Één Schepper, Één Mensbeeld
Een integrale benadering van theologie, psychologie en fysiologie
In eerdere artikelen – zoals “Theologie, psychologie en fysiologie” en “Ontwikkeling van geest‑ziel‑lichaam” op jouw website heb ik verkend hoe de drie disciplines – theologie, psychologie en fysiologie – onderling verbonden zijn en samen een holistisch mensbeeld vormen. Ik benadruk daar dat het onderscheid tussen Geest, Ziel en Lichaam (en de vakgebieden die die onderscheiden ondersteunen: theologie, psychologie, fysiologie) geen scheiding betekent, maar eerder een uitnodiging tot integratie en wederzijdse verrijking.
Mijn stelling is: Als God de Schepper is van hemel en aarde, dan zijn theologie, psychologie en fysiologie geen tegenpolen, maar verschillende vensters op één werkelijkheid. Elk vakgebied belicht een unieke dimensie van Gods schepping, zonder dat er tegenstrijd ontstaat in de schepper zelf. Dát God consistent en coherent is, is namelijk het fundament waarop deze integrale visie rust.
In veel moderne discussies worden deze drie velden helaas los van elkaar, of zelfs tegenover elkaar geplaatst. Dit leidt tot fragmentatie van het mensbeeld: de mens wordt gereduceerd tot geest (religie), ziel (psychologie) of lichaam (biologie), en de diepere samenhang verdwijnt. Wetenschap en geloof, gevoel en gezondheid, geestelijke identiteit en lichamelijk functioneren worden als concurrerend gezien in plaats van complementair.
Dit artikel beoogt een samenhangende, Bijbels‑theologische en wetenschappelijk verantwoorde visie te presenteren waarin deze drie disciplines elkaar aanvullen in plaats van tegenspreken. Daarbij zullen:
– theologische inzichten over de schepping en menselijke eenheid,
– psychologische kennis over denken, voelen en willen,
– én fysiologische realiteit rondom lichaam én biologie
gezamenlijk in beeld komen als aspecten van één schepsel in relatie met één Schepper.

Drie velden, één werkelijkheid
De mens is een mysterievolle eenheid: geest, ziel en lichaam vormen geen gescheiden domeinen, maar verweven dimensies van één leven. Theologie, psychologie en fysiologie richten zich elk op een specifiek aspect van de mens, maar ze gaan uit van dezelfde werkelijkheid: een mens geschapen naar Gods beeld, levend in een fysieke wereld, met een innerlijke belevingswereld en een geestelijke bestemming. In wat volgt worden deze drie velden verkend als complementaire benaderingen van die ene scheppingswerkelijkheid.
1. Theologie – Kennis van God en Zijn openbaring
Wat is theologie?
Theologie is het zoeken naar kennis van God, op basis van Zijn zelfopenbaring in de Schrift, de schepping, en uiteindelijk in de persoon van Jezus Christus. Het is niet slechts een abstract systeem van doctrines, maar een relationeel en existentieel verstaan van God in relatie tot de mens en de wereld.
Gods zelfopenbaring in Schrift en schepping
God laat zich kennen: niet alleen door Woorden (de Bijbel), maar ook door daden (de geschiedenis), door de natuur (Psalm 19), en door het menselijk geweten (Romeinen 2). Theologie vertrekt van dit gegeven: dat God zich kenbaar maakt, en dat de mens Hem kan en mag leren kennen.
Het doel: relatie, zingeving, moreel kompas
Theologie heeft een relationeel en vormend karakter. Ze geeft richting aan wie de mens is (imago Dei), hoe hij behoort te leven (ethiek), en waar het leven uiteindelijk op gericht is (eschatologie). Zonder theologie verliest het menselijk bestaan zijn verticale dimensie: het leven wordt vlak, functioneel en stuurloos.
2. Psychologie – Kennis van de ziel en het innerlijk functioneren
Wat is psychologie?
Psychologie onderzoekt het innerlijke functioneren van de mens: denken, voelen, willen en handelen. Ze tracht inzicht te geven in menselijk gedrag, innerlijke conflicten, motivatie, hechting, trauma en groei. Hoewel vaak als seculier benaderd, raakt psychologie fundamenteel aan de mens als bezield wezen.
Mensbeeld in psychologische stromingen
Psychologie heeft zich ontwikkeld langs verschillende lijnen:
– Klassiek: Freud zag de mens als gedreven door onbewuste driften.
– Modern: Cognitieve gedragstherapie richt zich op denken en gedrag.
– Postmodern: Narratieve psychologie en positieve psychologie benadrukken zingeving en identiteit.
Elke stroming draagt iets bij, maar vaak ontbreekt de spirituele laag — tenzij deze expliciet geïncorporeerd wordt, zoals in christelijke of existentieel-georiënteerde psychologie.
Emoties, cognities, trauma, motivatie
Psychologie helpt de innerlijke dynamiek van de ziel te begrijpen. Hoe wordt de mens gevormd door opvoeding, relaties, gebeurtenissen? Hoe werken angst en verlangen, schuld en schaamte, hoop en verlangen? Dit alles raakt aan de kern van het mens-zijn — én is diep verbonden met theologische thema’s zoals zonde, genade en verlossing.
3. Fysiologie – Kennis van het lichaam als scheppingsgegeven
Wat is fysiologie?
Fysiologie is de studie van het lichaam en zijn biologische processen: hersenen, hormonen, zenuwstelsel, ademhaling, spijsvertering, immuunsysteem. Het lichaam is niet slechts een “omhulsel”, maar een fundamenteel aspect van wie de mens is — “stof én adem” (Genesis 2:7).
Relatie tussen lichaam en geest
De wisselwerking tussen lichaam en psyche is diepgaand. Angst veroorzaakt spierspanning, depressie beïnvloedt neurotransmitters, trauma laat zich inschrijven in het zenuwstelsel (polyvagaal theorie, psychoneuro-immunologie). In een holistisch mensbeeld zijn lichaam en ziel onafscheidelijk.
De incarnatie van Christus als theologisch-fysiologisch moment
De meest radicale bevestiging van de waarde van het lichaam is de incarnatie: God werd mens, nam een lichaam aan, en stierf én stond lichamelijk op. Dit betekent dat het lichaam niet secundair is, maar wezenlijk deel van Gods verlossingsplan. De fysiologische mens is niet minder geestelijk — integendeel, Gods Geest woont in een lichaam (1 Kor. 6:19).
Theologie, psychologie en fysiologie zijn geen concurrerende verklaringsmodellen, maar onderscheiden invalshoeken op één en dezelfde werkelijkheid: de door God geschapen, geliefde en beoogde mens. Elk veld draagt bij aan een vollediger verstaan van wie de mens is — en wat het betekent om heilzaam te leven in relatie met God, zichzelf, en de wereld.
Godsbeeld en mensbeeld: Eén Schepper, geen innerlijke tegenstrijd
Inzicht in de mens begint met een juist begrip van God. Wanneer God als Schepper één is, niet innerlijk verdeeld of tegenstrijdig, dan zal ook de mens — als beeld van diezelfde God — een wezen van eenheid zijn. Theologie, psychologie en fysiologie horen dan niet als gescheiden werelden te functioneren, maar als onderling verbonden benaderingen van een realiteit die geworteld is in de eenheid van God zelf.
1. De eenheid van God als fundament
“Hoor, Israël: de HEER, onze God, de HEER is één.”
(Deuteronomium 6:4)
Deze centrale tekst in het Joodse en christelijke geloof — het Sjema — vormt het fundament voor een niet-gespleten godsbeeld. De HEER is één: in zijn wezen, in zijn wil, in zijn handelen. Dat betekent dat Hij zichzelf nooit tegenspreekt. De God die spreekt in de schepping, is dezelfde die spreekt in de Schrift, en dezelfde die handelt in de geschiedenis van verlossing. Gods consistentie is de waarborg voor waarheid en harmonie in alle lagen van het bestaan.
Drie centrale domeinen waarin Gods eenheid zichtbaar is:
– Schepping – God schept met orde, samenhang en doelgerichtheid. Chaos wordt kosmos (Genesis 1).
– Openbaring – Gods zelfopenbaring sluit aan bij hoe Hij de mens geschapen heeft: rationeel, relationeel, belichaamd.
– Verlossing – In Christus wordt de hele mens aangesproken: geestelijk, psychisch, lichamelijk. Het heil is nooit fragmentarisch.
Dit betekent dat waar wij verdeeldheid ervaren tussen denken, voelen, geloven of functioneren, dat vaak niet aan God ligt, maar aan onze beperkte, gefragmenteerde manieren van kijken.
2. De mens als eenheid: lichaam, ziel en geest
“Moge de God van de vrede zelf uw hele wezen heiligen: geest, ziel en lichaam, zodat u onberispelijk zult zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus.”
(1 Thessalonicenzen 5:23)
De Bijbel spreekt over de mens in termen van geest, ziel en lichaam — niet als drie losstaande delen, maar als onderling verweven dimensies van één levende eenheid. Ook Genesis 2:7 benadrukt dit: de mens wordt gevormd uit stof van de aarde (fysiek), en ontvangt de levensadem van God (geestelijk). Pas in die combinatie “werd de mens tot een levend wezen” — letterlijk: nefesh, ziel.
Geen dualisme, maar geïntegreerde eenheid
In contrast met het Griekse dualisme (ziel goed, lichaam minder), benadrukt de Bijbel:
– Het lichaam is door God gewild, geschapen en behouden.
– De ziel is het centrum van beleving, relatie en innerlijke dynamiek.
– De geest is de verbindingslijn met God — de adem van leven.
Fragmentarisch denken in de moderne tijd
De moderne westerse cultuur heeft de neiging om de mens op te delen:
– De wetenschap (met name de biomedische) kijkt vooral naar het lichaam en reduceert gedrag tot hersenactiviteit. Alleen wat meetbaar is dat is waar.
– De psychologie focust op het innerlijk, met name de fysiologische meetbaren processen, vaak zonder plaats voor geestelijke dimensies.
– De theologie concentreert zich op het geestelijke, soms ten koste van het lichamelijke of psychologische.
Dit resulteert in behandelmodellen, onderwijs en prediking die maar één aspect van de mens adresseren — wat leidt tot onbalans, vervreemding en vaak onbehandelde wortels van problemen.
Samenvattend
Zowel het godsbeeld als het mensbeeld in de Bijbel zijn gebaseerd op een fundamentele eenheid:
– God is één – en spreekt dus geen dubbele taal via schepping, wetenschap of openbaring.
– De mens is één – en moet daarom integraal benaderd worden, niet gesplitst in geestelijke of lichamelijke vakjes.
Vanuit deze eenheid kunnen theologie, psychologie en fysiologie niet los van elkaar functioneren. Ze moeten elkaar herkennen als partners in het zoeken naar waarheid, heelheid en herstel.

Valse tegenstellingen en hun oorzaken
In de hedendaagse cultuur — ook binnen kerk, zorg en wetenschap — bestaan hardnekkige tegenstellingen die bij nader inzien vals blijken te zijn. Deze schijntegenstellingen ontstaan vaak door eenzijdige denkkaders of door een loslaten van het integrale mensbeeld. Ze belemmeren een gezonde visie op de mens en maken dat theologie, psychologie en fysiologie elkaar niet meer herkennen als deel van één waarheid.
1. Wetenschap vs. geloof – een schijntegenstelling
Een van de meest hardnekkige misvattingen is dat geloof (en dus theologie) in conflict zou zijn met wetenschap. In werkelijkheid is dit een modern idee, ontstaan sinds de Verlichting, waarin ‘geloof’ werd geassocieerd met subjectieve opvattingen, en ‘wetenschap’ met objectieve feiten.
De misvatting: theologie en wetenschap als rivalen
Deze tegenstelling doet geen recht aan de historische werkelijkheid. De moderne wetenschap is juist mede ontstaan in christelijke context, gedragen door het geloof dat de schepping orde en wetmatigheid bezit omdat zij voortkomt uit een rationele, betrouwbare Schepper.
Wetenschap als ontdekking van Gods orde
In een Bijbels mens- en wereldbeeld is ware wetenschap geen bedreiging voor geloof, maar een vorm van eerbiedig onderzoeken van de orde die God in de schepping gelegd heeft. Zoals Kepler zei: “Wij denken Gods gedachten na.” Wetenschap die vertrekt vanuit verwondering kan zelfs een vorm van aanbidding zijn.
Voorbeeld: De fysiologie van stress en de oproep “Wees niet bezorgd” (Mattheüs 6) hoeven elkaar niet tegen te spreken. Integendeel: de theologische oproep tot vertrouwen wordt fysiek en psychologisch onderbouwd.
2. Psychologie zonder ziel?
Veel hedendaagse psychologische benaderingen vermijden het spreken over de ziel. Ze reduceren de mens tot een neuraal, gedragsmatig of sociaal systeem — meetbaar en manipuleerbaar, maar zonder diepere geestelijke kern.
Ontzieling van de mens
Dit komt voort uit een naturalistisch mensbeeld waarin alleen datgene telt wat observeerbaar en empirisch aantoonbaar is. Binnen dit paradigma zijn begrippen als zonde, genade, gebed, roeping, of eeuwigheid betekenisloos.
Gevolg: spirituele leegte
De prijs van deze benadering is hoog: veel mensen vinden in de psychologie wel inzicht, maar geen richting. Wel herkenning, maar geen verlossing. Een mens kan zich ‘begrepen’ voelen, maar toch leeg of verloren.
Nood aan her-verbinding
Psychologie wordt pas werkelijk helend als ze de ziel weer durft te erkennen — als centrum van beleving, relatie én openheid naar God. Denk aan existentiële therapieën, narratieve therapie of christelijke counseling die ruimte geven voor gebrokenheid én hoop.
3. Theologie zonder lichaam?
Tegelijkertijd bestaat binnen de theologie het gevaar van over-spiritualisering. Door nadruk op geestelijke waarheden kunnen het lichaam en het psychische leven gemakkelijk worden genegeerd of zelfs verdacht gemaakt.
Gevaren van onbelichaamde theologie
Dit komt tot uiting in opvattingen als:
“Het lichaam is niet belangrijk, het gaat om je ziel.”
“Ziekte is een gevolg van ongeloof of zonde.”
“Gevoelens zijn onbetrouwbaar (zijn lusten) en moeten worden onderdrukt.”
Zulke ideeën maken het lichaam tot bijzaak of zelfs vijand van het geestelijk leven. Ze leiden tot schuldgevoel, vervreemding van het eigen lijf, en onrealistische verwachtingen van genezing of zelfdiscipline.
Belichaamde theologie: Jezus werd mens
De incarnatie weerspreekt dit radicaal: God werd vlees. Hij at, huilde, sliep, zweette bloed. De opstanding is niet geestelijk-symbolisch, maar lichamelijk-reëel. Het lichaam is dus niet een hinderpaal voor het geestelijk leven, maar een drager ervan.
Voorbeeld: In het avondmaal raken geestelijke en lichamelijke realiteit elkaar letterlijk. Brood en wijn, lichaam en bloed — in het fysieke teken woont geestelijke kracht.
KORTOM: Deze drie valse tegenstellingen (geloof vs. wetenschap, psychologie zonder ziel, theologie zonder lichaam) zijn geen neutrale misverstanden — ze ondermijnen de integriteit van het mens-zijn en verwarren het zicht op God.
Daarom is het herstel van een geïntegreerd mensbeeld niet alleen psychologisch of medisch nodig, maar ook theologisch urgent. Theologie die geen oog heeft voor het lichaam, psychologie die de ziel vergeet, en wetenschap die God buitensluit — ze reduceren allemaal een werkelijkheid die juist in haar samenhang door de Schepper bedoeld is.
De integrale benadering: een drie-eenheid van perspectieven
Wanneer we erkennen dat de mens een eenheid is van lichaam, ziel en geest, kunnen we ook de disciplines die zich op die gebieden richten — fysiologie, psychologie en theologie — zien als complementaire stemmen in de begeleiding en het verstaan van de mens. De echte winst ligt niet in de zuivere afbakening van vakgebieden, maar in het herkennen van hun overlap en samenhang.
Overlappingen: hoe de velden elkaar beïnvloeden
De realiteit van het menselijk functioneren laat zich zelden opsplitsen in één domein. Veel ervaringen zijn tegelijkertijd lichamelijk, psychologisch én geestelijk van aard.
Angst – een multidimensionele ervaring:
– Psychologisch: angst komt voort uit gedachten, overtuigingen en waarnemingen (bv. faalangst, controleverlies).
– Fysiologisch: angst activeert het autonome zenuwstelsel (hartslag, spierspanning, cortisolproductie).
– Theologisch: angst raakt aan vertrouwen in God, afhankelijkheid, en de vraag: wie of wat is werkelijk veilig?
“Wees niet bang, want Ik ben met je” (Jesaja 41:10) is niet alleen een geestelijke bemoediging, maar kan ook een kalmerende werking hebben op de psyche en het lichaam.
Hechting en vertrouwen:
– Psychologisch: hechtingsstijlen worden gevormd in de vroege kindertijd en beïnvloeden relaties en zelfbeeld.
– Fysiologisch: veilige hechting reguleert stress en bevordert neurologische ontwikkeling (oxytocine, vagusactiviteit).
– Theologisch: wie veilig is gehecht, kan zich ook makkelijker overgeven aan Gods liefde. Onveilige hechting maakt Gods nabijheid soms abstract of bedreigend.
Hechting aan mensen weerspiegelt en beïnvloedt de hechting aan God — en omgekeerd.
Praktische voorbeelden
Burn-out:
– Fysiologisch: langdurige stress tast het lichaam aan (hormoonbalans, slaapritme, vermoeidheid).
– Psychologisch: innerlijke overtuigingen (“ik moet voldoen”, “ik mag geen grenzen stellen”) houden het patroon in stand.
– Theologisch: een verstoorde visie op roeping, verantwoordelijkheid of Gods verwachtingen versterkt het uitputtingsproces.
Herstel vraagt dus om rust, cognitieve heroriëntatie én geestelijke reflectie op wie je bent in Christus – los van prestaties.
Trauma:
– Fysiologisch: trauma wordt opgeslagen in het zenuwstelsel (hyperactivatie, dissociatie, PTSS-symptomen).
– Psychologisch: de herinnering is vaak emotioneel overweldigend of onbewust vermeden.
– Theologisch: trauma kan het Godsbeeld beschadigen (God als afwezig, hard, onbetrouwbaar). Maar ook: God kan genezing brengen in de diepste wonden.
“Door Zijn striemen is ons genezing geworden” (Jes. 53:5) krijgt betekenis op álle niveaus.
Pastorale implicaties
Veel hulpverlening (zowel seculier als kerkelijk) schiet tekort omdat ze zich beperkt tot één perspectief:
– Alleen medicatie (fysiologie) dempt symptomen, maar verandert niet de innerlijke overtuigingen of het geestelijk vertrouwen.
– Alleen gesprekstherapie (psychologie) kan inzicht geven, maar soms blijft het lichaam ‘in alarm’.
– Alleen gebed (theologie) richt zich op God, maar kan gevoelens en lichamelijke klachten buiten beschouwing laten.
Wat nodig is: holistische begeleiding
Echte pastorale zorg erkent de mens in al zijn dimensies:
– Ze vraagt door naar levensstijl, lichamelijke grenzen en gezondheid.
– Ze nodigt uit tot zelfonderzoek, verwerking, en relationele groei.
– Ze reikt spirituele richting aan, herstelt het Godsbeeld en verbindt het leven met de belofte van verlossing en hoop.
De pastor die leert luisteren met lichaam, ziel én geest, wordt een brug tussen deze velden – en tussen de mens en God.
KORTOM: Een integrale benadering van de mens herstelt het zicht op de samenhang van lichaam, ziel en geest. Waar die eenheid wordt gehonoreerd, ontstaat ruimte voor heelheid en genezing — niet als resultaat van één methode, maar als vrucht van samenwerking tussen disciplines die samen recht willen doen aan de complexiteit en schoonheid van Gods schepsel: de mens.
Naar een nieuwe praktijk: integratie in zorg, kerk en onderwijs
Een samenhangend mensbeeld blijft niet beperkt tot theorie. Juist in de praktijk – in coaching, pastoraat, onderwijs en opvoeding – blijkt of we werkelijk inzien dat lichaam, ziel en geest met elkaar verweven zijn. Een integrale visie vraagt om bewustwording, samenwerking en nieuwe taal, afgestemd op de context waarin men werkt.
Voor christelijke coaches
Samenwerking tussen geestelijke en medische zorg
Christencoaches bevinden zich vaak op het snijvlak van geestelijke begeleiding en persoonlijke ontwikkeling. Daarom is het van groot belang dat zij:
– herkennen wanneer lichamelijke signalen medische aandacht vereisen (slaapproblemen, burn-out, depressie);
– niet alles ‘geestelijk’ duiden, maar ruimte laten voor fysieke en psychologische oorzaken;
– samenwerken met huisartsen, psychologen of therapeuten waar nodig.
Grenzen en mogelijkheden in de praktijk
Een coach is geen therapeut, arts of pastor, maar kan wel een brug slaan:
– Begeleiding bij zingevingsvragen die verbonden zijn met stress, perfectionisme of levensloop.
– Verheldering van het Godsbeeld dat door trauma of religieuze druk kan zijn vervormd.
– Oefeningen rond lichamelijke signalen, ademhaling, rust en ruimte om te voelen.
Essentieel is: de coach moet zichzelf ook kennen als geïntegreerd mens – mét grenzen.
Voor theologen en predikanten
Hoe je leert denken met meerdere lagen tegelijk
In prediking en pastoraat is het essentieel om niet enkel de geestelijke kant van het mens-zijn aan te spreken. Theologen moeten leren:
– luisteren naar de lichamelijke en psychologische context van mensen;
– theologische begrippen als zonde, verlossing, roeping vertalen naar ervaringswerkelijkheid;
– Bijbelse verhalen ook lichamelijk en emotioneel verstaan (denk aan Jezus’ huilen, aanraking, eten, zweten).
Preken en spreken met oog voor psyche én lichaam
Sommige theologen en denkers zijn ons hierin voorgegaan: zij leerden de mens niet enkel benaderen als geestelijk wezen of theologisch object, maar als ervarend, verlangend en kwetsbaar geheel – met lichaam, ziel en geest in voortdurende wisselwerking.
De vroege denker Friedrich Schleiermacher zag geloof allereerst als een diep innerlijk ‘zin voor het oneindige’ – een besef dat het menselijke gevoel wezenlijk is voor theologie. Søren Kierkegaard voegde daar een existentiële laag aan toe: geloof is geen systeem, maar een persoonlijke sprong – beleefd vanuit angst, vertwijfeling en overgave, vaak juist in het conflict tussen hoofd, hart en lichaam.
In hun spoor lezen Eugen Drewermann en P.J. Rümke Bijbelse en psychologische lagen als spiegel van het innerlijk: zij nemen trauma, angst en verlangen serieus als plekken waar God zich openbaart. Anselm Grün biedt, geworteld in benedictijnse traditie, wegen om geloof te verbinden met het ritme van het lichaam en de emoties, als levenskunst waarin genezing mogelijk wordt.
Samen nodigen zij ons uit om als theologen, predikanten en geestelijk verzorgers niet slechts dogma’s over te dragen, maar te leren spreken met meerdere lagen tegelijk: spiritueel, psychologisch en lichamelijk. Alleen zo kan het Evangelie werkelijk landen in het concrete, doorleefde bestaan van mensen — dáár waar heelheid begint.
Want een preek over rust mag niet alleen geestelijk klinken (“vertrouw op God”), maar ook lichamelijke rust serieus nemen: werkdruk, slaaptekort, stress. En een preek over genezing moet niet alleen over wonderen gaan, maar ook over therapie, verwerking en lichaamswerk als door God gegeven middelen tot herstel.
“De woorden zijn vlees geworden” (Johannes 1:14) — dat geldt ook voor ons spreken.
Voor onderwijs en opvoeding
Holistisch mensbeeld in christelijk onderwijs
Christelijke opvoeding doet meer dan kennis overdragen. Het helpt kinderen en jongeren:
– zichzelf te zien als geschapen naar Gods beeld — met lichaam, gevoelens en geloof;
– lichamelijke reacties te leren herkennen (boosheid, angst, spanning) en verbinden aan gevoelens en gedrag;
– geloof niet los te koppelen van de rest van hun leven, maar te integreren in keuzes, relaties en zelfzorg.
Kinderen leren dat lichaam, gevoel en geloof samenhangen
Kinderen worden snel gesplitst: hoofd (school), hart (thuis), geloof (kerk). Een integrale aanpak brengt deze bij elkaar:
– In gesprek over emoties (psalmen zijn daar een prachtig hulpmiddel in).
– In lichamelijke oefeningen (stilte, ademhaling, gebedshoudingen).
– In geloofsvorming die veiligheid, hechting en vertrouwen benadrukt — niet alleen regels en waarheden.
Een kind dat leert: “God houdt van je zoals je bent” — voelt dat ook in zijn lijf als die liefde wordt weerspiegeld in de klas en thuis.
KORTOM: Een integrale mensvisie verandert de praktijk:
– Coaches begeleiden niet alleen mentale processen, maar letten ook op het lichaam en de ziel.
– Theologen spreken niet alleen over eeuwige waarheden, maar raken het hele leven van de mens aan.
– Opvoeders vormen kinderen tot mensen die mogen voelen, denken, geloven — en groeien als geheel.
Wanneer lichaam, ziel en geest samen erkend worden, wordt niet alleen het mensbeeld hersteld, maar ook het beeld van God als Schepper die niets buiten beschouwing laat. Heelheid ontstaat waar verdeeldheid wijkt.
Terug naar het hart van God
God spreekt zichzelf niet tegen. Zijn schepping getuigt juist van éénheid, samenhang en orde. Wanneer wij de mens als geschapen naar Zijn beeld in losse, losstaande delen knippen — theologie apart, psychologie apart, fysiologie apart — dreigen we het diepste van die scheppingswaarheid te verliezen.
Deze fragmentatie leidt niet alleen tot een verarming van ons mensbeeld, maar ook tot een verarming van ons geloofsleven en pastorale handelen. Het is daarom hoog tijd voor herstel: een integrale mensvisie die theologie, psychologie en fysiologie niet als tegenpolen, maar als vensters op dezelfde werkelijkheid beschouwt — onder één Schepper, die mens, ziel en lichaam in eenheid en liefde vormt.
Zo’n visie nodigt ons uit tot een holistische benadering van het menselijk bestaan, waarin we het geloof niet loskoppelen van het innerlijk functioneren of van het lichamelijk welzijn, maar ze als één samenhangend geheel leren verstaan. Alleen dan kunnen we het beeld van God in de mens werkelijk eer aandoen en recht doen aan de complexiteit en schoonheid van het leven dat Hij gaf.