Van Dood naar Stroom
Een inleiding tot het visioen van Ezechiël als weg van innerlijke wederopbouw
Als kind zat ik bij mijn vader, ds. G.H. van Kooten (1919–2005), in de kerk en hoorde ik deze visioenen uit het boek Ezechiël uitgelegd. De taal ervan — dalen vol dorre beenderen, de adem die leven geeft en een tempel waaruit een stroom opwelt — raakte iets in mij. Ik voelde dat het belangrijk was. En ik draag deze beelden sindsdien als een rode draad door mijn leven.
Ik wordt steeds meer bevestigd dat deze profetische visioenen niet alleen spreken over een volk in ballingschap, maar ook over de ziel van de mens — over mijn ziel, en misschien ook over die van jou.
Dit is de inleiding op drie artikelen waarin we het visioen van Ezechiël lezen als weg tot innerlijke transformatie.
Elk beeld — de dorre beenderen, de adem, de tempelstroom — is een fase in een geestelijke ontwikkeling die universeel is.
In dit inleidende deel kijken we naar de volgorde van deze visioenen, en waarom juist deze volgorde ons iets wil zeggen over wat het betekent om werkelijk tot leven te komen.
Het boek Ezechiël is geen makkelijke tekst. Het is mystiek, apocalyptisch, soms angstaanjagend, en tegelijk doordrenkt met beelden van hoop, heropbouw en heilig vuur. Voor wie zich opent voor de symboliek ervan, ontvouwt zich een diep spiritueel proces — niet alleen voor een volk, maar ook voor de ziel van de mens.
Deze serie verkent drie samenhangende visioenen uit Ezechiël als spiegel van persoonlijke ontwikkeling en geestelijke verdieping:
- Het dal van de dorre doodsbeenderen
- De herleving door adem
- De stroom uit de tempel die het hele land geneest
In dit eerste artikel verkennen we hoe deze drie fasen een innerlijk pad vormen, en waarom hun volgorde van wezenlijk belang is voor persoonlijke groei.
Ezechiël: een profeet van breuk én herstel
Ezechiël profeteert tijdens de Babylonische ballingschap (6e eeuw v.Chr.). Het volk is weggevoerd, de tempel is verwoest, en met die uiterlijke ramp is ook de innerlijke samenhang verdwenen. Ezechiël spreekt woorden van oordeel, maar krijgt ook visioenen van herstel.
Maar let op: het herstel komt pas na de confrontatie met de dood.
Pas wanneer het dal van dorre beenderen is doorlopen,
kan het nieuwe leven opkomen.
Pas wanneer het innerlijke centrum (de tempel) is herbouwd,
kan de stroom van leven opwellen.
Een pad in drie fasen
Hoewel deze visioenen gericht zijn op Israël, dragen ze tegelijk een universele structuur van persoonlijke transformatie in zich. Het is een beweging die je terugvindt in de mystiek, de psychologie en de spirituele theologie:
1. Ontbinding en confrontatie
We beginnen niet bij groei, maar bij wat dood is. De dorre beenderen symboliseren het uiteenvallen van samenhang, richtingloosheid, droogte, rouw, trauma, leegte.
“Mensenkind, kunnen deze beenderen weer leven?” (Ez. 37:3)
Dit is de vraag die voorafgaat aan elke werkelijke transformatie.
2. Herstel van adem en structuur
Na confrontatie komt opnieuw ordening. Het skelet wordt opgebouwd, het vlees komt terug, en dan komt het belangrijkste: de adem. Hier vindt het herstel plaats — niet door menselijke inspanning, maar doordat de geest (Hebr. ruach) in het lichaam wordt geblazen.
3. Vruchtbaarheid vanuit het centrum
Pas nadat er adem is, verschijnt in hoofdstuk 47 het visioen van de tempelstroom. Hier wordt het beeld omgekeerd: de beweging komt van binnenuit. De Geest is niet langer extern, maar stroomt vanuit het heiligdom naar buiten. Alles wat het water aanraakt, leeft.
Wat eerst dood was, draagt nu leven.
De spirituele volgorde is essentieel
Het is verleidelijk om direct te willen stromen. Om vruchtbaar, betekenisvol of ‘geestelijk’ te willen zijn — zonder stil te staan bij wat in ons nog dor en ongeheeld is. Maar Ezechiël laat zien: de weg naar stroom loopt via het dal.
Je kunt de stroom niet forceren zolang je innerlijke beenderen nog droog zijn.
Je kunt geen tempel zijn, zolang je eigen fundament nog uit elkaar ligt.
“Eerst het graf, dan de adem.
Eerst het skelet, dan de Geest.
Eerst de wederopbouw van binnen,
dan het stromen naar buiten.”
Waarom dit belangrijk is voor jouw leven
Deze fasen zijn geen eenmalige stappen, maar een terugkerend ritme in het leven van ieder mens:
* Soms voel je je als een dal vol beenderen: gebroken, uitgeput, losgeraakt van je kern.
* Soms ervaar je een herademing: nieuwe richting, heling, innerlijke samenhang.
* En soms leef je vanuit de stroom: wat in jou tot leven kwam, wordt vruchtbaar voor anderen.
Ezechiël leert ons: je hoeft het niet allemaal zelf te doen.
Maar je moet wel door elk deel heen.
De Geest begint waar het dor is. De stroom komt wanneer de adem woont.
Vooruitblik
In het volgende artikel duiken we het dal van de dorre doodsbeenderen in:
niet als een somber einde, maar als de noodzakelijke bodem waaruit iets nieuws geboren wordt.