Leef, blijf Leven!
Ezechiel 16: 4 Wat uw geboorte betreft, op de dag dat u geboren werd, werd uw navelstreng niet afgesneden, werd u niet met water schoongewassen, werd u ook al niet met zout ingewreven, en al helemaal niet in doeken gewikkeld.
5 Geen oog zag naar u om, om een van die dingen uit medelijden bij u te doen. U werd weggeworpen op het open veld uit afschuw voor uw leven op de dag dat u geboren werd.
6 Toen Ik voorbij u kwam, zag Ik u trappelend in uw bloed en Ik zei tegen u in uw bloed: Leef! Ja, Ik zei tegen u in uw bloed: Leef!
7 Ik heb u even overvloedig gemaakt als het gewas op het veld. U groeide op, u werd groot en u kwam tot grote schoonheid.16:7 tot grote schoonheid – Letterlijk: tot sieraad van sieraden. Uw borsten werden stevig, uw haar groeide, maar u was naakt en bloot.
8 Toen Ik voorbij u kwam, zag Ik u, en zie, uw tijd was de tijd van de liefde. Zo spreidde Ik Mijn vleugel over u uit en bedekte uw naaktheid. Daarop zwoer Gen. 22:16; 24:7Ik u een eed en ging een verbond met u aan, spreekt de Heere HEERE, en zo werd u van Mij.
9 Daarop waste Ik u met water, spoelde uw bloed van u af en zalfde u met olie.
10 Ik trok u kleurrijk geborduurde kleding aan, schoeide u met zeekoeienhuiden, omwikkelde u met fijn linnen en bedekte u met zijde.
11 Ik tooide u met sieraden. Ik deed armbanden om uw polsen16:11 om uw polsen – Letterlijk: op uw handen. en een ketting om uw nek.16:11 uw nek – Letterlijk: uw keel.
12 Ook deed Ik een ring door uw neus, oorbellen aan uw oren en zette een sierlijke kroon op uw hoofd.
13 Zo werd u getooid met goud en zilver. Uw kleding was van fijn linnen en zijde, en voorzien van kleurrijk borduurwerk. Meelbloem, honing en olie at u. U werd buitengewoon mooi, en werd geschikt voor het koningschap.
14 Van u ging een naam uit onder de heidenvolken vanwege uw schoonheid, want die was volmaakt door Mijn glorie, die Ik op u gelegd had, spreekt de Heere HEERE.
Van Verlatenheid tot Vervulling – Een Innerlijke Reis in Vier Stadia
Ieder mens draagt, soms uitgesproken, soms stil verborgen, een verlangen naar heling. Naar thuiskomen bij zichzelf, voorbij de gebroken stukken, voorbij het masker van kracht dat we dagelijks dragen. Het is het verlangen naar betekenis, naar een leven dat klopt – van binnenuit. Niet alleen overleven, maar werkelijk leven.
Deze innerlijke roep zet ons op een weg. Een reis die zelden rechtlijnig verloopt, en die begint bij kwetsbaarheid: het gevoel verloren te zijn, onzichtbaar misschien, of afgewezen. Maar het is juist daar, in de rauwe echtheid van dat begin, dat de mogelijkheid tot echte transformatie ontstaat.
Deze weg voert langs groeipijn, confrontatie met oude patronen, tot aan een verrassend keerpunt: de ervaring van gezien worden – niet door de wereld, maar door iets dat groter is dan onszelf, en tegelijk dieper dan ons diepste weten.
Van daaruit ontvouwt zich een nieuwe identiteit. Geen façade, maar een innerlijk koningschap: stevig geworteld, bezield, en bereid om schoonheid te dragen die van binnenuit straalt.
Wat je hier leest is een weergave van die reis. Niet als theorie, maar als levende werkelijkheid – ontsloten door een oud symbolisch verhaal, dat lagen onthult van menselijke ontwikkeling zoals weinige teksten dat doen. Het nodigt je uit om jezelf te herkennen in de spiegel ervan, en misschien, opnieuw, te beginnen.
1. Het Stadium van Verlatenheid – De Onbewuste Geboorte
Elke innerlijke reis begint in de duisternis. Niet de duisternis van kwaad, maar die van onbewustheid – van niet-weten, niet-gekend zijn. In dit eerste stadium bevindt de mens zich in een staat van verlatenheid. Niet per se fysiek verlaten, maar existentieel: een diep gevoel dat men er niet werkelijk toe doet, alsof men bij aankomst op deze wereld over het hoofd is gezien.
Psychologisch gezien is dit het fundament waarop het zelfbeeld zich begint te vormen. De ervaringen van vroege afwijzing, gebrek aan bevestiging of onveilige hechting slaan zich op als stille overtuigingen: “Ik ben niet welkom.” “Ik ben te veel.” “Ik ben te weinig.” Deze overtuigingen nestelen zich niet in woorden, maar in lichaam en ziel – als een basale gevoelsgrond van onverbondenheid.
Maar wat in eerste instantie wordt ervaren als gemis, draagt in zich een paradoxale kracht. De leegte, hoe schrijnend ook, is tegelijk een baarmoeder: een ruimte waarin iets nieuws geboren wil worden. Het is de plek waar de ziel leert ademen, niet op grond van externe bevestiging, maar in contact met een dieper innerlijk weten.
Mystiek gezien staat deze fase niet alleen voor pijn, maar voor voorbereiding. Wat verlaten lijkt, is vaak juist beschermd tegen te vroege invulling. De stilte rondom het pasgeborene is niet alleen het ontbreken van stem, maar ook de ruimte waarin de eerste adem geboren wordt. Waar niets meer is om op te leunen, begint het ontwaken van een ander soort kracht – een kracht die niet geleend is, maar eigen.
Deze fase nodigt uit tot een vorm van kijken die zelden vanzelf komt: mildheid voor het eigen begin. Niet om fouten goed te praten, maar om te erkennen dat niemand zichzelf tot leven roept. Dat de eerste hoofdstukken van je bestaan geschreven zijn vóór je bewust kon kiezen. Door met zachtheid terug te kijken, wordt de geschiedenis niet uitgewist, maar herschreven in de taal van betekenis.
Wie durft terug te keren naar het moment waarop hij zich het meest onzichtbaar voelde, kan daar iets ongekends ontdekken: dat zelfs afwijzing een vorm van roeping kan zijn. Niet omdat het goed was, maar omdat het de bodem vormt waaruit wortels dieper durven groeien.
2. De Fase van Groei – Van Overleving naar Ontwikkeling
Na de eerste confrontatie met het verlaten-zijn, komt beweging. Er ontstaat een drang om te leven, om te groeien, om te bestaan — tegen de achtergrond van wat ooit ontbrak. Dit is de fase waarin iemand begint te bouwen: aan identiteit, aan grip, aan een plek in de wereld.
Psychologisch gezien is dit het stadium van overlevingsstrategieën. Ze zijn functioneel, noodzakelijk zelfs. Een kind dat zich ooit ongezien voelde, leert zich aan te passen. Het zoekt erkenning door prestaties, veiligheid door controle, liefde door gehoorzaamheid of strijd. Deze mechanismen zijn vindingrijk en krachtig — en ze werken. Tenminste, een tijdlang.
Maar wat bedoeld was om te beschermen, wordt op den duur een harnas. Het ego, dat zich in deze fase vormt, is tegelijk een bouwwerk én een buffer. Het biedt vorm, maar ook afstand. Afstand tot anderen, en vooral tot het innerlijk dat ooit zo kwetsbaar was.
Spiritueel gezien is dit de fase waarin het leven al volop stroomt, maar nog ongericht is. De energie beweegt, maar zonder diepe afstemming. Er is groei, maar nog geen worteling. Net zoals een plant snel omhoog kan schieten zonder sterk wortelstelsel, zo kan een mens in dit stadium snel lijken te ontwikkelen – zonder dat het innerlijk wezen al echt mee is.
Toch is deze fase geen vergissing, maar een noodzakelijke doorgang. Groeien betekent leren, botsen, grenzen aftasten. Het betekent ook dat er patronen ontstaan die ons helpen functioneren, maar die op termijn kunnen gaan knellen. De uitnodiging ligt dan in het herkennen van deze oude vormen: wie ben ik geworden om te overleven? En dient dit mij nog?
Wanneer je met open ogen terugkijkt naar je eigen groei – niet als zelfveroordeling, maar als zelfonderzoek – kun je onderscheiden wat ooit hielp, en wat nu mag worden losgelaten. Wat destijds bescherming was, is nu misschien belemmering.
Deze fase vraagt om moed: de moed om niet langer alleen te groeien ‘weg van’ wat pijnlijk was, maar om stil te staan bij wie je werkelijk aan het worden bent. Groei is niet alleen een kwestie van doorgaan, maar van bewust worden. En bewustwording is het begin van vrijheid.
3. De Oproep tot Verbinding – De Ontmoeting met het Zelf
Er komt een moment op de innerlijke reis dat de beweging van buiten naar binnen keert. Niet omdat de buitenwereld is opgehouden te roepen, maar omdat de roep van binnen krachtiger wordt. Iets in jou verlangt niet langer naar bevestiging, maar naar waarheid. Niet naar perfectie, maar naar verbinding.
In de symboliek van de bekleding – het kleed dat liefdevol over het lichaam wordt gespreid – ligt een diep weten besloten: dit is het moment waarop je wordt gezien, niet om wat je presteert of verhult, maar om wie je bent. Voor het eerst ontstaat er een spiegel die niet vervormt, maar herstelt.
Psychologisch markeert dit de overgang van een extern gevormde identiteit naar een innerlijk verankerde zelfervaring. Hier vindt de ontmoeting plaats met het ware zelf: niet de aangepaste versie die zich aanpast aan verwachtingen, maar de kern die er altijd al was. Het is een moment van herinnering: dit ben ik. Niet als theorie, maar als beleving.
In deze fase kan liefde voor het eerst echt worden ontvangen — niet als ruilmiddel, maar als erkenning. Het hart opent zich voor zichzelf. Dat wat vroeger als leegte werd ervaren, blijkt nu ruimte te zijn. En in die ruimte daalt iets neer: een vorm van vrede, of thuiskomen, die niet afhankelijk is van omstandigheden.
Spiritueel gezien is dit de fase van het verbond. Maar het is geen uiterlijke afspraak — geen pact met een ander mens of met regels — het is een innerlijk ja. Een diep weten dat je niet afgescheiden bent, maar deel van iets groters. Deze verbinding is stil, maar krachtig. Onzichtbaar, maar onwankelbaar.
Wat in eerdere fasen werd opgebouwd, wordt hier geïntegreerd. Je bent niet meer alleen een optelsom van wonden of prestaties, maar een wezen dat liefde kan ontvangen, én belichamen. Hier ontstaat zachte kracht: de kwetsbaarheid van een open hart dat zich niet meer hoeft te beschermen.
De uitnodiging in deze fase is helder maar subtiel: om je te laten bekleden. Om te durven ontvangen wat je ziel allang draagt. Het vraagt dat je stil wordt voor die momenten in je leven waarin je je werkelijk gezien voelde — misschien door een blik, een stilte, een ervaring die je niet kon verklaren maar ook niet kon ontkennen.
Laat deze momenten spreken. Herinner je hoe ze voelden. En wees bereid ze opnieuw toe te laten. Want verbinding begint daar waar je ophoudt jezelf te verbergen — en durft te verschijnen als je ware zelf.
4. De Fase van Bekroning – Vervulling en Zelfexpressie
Er komt een moment waarop niets meer toegevoegd hoeft te worden. Niet omdat alles perfect is, maar omdat het genoeg is. Genoeg geworsteld. Genoeg gezocht. De buitenwereld mag nog net zo onvoorspelbaar zijn als voorheen, maar binnenin is iets tot rust gekomen. Een mens die zichzelf heeft ontmoet, hoeft zich niet langer te bewijzen. Hij of zij is – en dat is genoeg.
In het beeld van bekleding met sieraden, fijn linnen en schoonheid, wordt geen oppervlakkige pronk bedoeld. De schoonheid waar het hier om gaat is geen façade, maar een gevolg. Zij komt voort uit iets dat innerlijk tot bloei is gekomen en nu naar buiten straalt.
Psychologisch gezien is dit de fase van volwassen integriteit. Je leeft niet meer vanuit een behoefte aan bevestiging of controle, maar vanuit een stevig geworteld zelfbesef. Niet om anderen te imponeren, maar om trouw te zijn aan wie je werkelijk bent. Je keuzes worden eenvoudiger, niet omdat het leven minder complex is, maar omdat je weet waar je staat.
De energie die ooit gebonden was aan overleving, of aan het zoeken naar liefde buiten jezelf, stroomt nu vrij. Er is ruimte om te geven zonder jezelf te verliezen, om aanwezig te zijn zonder jezelf te verbergen. Je leeft niet langer om gezien te worden, maar om te verschijnen – als expressie van dat wat in jou is geopenbaard.
Spiritueel gezien is dit koninklijk leven: niet hoog boven anderen, maar gegrond in dienstbaarheid en waardigheid. De kroon is geen teken van heerschappij, maar van gedragen verantwoordelijkheid. Je weet wie je bent, en daardoor kun je ruimte maken voor wie de ander is.
In deze fase ben je niet meer op zoek naar betekenis — je belichaamt haar. Je draagt je unieke vorm in deze wereld als een geschenk dat niet verzonnen is, maar ontvangen, gevormd en doorleefd. Je bent een levend antwoord op alles wat je hebt doorstaan.
De uitnodiging hier is niet spectaculair, maar diep: hoe ziet het eruit om jezelf niet langer te beperken tot overleving of zelfbescherming, maar om werkelijk te leven als degene die je bedoeld bent te zijn? Hoe zou het voelen om de kracht, de zachtheid, de wijsheid en de schoonheid die in jou huizen niet langer te onderdrukken, maar zichtbaar te maken?
Koninklijk leven begint niet bij macht, maar bij aanwezigheid. Niet bij bezit, maar bij belichaming. Het is de stille, krachtige glans van iemand die weet: ik ben gekomen zoals ik ben bedoeld – en dat is heilig genoeg.
Afsluiting: De Weg Terug is de Weg Vooruit
Deze reis — van afwijzing, via groei, naar verbinding en vervulling — is geen rechte lijn en geen afgesloten verhaal. Het is een innerlijke beweging die zich telkens opnieuw aandient, vaak op onverwachte momenten, in nieuwe omstandigheden, met diepere lagen.
Want telkens wanneer je je verlaten voelt, word je opnieuw uitgenodigd om je oorsprong te herzien. Telkens wanneer je vastloopt in oude patronen, mag je jezelf herinneren aan de groei die al in je leeft. Wanneer je opnieuw hunkert naar verbinding, staat er iets in jou klaar om zich te laten zien. En telkens wanneer je denkt dat je nog niet ‘ver’ genoeg bent, kan het zijn dat je al middenin vervulling staat — als je maar durft te kijken.
Zie deze vier stadia niet als een routekaart met eindbestemming, maar als een spiraal die je steeds verder naar je kern brengt. Wat gisteren heling was, vraagt morgen verdieping. Wat vandaag nog zoeken is, kan overmorgen thuiskomen blijken.
Dus wees mild. Wees aanwezig. Wees eerlijk. Je hoeft nergens anders te zijn dan waar je nu bent.
Want je bent al onderweg.
En de weg terug naar jezelf — is ook de weg vooruit.
📘 Schema: De Innerlijke Reis in Vier Stadia
Stadium | Beeld (symbolisch) | Psychologische focus | Spirituele laag | Toepassingsvraag |
---|---|---|---|---|
1. Verlatenheid | Pasgeborene, verworpen | Gebroken zelfbeeld, onbewuste pijn, afwijzing | Leegte als ruimte voor potentie | Kun je met mildheid terugkijken naar waar het begon? |
2. Groei | Het kind dat groeit, maar onbeschermd is | Ontstaan van overlevingsmechanismen, vorming van ego | Energie stroomt, maar nog ongericht | Welke patronen hielpen je toen, maar belemmeren je nu? |
3. Verbinding | De bruidsmetafoor – bekleed, bemind, gezien | Ontmoeting met het ware zelf, innerlijke heling | Innerlijk verbond, diepe thuiskomst | Wanneer voelde je je écht gezien? Kun je dat nu toelaten? |
4. Vervulling | Sieraden, schoonheid, koninklijke waardigheid | Integriteit, zelfexpressie, leven van binnenuit | Vrije stroom, belichaming van essentie | Wat betekent het voor jou om werkelijk zichtbaar te leven? |