De sterke vrouw in jezelf herkennen (7)
Dit artikel hoort bij de serie: de-sterke-vrouw-wie-zal-haar-vinden. In eerdere artikelen ontdekten we hoe vrouwen krachtig, dragend en herstellend kunnen zijn, maar ook hoe deze kracht eeuwenlang werd verborgen, onderdrukt of verwaarloosd. In dit artikel richten we ons op de reis naar binnen: het ontdekken van de eigen stem, het helen van overlevingsmechanismen die van generatie op generatie zijn doorgegeven, en het volledig claimen van vrouwelijke kracht. Deze innerlijke weg is geen bijzaak, maar een noodzakelijke stap om persoonlijk en relationeel volledig te bloeien.
De weg naar binnen
Zoals in mijn boek ‘De fik erin. Op weg naar een vurige relatie’ te lezen is, gaat de vrouw rond haar 23ste naar binnen. Bij alles wat ze doet, vraagt ze zich af: wat vinden anderen van mij?’, ‘Doe ik het wel goed?’, ‘Doe ik er wel toe?’, ‘Kan ik het wel?’ Voor vrouwen begint het echte volwassen worden op het moment waarop ze beseffen dat ze dat niet bij anderen moet zoeken, maar ze zich naar binnen moeten keren om zichzelf te begrijpen. Zelfkennis is geen luxe, maar een noodzakelijke stap om de innerlijke kracht van chayil te kunnen ontwikkelen en tot ontwikkelen tot (op latere leeftijd) het oermoederschap. Zonder dat innerlijke onderzoek blijft een vrouw functioneren vanuit aanpassing, externe verwachtingen en onbewuste patronen — precies de krachten die generaties lang het vrouwelijke hebben overschaduwd.
Dit keerpunt is essentieel: zolang een vrouw vooral reageert op wat van buitenaf op haar wordt geprojecteerd, kan ze haar eigen richting niet bepalen. Het gaat om autonomie en authentiek worden: het vermogen om je leven vorm te geven vanuit je eigen waarden en uit eigen gaven en talenten, niet vanuit overlevering of sociale normering.
Daarom start deze weg voor haar meestal al in haar twintiger jaren. Niet omdat vrouwen op die leeftijd al “wijs” hoeven te zijn, maar omdat ze dan voor het eerst voldoende afstand krijgen tot hun gezin van herkomst om te zien welke overtuigingen, angsten en verwachtingen zij onbewust hebben over/meegenomen. Als dit innerlijke werk wordt uitgesteld, blijven die patronen in het volwassen leven doorwerken — in relaties, werk, moederschap en identiteit. Het vormt letterlijk een blokkade voor het ontwikkelen van de volwassen, dragende vrouwelijke kracht, het oermoederschap: een vrouw met innerlijke grond, onderscheidingsvermogen en zelfverantwoordelijkheid.
In het joods-christelijke denken zien we dat dit proces van naar binnen keren geen modern psychologisch idee is, maar een eeuwenoud principe. Hanna bidt in stilte omdat ze iets probeert te ordenen in haar binnenwereld. Maria bewaart woorden in haar hart omdat integratie tijd en innerlijke ruimte vraagt. De tent van Sara functioneert als een symbolische binnenruimte waar reflectie, begrenzing en vrouwelijke wijsheid worden geoefend. Deze figuren staan niet voor mystiek afzondering, maar voor een vorm van innerlijke volwassenheid: eerst begrijpen wat er in jezelf leeft, voordat je kunt gaan handelen vanuit deze kraccht.
Wanneer een vrouw bewust naar binnen keert, begint ze systematisch te onderscheiden wat van haar is, en wat afkomstig is uit opvoeding, religie, cultuur of loyaliteit. Dit is psychologisch gezien schaduwwerk: oude patronen herkennen, emoties valideren, en onderdrukte delen van het zelf integreren. Ze heeft haar oorspronkelijke identiteit buiten de rollen die haar zijn opgelegd te onderzoeken en te ontdekken wat echt bij haar past.
Dit onderscheidingsproces is het fundament van chayil.
Niet de uiterlijke daadkracht, maar de innerlijke helderheid: weten wie je bent, wat je voelt, en waar je voor staat.
Pas wanneer een vrouw haar binnenwereld bewust begint te onderzoeken, kan ze steeds meer krachtig en aanwezig zijn zonder zichzelf te verliezen. Dit is de basis waarop elke vorm van volwassen vrouwelijkheid wordt gebouwd, inclusief de oermoeder: niet als archetypische ideaalfiguur, maar als een vrouw die vanuit innerlijke stevigheid kan dragen, begrenzen en verbinden.
Identiteit terugclaimen
Elke vrouw ontdekt op een bepaald moment dat ze niet vrij leeft, dat iets hen terugtrekt, vast houdt. Hun identiteit is niet (volledig) door henzelf gevormd. Ze dragen overtuigingen, gedragspatronen en emotionele reflexen die niet uit hun eigen ervaring voortkomen, maar uit de familiegeschiedenis, de cultuur waarin ze opgroeiden, of uit impliciete verwachtingen over wat een “goede” dochter, partner, werknemer of moeder hoort te zijn.
Dit is het logische gevolg van socialisatie én van loyaliteit: vrouwen passen zich vaak diepgaand aan om harmonie te bewaren, bevestiging te krijgen of afwijzing te voorkomen. Dit raakt aan het vraagstuk van authenticiteit: in hoeverre leef je vanuit je eigen bron, en in hoeverre vanuit geërfde rollen?
Identiteit terugclaimen begint met herkennen wat niet van jou is.
Niet om het af te wijzen, maar om het te kunnen onderscheiden!
Vragen zoals:
– Wat is mijn stem, los van de stemmen die ik heb geïnternaliseerd?
– Welke verlangens heb ik jarenlang weggeduwd omdat ze niet pasten binnen wat “hoorde”?
– Welke kracht heb ik nooit erkend omdat ik ervan uitging dat die niet gewenst of toegestaan was?
Dit soort vragen zijn geen introspectieve luxe, maar noodzakelijke instrumenten om een innerlijk onderscheidingsvermogen te ontwikkelen. Het gaat er niet om een nieuwe identiteit te construeren, maar om terug te keren naar een oorspronkelijke laag die nooit verdwenen is, maar overstemd werd.
Wanneer een vrouw dit proces aangaat, ontstaat er iets wat je innerlijke autonomie zou kunnen noemen:
het vermogen om keuzes te maken die niet voortkomen uit angst, afhankelijkheid of sociale conditionering, maar uit een diepgevoelde helderheid over wat klopt voor haar.
Dat betekent niet dat zij zich af hoeft te keren van haar achtergrond of familie, maar dat zij niet langer onbewust leeft vanuit overgenomen aannames. Ze neemt verantwoordelijkheid voor haar eigen richting. Ze maakt ruimte voor haar eigen autoriteit. Ze erkent kracht die eerder verborgen bleef.
Identiteit terugclaimen is daarmee geen breuk met het verleden, maar een integratie: je neemt jezelf terug uit de handen van geschiedenis, verwachting en loyaliteit, en plaatst jezelf weer in je eigen centrum.
Dat is een essentiële stap in het ontwaken van chayil: zonder eigenaarschap over je eigen identiteit blijft kracht altijd afhankelijk van externe goedkeuring. Met dit eigenaarschap ontstaat een rustige, volwassen vorm van autonomie — niet luid, maar stevig; niet defensief, maar helder.
Het terughalen van schaduwdelen
Elke vrouw draagt verschillende dimensies van kracht in zich. Sommige zijn zichtbaar en sociaal geaccepteerd — zoals zachtheid, zorgzaamheid en relationele gevoeligheid. Andere liggen dieper: assertiviteit, strategisch inzicht, strijdvaardigheid, morele moed. Deze minder zichtbare krachten vormen geen afwijking of uitzondering, maar behoren tot de menselijke compleetheid van een vrouw.
Toch groeien veel vrouwen op met de overtuiging dat bepaalde delen van hen ongepast, te intens of te confronterend zijn. Vanuit sociale conditionering leren ze hun krachtige kanten te temperen, terwijl hun zachte kanten worden benadrukt of zelfs geëist. Het gevolg is een gespleten innerlijk: een deel dat wordt getoond, en een deel dat wordt weggeduwd naar wat psychologisch de schaduw wordt genoemd — dat wat er wel is, maar niet geleefd mag worden.
Het terughalen van schaduwdelen is daarom geen theoretische oefening, maar een diepgaand proces van volwassen worden. Het vraagt om eerlijk kijken naar wat je ooit hebt onderdrukt omdat het niet paste binnen de normen waarin je bent opgegroeid. Niet om het dominante deel te vervangen, maar om een vollediger beeld van jezelf te herstellen.
In oude verhalen vinden we drie krachtige voorbeelden van hoe vrouwelijke archetypen zich op verschillende manieren kunnen manifesteren:
– De vrouw die moedig richting geeft, helder oordeelt en niet wegblijft van verantwoordelijkheid.
– De vrouw die trouw is, zorgend én strategisch, en daardoor vernieuwende ruimte kan scheppen.
– De vrouw die haar zichtbaarheid durft te claimen, risico’s neemt en handelt voor een groter goed dan alleen haar eigen belang.
Deze figuren laten zien dat vrouwelijke kracht nooit eendimensionaal is. In elke vrouw leeft zowel de zachte als de vurige energie, zowel de ontvankelijke als de daadkrachtige. Maar wanneer één van deze polen onderdrukt wordt, verliest het geheel zijn integriteit.
Dat leidt tot innerlijke frictie: vrouwen voelen dat ze niet “heel” zijn, maar functioneren vanuit een vernauwd deel van zichzelf. Dit raakt aan de vraag naar volledigheid en menswording — niet het ideaalbeeld, maar het geïntegreerde zelf, het Ware Zelf.
Het werk dat hier nodig is, bestaat uit drie stappen:
– Herkennen welke delen van jezelf je hebt weggeduwd en welke situaties of overtuigingen dit veroorzaken
– Accepteren dat deze kanten legitiem en nodig waren, ook als ze ooit angst opriepen.
– Integreren zodat je zowel je zachtheid als je kracht vanuit één en dezelfde kern kunt leven.
Het volledig claimen van vrouwelijke kracht betekent niet kiezen tussen tederheid of vastberadenheid, maar de twee samenbrengen tot een coherent geheel. Niet om harder te worden, maar om vollediger te worden: een vrouw die zowel kan dragen als begrenzen, zowel kan luisteren als handelen, zowel aanwezig kan zijn als positioneren.
Dat is de volwassen vorm van innerlijke kracht waar chayil naar verwijst — niet fragmentarisch, maar geïntegreerd; niet opgelegd, maar door zichzelf teruggewonnen.
Hoe herken je schaduwdelen in het dagelijks leven?
Schaduwdelen worden niet zichtbaar door erover na te denken, maar door te letten op de momenten waarop je innerlijk vastloopt. Ze laten zich zien in gedrag, in relaties, in lichamelijke reacties en in morele dilemma’s. Een paar herkenbare ingangen:
1. Sterke emoties die “niet passen”
Je kunt herkennen dat er een schaduwkracht actief is wanneer je een duidelijke emotie voelt die je onmiddellijk wilt wegdrukken: boosheid, kracht, grensbesef, maar ook verlangen, ambitie of zelfverzekerdheid.
De automatische reactie — “dit mag ik niet voelen” — wijst meestal op een onderdrukt deel dat gezien wil worden.
2. Patronen van vermijden of aanpassen
Wanneer je steeds opnieuw situaties mijdt waarin je zichtbaar, direct of krachtig zou moeten zijn, geeft dat aan dat een assertieve of moedige kant van jezelf nog niet volledig geïntegreerd is. Omgekeerd kan overmatige zorgzaamheid of conflictvermijding juist wijzen op het onderdrukken van jouw begrenzende of richtinggevende archetype.
3. Lichamelijke signalen
Het lichaam registreert schaduwdelen eerder dan het hoofd:
– spanning in buik of bekken bij het stellen van een grens
– dichtklappen in de borst bij het uitspreken van een behoefte
– druk op je keel wanneer je iets wilt zeggen maar het inneemt
Deze reacties zijn geen zwakte, maar aanwijzingen dat je in de buurt komt van iets dat hoort bij jouw kracht.
4. Helden die je aantrekken — of triggeren
Mensen of personages die je bewondert om hun helderheid, moed of strategie, wijzen vaak naar delen van jezelf die je nog niet volledig leeft.
Evenzo kunnen vrouwen die precies dát laten zien wat jij onderdrukt — directheid, zichtbaarheid, vastberadenheid — juist irritatie oproepen. Psychologisch gezien is dat een uitnodiging om naar binnen te kijken.
5. Keuzes die je maakt om “lief gevonden te worden”
Wanneer beslissingen vooral draaien om harmonie, bevestiging of schuldvermijding, is dat een teken dat een deel van jou (het strategische, onafhankelijke, grensbewakende deel) nog ruimte nodig heeft. Volwassen kracht ontstaat wanneer keuzes voortkomen uit integriteit, niet uit afhankelijkheid.
6. De terugkerende gedachte: “Ik ben te veel” of “Ik ben niet genoeg”
Deze gedachten wijzen niet op jouw werkelijke identiteit, maar op geïnternaliseerde overtuigingen die de toegang tot je volledige potentieel beperken.
Schaduwdelen staan precies in het gebied dat door deze oordelen wordt afgeschermd.
Hoe begin je met integratie, met persoonlijke ontwikkeling?
Integreren van schaduwdelen betekent dat je jezelf toestaat om meer te worden van wat je al bent — maar waar je geen toegang toe had.
Een paar praktische stappen:
* Begin met nieuwsgierigheid, niet met oordeel
Vraag jezelf af: Wat probeert deze emotie of reactie mij te vertellen over een deel van mezelf dat ik nog niet leef?
* Benoem het deel in neutrale taal
In plaats van: “Ik ben te fel”
probeer: “Er is een deel dat duidelijk wil zijn.”
Taal bepaalt of je iets wegdrukt of ruimte geeft.
* Zoek micro-momenten om het deel te oefenen
Kleine handelingen zijn vaak de sleutel:
– één grens uitspreken
– één behoefte verwoorden
– één keuze maken die niet gebaseerd is op verwachte reacties van anderen
* Gebruik je lichaam als richtingwijzer
Het bekken en de onderbuik geven vaak onmiddellijk aan wat klopt of niet klopt.
Vraag jezelf: Waar voel ik spanning? Waar voel ik energie? Wat trekt naar voren, wat trekt terug?
* Reflecteer zonder moraal
Het doel is niet “goed gedrag”, maar zelfkennis.
Innerlijke volledigheid ontstaat niet door deugdzaamheid, maar door eerlijkheid.
Waarom dit essentieel is voor vrouwelijke kracht
Zonder schaduwdelen terug te halen blijft vrouwelijke kracht eenzijdig en daardoor kwetsbaar.
Zachtheid zonder vuur leidt tot uitputting.
Vuur zonder zachtheid leidt tot verharding.
Het volwassen vrouwelijke — de kracht die in oude verhalen steeds weer terugkomt (Lees: Clarissa Pinkola Estes, ‘De ontembare vrouw, als archetype in mythen en verhalen‘) — ontstaat wanneer beide polen worden herkend, geïntegreerd en geleefd.
Dan ontstaat niet alleen balans, maar stevigheid:
de vrouw die zowel kan ontvangen als handelen, zowel kan dragen als begrenzen, zowel kan verbinden als positioneren.
Dit is de innerlijke volwassenheid waar chayil naar verwijst.
Ritmes en cycli
Een van de meest onderschatte aspecten van vrouwelijke kracht is dat ze zich niet lineair ontwikkelt, maar cyclisch. In veel moderne samenlevingen wordt dit cyclische karakter genegeerd of zelfs actief onderdrukt: het ideaal van constante productiviteit, emotionele gelijkmatigheid en permanente beschikbaarheid maakt geen ruimte voor een natuur die in golven beweegt.
Een vrouw leeft echter niet vanuit één vaste modus, maar vanuit biologische en psychologische ritmes die voortdurend informatie geven: over energie, grenzen, helderheid, ontvankelijkheid, daadkracht en herstel.
Deze ritmes – menstruatie, vruchtbaarheid, zwangerschap, geboorte, overgang – zijn geen losse gebeurtenissen, maar vormen een eigen innerlijk ecosysteem. Wie deze cycli wil begrijpen, moet niet kijken naar wat ze “kosten” in termen van ongemak of tijd, maar naar wat ze onthullen over hoe vrouwelijke kracht werkt.
Cycli als bron van informatie:
Elke cyclus kent fasen met een eigen intelligentie:
– momenten van hoge energie en gerichtheid
– momenten van reflectie en terugtrekking
– momenten van creativiteit en intuïtieve scherpte
– momenten van begrenzen en opruimen
Deze cycli vormen een ingebouwd regulatiesysteem. Het lichaam is niet iets waar je je doorheen moet werken, maar een richtinggevend principe dat laat voelen wanneer handelen vanzelf gaat en wanneer stilte nodig is.
Veel vrouwen herkennen dat wanneer ze tegen deze ritmes ingaan – door prestatie, druk, negeren van signalen of medicatie die het lichaam dempt – ze op langere termijn het contact met hun intuïtie verliezen. Niet omdat intuïtie verdwijnt, maar omdat de signalen niet meer gehoord of begrepen worden. Estés beschrijft dit als de “verharde” vrouw: degene die haar instinctieve weten niet kwijt is, maar er niet meer op durft te vertrouwen.
De prijs van het negeren van de cyclus
Wanneer vrouwen proberen een lineair mannelijk ritme te volgen – altijd hetzelfde tempo, altijd beschikbaar, altijd stabiel – ontstaat er disharmonie. Niet alleen lichamelijk (uitputting, hormonale ontregeling), maar ook psychologisch: het verlies van innerlijk onderscheidingsvermogen.
Want cycli zijn niet alleen ritmisch, maar ook moreel informatief.
Ze laten voelen wanneer je moet handelen,
wanneer je moet wachten,
wanneer je moet helen,
en wanneer je een grens moet trekken.
Wie deze fasen negeert, leeft uiteindelijk vanuit externe eisen in plaats van interne wijsheid. Dat maakt een vrouw niet zwakker omdat haar biologie complex is, maar omdat haar natuurlijke kompas wordt overstemd.
Ritmes als fundament van volwassen vrouwelijke autonomie
Het respecteren van je eigen ritme is geen terugval in traditioneel vrouwbeeld, maar een vooruitgang richting belichaamde autonomie. Het vraagt om het serieus nemen van de kennis die in het lichaam is opgeslagen – kennis die niet rationeel afgedwongen kan worden.
Het lichaam reageert sneller dan het denken:
– het voelt wanneer een situatie niet klopt
– het geeft aan wanneer er actie nodig is
– het trekt zich terug wanneer er integratie moet plaatsvinden
– het opent wanneer er creatie mogelijk is
Dit is geen mystiek principe, maar een integratief: lichaam, psyche en ervaring vormen samen een kompas dat vrouwen vaak pas later in hun leven opnieuw leren lezen.
Waarom dit zoveel uitmaakt voor vrouwelijke kracht
Een vrouw die haar ritme kent, heeft toegang tot iets dat constant presteren nooit kan geven: innerlijke precisie.
Ze weet wanneer ze scherp is en wanneer ze moet rusten.
Ze weet wanneer ze ontvankelijk is en wanneer ze richting moet geven.
Ze weet wanneer ze moet spreken en wanneer ze moet zwijgen.
Deze precisie maakt haar niet voorspelbaar, maar betrouwbaar – voor zichzelf en anderen.
En dit is precies waar het archetype van de “ontembare vrouw” op wijst: niet een vrouw die wild en ongeremd leeft, maar een vrouw die haar eigen natuur kent en niet langer toestaat dat die wordt verdraaid, genegeerd of onderdrukt.
Het terugvinden van ritmes en cycli is daarmee geen romantische terugkeer naar oerinstinct, maar een herwaardering van een verloren stuk zelfkennis. Een vrouw die haar ritme respecteert, beweegt niet minder door het leven, maar anders: met meer focus, meer autonomie en meer innerlijke stabiliteit.
De wijsheid van het lichaam – Beslissingen nemen vanuit het bekken
In veel Westerse tradities heeft het denken eeuwenlang zicht afgescheiden van het lichaam. Rationaliteit werd verheven tot de hoogste vorm van weten, terwijl lichamelijke signalen als ruis, zwakte of subjectiviteit werden beschouwd. Voor vrouwen heeft dit een diepe sporen nagelaten: hun meest natuurlijke vorm van intelligentie — een breed, relationeel, contextgevoelig weten — werd geneutraliseerd of wantrouwend bekeken.
Maar de wetenschap sluit zich steeds meer aan bij wat vrouwen intuïtief altijd begrepen hebben: het lichaam is geen uitvoerder van het hoofd, maar een vorm van cognitie op zichzelf. Het verzamelt informatie, verwerkt prikkels, signaleert gevaar, beoordeelt relaties en geeft richting, vaak sneller dan bewuste gedachten.
Voor vrouwen ligt een groot deel van die responsieve intelligentie in het bekkengebied. Dit is geen mystieke claim, maar een neurobiologische: hier komen zenuwbanen, hormonale systemen en diepe spierspanningen samen die direct invloed hebben op emoties, veiligheid en besluitvormingsvermogen. Het bekken is een centrum van oriëntatie, gronding en interne helderheid.
Waarom beslissen vanuit het lichaam zo essentieel is
Wanneer vrouwen beslissingen maken vanuit zuivere rationaliteit, grijpen ze vaak terug op strategieën van aanpassing: denken over wat hoort, wat verstandig lijkt, wat sociaal acceptabel is of op strategieën van mannelijke kracht en leggen ze het accent op: DOEN. Het lichaam weet echter iets anders: of iets klopt, veilig voelt, voedend is, of vanuit integriteit komt.
– De buik spant zich bij een keuze die eigenlijk tegen je innerlijke grens ingaat.
– Het bekken voelt zwaar of dicht wanneer je jezelf verlaat.
– Er ontstaat ruimte, zachtheid of rust wanneer iets wél past.
Deze lichamelijke reacties zijn geen achtergrondruis, maar onderdeel van een evolutionaire intelligentie die gericht is op heelheid en overleven. Het lichaam vertelt wat het denken vaak pas veel later begrijpt.
Het vrouwelijke als breed waarnemend vermogen
Waar het hoofd lineair werkt — ja/nee, goed/fout — werkt het lichaam holistisch. Het neemt meerdere signalen tegelijk waar: context, sfeer, dynamiek, intenties van anderen, eerdere ervaringen, grenzen, verlangens. Dit maakt dat vrouwen vaak sneller weten hoe iets voelt dan waarom het zo voelt.
In veel culturen werd dit intuïtie genoemd. Filosofisch kan het worden gezien als een vorm van belichaamde wijsheid: een weten dat niet losstaat van het zelf, maar eruit voortkomt. Het is geen irrationele impuls, maar een complex systeem van interne informatieverwerking.
Waarom vrouwen deze wijsheid vaak kwijtraken
De meeste vrouwen leren in hun jeugd dat emoties gecontroleerd moeten worden, dat grenzen “lastig” zijn, dat lichamelijke signalen genegeerd moeten worden, en dat denken superieur is aan voelen.
Dit leidt tot drie gevolgen:
1) Het lichaam wordt doof – signalen worden niet meer herkend.
2) Het hoofd neemt de leiding – vaak in de richting van loyaliteit of pleasing.
3) Beslissingen raken los van het innerlijke kompas – waardoor vrouwen zich verliezen in contexten die niet bij hen passen.
Veel vrouwen herkennen pas later dat ze jarenlang keuzes hebben gemaakt vanuit sociale verwachtingen, terwijl hun lichaam allang wist dat het niet klopte.
Hoe beslissen vanuit het bekken werkt
Beslissen vanuit het bekken betekent niet impulsief handelen. Het betekent:
– Eerst voelen En dat is gelijk het lastige, want voelen vanuit ‘zo hoort het en zo moet het’ is niet helpend, maar ook voelen vanuit eerdere ervaringen (Pas op! Kijk uit!-voelen) werkt niet. Echt voelen is vanuit een oordeellos weten.
– Dan betekenis geven
– Dan handelen
Het lichaam als eerste raadgever, het hoofd als tweede.
Niet andersom.
Een paar herkenbare principes in het Hier en Nu:
– Als iets goed is voor je, ontspant het lichaam.
– Als iets grensoverschrijdend is, trekt het bekken samen.
– Als iets klopt, ontstaat er ruimte.
– Als iets tegen je eigenwaarde ingaat, ontstaat er druk of leegte.
Dit is geen esoterische taal: het zijn dagelijkse, observeerbare fenomenen.
De vrouw die haar lichaam serieus neemt, wordt onwrikbaar
Wanneer vrouwen hun lichamelijke wijsheid herwinnen, ontstaat er een vorm van kracht die moeilijk te beïnvloeden is. Niet omdat ze hard worden, maar omdat ze intern gegrond zijn. Ze weten:
– wat ze nodig hebben
– wat niet onderhandelbaar is
– welke richting juist voelt
– wanneer het tijd is om te spreken
– wanneer het tijd is om te zwijgen en te wachten (dat is níet aanpassen)
Deze vorm van beslissen heeft niets te maken met sentiment, noch met koppigheid. Het is een volwassen vorm van autonomie: handelen vanuit innerlijke congruentie.
Waarom dit essentieel is voor het herontwaken van vrouwelijke kracht
Zolang vrouwen alleen vanuit het hoofd leven, blijven ze gevangen in externe normen.
Zodra ze terugkeren naar het lichaam als bron van wijsheid, ontstaat er natuurlijke autoriteit: helder, grenzenstellend, zacht én standvastig.
Dit is de basis waarop een vrouw haar chayil, haar volwassen kracht, volledig kan leven. Niet door harder te worden, maar door vollediger te worden — door lichaam en denken weer bijeen te brengen.
Persoonlijke ontwikkelingsarbeid: de sleutel tot vrijheid
Vrouwen bereiken op een gegeven moment een punt waarop ze gaan begrijpen wáárom ze zich aanpassen, inschikken of zichzelf klein maken. Ze herkennen hun patronen, kunnen ze benoemen, weten waar ze vandaan komen.
Maar inzicht alleen verandert weinig.
De echte transformatie begint wanneer een vrouw haar nieuwe bewustzijn omzet in nieuw gedrag. Dat gaat met vallen en opstaan. Dat gaat over 3 stappen vooruit en 2 stappen achteruit. Dat is waar persoonlijke ontwikkelingsarbeid over gaat: de stap van begrijpen naar belichamen.
Van automatische reflex naar bewuste keuze
Overlevingsmechanismen — zorg dragen, jezelf wegcijferen, conflicten vermijden, te veel verantwoordelijkheid nemen — zijn niet alleen psychologische patronen.
Ze zitten vast in het zenuwstelsel, in spieren, in ademhaling, in reflexen.
Daarom verdwijnen ze niet door erover te praten; ze veranderen door oefenen, herhalen en kleine bewuste keuzes.
Heel helpend en helend is het maken van een levenslijn! (Lees: Levensgeschiedenis/)
Persoonlijke ontwikkelingsarbeid betekent:
– stoppen met automatisch reageren
– ruimte creëren tussen trigger en antwoord
– en vanuit die ruimte een andere keuze maken
Niet ineens, maar stap voor stap.
In ACHSA | Programma voor Vrouwen zetten we stappen op deze weg!
De praktijk van verandering
Het vraagt om hele concrete handelingen:
– In een gesprek stoppen met vergoelijken, en simpel zeggen wat je bedoelt.
– Een grens uitspreken voordat je over je grens gaat.
– ‘Nee’ zeggen zonder je te verontschuldigen.
– Ruimte innemen zonder vooraf te checken of het mag.
– Je lichaam volgen wanneer het aangeeft dat iets niet klopt.
Dit zijn geen grote gebaren. Het zijn microtransformaties die, bij regelmatige toepassing, het leven grondig verschuiven.
Waarom dit voelt als een rite van passage
Elke nieuwe keuze — hoe klein ook — confronteert een vrouw met twee waarheden:
a. Ze heeft meer vrijheid dan ze dacht.
b. Vrijheid vraagt verantwoordelijkheid, niet toestemming.
Dat maakt dit werk intens.
Het voelt als leren lopen: onzeker, wiebelig, soms ongemakkelijk, maar onomkeerbaar.
Het is een overgang van oude loyaliteit naar innerlijke leiding.
Nieuwe patronen in relaties
Wanneer een vrouw dit werk serieus aangaat, veranderen haar relaties vanzelf:
– Verbinding wordt eerlijker.
– Verwachtingen worden realistischer.
– Grenzen worden duidelijker.
– Zorgzaamheid wordt minder opofferend en meer wederkerig.
– Rollen die niet bij haar passen vallen weg.
Niet omdat ze harder wordt, maar omdat ze congruenter wordt.
Ze reageert niet langer vanuit angst of verplichting, maar vanuit integriteit.
De intergenerationele beweging
Elke keer dat een vrouw haar eigen patronen doorbreekt, verbreekt ze tegelijkertijd een stukje erfgoed dat beperkend was, dat anders zou worden doorgegeven.
Dat maakt persoonlijke ontwikkelingsarbeid relationeel: je verandert niet alleen jezelf, maar ook de dynamiek met je partner, je vrienden, je kinderen, je familie.
Je eerst met je eigen persoonlijke ontwikkelingsarbeid: je moeder, je 2 grootmoeders, je 4 overgrootmoeders en je 8 overovergrootmoeders!
Vrijheid heeft een afstraling in de generaties na jou voor jouw (schoon)dochters, voor je kleindochters en je achterkleindochters.
Waarom dit de kern is van volwassen vrouwelijke kracht
Vrouwelijke kracht wordt vaak gezien als iets innerlijks — intuïtie, empathie, inzicht.
Maar volwassen kracht wordt pas zichtbaar wanneer die innerlijke kwaliteiten worden omgezet in handelen.
Dat betekent:
– voelen wat jij voelt
– weten wat jij weet
– en doen wat klopt voor jou
Niet uit impuls, maar vanuit autonomie.
Het is precies dit stuk — de overgang van bewustzijn naar gedrag — dat een vrouw van binnenuit vrij maakt.
Niet theoretisch, niet symbolisch, maar praktisch, concreet en dagelijks geleefd.
Persoonlijke ontwikkelingsarbeid is daarmee geen zelfhulp, maar zelfbevrijding vanuit oude beperkende stramienen.
Het maakt de beweging mogelijk van wie je geleerd hebt te zijn,
naar wie je werkelijk kunt worden.
Het worden van de oermoeder: een tweede fase van ontwikkeling
De reis van de sterke vrouw gaat verder dan persoonlijke vrijheid en zelfrealisatie. Rond het midden van het leven — vaak na de 45ste en 50ste levensjaar — ontstaat een nieuwe fase, een tweede ontwikkelingsfase die je zou kunnen beschrijven als het worden van een oermoeder. Dit is geen biologische term, maar een archetypisch en psychologisch concept: het punt waarop een vrouw haar volle innerlijke kracht in de wereld kan belichamen, niet alleen voor zichzelf, maar voor de generaties na haar.
De psychologische basis
De oermoeder ontstaat pas nadat een vrouw haar identiteit heeft teruggehaald, haar schaduwdelen heeft geïntegreerd en haar ritmes en cycli heeft leren respecteren. Een hele weg dus. Pas wanneer innerlijke autonomie en zelfbewustzijn voldoende zijn ontwikkeld, kan zij:
– handelen vanuit een geïntegreerde persoonlijkheid, in plaats van reactief;
– haar aanwezigheid inzetten als stabiliserende en voedende kracht;
– grenzen stellen zonder angst of schuldgevoel;
– relaties helen door voorbeeld en niet door controle.
In psychologische termen: dit is een overgang van egocentrische volwassenheid (het zorgen voor jezelf en grenzen stellen) naar intergenerationele volwassenheid (het actief belichamen van je wijsheid in relaties en gemeenschap). Dit vereist het bewust inzetten van zowel zachte als krachtige archetypen: verzorgend én assertief, intuïtief én handelend.
Ritmische onderbouwing
Deze fase is diep verbonden met ritme en cycli. Gedurende het leven heeft een vrouw geleerd haar energie te doseren, te volgen wanneer te handelen en wanneer te wachten. De oermoeder handelt niet uit impuls, maar uit het ritme van haar innerlijke tijd: de cycli van lichaam, geest en ziel. Het is een belichaamd weten dat niet rationeel afgedwongen kan worden, maar wordt ervaren door ervaring, observatie en aanwezigheid.
Door deze cyclische wijsheid kan ze vrucht dragen die verder reikt dan de fysieke kinderen: ideeën, wijsheid, stabiliteit, heling van relaties en het doorgeven van kracht aan toekomstige generaties. Ze functioneert als een anker in de samenleving, net zoals archetypische figuren in mythen en de Bijbel dat doen:
* De weduwe van Sarefat belichaamt het archetype van de oermoeder: ze handelt vanuit diepe aanwezigheid en intuïtieve wijsheid, zelfs in extreme schaarste. Haar keuze om te geven, ondanks weinig middelen, toont zowel zacht mededogen als daadkrachtige autonomie. Door haar handeling worden haar zoon en de gemeenschap beschermd en gevoed, en krijgt haar daad intergenerationele impact. Ze laat zien dat oermoederschap gaat over psychologische en spirituele vruchtbaarheid, niet alleen fysieke zorg. Haar voorbeeld toont hoe een vrouw in stilte, met vertrouwen en timing, de wereld kan stabiliseren en helen.
* Noemí is de archetypische oermoeder die wijsheid en ervaring inzet om generaties te begeleiden. Ze is geconfronteerd met verlies, rouw en onzekerheid, en transformeert deze ervaringen in een helder perspectief voor anderen. Ze belichaamt transgenerationele kennis: door haar keuzes, adviezen en aanwezigheid helpt ze Ruth (en indirect het volk Israël) een pad te vinden dat trouw is aan waarden, identiteit en overleving. Ze vertegenwoordigt na haar terugkomst de fase waarin een vrouw haar persoonlijke en relationele lessen integreert en deelt, zonder zichzelf te verliezen, en zo de continuïteit en stabiliteit van het leven bewaakt. Haar kracht ligt in het vermogen om te zien, te leiden en te herstellen, eerder dan in zichtbare daadkracht; ze is een baken voor de volgende generatie.
* Elisabeth, moeder van Johannes de Doper, die vrucht draagt op het moment dat haar leven al ver gevorderd is; haar geduld, trouw en aanwezigheid maken het mogelijk dat een nieuwe beweging geboren kan worden.
* Anna, de profetes, die haar dagen in de tempel doorbrengt in gebed en waakzaamheid; haar kracht ligt in volgehouden aanwezigheid en de stille getuigenis van haar wijsheid.
Deze verhalen laten zien dat vrouwelijke kracht nooit éénvormig is: ze combineert schijnbare tegenstellingen tot een coherent geheel. De oermoeder belichaamt dit archetype in zijn meest volwassen vorm.
De vruchtbaarheid van de oermoeder
De kern van het oermoederschap is vruchtbaarheid in de breedste zin: niet meer fysiek (dat was een vooroefening), maar psychologisch, relationeel en spiritueel. Zij biedt structuur, stabiliteit en voorbeeld aan haar gemeenschap en familie. Haar kracht is zichtbaar in hoe zij:
– relaties ordent zonder te overheersen;
– wijsheid doorgeeft zonder te dicteren;
– zorgt zonder zichzelf te verliezen;
– keuzes maakt die een bredere impact hebben dan het persoonlijke leven alleen.
Hierdoor verschuift het vrouwelijke archetype van verborgen kracht naar zichtbare, actieve invloed, en wordt de lijn van generaties doorbroken en tegelijkertijd versterkt.
Samenwerking en wederkerigheid
De volledige belichaming van de oermoeder veronderstelt vaak een partner die zijn eigen ontwikkeling doet. Dit is geen afhankelijkheid, maar wederkerigheid: de oermoeder brengt haar vrucht, de partner draagt haar op handen en roept de vrucht tot zichtbaarheid en reflecteert de ruimte die zij nodig heeft om volledig te manifesteren. Zo ontstaat een dynamiek waarin beide archetypen — mannelijk en vrouwelijk — in hun eigen kracht staan en elkaar versterken.
Conclusie: het worden van de oermoeder is een proces van integratie, belichaming en intergenerationele verantwoordelijkheid. Het is het hoogtepunt van de innerlijke ontwikkeling van de vrouw: een fase waarin haar kracht zichtbaar, effectief en heilzaam wordt — niet door strijd of druk, maar door wijsheid, aanwezigheid en gerichte actie.
Reflectie
Neem even de tijd om contact te maken met je innerlijke sterke vrouw.
* Hoe voelt haar aanwezigheid in jou? Waar is ze zacht, waar vurig, waar terughoudend?
* Welke overlevingsstrategieën uit je verleden hebben haar stem gedempt en wil je loslaten?
* Op welke terreinen van je leven wil je dat zij zichtbaar wordt, autonoom en krachtig?
* Welke ritmes en cycli – lichamelijk, emotioneel, spiritueel – wil je volgen om je energie en wijsheid te laten stromen?
Door deze innerlijke weg te bewandelen, verandert een vrouw haar persoonlijke geschiedenis in een actieve bron van kracht en inzicht. Ze wordt een oermoeder: een levende schakel tussen verleden en toekomst, een fundament van wijsheid, en een baken dat nieuwe generaties de moed en ruimte geeft om hun eigen kracht te ontdekken.
De serie: de-sterke-vrouw-wie-zal-haar-vinden/
Artikel 8 — Onze generatie als brug: het eren van de lijn
