Niemandsland – de grote angsten en het verlangen naar terugkeer
In mijn boek in wording ‘Exodus: spiegel voor persoonlijke ontwikkeling‘ beschrijf ik het psychologische proces van het Exodusverhaal hoofdstuk voor hoofdstuk. Deze serie geeft op de onderdelen van de woestijn als noodzakelijk niemandsland meer taal. Want in de woestijn — het niemandsland tussen oud en nieuw — worden we uitgenodigd om te groeien. Het is een ruimte van stilte, strijd en ontmoeting, waar oude zekerheden wegvallen en iets nieuws kan ontstaan. Deze serie verkent de diepe wijsheid, psychologische processen en spirituele lessen die schuilgaan in de woestijnreis van transitie en transformatie.
1 – De woestijn spreekt; 2 – De grote angsten en het verlangen naar terugkeer; 3 – Van slavernij naar eigenaarschap; 4 – Spiegel voor Innerlijk Leiderschap; 5 – School voor gemeenschap; 6 – Een poort naar de toekomst en 7 – Stemmen in stilte, tekens in zand
In de overgang naar vrijheid komt de diepste angst boven: wat als ik faal, verdwijn, ontwortel? De roep om terug te keren naar ‘de vleespotten van Egypte’ is niet belachelijk, maar herkenbaar. Dit artikel onderzoekt hoe het niemandsland onze hechting aan oude patronen blootlegt — en waarom deze worsteling essentieel is voor echte groei.
Wat als leegte geen belofte lijkt, maar bedreiging?
“Waren we maar gestorven in Egypte… daar hadden we vlees, brood en zekerheid.” (Exodus 16:3)
In de overgang naar vrijheid komt de diepste angst boven: wat als ik faal, verdwijn, ontwortel? De roep om terug te keren naar ‘de vleespotten van Egypte’ is niet belachelijk, maar herkenbaar. Dit artikel onderzoekt hoe het niemandsland onze hechting aan oude patronen blootlegt — en waarom deze worsteling essentieel is voor echte groei.
We kennen allemaal momenten waarop het oude leven is weggevallen, maar het nieuwe zich nog niet aandient. Burn-out. Rouw. Geloofscrisis. Midlife. Je weet wat je niet meer wilt, maar je weet nog niet wie je aan het worden bent. Wat ooit houvast gaf — werk, relatie, rol, geloofsbeeld — is verbrokkeld, en wat komt is nog onzichtbaar. Deze tussenruimte, dit niemandsland, roept niet alleen verlangen naar vrijheid op, maar ook diepe, irrationele angst.
Angst is niet rationeel – het is existentieel
De woestijn confronteert mensen met de essentie van vrijheid: het ontbreken van controle, het loslaten van structuren, het aankijken van het onbekende.
Vanuit psychologisch perspectief (o.a. Erik Erikson, Donald Winnicott) is dit het moment waarop het ‘kind’ in ons naar voren komt:
* Dat innerlijke kind dat hunkert naar veiligheid, bevestiging, voorspelbaarheid.
* Dat bang is om fouten te maken, afgewezen te worden, alleen te zijn.
* Dat geleerd heeft dat aanpassing loont, en dat overleven belangrijker is dan leven.
In het niemandsland is er geen ouder meer om tegenaan te leunen, geen systeem om je aan vast te klampen. Je staat alleen — en dat roept paniek op bij het deel in ons dat nooit geleerd heeft om zichzelf te dragen.
Oude patronen als overlevingsstrategie
Onze overlevingsstrategieën worden in de woestijn zichtbaar als nooit tevoren:
* Pleasen (zoals de Israëlieten Mozes smeken om terug te gaan).
* Controleren (mopperen op het gebrek aan structuur).
* Afhankelijkheid (wachten tot iemand anders het oplost).
* Projecteren (God en Mozes krijgen de schuld van de onrust).
Deze strategieën zijn geen “fouten”, maar overblijfselen van een tijd waarin we nog niet konden kiezen. Ze zijn overlevingsmechanismen die ooit functioneel waren — maar die nu belemmeren om werkelijk vrij te worden.
“Totdat je het onbewuste bewust maakt, zal het je leven sturen en zul je het je lot noemen.”
– Carl Jung
Van regressie naar groei
De psycholoog Erich Fromm noemt dit “de vlucht uit vrijheid”:
Zodra vrijheid verantwoordelijkheid blijkt te vragen, vluchten we vaak onbewust terug naar onderwerping, afhankelijkheid of structurele herhaling van oud gedrag.
Toch is deze confrontatie nodig. De roep om terug te keren naar Egypte is geen teken van mislukking, maar een cruciale fase in het transitieproces.
Zonder deze fase — waarin projecties, angsten en regressie naar boven komen — kan er geen werkelijke groei plaatsvinden.
Het volk moet leren voelen wat het eerst niet kon verdragen.
Ze moeten leren wachten, hopen, geloven — zonder voorraadschuren, zonder zekerheid, zonder controle.
En daar, in die naakte ruimte, wordt het innerlijke fundament voor echte vrijheid gelegd.
Reflectie & oefening
* Waar in jou leeft nog de stem die roept: “Laat me teruggaan naar het oude” — zelfs als dat oude jou klein hield?
* Welke patronen herken je in jezelf als reactie op onzekerheid: controle, pleasegedrag, afhankelijkheid, boosheid, projectie?
* Oefening:
Ga zitten in stilte.
Stel je voor: je staat op de grens van Egypte en de woestijn.
Achter je het bekende leven. Voor je: leegte.
Wat voel je?
Laat de stem in jou spreken die terug wil.
Schrijf een brief namens die stem.
Schrijf daarna een antwoord — zachtmoedig, maar volwassen.
Wat heeft dit deel in jou nodig om de volgende stap te durven zetten?
Psychologische grond
De psychologische grond: angst voor vrijheid en verantwoordelijkheid
De woestijn is niet alleen geografisch een tussenruimte, maar ook psychologisch een spiegel.
Wat daar zichtbaar wordt, is een oud innerlijk script: de diepe, vaak onbewuste angst voor vrijheid.
Angst voor vrijheid – Fromm en Jung
Erich Fromm beschrijft in Escape from Freedom (1941) hoe vrijheid een paradox in zich draagt:
we verlangen er vurig naar, maar zodra we haar ervaren — als verlies van structuur, zekerheden en controle — willen we ervan wegvluchten.
Vrijheid roept existentiële vragen op:
Wie ben ik, als niemand mij zegt wat ik moet doen? Wat wil ík eigenlijk? Waar sta ik voor?
Veel mensen schrikken voor die vragen terug. Niet omdat ze zwak zijn, maar omdat vrijheid vraagt om iets wat we zelden leren:
verantwoordelijkheid voor het eigen innerlijk.
Carl Jung gaat nog dieper. Hij stelt dat de mens niet alleen bang is voor vrijheid, maar voor het Ware Zelf.
“Mensen doen alles, hoe absurd ook, om de confrontatie met hun eigen ziel te vermijden.”
– C.G. Jung
Wat we het meeste vrezen is niet de vijand buiten ons, maar de leegte binnenin — het onzekere, ongevormde, nog-niet-weten.
Daarom keert het ego het liefst terug naar de comfortzone van het bekende, zelfs als dat lijden betekent.
In de woestijn komt deze dynamiek tot uiting in het collectieve terugverlangen:
“Waren we maar gestorven in Egypte… daar hadden we vlees en brood.”
De slavernij lijkt opeens aantrekkelijk, omdat ze structuur gaf — maaltijden, ritme, voorspelbaarheid.
Dit is regressie: een psychische terugval naar afhankelijkheid, omdat de volwassen vrijheid nog te eng voelt.
Projectie en slachtofferschap: “Mozes, jíj hebt dit gedaan!”
Wat in het volk Israël gebeurt, zien we ook in onszelf terug:
de impuls om onze angst extern te plaatsen — op een leider, een partner, een systeem, zelfs op God.
“Mozes, waarom heb jíj ons hierheen geleid?”
In psychologische termen: projectie.
De woestijn ontneemt houvast, en dat maakt kwetsbaar. In plaats van die kwetsbaarheid te dragen, schuiven we de oorzaak van onze onrust buiten onszelf.
Zo blijft de oude afhankelijkheidsrelatie bestaan: iemand anders moet het oplossen, ik ben slechts slachtoffer van omstandigheden.
Maar de woestijn laat zich niet controleren — en dat is haar spirituele functie.
Ware spirituele volwassenwording begint wanneer we de projecties terugnemen.
Wanneer we durven zeggen:
* Dit is míjn angst.
* Ik weet het niet, en dat is oké.
* Ik mag onzeker zijn en toch kiezen.
* Niemand anders kan dit pad voor mij lopen.
De uitnodiging van de woestijn: innerlijk eigenaarschap
De grote omslag begint daar waar mensen hun woede, angst en onzekerheid niet meer afreageren op buitenstaanders, maar erkennen als deel van hun eigen reis.
Dat is geen moreel oordeel, maar een noodzakelijke stap in de ontwikkeling van het Zelf.
Het volk in de woestijn is als een kind dat net loskomt van het ouderlijk huis:
onzeker, zoekend, boos, kwetsbaar — maar onderweg naar volwassenheid.
Zoals Jung zei: “Individuatie begint waar de persona faalt.”
Ofwel: echte ontwikkeling begint wanneer de oude identiteit (rol, masker, gewoonte) niet langer werkt.
De tussenruimte is dus geen storing van het leven, maar zijn geheime motor.
Het is de plek waar oude patronen sterven — en iets nieuws geboren kan worden.
Reflectie & oefening
* Herken je bij jezelf momenten van regressie — de neiging om terug te willen naar wat je kent, zelfs als het je niet meer voedt?
* Op wie projecteer jij soms jouw angst of onzekerheid? Een partner, je coach, God, een systeem?
* Wat zou het betekenen om die projecties terug te nemen — en jezelf daarin met compassie te dragen?
Oefening: Schrijf een brief vanuit het deel in jou dat terugverlangt naar het oude (veiligheid, structuur, bevestiging).
Laat daarna een ander deel van jou antwoorden — de volwassene, die weet dat leegte ook belofte draagt.
Wat ontstaat er in de ontmoeting tussen deze twee stemmen?
Oude wijsheden
De vleespotten van Egypte – symbool van verslaving aan het bekende
Egypte staat in de Joodse traditie niet alleen voor fysieke slavernij, maar ook als archetype voor innerlijke gevangenschap.
Het is de plaats waar de mens vastzit in patronen die onderdrukken, beperken en verstikken — maar tegelijk vertrouwd en schijnbaar veilig zijn.
De Midrash zegt hierover: “De slavernij was zoet geworden.”
De ketenen waren niet alleen ijzer, maar ook gewenning. Wat je lang genoeg vasthoudt, wordt vanzelf een deel van je identiteit — hoe pijnlijk ook.
Psychologisch gezien is dit vergelijkbaar met wat verslaving of emotionele afhankelijkheid is:
men blijft hangen in het bekende, omdat het onbekende te bedreigend voelt.
Deze “zoetheid” is een valkuil die de innerlijke vrijheid blokkeert.
De woestijn als onttrekking – ruimte voor groei
De woestijn staat voor het tegenovergestelde: het ontbreken van overvloed, van zekerheid, van voorspelbaarheid.
God neemt de vleespotten weg, maar geeft dagelijks manna — net genoeg voor vandaag, zonder voorraad of controle.
Deze “goddelijke onttrekking” is geen straf, maar een diepzinnig pedagogisch middel.
Spiritueel is het een oefening in overgave en vertrouwen:
Vertrouwen groeit niet uit de zekerheid van overvloed, maar uit het durven loslaten en ontvangen wat gegeven wordt.
Het is een uitnodiging om niet te grijpen naar controle, maar de leegte te betreden als een vruchtbare ruimte.
In die ruimte wordt de ziel gevormd — leert de mens echt vrij te worden.
Reflectie
* Welke “vleespotten” in jouw leven geven je schijnveiligheid, maar houden je gevangen?
* Hoe ervaar je de leegte van de woestijn — als bedreiging of als uitnodiging?
* Waar mag je leren vertrouwen op het manna van vandaag, in plaats van te blijven grijpen naar controle?
Deze oude wijsheden helpen ons de pijn en paradox van het niemandsland te begrijpen als een noodzakelijke stap op weg naar innerlijke volwassenheid.
Psychologische onderbouwing: het kind in ons en de angst voor vrijheid
De woestijnervaring is niet alleen een externe reis, maar vooral een intense innerlijke transitie, waarin het oude zelf sterft en het Ware Zelf is nog niet geboren. Vanuit de psychologie van Carl Gustav Jung is dit een fundamenteel proces van individuatie: het worden van je authentieke zelf door integratie van bewust en onbewust.
Het innerlijke kind: angst voor het nieuwe
Het overlevingsmechanisme, is vaak diep gehecht aan patronen en rollen die veiligheid en herkenning bieden. Deze “oude persona” functioneert als een soort psychologisch pantser en beschermingsmechanisme. Jung beschreef hoe de confrontatie met het onbekende Zelf — het centrum van onbewuste krachten en potentie — intense angst oproept:
* Het innerlijke kind, dat symbool staat voor onze kwetsbare, afhankelijke en vaak onbeantwoorde behoeftes, is gevangen in oude patronen en overlevingsstrategieën die ooit bescherming boden in onveilige omstandigheden.
* Deze overlevingsmechanismen kunnen zich manifesteren als emotionele terugtrekking, afhankelijkheid van autoriteit, of juist rebelse wanhoop, en vormen een psychologische weerstand tegen verandering.
* De angst die hiermee gepaard gaat, kan zo overweldigend zijn dat het kind in ons liever blijft hangen in de slavernij van het oude — ook al doet het dat met lijden — dan het onzekere pad van vrijheid en zelfstandigheid te bewandelen.
Angst voor vrijheid als regressie (Erich Fromm)
Zoals we in de inleiding zeiden, belicht Erich Fromm in zijn boek Escape from Freedom hoe vrijheid paradoxaal genoeg ook angst en vluchtgedrag oproept. Vrijheid betekent immers verantwoordelijkheid en onzekerheid. De mens die niet geleerd heeft om verantwoordelijkheid te dragen, kan zich psychologisch vastklampen aan oude zekerheden, hoe beklemmend ook.
* Terugverlangen naar Egypte — “had ons maar bij de vleespotten gelaten” — is zo’n psychologische vlucht uit de angst: een regressie naar afhankelijkheid en bekende, voorspelbare situaties.
* Deze regressie is ook een vorm van ego-illusie: het vasthouden aan een onnatuurlijke rol als slachtoffer of slaaf om niet het risico te hoeven nemen om te groeien.
Het ego-transformatieproces: van Valse Zelf naar het Ware Zelf
Jung stelt dat ware individuatie begint als de oude persona faalt en het ego wordt uitgedaagd om te sterven en te herrijzen:
“De ontmoeting met het Zelf brengt een confrontatie met schaduwkanten en onbekende aspecten van het innerlijk.”
De woestijn, als niemandsland, symboliseert deze confrontatie waar het ego zijn illusies en zelfbescherming moet loslaten. Dit is een diepe psychologische crisis waarin:
– De oude rol van slachtoffer of afhankelijkheid moet worden afgelegd.
– De ego-identiteit zich opent voor het collectieve onbewuste en spirituele transformatie.
– Het individu leert om het innerlijke kind te troosten, integreren en begeleiden naar autonomie.
Hechtingspsychologie en het innerlijke kind
Uit de hechtingstheorie blijkt dat veel van onze angsten en overlevingsmechanismen wortelen in onveilige vroege hechtingen. Dit verklaart waarom het kind in ons vaak bang is om los te laten:
* Onveilige hechting leidt tot angst voor verlating, onzekerheid en een verhoogde behoefte aan controle of afhankelijkheid.
* De woestijn is dan ook een situatie waarin die diepe hechtingsangst aan het licht komt, en ons uitdaagt om te leren vertrouwen — in het leven, in onszelf, en in het onbekende.
* Deze innerlijke reis naar vrijheid gaat altijd gepaard met het helen van het innerlijke kind, zodat het los kan komen van oude pijn en open kan staan voor nieuwe verbondenheid.
De psychologische kern van het niemandsland is een diepe transitie van angst en regressie naar vertrouwen en volwassenheid. De mens staat oog in oog met zijn eigen schaduw en het kwetsbare kind in zichzelf, die vasthoudt aan het bekende uit angst voor het nieuwe. Maar juist door deze angsten onder ogen te zien en te integreren, kan het ego sterven en het Zelf geboren worden — een moedige stap naar innerlijke vrijheid en volwassen leiderschap.
Filosofie en theologie
Het niemandsland, de woestijn, is door de geschiedenis heen een krachtig symbool geworden voor de plek waar oude zekerheden verdwijnen en het nieuwe nog niet zichtbaar is. Het is een ruimte van onzekerheid en verlatenheid, maar ook van diepe innerlijke beweging. Veel theologen en mystici benadrukken dat deze fase geen tijdelijke straf of leegte is, maar een noodzakelijke voorwaarde voor spirituele groei, ethische bewustwording en ontmoeting met de Ander.
Søren Aabye Kierkegaard stelt dat geloof niet voortkomt uit rationele zekerheid, maar uit een existentiële sprong van vertrouwen in het onbekende. Het niemandsland symboliseert deze paradoxale situatie: je hebt het oude, vertrouwde achter je gelaten, maar het nieuwe is nog niet zichtbaar. Hier is geen geleidelijke overgang mogelijk, maar alleen een moedige keuze, een sprong in het absurde — een stap die je maakt zonder garanties, puur op het vertrouwen dat het pad zich zal ontvouwen. Deze sprong markeert het begin van authentiek bestaan en innerlijke volwassenheid.
Emmanuel Levinas benadrukt dat ethiek wortelt in de ontmoeting met de Ander — een ontmoeting die pas echt kan plaatsvinden wanneer ik mijn eigen comfortabele zekerheden loslaat. Het niemandsland is ethisch heilig omdat het de ruimte opent waar de Ander verschijnt, ons uit onze egocentrische zelfgerichtheid trekt en ons uitnodigt tot een radicale verantwoordelijkheid. In deze ontmoeting wordt het zelf voortdurend herijkt en vernieuwd, en ontstaat een gemeenschap die niet gebaseerd is op dwang, maar op wederzijdse erkenning en respect.
Simone Weil spreekt over de “vruchtbare afwezigheid van God”: een paradox waarbij Gods ogenschijnlijke terugtrekking juist een ruimte opent voor ware vrijheid en ontvankelijkheid. Niet een afwezigheid zonder betekenis, maar een uitnodiging om het mysterie aan te gaan, waarin de ziel kan leren wachten zonder houvast.
De middeleeuwse mysticus Meister Eckhart onderstreept dat het ‘leeg worden’ – het loslaten van het ego en de controle – een voorwaarde is om door het goddelijke gevuld te worden. De woestijn is in zijn visie dan geen strafplek, maar een heilige voorbereidingsruimte waar het innerlijk sterft om nieuw leven te ontvangen.
Paul Tillich voegt hieraan toe dat de moed om te bestaan juist ligt in het durven dragen van de angst en twijfel die het loslaten van zekerheden met zich meebrengt. Deze existentiële “durf tot het zijn” maakt het mogelijk om te vertrouwen, zelfs als er geen garantie is voor de uitkomst. Lees verder: paul-tillich-moed-om-te-zijn/ en paul-tillich-moed-om-te-zijn/
En dan is er de diepgaande ervaring van de ‘donkere nacht van de ziel’, zoals beschreven door Johannes van het Kruis. In dit proces wordt het hele zelf doorgezuiverd en ontdaan van alle illusies en vaste grond. Hoewel het een beproeving is van leegte en lijden, leidt het uiteindelijk tot een nieuw bewustzijn van vrijheid en eenheid. Lees verder: johannes+van+het+kruis
Samen wijzen deze stemmen ons erop dat de woestijn, hoe angstaanjagend en leeg ook, een heilige ruimte is waarin het vertrouwen ontstaat dat onze ziel roept — een transformatieve tussenruimte waarin het oude sterft en het nieuwe nog geboren moet worden.
Bemoediging en uitnodiging
Je bent niet zwak omdat je terugverlangt — je bent mens.
Die stem die fluistert: “Was het maar weer zoals vroeger, bij de vleespotten van Egypte,” leeft in ons allemaal. Het is de stem van het kleine kind in ons dat houvast zoekt in een wereld die ineens onzeker is geworden. Het is de natuurlijke menselijke reactie op verlies, leegte en verandering. Het betekent niet dat je iets verkeerd hebt gedaan of dat je faalt in jouw proces — het betekent simpelweg dat je mens bent.
Wees zacht voor jezelf. Erken die angst, die heimwee, die twijfel. Ze zijn geen vijand, maar boodschappers die je vertellen hoe groot deze overgang is. Terugverlangen is een vorm van rouw: een afscheid van wat vertrouwd was, een afscheid van veiligheid die misschien nooit helemaal veilig was, maar wel gekend.
Innerlijke vrijheid vraagt moed — niet de moed om alles meteen te weten, maar de moed om te rouwen om het oude en toch open te blijven staan voor het nieuwe, ook al is dat onzichtbaar en ongrijpbaar. Het vraagt het vertrouwen dat, zelfs in die grote leegte, er iets groeit — iets dat jou werkelijk vrij zal maken.
Je bent niet alleen in deze ervaring. Veel grote mystici, filosofen en mensen die de spirituele weg gingen, hebben deze angst en dit verlangen gekend. Hun wijsheid nodigt je uit om jezelf te dragen in deze paradox: dat je kwetsbaar mag zijn en toch krachtig, dat je mag terugkijken en tegelijk vooruit mag gaan.
Gun jezelf de tijd en de ruimte om te voelen, te rouwen, te wachten. Dit is geen teken van zwakte, maar van diepte. Het is de vruchtbare stilte waarin jouw ziel haar ware vrijheid vindt.
Reflectie & oefening
Waar in jou klinkt nog de stem: “Laat me teruggaan naar het oude”?
Neem even de tijd om te luisteren — zonder oordeel — naar die stem van verlangen en angst. Waar in je leven hoor je die fluistering die terug wil naar het bekende, het vertrouwde, het veilige? Welke patronen en gewoonten lijken je een schijnveiligheid te bieden, terwijl ze eigenlijk de ruimte wegnemen om werkelijk vrij te zijn?
Oefening – een innerlijk gesprek
Schrijf een brief aan dat deel in jou dat terug wil naar Egypte — dat deel dat hunkert naar zekerheid, herkenning en voorspelbaarheid. Laat het alles zeggen: de zorgen, de angsten, het verdriet, maar ook de verlangens en de pijn. Geef het een stem, laat het gehoord worden.
Schrijf daarna een antwoord vanuit je innerlijk volwassen zelf, vanuit het deel dat durft te leven in de woestijn, dat het onbekende aandurft en vertrouwt op de groei die in de leegte ontstaat. Laat dit deel zacht en bemoedigend zijn, maar ook krachtig en vol vertrouwen.
Deze oefening helpt je om de polen in jezelf te ontmoeten, te erkennen en ruimte te geven — een noodzakelijke stap op weg naar innerlijke vrijheid en volwassenheid.
LEES VERDER: 3 – Van slavernij naar eigenaarschap