik alles onder controle had. Tenminste, zo leek het. Vijf kinderen — stuk voor stuk goed verzorgd, altijd op tijd, altijd met schone kleren en gesmeerde broodtrommels. Een huis dat eruitzag alsof het uit een interieurmagazine kwam. Een man die z’n familiebedrijf draaiende hield — maar eerlijk gezegd: daar zat ik, in stilte, al jaren achter de schermen aan het stuur. Ik regelde de cijfers, de communicatie, de HR, de planning. Hij voerde uit. Niemand wist dat. Zelfs hij nauwelijks.
En ondertussen was ik leeg. Uitgeblust. Afgemeten. Onverschillig. Niet omdat ik zo wilde zijn, maar omdat ik geen idee had hoe ik het anders moest doen. Want ik had dit gebouwd — dit leven, deze schijn van harmonie — steen voor steen, precies zoals het hoorde. Alles klopte. Alleen ik klopte niet.
Mijn man zei weleens: “Jij regelt het voor iedereen.” En ik knikte dan, glimlachend. Maar vanbinnen schreeuwde het. Ik had allang geen contact meer met wat ik zelf voelde of verlangde. Mijn leven was een project geworden. En alles wat ik niet kon beheersen — mijn woede, mijn pijn, mijn seksualiteit, mijn hunkering naar echtheid — had ik vakkundig in een ijskast gestopt. Ik had geleerd om onzichtbaar te zijn in mijn behoeften.
Want wat als iemand zou zien hoe depressief ik was?
Ik was dat meisje dat alles altijd onder controle had. Niet omdat het mijn natuur was, maar omdat ik al jong leerde dat het móest. Mijn vader was de baas. Overal. Dominant, krachtig, maar onbereikbaar in zijn hart. Alles moest via zijn regels, zijn structuur. Liefde was geen veilige bedding, maar een prestatie. Mijn moeder volgde — stil, teruggetrokken. Ik zag hoe zij zich klein maakte. En ik besloot: dat nooit.
Dus ging ik presteren. Ik was pienter, snel, en voelde feilloos aan wat er nodig was om de sfeer goed te houden. Ik werd dat meisje dat alles regelt, die iedereen tevreden houdt, die zorgt dat de boel draait. Van buiten klopte het plaatje: slimme meid, nette cijfers, gevoelig, behulpzaam. Van binnen zat ik vaak vol onrust. Maar daar was geen ruimte voor.
Rond mijn dertiende zocht ik aandacht waar ik die het meest miste: bij een oudere jongen. Hij was bijna twintig. Hij keek naar me zoals ik wilde dat mijn vader naar me keek — met trots, met aandacht. Ik was een plaatje, verzorgde me goed, droeg modieuze kleding en een mengeling van stoer en verlegen. Die vroege ervaringen raakten me diep. Ik ging grenzen over die ik niet kende. Niet omdat ik durfde, maar omdat ik hoopte dat ik daardoor eindelijk íets zou voelen wat leek op geliefd zijn.
Nu getrouwd dacht ik regelmatig: waar ben ík?! Waar is mijn eigenheid, mijn energie, mijn verlangen?
Ik werd moe. Leeg. Niet fysiek — ik draaide nog altijd — maar innerlijk. Mijn gevoeligheid werd een last, mijn denken overvol. En mijn relatie… die was langzaam aan het uitdoven. Er was weinig aanraking, weinig nabijheid. De dynamiek werd functioneel. Geen woorden voor wie ik echt was. Geen bedding waarin ik mezelf kon neerleggen.
Het was een maandagmiddag. Ik had mezelf met een kop koffie op de bank gezet, even weg van het gezin, de drukte, de eindeloze to-do’s. Zomaar scrollend in een krant, las ik: leven volgens regels, terwijl je ziel al vertrokken is. De titel raakte me als een stomp in mijn maag. Ik begon te lezen. En toen nog een keer. En nog een keer. Ik heb uren zitten huilen, stil en schokkend tegelijk, alsof er iets openscheurde wat jarenlang verzegeld was geweest.
Het artikel benoemde iets wat ik nooit in woorden had kunnen vatten: dat mijn denken sneller ging dan ik zelf kon bijbenen. Dat mijn voelen dieper en intenser was dan wat ‘normaal’ leek. Dat ik al mijn hele leven had geprobeerd om in een structuur te passen die nooit werkelijk de mijne was. En ineens stond daar dat woord: hoogbegaafdheid. Niet als een slim label. Niet als een IQ-cijfer. Maar als intensiteit, een intense honger. Als anders-zijn dat je van binnenuit vormgeeft — en verbergt.
Mijn eerste reactie was ongeloof. Bijna walging. Ik? Hoogbegaafd? Wat een aanstellerij. Maar iets in mij wist: dit klopt. Of in elk geval… hier moet ik iets mee. Er was iets aangeraakt wat dieper ging dan woorden. Alsof er ergens ver achter mijn ribben een kiertje open werd gezet. Een kier naar iets dat ooit misschien vanzelf was, maar allang was dichtgetimmerd onder verantwoordelijkheden, prestaties, controle.
En dat woord — ziel — bleef maar nagalmen. Leven volgens regels, terwijl je ziel al vertrokken is. Was dat wat ik deed? Was dat waarom ik me vanbinnen zo dood voelde, ondanks dat alles aan de buitenkant op orde was?
Ik zei niets. Niet over het huilen, niet over het artikel. Niet over dat woord hoogbegaafdheid, dat als een echo door mijn dagen bleef galmen. Dat deed ik niet. Ik was altijd degene die dóórging. De stabiele factor. Degene die de kinderen zag, het huis aan kant hield, de agenda beheerde, de verjaardagen regelde, de financiën in de gaten hield. Zelfs in het familiebedrijf – waar mijn man zijn plek als derde generatie probeerde te vinden – was ik op de achtergrond de stille kracht. Onzichtbaar aanwezig. Meegaand, maar ondertussen alles overziend.
Dus toen hij zei dat hij coaching wilde – vanwege de spanningen met zijn vader en broer in het bedrijf – knikte ik alleen maar. Of ik meeging, vroeg hij. Omdat ik ‘toch altijd zulke goede vragen stelde’. Ik voelde hoe iets in mij zich aanspande, maar ik glimlachte. Natuurlijk ging ik mee. Gewoon als ondersteuning.
En zo kwamen we bij Dineke. Toevallig, dacht ik toen nog. Maar diep vanbinnen wist ik: dit was geen toeval. Al bij het eerste gesprek gebeurde er iets raars. Zij keek mij aan. Niet alleen als vrouw van, als stille medespeler. Nee, ze zag mij. Ik voelde het, als een blik die dwars door mijn façade heen ging.
Ik praatte niet veel die eerste keren. Observeerde. Keek. Luisterde. Maar ondertussen stond alles in mij op scherp. De vragen die zij stelde aan mijn man, raakten óók aan mijn verhaal. Mijn plek. Mijn energie. Mijn vermoeidheid. De rol die ik jarenlang had vervuld, zonder dat iemand vroeg of ik dat eigenlijk wel wilde. Of kon. Of wie ik was, achter al die verantwoordelijkheden.
Langzaam begon er iets te verschuiven. Een herinnering aan wie ik vroeger was, voordat ik mezelf was gaan aanpassen aan wat nodig leek. Hoe ik ooit nieuwsgierig was, scherp van geest, intens betrokken. En hoe ik, ergens onderweg, was gestopt met voelen. Uit zelfbescherming. Omdat het teveel was. Omdat ik teveel was.
Tijdens een van onze gesprekken, toen ik vooral luisterde en nauwelijks iets zei, keek Dineke me ineens recht aan en zei zacht maar beslist:
“Is ACHSA | Programma voor Vrouwen eigenlijk niet wat voor jou? Ik heb het gevoel dat er veel meer in je zit dan je nu laat zien.”
Die woorden troffen me onverwachts. Alsof ze een deur op een kier zette die ik zelf nauwelijks durfde te openen. Ik voelde een mengeling van nieuwsgierigheid, twijfel en iets wat ik nauwelijks kon benoemen – misschien hoop?
Ik dacht aan hoe ik mezelf jarenlang had ingehouden, had aangepast, had weggestopt wat ik écht voelde. Aan de verwachtingen, de verantwoordelijkheden, het perfecte plaatje dat ik voor mijn gezin en het familiebedrijf in stand hield. Was er echt nog iets verborgen, iets wat ik durfde te laten zien?
Dineke’s uitnodiging voelde als een kleine vonk in een donker landschap. Misschien was dit het moment om die vonk niet langer te negeren. Misschien kon ik eindelijk beginnen met ontdekken wie ik was, los van alle rollen die ik speelde.
Mijn man keek mij verbaasd aan, alsof hij mij voor het eerst echt zag. Hij draaide zich naar Dineke en vroeg: “Waarom denk je dat eigenlijk?”
Dineke keek hem kalm aan en zei: “Het zou me niets verbazen als ze hoogbegaafd is. Haar vragen zijn van een intensiteit en to-the-pointheid die je niet vaak ziet. En de manier waarop ze luistert, met een honger naar begrip, en hoe haar lichaam reageert op wat ik vraag… dat is typisch voor iemand die diep vanbinnen een intense innerlijke wereld heeft.”
Het was alsof er een sluier werd opgelicht. Niet alleen voor mijn man, maar ook voor mijzelf. Voor het eerst leek iemand mijn diepere laag te zien, voorbij het beeld dat ik zo lang had volgehouden.
Toen ik besloot om met het ACHSA-programma te volgen, voelde ik vooral twijfel en terughoudendheid. Zo’n diepere reis maken, mezelf blootgeven aan onbekende emoties, was iets waar ik altijd van weg wilde blijven. Het leek me vreselijk om in een groep mijn verhaal te moeten doen. Toch werd de spanning in mezelf te groot om het te negeren.
De eerste bijeenkomsten waren confronterend. Ik leerde niet alleen over hoogbegaafdheid en de impact daarvan op mijn gevoel en denken, maar ik ontdekte ook hoe ik me jarenlang had aangepast aan verwachtingen die niet van mij waren. Mijn leven begon ineens als een gevangenisi te voelen in plaats van een plek van veiligheid.
Wat me het meest raakte, was het besef dat ik mezelf altijd had weggegeven, mezelf onzichtbaar had gemaakt en mijn eigen verlangens had weggestopt. De maskers die ik droeg om te voldoen aan het plaatje van ‘de perfecte vrouw’ begonnen langzaam af te brokkelen.
In de veilige omgeving van de groep vrouwen voelde ik voor het eerst ruimte om mijn kwetsbaarheid te tonen. Dat maakte me bang, maar ook sterk. Ik merkte dat ik niet alleen stond, dat anderen herkenden mijn worstelingen en het was oké om niet perfect te zijn.
Langzaamaan kwam er meer rust in mijn hoofd en mijn lijf. Het was geen rechte weg, er waren momenten van terugval en twijfel. Maar ik ontdekte ook mijn eigen kracht, mijn authentieke stem die al die jaren had gewacht om gehoord te worden.
Door mijn groei in het ACHSA-programma en het diepe inzicht in mezelf, veranderde er iets fundamenteels in mijn leven. Samen met mijn man, die mede-eigenaar is van het familiebedrijf, namen we het besluit om het diepe in te springen: we kochten vader en broer uit en gingen samen verder als twee directeuren. Iedereen was verbijsterd door onze stap — het was totaal onverwacht. Maar mijn man was in de gloria; voor het eerst voelde hij zich echt krachtig en verbonden met onze gezamenlijke toekomst.
Waar ik vroeger vooral meegaand was en mezelf wegcijferde, durfde ik nu mijn stem te laten horen en het bedrijf actief mee aan te sturen. Dat gaf me een nieuw gevoel van voldoening en eigenwaarde. Tegelijkertijd bleef het een delicate balans, want oude patronen en verwachtingen verdwenen niet zomaar. Maar duidelijk was: ik was niet langer alleen die vrouw die alles perfect regelde achter de schermen. Ik was een actieve, krachtige partner in het familiebedrijf — en dat voelde als een overwinning op mezelf en de beperkingen die ik mezelf jarenlang had opgelegd.
Ben jij, net als ik, soms ook zoekende naar hoe je je eigen kracht kunt vinden binnen de verwachtingen en rollen die van je gevraagd worden? Voel je die innerlijke spanning tussen wat je ‘moet’ zijn en wie je diep vanbinnen bent? Dan nodig ik je uit om, net als ik, eens te kijken naar wat het ACHSA-programma voor jou kan betekenen. Soms is het precies die spiegel, die groep vrouwen en die begeleiding die je helpt om uit de oude patronen te stappen en eindelijk jezelf te laten zien — vol kracht, kwetsbaarheid en authenticiteit.
Lees ook: herontwaken-van-de-vrouw/