Eigen zijn in een complexe wereld
Wat we niet meer vertrouwen
We zijn moe. Vermoeid van het constante debat, van de overdaad aan meningen die elkaar tegenspreken, van een wereld die altijd te hard of te zacht lijkt. Elke actie, elke strategie, lijkt te weinig effect te hebben of de situatie juist complexer te maken.
Strijd polariseert. Wie zich inspant om te presteren, te overtuigen of te verbeteren, merkt dat dit vaak conflicten oproept. Energie gaat verloren in tegenstellingen en verdeeldheid. Tegelijkertijd leidt terugtrekking tot isolatie. Stilte of voorzichtigheid creëert rust, maar ook afstand. Wat bedoeld is als bescherming, resulteert in een leegte die iedereen voelt.
Mannen ervaren dit vaak als druk om te doen, te sturen en te beheersen. Hun kracht kan fragmenteren wanneer deze losstaat van geaardheid en aanwezigheid. Vrouwen ervaren het als een subtiel verlies van levenskracht: spanning wordt verzacht, energie vloeit weg, vitaliteit neemt af. In beide gevallen wordt zichtbaar dat daadkracht, zorg en harmonie niet automatisch leiden tot effect of vervulling.
En toch blijft er iets onder de oppervlakte bestaan, een stille kwaliteit die geen strategie is, geen taak en geen prestatie. Het is een vorm van aanwezigheid, een manier van zijn die zowel alert als ontspannen is, verbonden en geaard tegelijk. Dit is geen vaardigheid die je kunt aanleren door harder te werken, meer te plannen of beter te communiceren. Het is iets dat alleen ontstaat wanneer iemand volledig aanwezig is in het moment, met draagkracht en aandacht voor het grotere geheel.
Wat als de kern van onze crisis niet ligt in wat we doen, maar in hoe we er zijn? Wat als de polariteit van actie en terugtrekking, van strijd en comfort, alleen kan worden overstegen door een andere kwaliteit van aanwezigheid?
Deze vraag vormt de ingang naar een andere manier van kracht — niet geforceerd, niet geoptimaliseerd, maar gegrond, dragend en levend. Het is de energie die mannen als Zijns-kracht ervaren en vrouwen als levenskracht: een diepe, belichaamde aanwezigheid die beide eerdere artikelen overstijgt.
De blinde vlek: aanwezigheid als vergeten dimensie
We nemen aanwezigheid vaak als gegeven, alsof het vanzelf komt wanneer we ademhalen of tijd nemen. Maar in werkelijkheid is aanwezig zijn een vaardigheid die nauwelijks geoefend wordt. De meeste van ons leven in hoofd, rol en reactie: plannen, presteren, zorgen of aanpassen, steeds gestuurd door externe verwachtingen. Het lichaam en de energie worden daardoor secundair; aandacht wordt opgeëist door wat “moet” in plaats van wat leeft.
De patronen die we in artikel 1 en 2 hebben gezien, versterken dit voortdurend. Mannen richten zich op actie en overleving. Hun strategieën van vechten, vluchten of bevriezen houden hen constant bezig met controle, prestatie en effectiviteit. Hun lichaam is vaak losgekoppeld van hun intenties; de geaardheid en focus die verbonden zijn met hun mannelijke energie, de ritme van de zoncyclus en het vermogen om daadkrachtig te zijn zonder verkramping, raken ondergesneeuwd.
Vrouwen bewegen zich vaak in comfort en afstemming. Hun strategie van verzachten, dragen en harmonie behouden trekt energie naar buiten, naar de ander, naar het bestaande. Hun lichaam wordt buffer en opvang, hun levenskracht wordt gedempt. De natuurlijke ritmes van de maancyclus, die breed kijken, voelen en dragen ondersteunen, zijn vaak genegeerd of gemedicaliseerd, waardoor vrouwen vergeten wat het betekent om volledig vrouwelijk aanwezig te zijn.
Hier wordt duidelijk: actie versus terugtrekking, overleving versus comfort, beide zijn strategieën die aanvankelijk helpen, maar uiteindelijk de kern van aanwezigheid verzwakken. Ze creëren een spanning tussen doen en zijn, tussen energie naar buiten en energie naar binnen.
Het gevolg is dat mannen niet meer weten wat man-zijn werkelijk is — niet in het presteren, maar in het geaard aanwezig zijn. En dat vrouwen niet meer weten wat vrouw-zijn werkelijk is — niet in het dragen of verzachten, maar in het ritmisch, levend en volledig aanwezig zijn.
Aanwezigheid is geen vanzelfsprekendheid. Het is iets dat alleen zichtbaar wordt wanneer we scherp kijken, los van wat we moeten doen of welke rol we vervullen. Het vraagt dat we eerst zien hoe diep we zijn gaan leven in hoofd, rol en reactie.
Zijn zijns-kracht
Zijns-kracht is geen strategie, geen prestatie en geen techniek. Het is een kwaliteit van geaard aanwezig zijn, die energie, aandacht en lichaam integreert. Het is het fundament waarop daadkracht, verantwoordelijkheid en verbondenheid werkelijk kunnen rusten.
Belichaamde alertheid is het eerste kenmerk: het vermogen om volledig in het lichaam aanwezig te zijn, spanning te voelen zonder verkramping, signalen op te merken zonder onmiddellijk te reageren. Het gaat om gewaarzijn dat ontstaat vanuit het lichaam zelf, niet alleen vanuit het denken.
Ontspanning zonder verdoving is het tweede kenmerk. Zijns-kracht betekent dat er rust is in het systeem — een rust die niet uit ontwijking, comfort of terugtrekking voortkomt, maar uit een bewuste, geaarde aanwezigheid. De spanning van de wereld kan voelbaar zijn, maar het lichaam blijft stevig, het hart open, de geest helder.
Nabijheid zonder versmelting is het derde kenmerk. Wie zijns-kracht ontwikkelt, kan contact maken zonder zichzelf te verliezen. Het is een subtiele, dragende aanwezigheid: dichtbij, betrokken, maar niet afhankelijk van de ander voor veiligheid of bevestiging.
Een van de hard-nekkige misverstanden: zijns-kracht is geen passiviteit, het is geen mindfulness-techniek of een methode om problemen te ontwijken. Het is geen morele superioriteit, geen excuus voor stilstand of oordeel over anderen. Dat hebben mannen nu allemaal níet nodig!
Zijns-kracht is focus en aarding, de voorwaarde voor volwassen handelen. Vanuit deze kwaliteit kunnen mannen effectief handelen zonder zichzelf te verliezen, laten ze hun energie niet verstikken door vrouwen, en kunnen beide polariteiten werkelijk aanwezig zijn in een complex, veranderlijk leven. Het is de energie die zowel alertie als ontspanning combineert, en die daadkracht, zorg en verbinding mogelijk maakt zonder dat ze uit balans raken.
Haar levens-kracht
Levens-kracht is geen strategie, geen rol en geen techniek. Het is een kwaliteit van levendig, ritmisch en volledig aanwezig zijn, die energie, gevoel en lichaam integreert. Het is de basis waarop verbinding, afstemming en creativiteit kunnen floreren.
Open ontvankelijkheid is het eerste kenmerk: het vermogen om te voelen wat er in jezelf en in de omgeving gebeurt, spanning waar te nemen zonder jezelf weg te cijferen, impulsen te volgen zonder overweldigd te raken. Het is een innerlijke alertheid die tegelijk zacht en flexibel is.
Energievol draagvermogen is het tweede kenmerk. Levens-kracht betekent dat je energie kunt vasthouden en uitdelen, kunt ondersteunen en dragen, zonder jezelf uit te putten of te verliezen. Het is geen harde controle, maar een dynamisch evenwicht tussen ontvangen en geven, tussen grenzen en verbinding.
Brede aanwezigheid zonder overbelasting is het derde kenmerk. Wie levens-kracht ontwikkelt, kan contact maken, relaties dragen en situaties beïnvloeden zonder zichzelf te verliezen. Het betekent nabij zijn, zonder versmelting, en ruimte bieden voor verschil, zowel intern als extern.
Hard-nekkige misverstanden zijn: levens-kracht is geen passiviteit, geen vorm van gemakzucht of ontwijking. Het is geen enkel middel om spanning te vermijden en geen morele maatstaf. Het is een energiek, ritmisch vermogen dat in de kern levend, adaptief en relationeel is.
Levens-kracht is de voorwaarde voor volwassen aanwezigheid. Vanuit deze kwaliteit kunnen vrouwen hun energie richten zonder zichzelf te verliezen, kunnen mannen leren vertragen en afstemmen zonder passief te worden, en kan een dynamisch evenwicht ontstaan tussen alertie en ontspanning, tussen geven en ontvangen. Het is de energie die relaties, creativiteit en persoonlijke richting voedt, zonder dat harmonie, zorg of afstemming uit balans raakt.
Het lichaam als toegangspoort
Rust ontstaat niet door ontspanning alleen. Ze ontstaat door landen, door volledig aanwezig te zijn in het lichaam, door aandacht die van het hoofd zakt naar buik, bekken en borst. Pas daar ontstaat een interne basis: een fundament dat het mogelijk maakt om te voelen, te kiezen en te handelen zonder verstarring of vlucht.
Voor mannen betekent dit het lichaam bewonen. Het gaat om geaard zijn, spanning vasthouden en doorvoelen, zodat daadkracht niet blind of geforceerd wordt, maar doelgericht en afgestemd. Het lichaam wordt een gids: het vertelt waar energie stagneert, waar focus ontbreekt, waar kracht kan worden ingezet. Het is geen instrument voor prestatie, maar een ingang naar aanwezigheid.
Voor vrouwen betekent het lichaam bedding en draagkracht. Het is de plek waar energie zich kan verzamelen, stromen en uitdelen. Hier ontstaat vermogen om te dragen zonder zichzelf te verliezen, om te voelen zonder te verzuipen, om aanwezig te zijn in relatie en ritme. Het lichaam geeft informatie over grenzen, draagkracht en vitaliteit.
Wanneer deze belichaamde aanwezigheid actief is, schakelt het zenuwstelsel van overleven naar regulatie. Stresspatronen — vechten, vluchten, bevriezen, comfort of verzachten — komen tot rust. Het lichaam wordt geen buffer of vluchtpunt, maar een toegangspoort tot intuitie en draagkracht tegelijk.
Hier wordt duidelijk dat kracht en rust geen tegenstellingen zijn. Voor mannen wordt kracht echt daadkrachtig wanneer het gegrond is in het lichaam; voor vrouwen wordt draagkracht werkelijk voedend wanneer het geworteld is in de eigen energie. Het lichaam is het kanaal waardoor beide polen samenkomen: intuitie en ontspanning, actie en receptie, kracht en draagvermogen.
Landt iemand in het lichaam, dan ontstaat een stille, diepe energie die aanwezig is, voelbaar maar niet opgelegd, verbonden maar niet versmolten. Het is de kern van wat mannen als zijns-kracht ervaren en vrouwen als levens-kracht.
Relaties als oefenruimte voor de eigen kracht
Relaties zijn vaak de plekken waar onze energie het meest voelbaar wordt: de plaats waar kracht, kwetsbaarheid en aanwezigheid elkaar ontmoeten. In deze context worden mannen en vrouwen voortdurend uitgedaagd om hun eigen energie te testen en te verdiepen. Voor mannen is dit een oefening in zijns-kracht: geaard aanwezig zijn, richting en daadkracht behouden zonder overmacht of druk. Voor vrouwen is het een oefening in levenskracht: open, dragend en ontvankelijk aanwezig zijn zonder zichzelf te verliezen.
In een relatie kan conflict niet langer uitsluitend als dreiging worden ervaren, maar als informatie. Het lichaam en de energie geven signalen: spanning, irritatie, afstand of betrokkenheid. Wie deze signalen leest vanuit zijns- of levenskracht, kan reageren met helderheid en nabijheid, in plaats van met defensie, terugtrekking of overgave. Verschillen in energie, perspectief of reactie worden niet meer als obstakel gezien, maar als materiaal om te leren en af te stemmen.
Nabijheid verdiept zich zonder versmelting. Mannen leren aanwezig te zijn zonder te domineren; vrouwen leren te dragen zonder te verstrikken. In dit veld wordt het verschil dragend: het vermogen om naast elkaar te bestaan, elkaar te spiegelen en elkaar aan te vullen, zonder dat één energie de andere overneemt. Dit vereist dat beide partijen hun kernenergie herkennen en toestaan, waardoor de relatie een oefenruimte wordt voor volwassen aanwezigheid.
Relaties zijn geen probleem dat opgelost moet worden. Ze zijn een laboratorium van de eigen energie: een plek waar mannen hun geaardheid en focus kunnen testen, en vrouwen hun draagkracht en ontvankelijkheid kunnen verdiepen. Het is hier dat kracht en verbinding elkaar ontmoeten, waar aanwezigheid wordt geoefend en geïntegreerd.
Door dit perspectief verandert de kijk op conflict, verschil en nabijheid. Ze worden geen bedreigingen, maar levenslessen die uitnodigen tot experimenteren, afstemmen en verdiepen. Relaties worden zo een spiegel: geen bron van falen of frustratie, maar van inzicht en groei.
Wie deze oefenruimte werkelijk benut, ervaart dat zijns- en levenskracht elkaar versterken. Het is niet alleen een kwestie van doen of voelen, van actie of verzachting, maar van belichaamde aanwezigheid die beide polen kan dragen. In dit veld ontstaat een nieuwe kwaliteit: alert, ontspannen en verbonden tegelijk, de kern van wat mannen ervaren als zijns-kracht en vrouwen als levenskracht.
De eigen kracht in een complexe wereld
Aanwezig zijn is geen persoonlijke luxe. In een wereld die complex, versnipperd en onvoorspelbaar is, is het een maatschappelijke noodzaak. De manier waarop mannen en vrouwen hun kernenergie belichamen – zijns-kracht en levenskracht – heeft directe gevolgen voor leiderschap, opvoeding en de publieke ruimte.
In leiderschapsrollen is geaarde aanwezigheid cruciaal. Een man die zijn kracht belichaamt, kan richting geven zonder te overheersen. Hij kan beslissingen nemen, verantwoordelijkheid dragen en een veld creëren waarin anderen vertrouwen en duidelijkheid ervaren. Een vrouw die haar dragende aanwezigheid inzet, kan ruimte scheppen waarin diversiteit en nuance worden gezien, en waar verbinding de basis vormt voor gezamenlijke actie. Zonder deze kwaliteiten wordt leiderschap oppervlakkig of reactief: actie zonder gegrondheid, zorg zonder richting.
Ook in opvoeding is het effect voelbaar. Kinderen groeien op in een veld dat hun idee van veiligheid, daadkracht en afstemming vormt. Wanneer ouders hun kernenergie belichamen, leren kinderen dat kracht en nabijheid samengaan. Ze ervaren dat grenzen en vrijheid elkaar niet uitsluiten, dat richting en draagkracht elkaar voeden. Ontbreekt deze aanwezigheid, dan ontstaan patronen van stress, terugtrekking of overaanpassing, die later moeilijk los te laten zijn.
In de publieke ruimte werkt hetzelfde principe door. In gesprekken, besluitvorming en samenwerking zijn mensen continu op zoek naar balans tussen actie en ontvankelijkheid. Wie aanwezig is, kan nuance waarnemen, conflicten lezen en responsief handelen. Wie dat niet is, wordt meegesleurd door uitersten: polariserende strijd, snelle oordelen, passieve terugtrekking of collectieve comfortzones. De effecten zijn zichtbaar in politieke, sociale en ecologische crises: niet omdat mensen geen ideeën hebben, maar omdat aanwezigheid en geaarde kracht ontbreken.
Aanwezigheid is dus geen persoonlijke oefening, maar een sociale vereiste. Het vermogen om geaard en dragend aanwezig te zijn bepaalt de kwaliteit van besluitvorming, samenwerking en maatschappelijke veerkracht. Het is de energie die mensen in staat stelt om niet alleen zichzelf, maar ook hun omgeving te stabiliseren en te voeden.
In een complexe wereld wordt het duidelijk dat persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke verantwoordelijkheid geen afzonderlijke domeinen zijn. Wie leert zijns- en levenskracht te belichamen, oefent tegelijkertijd maatschappelijke effectiviteit. Persoonlijke aanwezigheid wordt zo een hefboom voor een stabieler, veerkrachtiger en verbonden collectief: de kern van wat leiderschap, opvoeding en publieke interactie werkelijk betekenisvol maakt.
Je wezen als vertrekpunt
Het drieluik begon bij vermoeidheid, overdaad en onbalans – bij mannen die hun kracht loslieten en vrouwen die hun bedding verloren. Nu, aan het einde, keert de blik terug, maar op een dieper niveau: bij het wezen zelf als vertrekpunt.
Vrede is hier niet een abstract einddoel, een staat die je moet bereiken of afdwingen. Het is eerder innerlijke veiligheid, een fundament van waaruit handelen mogelijk wordt. Voor mannen betekent dit geaard en gefocust aanwezig zijn, een kracht die niet reageert op elke prikkel, maar coherent blijft. Voor vrouwen betekent het dragend aanwezig zijn, open en ontvankelijk, zonder zichzelf te verliezen in verwachtingen of harmonie.
Wanneer deze kwaliteiten aanwezig zijn, ontstaan subtiele verschuivingen in hoe we ons verhouden tot de wereld. Conflict wordt informatie, verschil wordt dragend, nabijheid verdiept zich zonder versmelting. Persoonlijke energie, aarding en draagkracht raken niet los van het maatschappelijke veld: leiderschap, opvoeding en publieke interactie worden anders beleefd. De wereld wordt niet automatisch vrediger of overzichtelijker, maar we bewegen met meer coherent vermogen, meer rust en helderheid, meer ruimte voor nuance en afstemming.
Het wezen als vertrekpunt vraagt geen technieken, geen schema’s, geen quick fixes. Het vraagt alleen aanwezigheid, het vermogen om jezelf te bewonen en je energie te dragen. Het vraagt dat we stoppen met het volgen van uitersten – vechten, vluchten, bevriezen, comfort – en in plaats daarvan leren luisteren naar wat het lichaam en de kernenergie ons vertellen. Hier ontstaat een stil, maar krachtig veld waarin daadkracht en draagkracht, focus en ontvankelijkheid, actie en aanwezigheid elkaar ontmoeten.
Misschien is de crisis van onze tijd niet een tekort aan antwoorden, methoden of strategieën. Misschien begint echte verandering niet met een plan, maar met iemand die zichzelf bewoont. Niet door harder te doen, niet door zachter te zijn, maar door alert, geaard en dragend aanwezig te zijn, in zichzelf en in verbinding met wat groter is dan het individu. Vanuit dit vertrekpunt kan alles volgen: handelen, verbinden, dragen, leiden – maar altijd vanuit een fundament dat onwankelbaar en stil is.
DRIELUIK:
* Mannenkracht in onbalans – de vermoeide held
* Vrouwenkracht-in-onbalans/
* Eigen-zijn-in-een-complexe-wereld/