Ten volle leven
Over de krachten die ons laten verschijnen — vrij, aanwezig en verbonden
Er is een verschil tussen leven en léven. Tussen functioneren en werkelijk aanwezig zijn.
Tussen de dagen die zich aaneenrijgen en het besef dat je in je eigen huid thuiskomt.
Iedereen kent dat gevoel: dat je even “aan” bent. Je luistert echt. Je reageert vanuit helderheid in plaats van reflex. Je handelt niet uit angst of gewoonte, maar uit innerlijke richting. Het zijn vaak geen grote momenten, eerder glimpjes — kleine signalen dat je méér bent dan de patronen die je voortduwen.
In de joods-christelijke traditie wordt dat meerduidige bestaan benoemd als leven voor Gods aangezicht: niet in een religieuze betekenis, maar als aanduiding van een mens die wakker is, aanwezig, gegrond. Een mens die niet verdwijnt in ruis, maar zich laat vinden door wat er werkelijk toe doet. Het is het soort leven dat in oude teksten omschreven wordt als “leven in overvloed” — niet als overdaad, maar als diepte.
Dit tweede deel in de serie ‘de weg naar ten volle leven’, onderzoekt de krachten die ons in die richting bewegen. Krachten die niet gedwongen of geforceerd zijn, maar ons juist openen. Aanwezigheid. Wijsheid. Moed. Liefde. Niet als grote idealen, maar als subtiele, vaak stille bewegingen die ons terugbrengen in verbinding — met onszelf, met de ander, met de Bron van het goede.
Waar deel één liet zien hoe we ongemerkt uit beeld raken, gaat dit deel over de tegentij: over wat het mogelijk maakt om opnieuw in focus te komen. Niet als een prestatie, maar als een uitnodiging. Want om werkelijk te leven, moet er eerst iets opengaan. In ons lichaam, in ons bewustzijn, in ons hart.
Dit is een artikel over die opening — en over wat er allemaal kan ontstaan wanneer we leren leven vanuit de krachten die ons laten verschijnen in plaats van verdwijnen.
Over de krachten die ons laten verschijnen — vrij, aanwezig en verbonden
Centrale vraag: Wat maakt dat een mens werkelijk tot zijn recht komt?
Rode draad: Het tweede artikel zoomt in op de vier constructieve krachten die de mens vanuit joods-christelijke traditie helpen verschijnen: krachtbronnen die je terugbrengen in aanwezigheid, waarheid en liefde.
Ten volle leven
Als we eenmaal beginnen te zien hoe sterk de onderstromen van angst, begeerte, schaamte en verwarring ons kunnen sturen, wordt iets anders zichtbaar: de enorme kloof tussen overleven en leven.
Veel mensen bewegen zich, vaak onbewust, vooral in de modus van overleven.
We functioneren, we presteren, we houden vol.
We doen wat moet, we voldoen aan verwachtingen, we blijven overeind.
Maar dat is niet hetzelfde als leven.
De belofte van overvloed
In het evangelie klinkt een radicale uitspraak van Jezus: “Ik ben gekomen opdat zij leven hebben, en wel in overvloed.” ( Johannes 10:10 )
Het is een zin die scherp contrastert met het kleine, samengeknepen bestaan van overleven. Overvloed gaat niet over materiële rijkdom of succes; het gaat over een kwaliteit van aanwezigheid. Over ruimte. Over innerlijke vrijheid. Over een leven waarin je mag verschijnen zoals je bedoeld bent.
Overvloedig leven is een bestaan dat niet wordt gestuurd door schaarste-reflexen, maar gedragen door vertrouwen en verbinding.
Sta op en schitter
De profeten spreken dezelfde taal van leven in de overtreffende trap:
– Jesaja roept: “Sta op, word verlicht, want uw licht komt.”
Het is een oproep aan een volk dat geneigd is te blijven liggen, te wachten, of te berusten. “Sta op” is geen morele opdracht, maar een existentiële uitnodiging: verschijn, kom tevoorschijn, neem je plaats in.
– Ezechiël verhaalt hoe God zegt tot het verweesde, verlaten kind:
“Leef! Blijf leven!”
En vervolgens beschrijft hoe dit gekrompen, kwetsbare leven wordt aangekleed, gekoesterd en getooid met sieraden — een beeld van waardigheid en herstelde eigenwaarde.
Het is een poëtische manier om te zeggen: wat klein begon, wat bijna verdween, wordt opnieuw tot leven geroepen, geheeld, verheven.
In beide gevallen klinkt dezelfde dynamiek: leven is niet slechts biologisch bestaan, maar een roeping om te verschijnen.
Tussen overleven en leven
Overleven doet precies het tegenovergestelde: het trekt ons samen, maakt ons klein, houdt ons in de schaduw. De krachten uit deel 1 — angst, begeerte, schaamte en mist — houden ons onvermijdelijk in die overlevingsstand. Ze vernauwen onze blik, sturen onze keuzes en reduceren onze identiteit tot bescherming en beheersing.
Leven, daarentegen, opent.
Het verbindt.
Het richt zich op groei, liefde, verantwoordelijkheid en aanwezigheid.
Het is de beweging van krimp naar expansie, van schaduw naar licht, van verborgenheid naar verschijnen.
De vraag van deel 2
Als deel 1 ging over het herkennen van de krachten die ons uit beeld trekken, richt deel 2 zich op de tegengestelde beweging:
Wat zijn de constructieve krachten die ons helpen om wél te verschijnen?
Welke innerlijke bronnen brengen ons van overleven naar leven?
Welke dynamiek stelt ons in staat om in overvloed te leven — niet als religieuze belofte, maar als dagelijkse realiteit?
Daar begint dit tweede deel: bij de ontdekking dat verschijnen mogelijk is. Dat er een andere manier van leven bestaat. En dat overvloed geen luxe is, maar een uitnodiging — een roeping — die al lang op ons wacht.
1. Aanwezigheid (Coram Deo)
Leven in het volle licht van het moment
Als de destructieve krachten ons uit beeld trekken, begint het verschijnen met één fundament: aanwezigheid. Werkelijke aanwezigheid. Niet mentaal meehobbelen, niet functioneel aanwezig zijn, maar wakker zijn in het moment.
In de christelijke traditie wordt dit vaak aangeduid met de uitdrukking Coram Deo: leven voor het aangezicht van God. Dat betekent niet een leven vol religieuze ernst, maar een leven dat niet wegloopt — niet voor de werkelijkheid, niet voor jezelf, niet voor de Ander.
Aanwezigheid als tegenkracht van angst
Waar angst ons samenknijpt, opent aanwezigheid ons weer.
Aanwezigheid maakt ruimte.
Ze haalt ons uit de schaduw van wat was of wat misschien zou kunnen gebeuren, en brengt ons naar het enige moment waarin leven werkelijk plaatsvindt: hier, nu.
Psychologisch gezien is aanwezigheid de tegenbeweging van het zenuwstelsel dat in overlevingsstand schiet. Het brengt de adem terug, de aandacht, de vertraging waarin je weer kunt voelen en waarnemen in plaats van reageren.
Aanwezigheid is wat er gebeurt wanneer je niet vlucht in gedachten, niet verdwijnt in pleasen of presteren, en niet opgaat in digitale ruis. Het is de herontdekking dat je een lichaam hebt, dat je ademt, dat je leeft.
De kunst van stilte en aandacht
In een wereld die draait op snelheid, prikkels en efficiency is aanwezigheid geen vanzelfsprekendheid — het is een oefening.
De psalmisten kennen deze oefening goed. De psalmen wisselen voortdurend tussen drie bewegingen:
– roepen (expressie, emotie, waarheid onder ogen zien),
– wachten (stilte, overgave, luisteren),
– vertrouwen (heroriëntatie, terugkeer naar verbinding).
Deze dynamiek is geen religieuze formule maar een menselijke beweging:
aanwezig worden door te zeggen wat waar is,
aanwezig blijven door te wachten en te luisteren,
en aanwezig zijn door te vertrouwen dat het voldoende is om hier te zijn.
Het is opvallend hoe vaak in de psalmen wordt gezegd:
“Wees stil.”
“Wees niet bang.”
“Verhef uw hoofd.”
Aanwezigheid is altijd de eerste stap richting leven.
Aandacht als vorm van liefde
De joods-christelijke traditie ziet aanwezigheid niet als mentale discipline, maar als relationele kwaliteit. Je verschijnt niet in abstracte leegte; je verschijnt voor het aangezicht van de Ander.
Aandacht is daarmee een vorm van liefde.
Wie werkelijk aanwezig is, kan zien wat er speelt in zichzelf, in de ander, in de wereld.
Aanwezigheid maakt ons ontvankelijk — voor de zachte bewegingen van het hart, voor de fluistering van geweten, voor de noden van de naaste, voor de roep van God.
Aanwezigheid als levenskeuze
In een tijd waarin we overal kunnen zijn behalve hier, is aanwezigheid een daad van verzet.
Ze vraagt om vertraging — een tegenbeweging tegen de krachten die ons krimpen of afleiden.
Ze opent de weg van overleven naar leven.
Aanwezigheid is geen prestatie, maar een herhaald “ja” tegen het moment. Het is jezelf situeren in de werkelijkheid, niet erbuiten. Het is leven in het volle licht, Coram Deo — in waarheid, in openheid, in verbinding.
En in dat licht begint de overvloed waarover Jezus sprak niet als spectaculaire ervaring, maar als eenvoudig, tastbaar, dagelijks aanwezig zijn.
2. Wijsheid en Onderscheiding (chokmah)
Keuzes maken vanuit helderheid en waarheid
Als aanwezigheid ons wakker maakt in het moment, dan geeft wijsheid richting aan dat wakker-zijn. Wijsheid — chokmah in het Hebreeuws — is geen abstract intellect of morele strengheid. Het is het vermogen om te zien wat werkelijk is, onderscheid te maken tussen wat goed lijkt en wat goed ís, en keuzes te maken die resoneren met waarheid in plaats van ruis.
Waar onwetendheid ons gevangen houdt in mist, helpt wijsheid ons een innerlijk kompas te ontwikkelen dat niet afhankelijk is van impulsen, trends of druk van buitenaf.
Wijsheid als tegenkracht van innerlijke mist
Onwetendheid is geen gebrek aan informatie. In onze tijd lijden we eerder aan een overschot daarvan — teveel geluid, teveel prikkels, teveel bronnen die claimen de waarheid te spreken.
De werkelijke uitdaging is: hoe onderscheid je de stem die leven brengt van de stemmen die verwarring brengen?
Voor de bijbelse traditie is chokmah precies dát:
het vermogen om niet alleen te begrijpen, maar om te zien.
Niet alleen te weten, maar te doorzien.
Niet alleen te kiezen, maar te onderscheiden.
Het is de kunst om te navigeren in een wereld waar alles schreeuwt, maar waar het meeste niet voedt.
Drie bronnen van onderscheid: Schrift, gemeenschap, geweten
In het joods-christelijke denken krijgt wijsheid gestalte via drie bronnen die elkaar aanvullen en corrigeren:
1. Schrift – een tegenstem voor onze blinde vlekken
De Schrift is geen boek vol antwoorden, maar een verzameling stemmen die je telkens opnieuw uitnodigen om anders te kijken.
De profeten ontmaskeren valse zekerheden.
De wijsheidsliteratuur stelt scherpe vragen over motief en karakter.
De woorden van Jezus leggen onze gewoonten van zelfbedrog zacht, maar genadeloos bloot.
Schrift vormt een tegenstem tegen ons eigen gelijk — en daarmee een oefening in onderscheid.
2. Gemeenschap – wijsheid die nooit solistisch is
Wijsheid ontstaat zelden in isolement. We hebben anderen nodig om onze blinde vlekken te zien, onze aannames te bevragen, onze intuïtie te scherpen.
Gemeenschap — gezin, vrienden, geloofsgroep, collega’s — fungeert als geluiddemping én klankbord.
Ze helpt ons de mist te herkennen waarin we zelf comfortabel zijn geworden.
In de rabbijnse traditie wordt gezegd: “Wie alleen leert, leert met een slechte leraar.”
Niet omdat je dom bent, maar omdat niemand zijn eigen illusies volledig doorziet.
3. Geweten – de stille stem van binnen
In veel talen betekent het woord “geweten” letterlijk: medeweten.
Het is het innerlijke weten dat voorafgaat aan redeneren.
Die stille opmerking diep van binnen: dit klopt niet, of: hier moet ik zijn.
Het geweten is geen morele knellende band, maar een instrument van onderscheid — een innerlijke antenne die afgesteld raakt door oefening, stilte en eerlijkheid.
Wijsheid als dagelijkse praktijk
Wijsheid is niet iets wat je hébt, maar iets wat je oefent.
Het ontstaat door kleine, herhaalde keuzes:
– een moment van stilte voor een beslissing,
– een eerlijk gesprek in plaats van een vluchtig oordeel,
– een vraag die je langer laat rusten dan je gewend bent,
– een kritische blik op je eigen motieven,
– de moed om te luisteren naar wat je liever negeert.
Wijsheid is het vermogen om midden in de complexiteit van het leven te zeggen:
“Dit is wat waar is. Dit is wat goed is. Dit is wat nu de weg vooruit is.”
Van ruis naar helderheid
In een tijd waarin misinformatie, fragmentatie en innerlijke verwarring de norm zijn, wordt wijsheid een bijna revolutionaire kracht.
Ze bevrijdt van impulsiviteit.
Ze doorprikt illusies.
Ze opent ruimte voor volwassen, vrije keuzes.
Waar deel 1 eindigde in mist, opent deze kracht een horizon.
Wijsheid maakt dat we niet langer verdwalen in de veelheid van stemmen, maar leren luisteren naar de stem die leven brengt.
3. Moed en Kwetskracht (emunah)
Leven met open hart en vast vertrouwen
Als schaamte en minderwaardigheid ons doen krimpen, dan is moed de kracht die ons weer doet opstaan. Niet de ruwe, heroïsche moed die overwint door kracht, maar de stille, volgehouden moed die laat zien wie je werkelijk bent — zelfs wanneer dat kwetsbaar voelt.
In de bijbelse taal heet die moed vaak emunah. We vertalen het meestal met “geloof”, maar het woord betekent vooral: standvastigheid, betrouwbaarheid, innerlijke stevigheid.
Emunah is het vermogen om rechtop te blijven staan met open hart.
Het is moed én kwetsbaarheid tegelijk: kwetskracht.
Kwetsbaarheid als kracht, niet als zwakte
In veel moderne contexten klinkt kwetsbaarheid als risico, als softheid. Maar in de joods-christelijke traditie is kwetsbaarheid juist de plaats waar echte kracht zichtbaar wordt.
De profeten zijn kwetsbaar wanneer ze hun hart blootleggen.
Jezus verschijnt radicaal kwetsbaar in zijn ontmoetingen — niet omdat Hij zwak is, maar omdat Hij niets te verbergen heeft.
Paulus durft te zeggen: “Wanneer ik zwak ben, dan ben ik sterk.”
Kwetskracht betekent niet dat je geen angst hebt, maar dat je ondanks de angst verschijnt.
Moed als tegenkracht van schaamte
Schaamte drukt ons uit beeld.
Moed brengt ons terug in beeld — niet omdat we overtuigd zijn van onze eigen grootsheid, maar omdat we bereid zijn gezien te wórden.
Moed zegt:
“Ik ben hier, met alles wat ik wel en niet ben.”
“Ik verschuil me niet, ik doe mee.”
“Mijn waarde ligt niet in perfectie, maar in aanwezigheid.”
De paradox wordt zichtbaar: Kwetsbaarheid wordt kracht wanneer je niet langer vecht tegen jezelf.
Emunah: vertrouwen als existentiële houding
Emunah is geen mentale overtuiging. Het is een manier van aanwezig zijn. Een innerlijke stevigheid die niet voortkomt uit prestaties, maar uit vertrouwen.
– Vertrouwen dat je niet alleen bent.
– Vertrouwen dat je mag verschijnen.
– Vertrouwen dat liefde sterker is dan angst.
– Vertrouwen dat falen niet fataal is.
– Vertrouwen dat je roeping niet afhankelijk is van perfecte omstandigheden.
Emunah is het tegenovergestelde van de reflex van zelfbescherming. Het is de beweging die zegt: “Ik leef met open handen, niet met gebalde vuisten.”
Moed in praktijk: de kleine daden van verschijnen
Moed uit zich zelden in grote gebaren. Vaak is ze verrassend klein maar radicaal echt:
– Een eerlijk gesprek dat je eigenlijk wilt vermijden.
– Grenzen aangeven die je jarenlang hebt ingeslikt.
– Zeggen wat waar is, ook als je stem trilt.
– Hulp vragen.
– Je talent delen zonder je te verschuilen achter bescheidenheid.
– Je plek innemen zonder je aan te passen aan verwachtingen.
– Je falen onder ogen zien zonder zelfveroordeling.
Dit zijn de kleine daden van verschijnen — en precies daar groeit moed.
Kwetskracht als weg richting waardigheid
Waar schaamte fluistert dat je moet verdwijnen, vertelt kwetskracht dat je mag verschijnen.
Waardigheid ontstaat niet doordat je perfect bent, maar doordat je durft te leven vanuit de kern van wie je bent.
Niet onaantastbaar, maar toegankelijk.
Niet gepantserd, maar aanwezig.
Moed en kwetskracht vormen samen een innerlijke houding die ons bevrijdt van de oude kindmechanismen van terugtrekking en compensatie. Ze openen de mogelijkheid om volwassen te leven: zichtbaar, bemind, verbonden.
4. Liefde, Barmhartigheid, Integriteit (chesed / agapè)
Liefde als richtinggevende kracht
Als aanwezigheid ons wakker maakt, wijsheid ons richting geeft en moed ons in beeld brengt, dan vormt liefde de kern van waarom we überhaupt verschijnen. Niet als romantische emotie, maar als existentiële kracht — de meest betrouwbare energiebron van menselijk leven.
In de joodse traditie wordt deze kracht aangeduid met chesed: verbondstrouw, barmhartigheid, goedgunstigheid, de liefde die volhardt.
In het Grieks gebruikt het Nieuwe Testament agapè: liefde zonder voorwaarde, zonder agenda, zonder wederkerigheid als voorwaarde.
Waar begeerte ons uit ons centrum trekt, brengt chesed ons ernaar terug.
Waar prikkels ons versnipperen, maakt agapè ons eenvoudig en gericht.
Waar verlangen ons onrustig maakt, vormt liefde een rustig, betrouwbaar midden.
Liefde als richtinggevende kracht
In veel spirituele en psychologische tradities wordt liefde gezien als emotie. In de Bijbel is liefde eerder een richting.
Het is een manier van bewegen door de wereld:
– niet uit angst,
– niet uit begeerte,
– niet uit schaamte,
– niet uit verwarring,
maar uit de diepste bron die ons menselijk maakt.
Chesed betekent: trouw blijven wanneer het moeilijk is.
Agapè betekent: geven zonder jezelf te verliezen.
Samen vormen ze een kracht die zowel zacht als onverzettelijk is.
De essentie van verschijnen: veilig zijn
De vraag die de joods-christelijke traditie steeds stelt is niet: “Ben ik gezien?”
Maar: “Ben ik veilig in mijzelf, kan ik mijzelf dragen, om jou te ontmoeten?”
Ben ik iemand bij wie anderen kunnen rusten, groeien, zichzelf zijn, omdat ik kan rusten in mijn zelf?
Ben ik veilig voor mezelf, de ander, en het grotere geheel?
Liefde is daarom altijd relationeel. Ze is niet gericht op eigen succes of eigen bevestiging.
Ze zoekt het goede — in mij én daardoor ook in jou.
Ze kiest voor waarheid, ook als dat onhandig is.
Ze kiest voor barmhartigheid, ook als dat traag gaat.
Ze kiest voor integriteit, ook als dat iets kost.
Liefde als volwassene beweging
Waar begeerte ons voortdurend naar meer duwt — meer aandacht, meer succes, meer prikkels — brengt liefde ons naar genoeg.
Naar eenvoud.
Naar innerlijke ordening.
Begeerte zegt: “Jij moet voor mij…”
Liefde zegt: “Ik ben.”
Begeerte grijpt.
Liefde ontvangt.
Begeerte verlangt bevestiging.
Liefde bevestigt wie je al bent.
Dat maakt liefde tot de meest volwassen van alle krachten.
Ze heeft geen haast, geen verborgen agenda, geen verborgen honger.
Ze is open, aanwezig, geaard.
Barmhartigheid: het vermogen om de ander heel te laten
Barmhartigheid (chesed) is een vaak miskend woord.
Het betekent niet softheid of passiviteit.
Het betekent dat je iemand ontmoet zonder oordeel dat vernauwt. Het betekent de uitnodiging aan de ander om ook te gaan staan, want dan zijn we gelijkwaardig.
Het is het vermogen om de ander heel te laten — zonder te fixen, zonder te gebruiken, zonder jezelf op te offeren.
Barmhartigheid vereist kracht:
– de kracht om je eigen motieven te onderzoeken,
– de kracht om niet te manipuleren,
– de kracht om te geven zonder jezelf te verliezen.
Integriteit: liefde die vorm krijgt
Liefde zonder integriteit wordt sentimenteel.
Integriteit zonder liefde wordt hard.
Wanneer beide samenkomen, ontstaat een mens die leefbaar is voor zichzelf én voor zijn omgeving.
Iemand die verschijnt zonder te overheersen.
Die nabij is zonder te versmelten.
Die trouw is zonder te verstarren.
Integriteit is liefde die grenzen kent.
Barmhartigheid is liefde die ruimte geeft.
Agapè is liefde die blijft.
Liefde als eindpunt én beginpunt
Liefde is niet de laatste stap in de reis van verschijnen — ze is het hart van het hele proces.
Aanwezigheid zonder liefde wordt discipline.
Wijsheid zonder liefde wordt controle.
Moed zonder liefde wordt macht.
Maar liefde maakt alles menselijk.
Ze brengt de beweging van “ten volle leven” naar zijn bestemming:
niet een groot, luid leven, maar een veilig leven.
Een leven waarin jij aanwezig kunt zijn zonder schade toe te brengen — aan jezelf, aan anderen, of aan dat wat groter is dan jij.
Ik ben geliefd door God. Daarom houd ik als antwoord daarop van mij! En daarom houd ik van jou!
verschijnen als levenspraktijk
Geen ideaal, maar een dagelijkse oefening
Wie de vier constructieve krachten — Aanwezigheid, Wijsheid, Moed en Liefde — zo naast elkaar ziet, zou bijna kunnen denken dat “ten volle leven” een verheven ideaal is. Een staat van rust, helderheid en verbondenheid die je op een dag bereikt, waarna het leven soepel en overzichtelijk wordt.
Maar zo werkt het niet.
Verschijnen is geen eindpunt.
Het is een levenspraktijk.
Een dagelijkse terugkeer naar wat waar is, goed is en menselijk is.
Soms lukt het: je bent aanwezig, helder, moedig, liefdevol.
Vaak is het halfslachtig: een beetje moed, een zweem van liefde, een waas van verwarring.
En soms ben je gewoon weer dat kind dat schrikt, verstopt of grijpt.
Maar juist dát maakt verschijnen tot een realistische weg.
Geen spiritueel prestatieproject, maar een ritme van opstaan en weer oefenen.
Een manier van leven die niet vraagt om perfectie, maar om beschikbaarheid.
Om eerlijkheid.
Om het lef om steeds opnieuw terug te keren naar wie je werkelijk bent.
De joods-christelijke traditie noemt dat bekering — niet als schuldbeladen ommekeer, maar als voortdurende beweging terug naar het centrum van je bestaan. Terug naar God, terug naar de ander, terug naar je Ware Zelf.
Verschijnen wordt zo niet iets groots, maar iets dagelijks:
een gesprek waarin je aanwezig blijft,
een keuze waarin je trouw bent aan wat je weet,
een kwetsbare stap in een richting die je vreest,
een daad van liefde die niet schreeuwt maar draagt.
Het is precies daar — in het kleine — dat overvloed zichtbaar wordt.
naar deel 3: van verschijnen naar ontwikkeling
Wanneer je deze vier krachten begint te oefenen, gebeurt er iets opmerkelijks. Niet plots en spectaculair, maar langzaam en organisch: je ont-wikkelt je.
Niet in de moderne zin van zelf-optimalisatie of zelf-verwerkelijking, maar in de diepere zin van zelf-ontdekking.
De weg van persoonlijke ontwikkeling begint niet bij ambitie, maar bij aanwezigheid.
Niet bij doelen, maar bij waarheid.
Niet bij het bouwen van een ‘beter zelf’, maar bij het ontvouwen van het zelf dat al in je ligt — het beeld van God dat onder angst, begeerte, schaamte en mist steeds weer tevoorschijn wil komen.
Dat is het hart van deel 3: hoe deze beweging van verschijnen verandert in een levenslang proces van innerlijke groei, volwassenheid en heling.
Niet om méér te worden dan je bent, maar om eindelijk te worden wie je bent.