Perfecte aanpassers
Hoe trauma zich verstopt achter vragen, vriendelijkheid en hyperfunctioneren
Ze vallen nauwelijks op in coaching. Het is een grote uitdaging om hen werkelijk te begeleiden naar een leven waarin ze voluit voor zichzelf durven te kiezen. Aan de buitenkant lijkt er immers weinig te ontbreken: ze functioneren vaak uitstekend, zijn sociaal vaardig, attent en tonen een grote mate van verantwoordelijkheid. Toch ervaren hun partners, en soms ook zijzelf, regelmatig een gevoel van onvrede of afstandelijkheid, iets dat moeilijk te plaatsen is. Wie ben je nu echt? Waarom kom je niet voor jezelf (en daarmee ook voor mij als partner) op?
Ze zijn bedreven in het stellen van doordachte vragen, weten op een oprechte manier contact te maken en luisteren met aandacht en geduld. Hun vriendelijkheid is oprecht en consistent, hun aanwezigheid kalm en verbindend. En toch, diep vanbinnen ervaren ze vaak een knagend gevoel van leegte, uitputting en stilte. Ze worstelen met een ongrijpbaar gemis aan uitdaging, vervulling en een authentieke innerlijke koers, maar vinden zelden woorden om dit helder te articuleren.
Deze groep onderscheidt zich wezenlijk van de klassieke “people pleaser” die zichzelf openlijk wegcijfert door anderen voortdurend te bevestigen en te behagen. In plaats daarvan pleasen zij op een subtiel, hoogstaand niveau. Hun manier van pleasen is niet zozeer gericht op het expliciet bevestigen van anderen, maar op een continue, bijna reflexmatige aanpassing. Ze faciliteren veiligheid voor de ander door vooral te bevragen, te spiegelen en te accommoderen, terwijl ze hun eigen behoeften en emoties consequent naar de achtergrond verplaatsen. Hun authenticiteit verdwijnt in de schaduw van hun zorg voor het systeem rondom hen, waardoor zij zelf onzichtbaar blijven — zelfs voor zichzelf.
De traumarespons van aanpassing: ‘fawning’ in vermomming
Binnen de hedendaagse traumapsychologie, zoals beschreven door onder anderen Peter Levine en Pete Walker, worden vier primaire overlevingsstrategieën herkend wanneer het zenuwstelsel geconfronteerd wordt met bedreiging: fight (vechten), flight (vluchten), freeze (bevriezen) — én het minder bekende maar niet minder belangrijke fawn (pleasen of aanpassen). Waar de eerste drie reacties zich meer manifesteren als actieve of passieve vormen van verdediging, is fawning een subtielere, relationele overlevingsstrategie die draait om het zoeken van veiligheid door zich te conformeren aan de wensen, emoties en verwachtingen van anderen.

Belangrijk om te begrijpen is dat fawning niet per se het resultaat is van expliciete druk of eisten van de omgeving. In veel gevallen ervaart het interne systeem van de pleaser het aanpassen als een noodzakelijke, onbewuste voorwaarde om afwijzing, conflicten of zelfs gevaar te voorkomen. Het lichaam en de psyche leren dat overleving afhankelijk is van het soepel meebewegen met het systeem — het gezin, de sociale groep, de werkrelatie — en ontwikkelen een bijna reflexmatige neiging om zichzelf weg te cijferen.
De ‘perfect aangepaste’ pleaser onderscheidt zich doordat deze fawn-respons niet op een opvallende, zichtbare manier wordt ingezet. Er is geen overdreven onderdanigheid, geen nadrukkelijk zoeken naar goedkeuring via complimenten of overdreven meegaand gedrag. Integendeel, deze mensen zijn vaak uiterst bekwaam in het in stand houden van een balans waarbij ze:
– Vragen stellen die anderen aan het woord houden, terwijl zij hun eigen stem en wensen impliciet houden;
– Zorgen voor emotionele veiligheid door anderen het gevoel te geven gehoord en begrepen te worden, maar laten hun eigen verlangens en behoeften consequent onuitgesproken;
– Functioneren binnen een veilige marge, vaak onder hun potentieel of capaciteiten, zonder dit te benoemen of te bekritiseren;
– Schijnen ‘goed te leven’ vanuit een extern perspectief, maar ervaren van binnen een gevoel van gevangen zitten, een gemis aan vrijheid en authentieke expressie.
Deze gedrags- en overlevingsstrategieën zijn diep ingebed in het familiesysteem — een collectief waarin loyaliteit, onuitgesproken regels en gedeelde trauma’s bepalen wie welke rol aanneemt. Volgens de systemische benadering van Bert Hellinger ontstaat aanpassing en pleasen vaak als onbewuste loyaliteit aan het gezin: een rol die iemand op zich neemt om het systeem te beschermen, bijvoorbeeld door conflicten te vermijden of de harmonie te bewaren. Het gezinssystemisch veld dicteert vaak welke emoties veilig zijn om te uiten en welke beter verstopt blijven. De perfect aangepaste pleaser draagt vaak het gewicht van die onzichtbare ‘bemiddelaar’-functie, met als consequentie dat hun eigen authenticiteit en behoeften in de schaduw komen te staan.
Pas wanneer deze onderliggende systemische dynamieken en de fawn-traumarespons worden herkend, erkend en met compassie benaderd, ontstaat ruimte voor transformatie. Het vraagt moed en geduld om niet langer alleen te functioneren vanuit het overlevingsmechanisme, maar om het eigen stemgeluid te laten horen, het innerlijke verlangen toe te laten en een eigen, vrije plek binnen het systeem in te nemen.
Het systemische perspectief: loyaliteit aan het familiesysteem
Vanuit systemisch werk, zoals ontwikkeld door Bert Hellinger, weten we dat onze eerste levensjaren een cruciale basis leggen voor de manieren waarop we ons later in relaties en systemen positioneren. Aanpassing en pleasen worden vaak diep geworteld in een onbewuste primaire loyaliteit aan het gezin van herkomst. Dit betekent dat kinderen zich vroeg in het gezinssysteem verbinden aan een specifieke rol, een functie die bijdraagt aan het evenwicht en de overleving van het familiesysteem als geheel.
Veel mensen die zich perfect aanpassen, nemen onbewust een rol op zich die hen beschermt én het gezin helpt functioneren, maar waarbij hun eigen behoeften en authenticiteit ondergeschikt raken. Enkele veelvoorkomende rollen zijn:
– De bemiddelaar tussen ouders, die conflicten verzacht of voorkomt door tussenbeide te komen, zodat spanningen niet escaleren.
– De stille helper, die zorgt dat niemand zich aan haar of hem stoort, en zo onzichtbaar blijft om geen extra lasten te veroorzaken.
– Het kind dat harmonie bewaakt, door emoties te dempen of te vermijden, met als doel het gezin bij elkaar te houden en chaos te voorkomen.
Deze rollen zijn niet willekeurig, maar ontstaan als een intelligent antwoord op de emotionele realiteit binnen het gezin. Vaak waren ouders emotioneel afwezig, overbelast, of onvoorspelbaar in hun gedrag en stemming. Dit creëerde een sfeer waarin het kind de subtiele boodschap oppikte:
“Als ik mijn eigen plek, behoeften of emoties zichtbaar maak, breng ik onrust of dreiging binnen het systeem.”
Om de veiligheid te bewaren, leerde het kind zichzelf te onderdrukken en juist te voldoen aan de verwachtingen die het systeem nodig had om te overleven. Daarmee raakte het echter verstrikt in een dynamiek waarin het zichzelf wegcijfert, en zijn of haar eigen verlangens onzichtbaar maakt.
De tragiek is dat deze systemische dynamiek zich zelden stopt bij de kindertijd. Onbewust herhalen volwassenen deze patronen in hun werk, relaties en zelfs in therapeutische processen. Ze blijven voor anderen zorgen, behoeden het systeem en bewaken de harmonie — terwijl ze hun eigen stem en verlangens niet volledig durven claimen. Dit patroon kan zich uiten in het voortdurend accommoderen van andermans wensen, het vermijden van conflicten, en het onderdrukken van eigen behoeften, vaak ten koste van hun eigen welzijn en vervulling.
Pas wanneer deze onbewuste loyaliteit en de onderliggende systemische rollen worden erkend en benoemd, ontstaat er ruimte voor bewustwording en verandering. Door de eigen plek in het systeem met respect in te nemen en tegelijkertijd los te komen van schadelijke patronen, kan iemand zich bevrijden van de onzichtbare last van deze aanpassingsrol — en beginnen te leven vanuit authenticiteit en eigen kracht.
Innerlijke splitsing: tussen het weten en het niet-durven
De innerlijke splitsing van de ‘perfect aangepaste’: een systemisch en traumapsychologisch perspectief
In coaching valt het op dat deze groep mensen vaak over een scherp zelfinzicht beschikt. Ze zijn intelligent, intuïtief en beschikken over een groot vermogen tot zelfreflectie. Toch blijft het daadwerkelijke handelen vaak uit — niet uit onwil, luiheid of gebrek aan motivatie, maar vanwege een diepgeworteld innerlijk conflict dat hen gevangen houdt.
Aan de ene kant is er een deel dat verlangt naar meer ruimte, echtheid en diepte in het leven. Dit deel verlangt naar het durven laten zien van authenticiteit, het neerzetten van grenzen, en het voelen van verbinding die niet afhankelijk is van aanpassen of pleasen. Het wil de maskers afleggen en zichzelf écht ontmoeten.
Aan de andere kant fluistert een ander deel een angstige waarschuwing: “Als ik werkelijk mezelf ben, zet ik mijn veiligheid op het spel. Ik breng anderen in verwarring, raak de harmonie kwijt en verlies de liefde of verbondenheid die ik zo hard nodig heb.” Dit deel is geworteld in vroegere ervaringen binnen het gezin of het bredere familiesysteem, waarin het innemen van een eigen plek werd geassocieerd met afwijzing, conflict of zelfs verstoting.
Deze innerlijke splitsing is geen toevallige mentale strijd, maar weerspiegelt systemische wetten en traumaresponsen. Vanuit een familieopstelling-perspectief is het zo dat ieder lid van een systeem een plek en rol inneemt die de balans van het geheel dient. Het innemen van een afwijkende positie kan onbewuste loyaliteit aan het systeem doorbreken en wordt daardoor vaak innerlijk en relationeel tegengehouden. Vanuit traumapsychologie wordt deze spanning verklaard door het autonome zenuwstelsel, dat alert blijft op mogelijke bedreigingen (afwijzing, verlies) en daarmee het ‘veilige’ patroon van aanpassen actief in stand houdt.
Het gevolg is een innerlijk conflict dat niet eenvoudig oplost door meer praten, rationaliseren of analyseren — hoe waardevol die stappen ook zijn. Het vraagt een andere vorm van aandacht: het bewust maken van het deel dat jarenlang heeft gezwegen, en het ruimte geven zonder oordeel. Pas wanneer dat deel gehoord en erkend wordt, ontstaat er heling en kan de spanning tussen veiligheid en authenticiteit langzaam oplossen.
Door deze dynamiek te doorzien en bewust te erkennen, ontstaat de mogelijkheid om te experimenteren met nieuw gedrag: kleine stappen in het innemen van eigen ruimte, het uitspreken van eigen behoeften, en het leren verdragen van tijdelijke onrust binnen relaties. Dit proces vraagt moed, geduld en een diep vertrouwen dat het systeem — ook al verandert het — ruimte kan geven aan groei en verandering.
De verborgen prijs van perfecte aanpassing
De strategie van perfecte aanpassing is doorgaans geen bewuste keuze, maar een diepgewortelde overlevingsvorm die ooit noodzakelijk was. Het leverde iets op: rust in het gezin, waardering van de omgeving, vertrouwen in relaties. Op korte termijn creëerde het stabiliteit — zowel intern als extern. Maar zoals bij elke overlevingsstrategie komt er een moment waarop wat je beschermde, je begint te beperken. En dan wordt zichtbaar wat het je intussen heeft gekost.
* Verlies van eigenheid
Door je jarenlang te richten op het scannen van de behoeften, verwachtingen en stemmingen van anderen, raak je het contact met je eigen binnenwereld kwijt. Veel mensen die zich zo hebben aangepast weten niet meer wat ze zélf verlangen. Er is een leegte rondom de vraag: “Wat wil ík?” — niet omdat er niets is, maar omdat het verlangen zo lang onderdrukt is geweest dat het nauwelijks meer gevoeld wordt.
* Chronische emotionele uitputting
De constante alertheid — het voortdurend ‘aan’ staan — vergt een enorme hoeveelheid energie. De hyperwaakzaamheid is een residu van een systeem dat altijd gescand heeft op veiligheid. Zelfs in rustige omstandigheden blijft het zenuwstelsel in een verhoogde staat van paraatheid. Deze subtiele stress laat zich voelen in vermoeidheid, mentale mist of het onvermogen écht te ontspannen.
* Moeite met ontvangen
In een systeem dat geconditioneerd is op geven — om liefde, verbinding of rust veilig te stellen — is ontvangen vaak ongemakkelijk. Complimenten, steun of oprechte belangstelling glijden af of worden meteen teruggegeven. Diep vanbinnen leeft het idee: “Als ik ontvang, word ik een last.” Dit maakt dat relaties ongelijk worden, en dat er weinig ruimte is voor gevoed worden, oprecht geraakt zijn, of gedragen worden door de ander.
* Onzichtbare eenzaamheid
Hoewel deze mensen vaak sociaal en empathisch zijn, voelen ze zich vanbinnen regelmatig eenzaam. Niet per se omdat ze alleen zijn, maar omdat ze zelden echt worden gezien in wie ze werkelijk zijn. Ze laten zichzelf immers nauwelijks zien. De diepe behoefte aan erkenning, nabijheid en waarachtige verbinding blijft onvervuld zolang ze zichzelf — uit oude loyaliteit of overlevingsreflex — blijven verbergen.
Vanuit systemisch perspectief kun je deze uitputting en vervreemding zien als een gevolg van het langdurig innemen van een oneigenlijke plek in het familiesysteem. Het kind dat ooit het evenwicht moest bewaren of een ouderrol op zich nam, heeft zichzelf als individu moeten opsplitsen: een deel dat zichtbaar en functioneel was, en een deel dat in de schaduw bleef — kwetsbaar, verlangend, maar ook levendig en echt.
De uitnodiging is nu niet om die strategie af te keuren, maar om te herkennen: “Het heeft me geholpen. Maar nu belemmert het me.”
En pas dan, met die erkenning, wordt ruimte vrijgemaakt voor een ander, vollediger leven — waarin je niet alleen goed functioneert, maar ook volledig mag bestaan.
De weg terug: van aanpassing naar aanwezigheid
De weg naar heling van diepgewortelde aanpassing begint niet bij het forceren van nieuw gedrag of het streng ‘stoppen met pleasen’. Wie direct probeert te breken met deze overlevingsstrategie, loopt vaak tegen zichzelf op. Waarom? Omdat pleasen — in welke vorm dan ook — niet zomaar een vervelend patroon is. Het is een intelligente, liefdevolle respons geweest op een omgeving waarin het nodig was om veilig te blijven, geliefd te zijn of verbonden te blijven.
In plaats van jezelf te dwingen anders te zijn, vraagt herstel eerst om iets zachters, iets diepers: erkenning.
Erkenning dat je ooit een innerlijk besluit hebt genomen, vaak als kind, om het welzijn van het geheel boven je eigen behoeften te stellen. Niet omdat je dat wilde, maar omdat het voelde alsof je geen andere keuze had. Dat is geen zwakte — dat is diepe wijsheid en overlevingsintelligentie van het kind dat je was.
Vanuit traumaperspectief (o.a. Levine, van der Kolk) en systemisch werk (Hellinger) weten we dat een overlevingsstrategie pas kan ontspannen wanneer het erkend wordt voor wat het wás: een dienstbare poging om liefde, verbinding of veiligheid te behouden. Pas als die erkenning er is, ontstaat er ruimte voor mildheid — en die mildheid is essentieel. Want wie zichzelf veroordeelt om pleasen, creëert slechts een nieuwe laag van innerlijke afwijzing.
De eerste stap is dus niet gedragsverandering, maar innerlijk getuige worden van je eigen geschiedenis:
* Zien hoe vroeg je begon met scannen op anderen.
* Voelen hoe vanzelfsprekend het werd om jezelf aan te passen.
* Erkennen hoeveel liefde en inzet daarin besloten lag.
Wanneer je vanuit dit perspectief naar jezelf leert kijken, verschuift het pleasen langzaam van een onbewuste reflex naar een bewust herkende keuze. En alleen dan kan het losgelaten worden — niet met geweld, maar met zachtheid.
Wat helpt?
De weg uit onbewuste aanpassing vraagt geen radicaal breken met je verleden, maar een diepgaand erkennen van je geschiedenis — en van het werk dat je onzichtbaar hebt verricht binnen je gezin van herkomst. Je hoeft jezelf niet te forceren om anders te worden. Je mag jezelf leren herkennen in de patronen die ooit functioneel waren, en nu om verzachting vragen.
1. Werk systemisch: ontdek je plek in het gezin van herkomst
Sta stil bij de positie die je als kind innam. Was je de bemiddelaar? De stille kracht? De brenger van rust? Of de onzichtbare beschermer van een kwetsbare ouder?
Vraag jezelf af:
– Welk ‘werk’ deed ik zonder dat het expliciet van me gevraagd werd?
– Wat of wie probeerde ik met mijn gedrag te beschermen?
– Wat zou er gebeurd zijn als ik míjn plek had ingenomen?
Deze vragen brengen je naar de wortels van je aanpassing. Systemisch gezien herhalen we onbewust de rol die ons ‘voelde’ als het veiligst binnen het gezin. Herstel begint bij het erkennen van die plaats, en het loslaten van de taken die je toen op je hebt genomen — en die je nu niet meer hoeft te dragen.
2. Herken de fawn-respons in je dagelijks leven
De fawn-reactie is een traumarespons waarbij je veiligheid zoekt via verbinding — door je aan te passen aan wat de ander nodig heeft of lijkt te willen. Let op de momenten waarop je jezelf automatisch kleiner maakt, meebuigt, of je innerlijke grens ongemerkt verplaatst.
Sta eens stil bij deze vragen:
– Wat voel ik vlak vóór ik me aanpas?
– Wat hoop ik te vermijden als ik mezelf stilhoud of inschikkelijk opstel?
– Wat zou er kunnen gebeuren als ik wél mezelf laat zien?
Het herkennen van de fawn-reactie is geen beschuldiging, maar een deur naar bewustwording. Je leert voelen wanneer je authentiek bent — en wanneer je jezelf verlaat.
3. Maak ruimte voor het stille, weggestopte deel
In elk mens dat zich langdurig heeft aangepast leeft een innerlijk deel dat nooit echt heeft mogen spreken. Een kind-stem die verlangde, voelde, hoopte — maar zich inhield uit angst om te storen.
Geef dat deel vandaag letterlijk een stem.
Dat kan via:
– Schrijfoefeningen, zoals: “Wat ik nooit durfde te zeggen, maar wél voelde…”
– Voice Dialogue, waarbij je de verschillende innerlijke stemmen in gesprek laat gaan — het aangepaste deel, het gekwetste kind, de verlangende volwassene.
– Lichaamsgericht werk, waarin je via adem, houding en beweging contact maakt met de plekken in je lijf waar spanning en inhouden leven.
Wanneer je dit stille deel uitnodigt, laat je het weten: “Je mag bestaan.”
4. Durf ongemakkelijk aanwezig te zijn
Voor iemand die altijd harmonie bewaakte, voelt eigen ruimte innemen vaak als ‘te veel’. Je stem, je verlangens, je nee, je zichtbaarheid — alles voelt initieel onveilig of ongemakkelijk. Dit is geen teken dat je iets verkeerd doet. Het is ongemakkelijk. Dat is normaal.
De weg naar zichtbaarheid loopt altijd via onwennigheid. Je zenuwstelsel moet leren dat het nu wél veilig is om te bestaan. Je mag blijven. Je hoeft niet terug te schrikken.
5. Ontwikkel verdraagkracht voor je verlangen
Perfect aangepaste mensen zijn vaak banger voor hun kracht dan voor hun pijn. Pijn kennen ze — die kunnen ze dragen. Maar verlangen? Vreugde? Levendigheid? Dat voelt kwetsbaar. Kracht roept zichtbaarheid op, en daarmee risico: van afwijzing, confrontatie of verlies.
Toch is het verlangen jouw kompas. Niet om zomaar te volgen, maar om te leren dragen.
Stel jezelf deze vraag:
Kan ik aanwezig blijven bij mijn verlangen, zónder het meteen waar te hoeven maken?
Want heling begint niet met groots handelen, maar met het verdragen van wat je werkelijk voelt — en het eerbiedigen daarvan, stap voor stap.
Tot slot: je hoeft niet meer onzichtbaar te zijn
Je mag jezelf zichtbaar maken
Je hoeft niet langer de rol te vervullen van degene die altijd vriendelijk is, capabel, afgestemd op wat de ander nodig heeft.
Je hoeft niet degene te zijn die het onuitgesproken evenwicht bewaart — ten koste van je eigen waarheid.
Je mag mens zijn.
Niet alleen de goed afgestemde versie van jezelf, maar ook de volle, rauwe, gelaagde mens:
Met randen.
Met verlangens.
Met chaos, met kracht, met kwetsbaarheid.
Met je volle potentie
Dat is geen verwaarlozing van de ander. Jij bent zo bedoeld!!
Veranderen betekent niet dat je stopt met zorgzaam zijn — maar dat je jezelf niet langer buitensluit van diezelfde zorg.
Je wordt niet minder goed voor de wereld als je ook goed bent voor jezelf. Je wordt er echter van. Vollediger. Echt aanwezig.
Niet omdat het vanzelf gaat.
Niet omdat het comfortabel is.
Maar omdat je het waard bent.
Omdat jouw leven, jouw plek, jouw stem ertoe doet.
Niet later. Nu.
LEES OOK:
* trauma-vluchten-vechten-en-bevriezen/
* traumaresponsen-en-hun-verborgen-rollen/