Intentie (psychologie) = Frequentie (energetica)
Wist je dat de overtuiging die jij van jezelf hebt, de werkelijkheid aanstuurt? Overtuigingen hebben energetische en een psychologische kant van dezelfde medaille. Hoewel die termen soms door elkaar heen lopen, verwijzen ze naar verschillende manieren om menselijk gedrag en innerlijke processen te begrijpen. Samen bieden ze een completer beeld. Samen bieden ze een completer beeld.
Het psychologische perspectief gaat over mentale processen:
– overtuigingen
– zelfbeeld
– emoties
– gedrag
– aangeleerde patronen
– de invloed van opvoeding, hechting en ervaringen
Psychologie kijkt naar wat je denkt, voelt en doet, en hoe deze elementen elkaar beïnvloeden.
Bijvoorbeeld: als iemand vroeg geleerd heeft dat aandacht onveilig is, ontwikkelt hij de overtuiging dat hij beter niet kan opvallen. Sterker nog hij laat het voelen als een eigen keuze: ik wil niet opvallen, ik wil geen aandacht, ik wil niet in het middelpunt staan. Maar eigenlijk probeert hij daarmee een oude pijn te voorkomen: ik mocht als kind niet opvallen; ik kreeg als kind geen aandacht; als ik in het middelpunt stond, kreeg ik de schuld of kreeg ik straf. Je controleert je keuze — en gedraagt hij zich daarnaar. Psychologisch gezien is dat een aangeleerd beschermingsmechanisme.
Psychologie werkt dus met verklaringen die je kunt waarnemen, meten of logisch begrijpen vanuit gedrag, cognities (gedachten) en emoties.
Het energetische perspectief gaat over hoe je innerlijke staat voelbaar is voor jezelf en voor anderen, ook wanneer je niets zegt. Dit omvat:
– je uitstraling ook qua energie (extrovert, introvert)
– je lichaamstaal en micro-spanning
– je “aanwezigheid” in een ruimte
– de richting waarin je aandacht of intentie stroomt
– hoe open of teruggetrokken je innerlijke systeem is
Energetisch verwijst niet naar “mystieke energie”, maar naar de subtiele informatie die je lichaam en zenuwstelsel voortdurend uitzenden:
je spierspanning, ademhaling, houding, toonhoogte, blik, microbewegingen en de mate waarin je innerlijk open of gesloten bent.
In gewone taal zeggen mensen dan:
“Hij voelt aanwezig.”
“Zij straalt warmte uit.”
“Hij valt niet op, hij zakt weg.”
Dat voelen is het energetische domein.
Energetisch betekent dus: de voelbare kant van je innerlijke wereld die via je lichaam, je houding en je uitstraling naar buiten komt.
Waarom beide perspectieven nodig zijn
Psychologisch verklaart waarom iemand een bepaalde overtuiging heeft.
Energetisch verklaart hoe die overtuiging zichtbaar – of juist onzichtbaar – wordt voor anderen.
Een psychologische overtuiging als: “Ik mag geen ruimte innemen.”
heeft energetisch het effect dat iemand:
– onbewust kleiner gaat staan, of juist zich groot maakt in het gaan zorgen voor de ander
– zachter gaat praten, of juist het gesprek elke keer naar de ander toebeweegt
– minder oogcontact maakt, of juist te veel oogcontact en zo de controle houdt
– minder “aanwezig” voelt of juist te veel aanwezig is, vanuit een charisma of van-betekenis-zijn houding.
Mensen reageren dan op dat energetische signaal, vaak zonder dat ze het doorhebben. Zo wordt het psychologische patroon sociaal én energetisch bevestigd.
Daarom merken veel mensen die “onzichtbaar willen zijn” dat ze “makkelijk vergeten worden”:
hun psychologische overtuiging drukt zich uit in hun energie — en anderen reageren op die energie alsof het een instructie is.
Of doordat ze met hun energie met de ander bezig zijn, worden ze of zelf onzichtbaar of denkt iedereen: met hem gaat het goed, die zorgt wel voor zichzelf.
Waarom noemen we het ‘energie’?
Omdat het voelt als een veld om iemand heen — een sfeer.
Het is wat je voelt als een persoon een kamer binnenloopt, nog voordat ze iets zegt.
Het is de niet-tastbare, niet aanwijsbaar maar wel voelbare informatie die je zenuwstelsel (vaak onbewust) oppikt van andere mensen.
Daarom is het woord “energie” handig:
Het gaat niet over elektriciteit, maar over hoe iemand aanwezig is.
In mijn vak zeggen we: als je doet wat je deed, dan krijg je wat je kreeg.
Zou je ook anders kunnenzeggen: jouw overtuigingen over jezelf, staan op je voorhoofd geschreven en ‘iedereen’ vervult je wensen.
Wat vanuit een overlevingsmechanisme zo kwetsbaar is, want je hoopt juist zo intens dat op een dag iemand je gaat zien, zonder dat je er om vraagt. En daarmee krijg je wat je kreeg: de bevestiging dat je moeder het niet gaf en dat je het nu nog niet krijgt!
Maar JIJ geeft in de hoop dat op een dag de ander zijn best doet om jou echt te ontmoeten. Dus je boodschap is te kwetsbaar om rechtstreeks te vragen, daarom probeer je het zo te organiseren dat je het op een dag toch nog krijgt.

Psychologische basis: zelfbeeld, overtuigingen en zelfverificatie
Om te begrijpen waarom iemand het gevoel kan hebben dat het “niet over hen mag gaan” en daardoor minder zichtbaar of snel vergeten wordt, is het essentieel eerst te kijken naar de psychologische fundamenten: zelfbeeld, overtuigingen en het mechanisme van zelfverificatie.
* Zelfbeeld en kernovertuigingen
Het zelfbeeld is het geheel van gedachten, gevoelens en percepties dat iemand heeft over zichzelf. Het vormt de lens waardoor we de wereld en ons eigen gedrag interpreteren. Psychologisch onderzoek wijst uit dat dit beeld gevormd wordt door sociale ervaringen, opvoeding en vroege hechting. Jan Geurtz zegt: elk mens krijgt een verlieservaring in zijn jonge leven, die hem of een rebel maken of een engel. Lees: afwijzing-jan-geurtz
– Kernovertuigingen zijn diepgewortelde aannames over wie je bent, wat je waard bent, en hoe anderen op je reageren.
– Voor iemand die gelooft “het mag niet over mij gaan” kan de kernovertuiging zijn: “Ik mag geen aandacht of ruimte opeisen, anders word ik afgewezen of onveilig.”
– Dit soort overtuigingen ontstaan vaak in de kindertijd of in eerdere sociale ervaringen waar zichtbaarheid leidde tot afwijzing, kritiek of onveiligheid.
Effect op gedrag:
– Mensen met deze overtuiging hebben de neiging hun behoeften te onderdrukken, sociaal terughoudend te zijn en hun aanwezigheid te minimaliseren als het over hen zelf gaat. Of de neiging hun eigen behoeften te onderdrukken en sociaal zeer aanwezig zijn in het vervullen van de behoeften van anderen en daar hun aanwezigheid vergroten en charisma uitstralen, maar hun eigen zelf achterhouden.
Ze ontwikkelen vaak subtiele vormen van zelfbescherming: zacht praten, energie naar binnen trekken, oogcontact vermijden, of letterlijk fysiek “kleiner” worden. Of ze ontwikkelen vormen van zelfbescherming door juist duidelijk aanwezig te zijn, de aanjager, mensen aan te kijken, te betrekken en door hun eigen aanwezigheid, de ander het in het middelpunt te zetten.
* Zelfverificatietheorie
De zelfverificatietheorie stelt dat mensen actief zoeken naar bevestiging van hun zelfbeeld, ook wanneer dat een negatief beeld is. Ze gaan het door hun gedrag bevestigen en worden dan de rebel of ze gaan het tegendeel proberen te bewerkstelligen en worden de angel.
Bijvoorbeeld: iemand die gelooft dat ze “niet belangrijk is” zal onbewust sociale situaties creëren waarin anderen deze overtuiging bevestigen.
Dit kan leiden tot patronen van zelfbevestigende interacties, zoals:
– dat men haar verjaardag vergeet,
– dat haar ideeën over het hoofd worden gezien,
– dat haar mening wordt genegeerd.
Mechanisme zijn:
– Mensen communiceren continu subtiele signalen (intonatie, houding, oogcontact) die hun zelfbeeld projecteren.
– Anderen reageren op deze signalen zonder het bewust te merken, waardoor de persoon wordt bevestigd in zijn overtuiging.
– Zo ontstaat een cirkel van zelfverificatie: overtuiging → gedrag → sociale reactie → bevestiging van overtuiging.
Voorbeeld: In een groepsbijeenkomst vertelde iemand dat hij laatst had gedeeld dat hij een belangrijke afspraak had gehad waar hij best zenuwachtig voor was. Hij had dat vooraf verteld aan een paar mensen, in de hoop dat iemand later even zou vragen hoe het was gegaan.
Maar er kwam geen reactie. Niemand vroeg ernaar. Pas veel later realiseerden anderen zich dat die afspraak al geweest was.
Dat raakte hem, juist omdat hij zelf vaak degene is die wél navraagt, checkt hoe het gaat en aandacht heeft voor de momenten die voor anderen belangrijk zijn. Maar wanneer het om hemzelf gaat, lijkt het alsof mensen het minder oppikken.
Hij merkte dat hij dan snel zegt: “Geeft niks, hoeft ook niet.” En dat voelt oprecht op dat moment. Maar tegelijk besefte hij dat het eigenlijk wél iets voor hem betekent — dat het misschien onder de oppervlakte tóch pijn doet, ook al wordt dat niet openlijk uitgesproken.”
* Sociale spiegeling (spiegel‑ik)
Een gerelateerd mechanisme is de sociale spiegeling:
Mensen vormen hun zelfbeeld deels op basis van hoe zij denken (!) dat anderen hen zien.
Als iemand subtiel signalen van terugtrekking of kleinheid uitzendt, ervaren anderen die als “minder aanwezig” of “minder belangrijk”.
Dit wordt onbewust teruggekaatst naar de persoon, die vervolgens denkt: “Zie je wel, het is inderdaad niet over mij gegaan.”
Aan de andere kant: als iemand de leiding neemt en voor iedereen zorgt, dan krijgt hij vanzelf het stempel: zo, die is bijdehand! En wordt er al snel gedacht dat die ook zo goed voor zichzelf zal zorgen.
Conclusie:
Zelfbeeld, overtuigingen en sociale feedback vormen een continu dynamisch systeem waarin bijvoorbeeld de overtuiging “het mag niet over mij gaan” zowel de perceptie van anderen als het eigen gedrag stuurt.
Dit mechanisme verklaart waarom mensen in de praktijk vaak makkelijk over het hoofd worden gezien en bevestigt tegelijkertijd hun eigen innerlijke overtuiging van onzichtbaarheid.
Energetisch kader: hoe overtuigingen zich in een ‘veld’ vertalen
Wanneer mensen spreken over een energetisch veld, klinkt dat snel als iets mystieks of ongrijpbaars. Maar wat hiermee bedoeld wordt, is in feite een complex geheel van subtiele signalen die ons lichaam en zenuwstelsel voortdurend uitzenden — signalen die anderen onbewust waarnemen en interpreteren en die wij van andere waarnemen en interpreteren!
Het energetische “veld” is dus geen bovennatuurlijk fenomeen, maar een onzichtbare maar meetbare combinatie van fysiologische, non-verbale en sociale processen die samen bepalen hoe we op anderen overkomen en hoe anderen op ons overkomen.
We kunnen dit op drie manieren benaderen:
1. Het lichaam als zender: fysiologische en neurobiologische basis
Ons zenuwstelsel vertaalt onze innerlijke overtuigingen direct naar spierspanning, ademhaling, microbewegingen, houding en oogcontact.
Dit wordt gereguleerd door onder andere het:
* autonome zenuwstelsel (sympathisch/parasympathisch),
* polyvagaal systeem (veiligheid vs. dreiging),
* interoceptie (bewustzijn van lichamelijke sensaties).
Bij een overtuiging zoals “het mag niet over mij gaan” gaat het lichaam automatisch in een subtiele vorm van inhibitie of terugtrekking:
– Schouders iets omlaag en naar voren
– Borstkas minder open
– Ademhaling hoger en beperkter
– Stemvolume zachter
– Lichaamsbewegingen kleiner
– Minder spontane mimiek
Of juist precies de andere kant op, wanneer we vinden dat het vooral over de ander moet gaan, maar wij er controle over willen hebben.
– Schouders iets omhoog
– Borstkas strakker
– Ademhaling hoger en enorm (alsof je er kracht mee moet zetten) – vaak zuchten
– Stemvolume harder, alsof je het moet overschreeuwen
– Lichaamsbewegingen groter
– Schijnbare spontane duidelijke mimiek
Deze signalen zijn soms zó subtiel dat we ze zelf niet merken. Maar ons lichaam “zendt” ze wel continu uit.
Men noemt dit vaak iemands energie, maar fysiologisch is het simpelweg de zichtbare uitdrukking van een innerlijke toestand.
2. Het brein van anderen als ontvanger: sociale detectie en ‘threat scanning’
Mensen zijn in staat om razendsnel (binnen milliseconden) de staat van anderen te lezen. Dit gebeurt via:
– de amygdala (sociale dreiging en emotionele signalen),
– spiegel neuronen systeem (automatisch spiegelen van lichaamshouding),
– subcorticale circuits die mimiek en houding interpreteren met minimale bewuste aandacht.
We scannen anderen continu op:
– openheid
– vriendelijkheid
– spanning
– autoriteit
– beschikbaarheid
– emotionele staat
Zonder dat iemand iets zegt, voelt een ander in een fractie van een seconde of iemand:
– aan of afwezig is,
– hyperalert of weggezakt,
– indrukwekkend of kinderlijk
– afwerend of toegankelijk
– zacht of hard
– dominant of onderdanig
– onzichtbaar of te zichtbaar.
Dit noemen mensen “energetisch lezen”, maar het is in wezen sociale neurobiologie en intuïtieve patroonherkenning.
3. Het ‘veld’ als totaalervaring: de som van alle subtiele signalen
Wat we een “energetisch veld” noemen, is eigenlijk het totaal van al deze micro-signalen:
– je houding
– je spanningsniveau
– micro-expressies
– ademhalingsritme
– de richting van je aandacht
– hoe open/sluit je lichaam toont
– de congruentie tussen je woorden en je fysiologie
Voor anderen vormt dit samen jouw aanwezigheidskwaliteit.
Het voelt als een “veld” omdat:
* Het niet één signaal is, maar een geheel.
* Het onbewust wordt verwerkt.
* Het continu aanwezig is, ook als je stil bent.
* Het direct invloed heeft op hoe anderen zich tot jou verhouden.
Mensen zeggen dan: “Hij heeft een rustige energie.”
of “Zij voelt gesloten.”
of “Hij is zo aanwezig.”
of “Ik voelde haar nauwelijks in de ruimte.”
Wetenschappelijk gezien is dit geen energieveld in fysieke zin, maar een multisensorisch pakket van non-verbale informatie dat een ander in één keer opvangt.
Een belangrijk onderscheid: wat we voelen klopt, wat we ervan maken vaak niet
EVEN EEN TUSSENSTAPJE!
Mensen zijn uitzonderlijk goed in het voelen van subtiele signalen van anderen. Ons zenuwstelsel registreert voortdurend houdingen, micro-expressies, spanningsniveaus, tempo, ademritme en de mate van openheid of terugtrekking bij anderen. Dit gebeurt grotendeels onbewust via systemen die al miljoenen jaren bestaan, zoals de amygdala, het spiegelneuronen-systeem en het polyvagaal netwerk.
Daardoor is het gevoel dat we krijgen van iemands aanwezigheid — warm, afstandelijk, gespannen, gesloten, chaotisch, afwezig — meestal kloppend. Niet omdat we de ander exact begrijpen, maar omdat ons lichaam feilloos waarneemt dat er íets gebeurt in hun toestand.
Wat vaak níet klopt, is de betekenis die we eraan geven.
Zodra ons zenuwstelsel iets voelt, gaat ons brein automatisch op zoek naar een verklaring. Die verklaring komt niet uit de werkelijkheid, maar uit onze eigen overtuigingen, angsten, aannames en eerdere ervaringen.
Het gevolg is dat we het lege stuk informatie invullen met onze eigen projecties:
– “Hij kijkt afstandelijk, dus hij zal me wel niet mogen.”
– “Zij voelt gespannen, ze zal wel boos zijn.”
– “Hij is stil, hij zal wel iets te verbergen hebben.”
In werkelijkheid kan diezelfde spanning, afstand of stilte volledig andere oorzaken hebben: vermoeidheid, nervositeit, overprikkeling, schaamte, pijn, terughoudendheid, persoonlijke geschiedenis, of simpelweg een andere innerlijke wereld dan de onze.
Het energetische signaal dat we oppikken is dus betrouwbaar; het is een directe waarneming van een staat.
Maar onze interpretatie is vaak onbetrouwbaar.
En precies daar ontstaan de oordelen, misverstanden en onterechte conclusies.
Door het onderscheid te zien tussen wat we voelen en wat we ervan maken, ontstaat er meer ruimte voor nuance, empathie en werkelijk contact — zonder te vervallen in projectie of oordeel.
Lees verder: niet invullen voor de ander!
Hoe overtuigingen dit ‘veld’ vormgeven
Een overtuiging zoals “het mag niet over mij gaan” is niet alleen mentaal — het activeert het hele lichaam:
– Het lichaam vernauwt zich -> je neemt minder ruimte in.
– Je adem wordt kleiner -> je stem draagt minder.
– Je aandacht richt zich naar binnen -> je oogcontact vermindert.
– Je mimiek wordt zachter -> je emotionele zichtbaarheid daalt.
– Je houding wordt compact -> je lijkt minder aanwezig in de ruimte.
Anderen voelen dan: “Deze persoon staat op de achtergrond.”
En reageren daar automatisch op door minder aandacht toe te wijzen.
Dit voelt voor de persoon als: “Zie je wel, het gaat nooit over mij.”
En zo wordt de overtuiging verder bevestigd.
Waarom dit proces onzichtbaar én krachtig is
Het voelt ongrijpbaar omdat:
– het grotendeels onbewust gebeurt,
– er geen woorden aan te pas komen,
– de informatie continu stroomt,
– het in milliseconden wordt uitgewisseld,
– het door meerdere systemen tegelijk wordt aangestuurd (neurologisch, fysiologisch, psychologisch).
Daarom lijkt het “energetisch”, terwijl het eigenlijk een verfijnd menselijk communicatieproces is waar we meestal geen taal voor hebben.
KORTOM: Het “energetisch veld” is een wetenschappelijk verklaarbare mix van:
– jouw lichamelijke staat,
– je non-verbale communicatie,
– de manier waarop je brein veiligheid of dreiging inschat,
– hoe je overtuigingen zich in je lichaam uitdrukken,
– de onbewuste manier waarop anderen jou scannen en interpreteren.
Het is niet zweverig — het is menselijke biologie + psychologie + sociale resonantie.

De zelfversterkende cirkel: hoe overtuigingen reacties uitlokken die ze bevestigen
Een van de meest krachtige — en vaak pijnlijke — dynamieken in menselijk gedrag is dat overtuigingen zichzelf bijna vanzelf lijken te bewijzen. Iemand die gelooft “het mag niet over mij gaan” of “ik ben niet belangrijk” merkt in de praktijk vaak dat anderen haar minder zien, minder aandacht geven of makkelijk vergeten. Dat voelt als bewijs, maar het is meestal het gevolg van een subtiele, onbewuste zelfversterkende cirkel waarin psychologie, lichaam en sociale interactie samen komen.

We kunnen die cirkel in vier stappen uiteenrafelen:
1. De overtuiging activeert een lichamelijke en energetische staat
Zoals in de eerdere delen beschreven, zet een overtuiging zich direct om in:
– houding en spierspanning
– micro-expressies
– afname van oogcontact
– kleinere of teruggetrokken bewegingen
– zachter stemgebruik
– minder ruimte innemen
Dit is geen keuze maar een automatische reactie van het autonome en polyvagale zenuwstelsel.
Het lichaam “vertaalt” de overtuiging in een fysieke staat van terughoudendheid of onzichtbaarheid.
Dit noemen mensen vaak energetisch terugtrekken, maar fysiologisch is het een staat van dorsale vagale remming of milde sociale bevriezing.
2. Anderen reageren op deze staat — onbewust en automatisch
Mensen zijn geëvolueerd om subtiele non-verbale signalen snel te lezen.
Wanneer iemand minder zichtbaar, gespannen of teruggetrokken is, voelt dat voor anderen als:
– “ze is er wel, maar niet helemaal aanwezig”
– “ik krijg weinig feedback van haar”
– “ik voel geen initiatief van zijn kant”
– “ik weet niet goed waar ik sta bij hem”
– “hij is moeilijk in te schatten”
Deze indruk ontstaat binnen milliseconden, nog vóór het denken kan meedoen.
Gevolg: mensen richten hun aandacht automatisch meer op degenen die:
– open ogen hebben
– meer mimiek tonen
– meer energie uitstralen
– duidelijker aanwezig zijn
Niet omdat ze willen negeren, maar omdat hun neurologische systeem wordt aangetrokken door duidelijke, veilige signalen — en wordt afgeremd door subtiele terugtrekking.
3. De sociale omgeving bevestigt onbedoeld de oorspronkelijke overtuiging
Als iemand subtiel minder aanwezig is, gebeurt er vaak:
– anderen stellen minder vragen aan haar
– haar mening wordt minder snel opgepikt
– ze wordt minder snel uitgenodigd om te spreken
– mensen gaan eerder door zonder haar input
– verjaardagen of belangrijke momenten glippen voorbij
– spontaan contact is minder vanzelfsprekend
Niet omdat de persoon niet geliefd is, maar omdat onzichtbaarheid een sociale respons oproept die onzichtbaarheid bevestigt.
De boodschap die terugkomt uit de omgeving klinkt dan (voor het gevoel):
– “Zie je wel, het gaat nooit over mij.”
– “Zie je wel, niemand denkt aan mij.”
– “Zie je wel, ik val niet op.”
De sociale reactie lijkt bewijs te leveren dat de overtuiging waar is.
4 De overtuiging verdiept zich en wordt nog krachtiger
Wanneer de omgeving het innerlijke narratief bevestigt, versterkt dat:
– het negatieve zelfbeeld
– de overtuiging dat ruimte innemen gevaarlijk of ongepast is
– de neiging om nog meer terug te trekken
– het energieniveau dat naar binnen klapt i.p.v. naar buiten straalt
– de gewoonte om niets te vragen, niets te claimen, niets te verwachten
Zo wordt het patroon een gesloten feedbacklus:
Overtuiging ==> Lichaam trekt zich terug ==> Anderen reageren daarop ==> Overtuiging wordt bevestigd ==> Lichaam trekt zich nóg verder terug ==> De cyclus herhaalt zich
Uiteindelijk voelt het alsof de overtuiging een objectieve waarheid is geworden.
Maar in werkelijkheid is het een voorspelbare psychologische en sociale dynamiek, geen bewijs van onbelangrijkheid.
Waarom deze cirkel zo krachtig is
- Het is grotendeels onbewust
- Lichaam, brein en omgeving spelen mee
- Het gaat sneller dan rationeel denken
- Het voelt waar omdat het ervaren wordt, niet gedacht
- Sociale feedback is voor het brein een primaire bevestiging van identiteit
- Terugtrekking voelt veilig, maar creëert juist de ervaring waar iemand bang voor was
Dit verklaart waarom veel mensen het gevoel hebben dat de wereld hun innerlijke overtuigingen “spiegelt”, terwijl het in werkelijkheid een cirkel van wederzijdse beïnvloeding is.
Kortom:
Overtuigingen sturen het lichaam.
Het lichaam stuurt sociale reacties.
Sociale reacties bevestigen overtuigingen.
En zo ontstaan patronen die zichzelf blijven herhalen.
