Zij ziet
Zij ziet wat hij nog niet ziet
Volgens de meest recente gegevens van Eurostat uit 2020 wordt in de Europese Unie gemiddeld 31,6% van de landbouwbedrijven geleid door vrouwen. Dit betekent dat ongeveer 68,4% van de landbouwbedrijven door mannen wordt gerund. Er zijn echter aanzienlijke verschillen tussen de lidstaten. In landen als Letland en Litouwen is het percentage vrouwelijke bedrijfsleiders veel hoger, met respectievelijk 45% en 45%. In Nederland was dit percentage 5,2%, in Duitsland 10,8%, in Denemarken 7,7% en in Malta 6,0%. In Nederland is dat dus aanzienlijk lager dan het Europese gemiddelde.
Het is belangrijk op te merken dat deze cijfers betrekking hebben op de formele bedrijfsleiding. Vrouwen spelen vaak een cruciale rol als meewerkende echtgenotes of in andere ondersteunende functies binnen het familiebedrijf, maar worden mogelijk niet altijd als formele bedrijfsleider geregistreerd.
In veel agrarische familiebedrijven wordt de koers bepaald in de stal, of in de schuur, op het erf of bij het belastingkantoor of de bank. Maar de échte toekomstvragen beginnen meestal ergens anders: aan de keukentafel, tijdens het overleg met het gezin, of in de slaapkamer in die zeldzame momenten van rust. Daar stelt zij die vraag die het verschil maakt: “Willen we dit over tien jaar nog zo doen?” of “Zie ik onze kinderen ons familiebedrijf op deze manier succesvol voortzetten?”
Het lijkt onschuldig, maar juist die vraag is vaak het begin van verandering. Van innovatie. En opvallend vaak komt die beweging niet van de trekker, maar van de vrouw erachter.
Eigenlijk is dat logisch. In mijn coachpraktijk voor familiebedrijven worden die natuurlijke man-vrouw verschillen namelijk steeds duidelijker:
* Focus
Hij richt zich op een specifieke, vaak zakelijke focus. Zij kijkt breder, met oog voor het bedrijf én de omgeving.
* Traditie versus vernieuwing
Hij is meer gericht op het behouden van tradities en gevestigde werkwijzen. Zij neigt naar het doorvoeren van vernieuwingen, zodat ze meer thuis zijn en meer kansen creëren voor de kinderen.
* Relatiebeheer
Hij legt de nadruk op zakelijke netwerken en groei. Zij heeft meer aandacht voor het onderhouden van langdurige, persoonlijke relaties binnen en buiten het bedrijf.
* Communicatiestijl
Hij is doorgaans direct en taakgericht. Zij communiceert empathisch en heeft oog voor sfeer en emoties.
* Loyaliteit versus toekomstgerichtheid
Hij voelt een sterke loyaliteit aan de familie en het verleden. Zij richt zich op mogelijkheden voor de toekomst, zoals zorg voor de kinderen en opvolging.
Natuurlijk is dit geen zwart-witplaatje dat voor iedereen geldt, maar het is wat ik in de praktijk vaak zie — en wat ook biologisch verklaarbaar is.
Innovatie begint bij anders kijken
Innovatie is niet altijd techniek of nieuwe machines. Vaak begint het met lef om oude patronen te bevragen en het gewoon eens anders te doen. Vaak uit het verlangen om meer samen te kunnen doen of meer tijd te hebben voor de kinderen.
Vrouwen brengen daarin vaak andere thema’s naar voren: bodemgezondheid, diversificatie, samenwerking met zorg of onderwijs, en maatschappelijke betrokkenheid. Ze kijken niet alleen naar wat er wordt geproduceerd, maar juist ook naar hoe er gewerkt wordt.
Denk aan omschakelen naar biologisch boeren, het starten van een neventak zoals een boerderijwinkel of zorgactiviteiten, of het anders organiseren van arbeid en de balans tussen werk en gezin.
Casus van Alie en Aart:
In een melkveebedrijf in de regio voelde zij al langere tijd de druk van het intensieve werk en de hoge werkdruk op haar man. Tegelijkertijd wilde ze hun jonge kinderen meer van dichtbij kunnen zien opgroeien. Vanuit die wens stelde zij voor om te stoppen met haar werkzaamheden buiten de deur en het bedrijf te verbreden met een kleinschalige boerderijwinkel en streekproducten, gecombineerd met een zorgboerderij waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt konden meewerken.
Aanvankelijk was Aart terughoudend: hij vertrouwde vooral op de melkproductie en de bestaande routines. Tijdens onze coachgesprekken ontstond ruimte om samen te verkennen wat deze nieuwe takken konden betekenen voor Alie en voor Aart, maar ook voor hun relatie en het gezin. Langzaam groeide het vertrouwen, en inmiddels is de boerderijwinkel een belangrijke aanvulling op het inkomen en draagt de zorgboerderij bij aan het welzijn van de familie en de lokale gemeenschap.
Daarnaast hebben ze samen de arbeidsverdeling aangepast, waardoor ze nu meer tijd met hun kinderen kunnen doorbrengen zonder de bedrijfsvoering in gevaar te brengen. Deze innovatie begon niet met machines, maar met anders durven kijken — en praten over wat écht belangrijk is.
Waarom het vaak onder de radar blijft
Veel vrouwen zien zichzelf niet als ondernemer, ook al zijn ze dat feitelijk wél. Vrouwen zijn van nature onzekerder. In agrarische familiebedrijven nemen mannen vaak het woord tijdens externe gesprekken, terwijl beslissingen achter de schermen meestal samen worden genomen.
Deze situatie komt voort uit een combinatie van culturele bescheidenheid en traditionele rolverdelingen die vaak onbewust in stand worden gehouden. Daardoor blijft de invloed van vrouwen soms onderbelicht, terwijl zij vaak de stille kracht achter belangrijke innovaties en veranderingen zijn.
Dit heeft ook gevolgen voor de opvolging. Veel dochters voelen zich minder vanzelfsprekend geroepen om het familiebedrijf voort te zetten dan zonen, waardoor kansen voor vernieuwing en nieuwe energie soms verloren gaan.
Casus: Berdien nam het overzicht
In een familiebedrijf waar het werk jarenlang vooral door Bert werd gevoerd en hij het woord voerde tijdens externe gesprekken, viel het op dat het bedrijf stilviel in zijn ontwikkeling. Tijdens coachgesprekken bleek dat Berdien het bedrijf veel breder zag: ze hield overzicht over financiën, zorgde voor het contact met leveranciers en dacht na over nieuwe mogelijkheden zoals een boerderijwinkel en duurzame teeltmethoden. Bert vond dat lastig, want zijn moeder had zich ook nooit zo met het reilen en zeilen bemoeid. Maar na enige aanmoediging en begeleiding durfde zij steeds vaker mee te praten in gesprekken met banken en afnemers. Haar brede blik en empathische communicatiestijl zorgden ervoor dat er nieuwe kansen werden herkend en dat de gesprekken veel soepeler verliepen. Ik genoot ervan hoe de eerst traditionele rolverdeling langzaam maar zeker een gelijkwaardig partnerschap werd. Hoe zij haar verlegenheid en bescheidenheid overwon en naast hem kwam te staan als volwaardige gesprekspartner en medeondernemer. Na enige aarzeling bij Bert, werd hij heel trots op de manier waarop zij het deden. Dit gaf niet alleen het bedrijf nieuwe energie, maar ook hun samenwerking binnen het gezin groeide en zeker hun relatie!
Mannen met een nieuwe blik
Stel je eens voor…
Wat als je je partner niet alleen ziet als steunpilaar, maar als gelijkwaardige denker, mede-eigenaar, mede-dromer?
Wat als je haar ideeën niet wegwuift als ‘leuk erbij’, maar serieus neemt als richtinggevend?
Wat als je haar blik op de toekomst – die soms ongemakkelijk eerlijk is – je juist helpt om verder te komen dan je ooit dacht?
Vrouwen hoeven niet op het podium. Ze willen niet met een vlag voorop. Ze zijn geen concurrenten. Maar ze willen wél gezien worden. In hun rol, in hun visie, in hun verlangen om samen te bouwen aan jullie familiebedrijf dat klopt. Voor nu én voor later.
Daar begint echte innovatie. Niet met een machine of subsidie, maar met luisteren naar elkaar. Met samen durven dromen. En het beste van elkaar inzetten voor iets dat groter is dan jezelf: een gezond, levend, toekomstgericht familiebedrijf.
Casus – Een zus ziet het potentieel
Neem Carla, de zus van Cees. Ze werkte jarenlang als vormgever in loondienst, maar voelde dat haar creativiteit ergens anders tot bloei moest komen. Toen haar broer het familiebedrijf uitbreidde met plannen voor recreatie en verduurzaming, zei ze: “Ik wil iets bijdragen!”
Ze bood aan om mee te denken over de beleving op het erf. Over hoe mensen die langskomen meer kunnen ervaren. Ze ontwierp een informatiepad voor kinderen, dacht mee over een huisstijl, en nam de communicatie op zich. Maar daar bleef het niet bij.
Carla droomde van een plek waar ze ook zelf kon wonen, dichter bij de aarde, dichter bij haar broer en schoonzus. Ze stelde voor om samen een tiny house te bouwen op het erf. Een plek voor haar – én voor workshops, over voeding, creativiteit, kringlopen en zorg. Een plek waar het familiebedrijf nog meer lagen kreeg.
Cees aarzelde eerst. Hij zag risico’s, twijfelde of dit het “boeren” niet vertroebelde. Maar Clara hield vol en zijn vrouw steumde haar. Niet dwingend, maar met visie. Ze zag iets wat hij nog niet zag: dat dit niet óf-óf was, maar én-én. Dat haar bijdrage niet in de weg stond, maar de onderneming toekomst gaf. En dus deden ze het samen.
Het huis staat er nu. Klein, warm, en vol ideeën. Het is gebouwd met hun eigen handen, met hun gedeelde vertrouwen. Niet als prestigeproject, maar als teken: zo kan het ook. Samen. Familie. Gelijkwaardig. Ieder met zijn eigen kracht.
Mijn ervaring als coach
In mijn coachpraktijk zie ik het keer op keer: het zijn vaak de vrouwen die als eerste het gesprek openen. Over opvolging, over een koerswijziging, of gewoon over hoe het thuis gaat. Ze voelen eerder aan wanneer het begint te wringen. Ze merken dat hij zich overwerkt, dat er te weinig tijd is voor de kinderen, dat het bedrijf alles opslokt — maar er niet per se beter van wordt. Het voelt als vechten tegen de bierkaai.
Zij is dan vaak degene die vraagt: “Willen we dit leven eigenlijk nog wel?” Niet omdat ze kritisch is op het bedrijf, maar omdat ze verlangt naar een andere balans. Naar meer samen. Meer lucht. Meer toekomst.
En als die vraag eindelijk uitgesproken mag worden — zonder schuld, zonder verwijt — gebeurt er iets bijzonders. Dan gaan ze elkaar weer zien. Hij haar, in haar zorgen én ideeën. Zij hem, in zijn verantwoordelijkheid én twijfel. En juist in dat wederzijds zien, ontstaat ruimte. Ruimte voor echte gesprekken. Voor verandering die gedragen wordt.
Ik heb het meegemaakt dat er nieuwe mogelijkheden op tafel kwamen die niemand had voorzien. Een andere manier van boeren. Een zorgtak. Meer samenwerking met anderen. Niet omdat het ‘moest’, maar omdat het klopte. Omdat ze samen durfden te kiezen voor een toekomst die bij hén past.
En die beweging? Die begint bijna altijd met één eenvoudige vraag — vaak van haar kant:
“Kunnen we hier samen eens naar kijken? Wil jij met ons meekijken?”
‘Klaar voor de toekomst’
De toekomst van de sector vraagt om vernieuwing — niet alleen op het erf, maar ook in de manier waarop we naar elkaar kijken.
Als we vrouwen werkelijk in hun kracht zetten, bouwen we bedrijven die steviger staan, breder denken en beter voorbereid zijn op wat komt.
Dus ja, de tractor mag slimmer, de stal duurzamer —
maar de échte innovatie begint misschien wel thuis.
Bij haar stem, die zegt: “Kunnen we het ook anders doen?”