Onveiligheid in de relatie – no go!
In dat artikel ging het over de innerlijke verantwoordelijkheid die we dragen binnen relaties: om onze eigen grenzen te bewaken, onze emoties te reguleren, en onze binnenwereld met zorg en bewustzijn te onderhouden. Ik schreef over hoe echte verbinding niet ontstaat doordat de ander ons voortdurend geruststelt, maar doordat wij zélf leren dragen wat in ons leeft — ook als het spannend wordt.
Het ging over volwassenheid in de liefde: het vermogen om jezelf niet te verliezen in de ander, maar aanwezig te blijven in contact, juist wanneer het schuurt. Relationele veiligheid begint bij die innerlijke fundering. Zonder dat fundament blijft liefde afhankelijk, broos en uit balans.
Vandaag wil ik een andere laag aanraken — die van onveiligheid in relaties. Want waar veiligheid ruimte biedt voor groei, intimiteit en vertrouwen, werkt onveiligheid als gif.
En toch: in veel relaties wordt die onveiligheid genormaliseerd. We noemen het ‘moeilijke fases’, ‘relatieproblemen’, of we zeggen: “Iedereen maakt dit toch mee?” Maar structurele onveiligheid is geen groeipijn. Het is geen onhandigheid of ruwe liefde. Het is een grens. Een breeklijn. En als je die blijft negeren, breek je langzaam met jezelf.
Onveiligheid vraagt om heldere keuzes. Niet om meer geduld, maar om meer zelfrespect. Niet om harder werken, maar om eerlijker kijken. Soms vraagt het om herstel — en soms om afscheid.
Wat is onveiligheid in een relatie?
Onveiligheid in een relatie ontstaat wanneer je je herhaaldelijk of structureel niet veilig voelt in wie je bent, wat je voelt of wat je nodig hebt. Het gaat niet om een incidenteel meningsverschil of ongemakkelijk gesprek, maar om een terugkerend patroon waarin je je emotioneel afgewezen, gekleineerd, gemanipuleerd of genegeerd voelt.
Het is de ervaring dat jouw grenzen niet worden erkend of gerespecteerd. Dat je voorzichtig moet zijn met wat je zegt of voelt, uit angst voor afwijzing, afstraffing of escalatie. Dat je jezelf structureel aanpast, inhoudt of kleiner maakt om de verbinding te behouden – ten koste van jezelf.
Deze vorm van onveiligheid kan subtiel zijn, bijna onzichtbaar voor de buitenwereld. Een constante spanning in je lijf. Het gevoel op eieren te lopen. Het besef dat je niet met alles kunt komen, omdat je dan ’te veel’, ’te emotioneel’, of ’te moeilijk’ bent.
Maar hoe subtiel ook, onveiligheid is geen neutraal gegeven. Het ondermijnt je zelfvertrouwen, verwart je intuïtie en zet je zenuwstelsel in een staat van paraatheid. Het beïnvloedt je vermogen om vrij te voelen, helder te denken en liefde te geven of ontvangen.
En wat het extra ingewikkeld maakt: onveiligheid presenteert zich niet altijd als iets onheilspellends. Soms voelt het als intensiteit, passie of ‘een diepe connectie’.
Er zijn relaties die vanaf het begin zinderend en meeslepend voelen – vol aantrekking, drama, hoogte- en dieptepunten. De verwarring zit in het idee dat ‘liefde’ per definitie spanning moet hebben. Dat vlinders altijd gelijkstaan aan verbinding. Maar vaak is het juist een herhaling van oude hechtingsdynamieken: de aantrekking tot iemand bij wie je je fundamenteel onveilig voelt, maar emotioneel afhankelijk blijft van bevestiging of geruststelling.
Zoals relatietherapeut Esther Perel zegt: “Wat we aantrekking noemen, is soms gewoon herkenning van ons eigen trauma.”
Echte veiligheid voelt soms saai in het begin. Maar het is daar, in die stabiliteit, dat je pas echt kunt landen, helen en groeien. Want onveiligheid mag nooit verward worden met diepgang, en destructieve patronen zijn geen bewijs van intensiteit — ze zijn een uitnodiging om wakker te worden.
Waarom onveiligheid nooit een ‘noodzakelijk kwaad’ mag zijn
In veel relaties sluipt een diepgeworteld misverstand binnen: het idee dat een bepaalde mate van onveiligheid erbij hoort. Dat liefhebben ook betekent dat je soms gekwetst wordt, dat er nu eenmaal afstand, controle of emotionele kilte is — omdat ‘geen enkele relatie perfect is’.
Maar wanneer we structurele onveiligheid gaan zien als een normaal onderdeel van intimiteit, verwarren we liefde met overleving. We leren onszelf aan dat we moeten incasseren om verbinding te behouden. En dat is niet alleen pijnlijk, maar op de lange termijn destructief.
Onveiligheid is geen groeipijn. Het is geen noodzakelijk kwaad. Het is een signaal dat iets wezenlijks uit balans is — een signaal dat vraagt om bewuste aandacht, niet om aanpassing.
Zoals trauma-expert Brené Brown het scherp formuleert: “Vulnerability without boundaries is not vulnerability. It’s chaos.”
Of zoals zij elders zegt: “Vulnerability without safety is simply dangerous.”
Kwetsbaarheid is een krachtige brug naar verbinding, maar alleen wanneer die brug gedragen wordt door veiligheid. Zonder dat fundament wordt kwetsbaarheid een valkuil: je opent je hart, maar je valt. Je deelt jezelf, maar je wordt niet opgevangen. En vroeg of laat leert je systeem: dit is te riskant. De natuurlijke reactie is dan niet meer verbinding, maar terugtrekking, bescherming of dissociatie.
Echte intimiteit vraagt veiligheid als basisvoorwaarde — niet als luxe. En het is onze taak, als partners en als mensen, om die voorwaarde niet weg te relativeren, maar serieus te nemen.
Liefde mag ons uitdagen, spiegelen en zelfs confronteren — maar nooit breken.
De verantwoordelijkheid ligt bij jezelf én bij de ander
Het is essentieel om te erkennen dat jouw emotionele veiligheid in de eerste plaats jouw verantwoordelijkheid is. Zoals ik eerder schreef: jij bent degene die je eigen grenzen moet herkennen en bewaken, je emoties mag leren reguleren, en zorg draagt voor de innerlijke landschappen waar jouw reacties, verlangens en kwetsuren ontstaan.
Dat is het fundament van volwassen intimiteit: weten dat je niet redeloos hoeft te leunen op de ander om jezelf te dragen.
Maar dat betekent niet dat de ander geen verantwoordelijkheid draagt.
Een liefdevolle relatie is geen solospel. Het is een wederkerig veld waarin gedrag, woorden en stiltes impact hebben. Het is dus óók de verantwoordelijkheid van je partner om niet bij te dragen aan structurele onveiligheid — door grensoverschrijdend gedrag, emotionele verwaarlozing, manipulatie, gaslighting of constante kritiek.
Onveiligheid is geen individueel probleem dat je maar ‘beter moet leren dragen’. Het is een relationele dynamiek die vraagt om gezamenlijke reflectie, communicatie en de bereidheid tot verandering.
Zoals psycholoog Harville Hendrix schrijft: “In a conscious relationship, we are each responsible to be a healing presence for the other.”
Dat vraagt van beide partners de volwassenheid om zichzelf aan te kijken én de ander serieus te nemen. Want veiligheid bouw je samen. Maar wanneer die veiligheid consequent ontbreekt, begint jouw verantwoordelijkheid opnieuw: om te beschermen wat niet meer beschermd wordt, en te kiezen voor jezelf waar de ander dat niet (meer) doet.
Hoe herken je onveiligheid?
Onveiligheid manifesteert zich zelden als iets groots en zichtbaar. Vaak is het een sluipend proces – een optelsom van momenten waarop je je aanpast, inslikt of jezelf kwijtraakt. Onderstaande signalen kunnen wijzen op een relationeel patroon dat jouw veiligheid ondermijnt:
– Je durft jezelf niet volledig te laten zien, uit angst voor kritiek, afwijzing of een negatieve reactie.
– Je vermijdt belangrijke gesprekken omdat je bang bent dat het uit de hand loopt of niet gehoord wordt.
– Je maakt jezelf kleiner, past je gedrag aan of zwijgt om de vrede te bewaren.
– De ander vertoont controlerend, manipulerend of negerend gedrag, waarbij jouw perspectief structureel wordt geminimaliseerd.
– Je voelt je chronisch onbegrepen, afgewezen of emotioneel buitengesloten, ook als je dat moeilijk onder woorden kunt brengen.
Wanneer deze dynamieken geen incidenten zijn, maar een terugkerend patroon vormen, is dat een alarmbel. Niet omdat je meteen weg moet, maar omdat er iets wezenlijks aandacht vraagt.
Wat kun je doen als je onveiligheid herkent?
1. Erken wat er is
Het begint met bewustzijn. Niet vergoelijken, relativeren of hopen dat het ‘vanzelf beter wordt’, maar durven onderkennen wat je voelt. Onveiligheid verdragen is géén bewijs van kracht – het is vaak een restant van oude overlevingsstrategieën.
2. Spreek je uit
Verwoord je ervaring zonder beschuldiging, maar ook zonder jezelf te verkleinen. Gebruik woorden als: “Ik voel me…”, “Wat ik nodig heb…”, en “Voor mij werkt dit niet…”. Als er veiligheid is in de relatie, zal dat uitnodigen tot open gesprek.
3. Stel je grenzen helder
Niet als dreigement, maar als bescherming van je innerlijke ruimte. Grenzen zijn niet hard of afstandelijk – ze maken liefde en verbinding pas echt mogelijk.
4. Investeer in zelfzorg
Ga wandelen. Schrijf. Praat met iemand die je vertrouwt. Zoek een plek waar jouw ervaring wél bestaansrecht heeft. Zelfzorg is geen luxe – het is een basisvoorwaarde om helder te kunnen blijven denken en voelen.
5. Schakel hulp in
Professionele begeleiding – individueel of samen – kan je helpen patronen te ontrafelen en richting te vinden. Je hoeft dit niet alleen te doen.
6. Wees bereid om keuzes te maken
Als patronen zich blijven herhalen en je innerlijke ruimte steeds kleiner wordt, dan is het tijd om jezelf serieus te nemen. Soms is loslaten geen vlucht, maar een daad van zelfliefde.
Ruis of geweld? Hoe je het verschil herkent
Elke relatie kent ruis: misverstanden, gekwetste gevoelens, verschillende behoeftes of periodes van verwijdering. Dat hoort erbij. Niemand kan voortdurend perfect afstemmen. Relationele ruis ontstaat wanneer twee mensen met hun eigen bagage proberen samen te leven — en af en toe langs elkaar heen schuren.
Maar relationeel geweld is iets anders. Het gaat hier niet over een moment van onhandigheid, maar over patronen die je veiligheid, autonomie of waardigheid aantasten. En het is precies dat verschil dat je helder moet leren zien.
Kenmerken van relationele ruis:
– Er is bereidheid tot luisteren, zelfs als het moeizaam gaat
– De ander neemt verantwoordelijkheid voor zijn/haar aandeel
– Conflicten kunnen worden hersteld, met ruimte voor groei
– Je voelt je in de basis gerespecteerd en erkend
– Emotionele reacties kunnen heftig zijn, maar niet vernederend of bedreigend
Kenmerken van relationeel geweld (emotioneel of psychisch):
– Jouw grenzen worden systematisch genegeerd of overschreden
– Er is sprake van manipulatie, controle, gaslighting of intimidatie
– Je wordt structureel klein gemaakt, bekritiseerd of buitengesloten
– Je twijfelt chronisch aan je eigen waarneming of waardigheid
– De ander weigert verantwoordelijkheid te nemen of draait het om (“Het ligt aan jou”)
Twijfel je? Let dan hierop:
* Is dit een incident of een herhalend patroon?
* Komt er na conflict ruimte voor herstel, of herhaalt de pijn zich steeds opnieuw?
* Word je uitgenodigd tot meer zelfvertrouwen — of tot meer zelftwijfel?
Zoals Lundy Bancroft, expert op het gebied van emotioneel geweld, zegt: “De meest voorkomende misvatting over mishandeling is dat het gaat om verlies van controle. Maar in werkelijkheid gaat het om het uitoefenen van controle.”
Dus nee, niet alles wat ongemakkelijk voelt is onveilig. Maar wat je klein houdt, laat twijfelen aan jezelf of structureel uitput — mag je altijd serieus nemen.
Onveiligheid is een no go
Onveiligheid is geen fase. Geen leerproces. Geen prijs die je moet betalen voor liefde of intimiteit.
Het is een fundamentele schending van vertrouwen, wederkerigheid en respect — en het mag nooit genormaliseerd worden, hoe subtiel of complex de dynamiek ook is.
Waar liefde écht mag bestaan, hoort ruimte te zijn:
ruimte om te ademen,
ruimte om te groeien,
ruimte om te voelen,
ruimte om veilig te zijn in wie je bent.
En als die ruimte structureel ontbreekt, dan is het geen liefde die geheeld moet worden — maar een grens die erkend moet worden.