De vrouw achter de man
Op facebook schreef op 9 november 2025 Anna Webbink het volgende:
5 augustus 1888. Mannheim, Duitsland. Terwijl haar man Carl sliep, liet Bertha Benz een briefje achter op de keukentafel – iets vaags over een bezoek aan haar moeder in Pforzheim met de jongens. Wat ze er niet bij vermeldde, was hoe ze er zouden komen.
Bertha en haar twee tienerzonen duwden de Benz Patent-Motorwagen zwijgend de werkplaats uit, voorzichtig om Carl niet wakker te maken met het gehoest en gesputter van de motor.
Toen klom ze achter het stuur van ’s werelds eerste auto – een voertuig dat nooit meer dan een paar kilometer had gereden – en stuurde hem op een reis van 96 kilometer over onverharde wegen, door landbouwgrond en bossen, zonder tankstations, zonder monteurs en zonder wegenkaart.
Want Bertha Benz maakte niet zomaar een roadtrip. Ze bewees een punt.
Carls uitvinding was briljant, maar niemand geloofde erin. Investeerders lachten. Het publiek zag het als een gevaarlijke nieuwigheid. Zelfs Carl zelf betwijfelde of het klaar was voor gebruik in de praktijk.
Maar Bertha wist wel beter. Ze had haar eigen bruidsschat in zijn werk geïnvesteerd. Ze had hem jarenlang bijgestaan in spot en mislukking. En nu zou ze de wereld laten zien wat zijn “paardloze koets” kon.
De reis verliep allesbehalve soepel.
Toen de brandstof opraakte, stopte ze bij een apotheek in Wiesloch en kocht ligroïne – een reinigingsmiddel dat de motor zou aandrijven. Die apotheek werd ’s werelds eerste tankstation.
Toen de brandstofleiding verstopt raakte, raakte ze niet in paniek. Ze haalde een hoedenspeld tevoorschijn en maakte hem zelf schoon.
Toen het ontstekingssysteem het begaf, gebruikte ze haar kousenband als isolatie.
Toen de houten remmen versleten waren, overtuigde ze een smid in Bauschlott om er leren remblokken op te spijkeren – en zo ter plekke remvoeringen uit te vinden.
Elk probleem loste ze op. Elk obstakel zette ze om in innovatie.
Tegen de tijd dat Bertha en haar zoons die avond Pforzheim binnenreden, had het nieuws zich al verspreid. Een vrouw had in haar eentje, zonder hulp, onverschrokken een gemotoriseerd voertuig door het platteland gereden.
Ze stuurde Carl een telegram: “Het is ons gelukt. De auto werkt.”
De terugreis een paar dagen later trok veel mensen. Mensen stonden langs de weg om de machine te zien die een moeder en haar zoons dwars door Duitsland hadden gereden.
De bestellingen voor de Benz Patent-Motorwagen stroomden binnen. De auto-industrie was geboren.
Maar dit is het deel dat nooit vergeten mag worden: Bertha steunde niet alleen de droom van haar man. Zij was degene die hem werkelijkheid maakte. Zij was de testrijder, de monteur, de marketeer en de visionair die zag hoe de wereld zou worden.
Carl Benz vond de auto uit. Maar Bertha Benz bewees dat hij alles kon veranderen.
Zij was de eerste die een lange rit maakte. De eerste monteur langs de weg. De eerste die een auto voltankte. De eerste die bewees dat dit wilde, onmogelijke idee echt kon werken.
Bertha Benz wachtte niet op toestemming. Ze wachtte niet tot de wereld er klaar voor was. Ze reed gewoon.
Aan elke vrouw die ooit in andermans droom heeft geloofd en die werkelijkheid heeft gemaakt.
Aan iedereen die ooit problemen heeft opgelost met een hoedenspeld en pure vastberadenheid.
Aan iedereen die ooit achter het stuur is gekropen toen niemand dacht dat je dat kon – of zou moeten.
Bertha Benz zag de weg voor zich. En ze reed ons allemaal de toekomst in.
