Voortdurende vernieuwing
“Laat u voortdurend vernieuwen in uw geest en uw denken en trek de nieuwe mens aan, die naar Gods wil geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid.”
— Efeziërs 4:23–24 (HSV)
De misvatting van morele gedragsverbetering
Deze passage uit de Efeziërsbrief wordt vaak uitgelegd als een oproep tot zedelijke verbetering: beter leven, betere keuzes maken, je oude fouten achter je laten. Hoewel er morele implicaties zijn, is deze uitleg oppervlakkig en doet ze geen recht aan de radicale transformatie waar Paulus op doelt. Wie alleen spreekt over “beter gedrag” mist het centrale punt: dit is een oproep tot een volledige vernieuwing van identiteit — een existentiële verschuiving van wie je bént, niet alleen van wat je doet.
In de kern gaat het hier over de overgang van wat in mystieke en psychologische termen het Valse Zelf genoemd wordt naar het Ware Zelf. Dit artikel werpt licht op deze diepe laag door terug te keren naar de grondtekst, de theologische context te duiden, en vervolgens bruggen te slaan naar de mystieke traditie en moderne psychologie.
Exegese: de grondtekst en syntaxis van Efeziërs 4:23–24
De Griekse tekst:
– ‘voortdurend vernieuwd worden’ -> een passieve infinitief in de tegenwoordige tijd. Het is een proces dat ontvangen wordt, niet gemaakt. Geen zelfverbetering, maar overgave aan een werkzaamheid van de Geest.
– ‘in de geest van uw denken’ -> Niet slechts het verstand, maar de diepste innerlijke gesteldheid, waar geest en denken samenkomen. De plek van motivatie, bewustzijn, zingeving.
– ‘aantrekken, aandoen’ -> Beeldspraak voor een nieuwe identiteit aannemen, zoals kleding. Niet tijdelijk, maar een nieuwe staat van zijn.
– ‘de nieuwe mens’ -> nieuw wijst op iets totaal anders in kwaliteit, geen opgepoetste versie van het oude.
– ‘die geschapen is naar God’ -> Echo van Genesis 1:26 — de mens naar Gods beeld. Hier suggereert Paulus een herschepping van dat oorspronkelijke beeld.
– ‘in rechtvaardigheid en heiligheid van de waarheid’ -> Niet alleen morele eigenschappen, maar existentiële kenmerken van het Ware Zelf dat in waarheid leeft, niet in illusie of afgescheidenheid.
Theologische context: Paulus’ visie op identiteit
In Efeziërs 4 werkt Paulus een cruciaal thema uit: de ontmanteling van de oude mens en het aandoen van de nieuwe mens. Wat voorafgaat in vers 17–22 is essentieel: “…zoals de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is…”
Hier wordt het oude leven niet enkel als immoreel, maar als illusoir en ontheemd getypeerd. Het is leven buiten de waarheid, leven zonder verbinding met de Bron. Dit ‘oude denken’ is volgens Paulus niet slechts fout, maar verduisterd – het mist het licht van de waarheid die God is.
Daartegenover staat de nieuwe mens als herschepping in Christus. De centrale beweging is dus niet ethisch, maar ontologisch: de mens wordt een nieuw schepsel.
Het Valse Zelf en het Ware Zelf
Wat Paulus beschrijft als “de oude mens” komt opvallend overeen met wat de christelijke mystieke traditie aanduidt als het Valse Zelf. Denk aan:
– Meester Eckhart: het ego als een illusoire ‘ikheid’ die moet sterven om God te kunnen ontvangen.
– Johannes van het Kruis: de “nacht van de ziel” als ontmanteling van het Valse Zelf, zodat het Ware Zelf in God kan opstaan.
– Thomas Merton: het Valse Zelf als een geconstrueerd ik dat leeft in angst, controle en schijn, en dat het Ware Zelf — het ‘ik in God’ — bedekt.
Het Valse Zelf is het ego, het overlevingsmechanisme dat leeft vanuit afgescheidenheid, angst en zelfbescherming. Het is de oude mens die leeft vanuit ‘de leugen’, zoals Paulus het noemt: een leven zonder waarachtigheid, gedreven door begeerten en conditionering.
Het Ware Zelf daarentegen is de mens in zijn oorspronkelijke waarheid: verbonden met God, geworteld in liefde, levend in genade. Deze nieuwe mens is geen project of ideaalbeeld, maar een gegeven identiteit — herschapen naar Gods beeld.
Van bewustzijn naar eenheid
In de contemplatieve traditie — van de woestijnvaders tot moderne leraren als Thomas Keating of Cynthia Bourgeault — zien we dezelfde beweging: van het afgescheiden bewustzijn (ego) naar het unitive consciousness waarin de mens leeft vanuit Gods aanwezigheid in zichzelf.
De vernieuwde “geest van het denken” (Efez. 4:23) is precies dat: een innerlijk weten dat niet meer wordt beheerst door oordeel, angst of prestatie, maar door aanwezigheid en liefde. Contemplatie is geen techniek, maar een weg naar het Ware Zelf door ontlediging van het Valse Zelf.
Psychologie en spiritualiteit: overlevingsmechanismen en integratie
Ook in de moderne psychologie, met name in jungiaanse en transpersoonlijke benaderingen, vinden we dit onderscheid terug:
– Het ego als noodzakelijk maar beperkt functionerend bewustzijn.
– Het Ware Zelf als diepere, oorspronkelijke identiteit verbonden met het Zelf (in Jungiaanse termen: het goddelijke centrum in de mens).
– Trauma en conditionering als bronnen van het Valse Zelf: aangepaste gedragspatronen, maskers, schaduwstukken.
– Integratie als genezing: het innerlijk kind omarmen, de schaduw ontmoeten, het hart openen.
De oproep van Paulus om “vernieuwd te worden in geest en denken” is hier niet slechts religieus, maar existentiële heling: het terugkeren tot een waarheid over jezelf die onder alle lagen van vervreemding en angst nog steeds intact is.
Een oproep tot overgave, niet tot inspanning
Efeziërs 4:23–24 is geen moralistische vermaning, maar een mystieke uitnodiging. Paulus roept niet op tot “betere keuzes”, maar tot het loslaten van een valse identiteit en het ontvangen van een nieuwe existentiële werkelijkheid: de mens in God, zoals zij oorspronkelijk bedoeld is.
Het is een uitnodiging om te sterven aan het ego, en opnieuw geboren te worden — niet als prestatie, maar als overgave.
“Want u bent gestorven, en uw leven is verborgen met Christus in God.”
— Kolossenzen 3:3
Leven in waarheid
Om deze tekst werkelijk te verstaan, moeten we bereid zijn het oude leven – inclusief onze religieuze zekerheden, prestaties, angsten en maskers – achter ons te laten. Het pad naar de nieuwe mens is smal, niet omdat het moeilijk is, maar omdat het diep gaat. Omdat het alles vraagt. Niet méér inspanning, maar volledige innerlijke beschikbaarheid.
Zoals Meister Eckhart het zei: “Om Gods waarheid in jou te vinden, moet je alle dingen loslaten, inclusief jezelf.”
Er zijn verrassend veel bijbelteksten die – expliciet of impliciet – gaan over het proces van transformatie van de oude naar de nieuwe mens, oftewel: het loslaten van het Valse Zelf en het leven vanuit het Ware Zelf in God. Hier volgt een overzicht, thematisch gegroepeerd, met korte toelichting per tekst:
* Kolossenzen 3:9–10: “U hebt de oude mens met zijn daden uitgetrokken en de nieuwe aangedaan, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van zijn Schepper.”
Bijna woordelijk parallel aan Efeziërs 4. Hier zie je de actieve en passieve kant: aantrekken én vernieuwd worden. De nieuwe mens is een herschepping naar het oorspronkelijke beeld van God (Genesis-echo).
* Romeinen 12:2: “Word niet gelijkvormig aan deze wereld, maar word innerlijk veranderd door de vernieuwing van uw denken…”
Essentiële tekst over metanoia: een radicaal nieuwe manier van waarnemen en denken. Niet aanpassen aan de buitenwereld (vorm), maar je binnenwereld laten transformeren (wezen).
* 2 Korintiërs 5:17: “Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden.”
Niet een verbetering, maar een ontologische omslag: nieuwe schepping. Oude patronen, maskers, ego-structuren zijn voorbij; je leeft in een andere werkelijkheid.
* Galaten 2:20: “Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij.”
Radicale identificatie met het sterven van het ego-zelf (Valse Zelf). Wat blijft, is een ik dat leeft in en door Christus (Ware Zelf).
* Romeinen 6:6: “Ons oude mens is met Hem gekruisigd, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden…”
Hier verbindt Paulus de oude mens expliciet met de kracht van zonde (ego, afgescheidenheid), die alleen door sterven overwonnen wordt.
* Romeinen 8:13–14: “Als u naar het vlees leeft, zult u sterven; maar als u door de Geest de daden van het lichaam doodt, zult u leven.”
Leven “naar het vlees” = leven vanuit het oude zelf (begeerten, controle, afgescheidenheid). De Geest is de kracht die het Ware Zelf tot leven brengt.
* Galaten 5:24–25: “Wie van Christus zijn, hebben het vlees gekruisigd met zijn hartstochten en begeerten. Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen.”
De oude mens wordt niet geslepen of gecorrigeerd, maar gekruisigd. Alleen de Geest kan het nieuwe leven in ons opwekken.
* Johannes 3:3: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien.”
Jezus spreekt met Nicodemus over de noodzaak van een radicaal nieuwe oorsprong. Niet een religieuze verbetering, maar een geboorte van binnenuit.
* Romeinen 13:14: “Maar bekleed u met de Heere Jezus Christus, en verzorg het vlees niet om begeerten op te wekken.”
Christus aantrekken is je identificeren met het Ware Zelf — niet als theorie, maar als je werkelijke identiteit.
* Galaten 3:27: “U allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed.”
Bekleed zijn met Christus = in zijn identiteit wandelen. Geen extern geloofssymbool, maar innerlijke transformatie.
* Johannes 8:31–32: “Als u in Mijn woord blijft, bent u werkelijk Mijn discipelen; en u zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u vrijmaken.”
Waarheid is hier geen dogma, maar existentiële herkenning: je ware zelf in God leren kennen. De waarheid bevrijdt ons van het Valse Zelf.
* 1 Johannes 3:2: “Geliefden, nu zijn wij kinderen van God; en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn…”
De nieuwe mens is al een realiteit, maar nog niet ten volle zichtbaar. Spirituele groei is het proces van geleidelijke onthulling van het Ware Zelf.
* Johannes 15:4–5: “Blijf in Mij, dan blijf Ik in u… zonder Mij kunt u niets doen.”
De kern van het Ware Zelf is in Christus blijven: eenwording, verbondenheid, leven vanuit een ander centrum dan jezelf.
* Psalm 51:12–13 – “Schep in mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een standvastige geest. Verwerp mij niet van Uw aangezicht en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg.”
Toelichting:
Het Hebreeuwse woord voor “scheppen” wordt zelden gebruikt en verwijst meestal naar Gods scheppende macht (Genesis 1).
David vraagt niet om zelfverbetering, maar om een herschepping van het innerlijk. Hier klinkt de roep van de ziel die haar Valse Zelf erkent (schuld, zonde, gebrokenheid) en haar Ware Zelf verlangt: een zuiver hart, gevoed door Gods Geest.
Mystiek: Deze tekst is een klassiek gebed van innerlijke ontlediging en hergeboorte — een thema dat ook voorkomt bij de woestijnvaders.
* Jesaja 43:18–19 – “Denk niet aan wat eertijds gebeurd is, let niet op het verleden. Zie, Ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt?”
Toelichting:
Dit is een oproep tot perceptievernieuwing: zie met andere ogen. Het oude verleden (je Valse Zelf, je conditionering) moet worden losgelaten. God werkt nu, ondergronds — het nieuwe groeit al, ook al is het nog niet zichtbaar.
Mystiek: Dit echoot de beweging van verlichting: de sprong voorbij mentale gehechtheid naar openheid voor het onbekende.
* 2 Korintiërs 3:18 – “Wij allen die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid.”
Toelichting:
Dit gaat over transformatie door contemplatie. “Onbedekt gezicht” is zonder maskers, zonder Vals Zelf. “Veranderd naar hetzelfde beeld” is hersteld tot ons Ware Zelf, het beeld van God in ons.
Mystiek: Dit is een kerntekst voor de apofatische traditie (ontlediging) en ook voor het contemplatieve gebed: transformatie gebeurt niet door werken, maar door aanschouwen.
* Filippenzen 3:7–10 – “…omwille van de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere. Om Zijnentwil heb ik alles prijsgegeven en beschouw ik het als vuilnis, opdat ik Christus mag winnen en in Hem gevonden wordt…”
Toelichting:
Paulus beschrijft hier een volledige ontmanteling van zijn ego-identiteit: afkomst, prestaties, religieuze status – allemaal losgelaten. Wat overblijft is: in Christus gevonden worden en dan is de identiteit niet meer in het ego, maar in het Ware Zelf.
Mystiek: Deze passage is de mystieke kenosis (ontlediging): de geestelijke armoede die ruimte maakt voor God.
* Lukas 9:23–24 – “Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, dagelijks zijn kruis opnemen en Mij volgen. Want wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het behouden.”
Toelichting:
“Zichzelf verloochenen” dat is het loslaten van het Valse Zelf. “Zijn leven verliezen” dat is afsterven aan het ego, het zelfbeeld, de controle. Paradoxaal: alleen door loslaten komt bevrijding.
Mystiek: De kruisweg als innerlijke weg: sterven aan het zelf, leven in God. Dit is de kern van alle christelijke mystiek.
* Genesis 32 – “U hebt gestreden met God en mensen en hebt overwonnen.”
Toelichting:
In deze archetypische scène worstelt Jakob met “een man” (God/engel). Hij verliest, maar wint ook: zijn oude naam (Jakob – bedrieger) wordt vervangen door een nieuwe identiteit: Israël. Hij wordt gewond én gezegend – exact wat innerlijke transformatie vaak inhoudt.
Mystiek: De ontmoeting met het goddelijke leidt tot een crisis van identiteit, gevolgd door een nieuwe naam: je Ware Zelf.
* Openbaring 2:17 – “Aan wie overwint… zal Ik een wit steentje geven, en daarop geschreven een nieuwe naam, die niemand kent dan wie hem ontvangt.”
Toelichting:
De “nieuwe naam” is een Bijbels symbool voor een nieuwe identiteit, ontvangen van God. Deze naam is verborgen voor anderen – het Ware Zelf is mysterie, niet te objectiveren.
Mystiek: Je diepste identiteit is iets gegeven – en dieper dan elke rol, status of zelfdefinitie.
* Galaten 4:19 – “Mijn kinderen, van wie ik opnieuw in barensnood ben totdat Christus in u gestalte krijgt!”
Toelichting:
Paulus beschrijft hier het geboorteproces van het Ware Zelf. “Christus in u gestalte krijgen” dat is niet alleen geloven in Christus, maar Christus in jou vorm laten krijgen.
Mystiek: Dit is de innerlijke incarnatie: het Christus-bewustzijn dat zich vormt in de ziel.
* Matteüs 5:8 – “Zalig zijn de reinen van hart, want zij zullen God zien.”
Toelichting:
Het ‘reine hart’ is niet moralistisch bedoeld, maar verwijst naar een hart zonder verdeeldheid: vrij van ego-agenda’s. God zien = leven vanuit het Ware Zelf, in directe relatie met de Bron.
Mystiek: De eenheid van hart is voorwaarde voor het schouwen van God (vergelijk: The Cloud of Unknowing).