Traumaresponsen en hun verborgen rollen
In de wereld van trauma- en hechtingsonderzoek worden de vier klassieke overlevingsstrategieën vaak genoemd: fight (vechten), flight (vluchten), freeze (bevriezen), en het minder bekende, maar cruciale fawn (pleasen). Deze mechanismen zijn geen willekeurige reacties, maar diepgewortelde patronen die in de vroege jeugd gevormd worden als respons op bedreiging, onveiligheid of emotionele verwaarlozing. Ze hebben als doel te overleven in een omgeving die onvoorspelbaar of zelfs bedreigend is.
De vier klassieke trauma- en stressresponsen — fight (vechten), flight (vluchten), freeze (bevriezen) — werden oorspronkelijk beschreven door de Amerikaanse fysioloog Walter Cannon in de vroege 20e eeuw. Hij introduceerde het concept van de “fight-or-flight” reactie in 1915, waarmee hij de automatische, lichamelijke reactie op acute stress of bedreiging beschreef.
Later, met name in de jaren 80 en 90, werd door onderzoekers zoals Peter A. Levine (ontwikkelaar van Somatic Experiencing) en anderen het begrip van de freeze-respons verder uitgewerkt. Freeze wordt gezien als een verlengstuk van de fight-or-flight-reactie wanneer vechten of vluchten niet meer mogelijk is.
De fawn-respons — het pleasen of aanpassen om conflict en gevaar te vermijden — werd pas veel later als aparte categorie erkend. Dit concept kreeg bredere bekendheid vooral door trauma-expert Pete Walker in zijn werk rond complex trauma en CPTSD, met name in zijn boek “Complex PTSD: From Surviving to Thriving” (2013). Walker beschreef “fawn” als de vierde traumarespons, waarbij mensen zich aanpassen en pleasen om gevaar te vermijden.
De klassieke traumaresponsen: wat betekenen ze echt?
I. Fight (Vechten)
Fight is veel meer dan alleen agressie of confrontatie. Vanuit trauma- en hechtingspsychologie is het een primair zelfbeschermingsmechanisme: een impuls om controle terug te winnen in een situatie waarin iemand zich machteloos voelt. De strenge, kritische innerlijke stem — die we in de psychologie ook wel de ‘innerlijke criticus’ noemen — functioneert als een verdedigingslinie. Deze criticus is vaak streng naar zowel jezelf als anderen, en verbergt onder die harde buitenkant een diepgevoelde angst voor kwetsbaarheid en afwijzing.
Systemisch gezien kan fight voortkomen uit een loyale positie binnen het gezin van herkomst waarin grenzen moesten worden bewaakt of verdedigd. Bijvoorbeeld het kind dat de rol op zich neemt van beschermer, opdat het gezin of een ouder niet verder uit elkaar valt. Die rol kan later onbewust gecontinueerd worden in werkrelaties of partnerschappen, waarbij vechten wordt ingezet om de eigen plek veilig te stellen.
Psychologisch zorgt deze vechtrespons voor een energieboost en tijdelijke controle, maar is ook vaak vermoeiend en isolerend. Het kan leiden tot conflicten, omdat de boosheid eigenlijk een roep om gehoord en gezien worden is.
II. Flight (Vluchten)
Flight is de respons van terugtrekken of vermijden. Mensen die deze reactie vertonen, proberen dreiging te ontlopen door zich emotioneel of fysiek te distantiëren. Dit kan zich manifesteren in vermijding van confrontaties, het negeren van eigen behoeften, of dissociatieve toestanden waarin het ‘weg zijn’ een manier is om de pijn niet te hoeven voelen.
Vanuit een systemisch perspectief kan flight verbonden zijn met een plek in het gezin waar het kind onzichtbaar moest blijven om harmonie te bewaren. Bijvoorbeeld het kind dat zich terugtrok om conflicten tussen ouders niet te hoeven aanwakkeren. Zo’n loyaliteit aan het familiesysteem vraagt onbewust om het eigen bestaan zo onopvallend mogelijk te houden.
In de psychologie wordt flight ook gezien als een copingmechanisme dat angst en stress tijdelijk reduceert, maar op lange termijn kan leiden tot gevoelens van isolatie, verminderde zelfeffectiviteit en het onderdrukken van authentieke verlangens.
III. Freeze (Bevriezen)
Freeze is een verlammingsreactie die optreedt wanneer vechten of vluchten onmogelijk is. Dit is het moment waarop het zenuwstelsel overstuur raakt en ‘bevriest’ om te voorkomen dat de situatie escaleert of verdere schade optreedt.
Psychologisch vertaalt dit zich vaak in passiviteit, verlamming, of extreme overlevingsstrategieën zoals perfectionisme, hyperverantwoordelijkheid of overaanpassing. Het bevriezen kan ook het onvermogen zijn om actie te ondernemen en een gevoel van emotionele doofheid of dissociatie.
Systemisch gezien kan freeze terug te voeren zijn op een positie binnen het familiesysteem waar het kind onzichtbaar moest zijn of geen ruimte kreeg om zichzelf te uiten. Dit kind leert dat het veiligst is om geen beweging te maken, geen aandacht te trekken, en onderdanigheid te tonen — zodat het systeem stabiel blijft.
De freeze-respons is vaak de basis voor patronen van zelfveroordeling en innerlijke onzichtbaarheid, omdat de persoon zichzelf letterlijk ‘in de wacht’ zet om niet gekwetst te worden.
IV. Fawn (Pleasen)
Fawn, de minst besproken maar minstens zo krachtig traumarespons, draait om veiligheid zoeken door aanpassing. Dit gaat niet om oppervlakkige vriendelijkheid, maar om een complexe en subtiele strategie waarbij iemand onbewust leert emoties te reguleren door zich te schikken naar de ander. Dit kan betekenen dat ze voortdurend hun eigen gevoelens en wensen wegcijferen om afwijzing en conflict te vermijden.
Psychologisch is fawning een respons op chronische dreiging waarbij het individu leert dat veiligheid alleen gewaarborgd wordt als zij anderen tegemoetkomen, hen geruststellen of zelfs controleren via emotionele afstemming. Dit uit zich in sterke sociale vaardigheden, empathie en ‘vragen stellen’ als manier om controle te houden, terwijl het eigen zelf vaak verborgen blijft.
Systemisch bezien is fawn vaak geworteld in primaire loyaliteit aan het gezin, waarbij het kind de rol van bemiddelaar of harmoniebewaarder op zich neemt. Door die rol verliest het kind zichzelf soms uit het oog en leert het zichzelf subtiel buiten beeld te houden om het systeem te stabiliseren. Deze dynamiek zet zich vaak onbewust voort in volwassen relaties en werksituaties.
Fawn lijkt op het eerste gezicht sociaal wenselijk, maar heeft als keerzijde het risico van emotionele uitputting en onzichtbare eenzaamheid, omdat het ‘zelf’ nooit volledig mag worden gezien of gehoord.
Traumaresponsen als overlevingsstrategieën binnen het systeem
Al deze reacties — fight, flight, freeze en fawn — zijn in essentie intelligente, adaptieve strategieën die ontstaan uit de behoefte aan veiligheid in een onveilige omgeving. Ze zijn geen symptomen van zwakte, maar overlevingsmechanismen die hun oorsprong vinden in zowel persoonlijke ervaringen als in systemische familiecontexten.
Bert Hellinger’s systemisch werk benadrukt hoe deze patronen vaak onbewust worden doorgegeven binnen families, als manieren om loyaliteit te tonen en het systeem te beschermen. Het erkennen van deze dynamieken opent de deur naar zelfcompassie en transformatie. Niet door de reacties te veroordelen, maar door ze te begrijpen en te integreren, zodat het individu zijn eigen veilige plek kan innemen — los van de oude systemen.

Het systeem achter de responsen: een trauma- en systemisch perspectief
De gedragsreacties fight, flight, freeze en fawn zijn niet louter individuele overlevingsstrategieën; ze zijn ingebed in een breder, onzichtbaar systeem waarin loyaliteit en verbinding centraal staan. Vanuit het systemisch werk van Bert Hellinger weten we dat kinderen automatisch de ‘posities’ innemen die nodig zijn om het gezinssysteem te stabiliseren. Dit gebeurt vaak onbewust en met de beste intenties: het waarborgen van de relatie, het behoud van harmonie, en het overleven binnen een soms complexe en pijnlijke familiedynamiek.
Het kind dat vecht staat vaak symbool voor degene die de kracht en bescherming op zich neemt. Het vecht om het gezin bij elkaar te houden, de orde te bewaren, of om onrecht te bestrijden. Dit kind kan later uitgroeien tot de strenge innerlijke criticus, die zichzelf en anderen scherp beoordeelt om grip te houden op het leven.
Het kind dat vlucht neemt juist afstand om chaos of pijn te ontwijken. Door zich terug te trekken, voorkomt het verdere escalatie en probeert het de vrede te bewaren. In volwassen relaties vertaalt dit zich in het vermijden van conflicten of het onzichtbaar maken van eigen behoeften, uit loyaliteit aan het ‘familiebelang’.
Het kind dat bevriest kiest onzichtbaarheid en verstilling als reactie op overweldigende onveiligheid. Deze positie beschermt het kind tegen onverdraaglijke gevoelens en dreigt te vervallen in emotionele verlamming. Volwassenen met deze achtergrond worstelen vaak met perfectionisme en het gevoel er niet te mogen zijn.
Het kind dat pleast neemt de rol van harmoniebewaarder aan. Door zich voortdurend aan te passen en de emoties van anderen te managen, probeert het kind de liefde en verbinding binnen het gezin veilig te stellen. Deze rol gaat gepaard met het verloochenen van het eigen gevoel en de eigen grenzen.
Deze posities zijn ‘primair loyaal’: kinderen kiezen onbewust voor wat nodig is om het familiesysteem te dragen, zelfs ten koste van zichzelf. Dit verklaart waarom deze traumaresponsen zo hardnekkig zijn en vaak blijven doorspelen in volwassen relaties, werk en zelfs tijdens therapie. Wat ooit overleving was, kan nu een valkuil worden die ware autonomie, zelfliefde en groei in de weg staat.
Het herkennen van deze systemische achtergronden opent de mogelijkheid om met compassie naar jezelf te kijken. Niet als iemand die ‘fout’ reageert, maar als een wijs overlever die het beste deed wat hij kon binnen een complex samenspel van relaties. Pas door die erkenning kan de cirkel doorbroken worden — en ontstaat ruimte om vrij te kiezen wie je nu wilt zijn, los van oude rollen en verwachtingen.
Gedragsuitingen in het dagelijks leven
De vecht-, vlucht-, bevries- en pleaser-respons zijn niet alleen onbewuste overlevingsmechanismen, maar vertalen zich ook in herkenbare gedragskenmerken die vaak diep geworteld zijn in onze vroegste gezinservaringen. Elk patroon vertelt een verhaal van loyaliteit, bescherming en soms ook van verlies.
De Criticus (Fight)
Deze rol manifesteert zich in scherpe, harde zelf- en anderkritiek. Het is een poging om controle te behouden in een wereld die vroeger onvoorspelbaar en onveilig voelde. Perfectie wordt nagestreefd met strenge normen, omdat ‘goed genoeg zijn’ niet vanzelfsprekend was. Conflicten worden soms bewust opgezocht om een gevoel van macht terug te winnen, of juist vermeden door dominante houdingen te tonen. De innerlijke criticus is vaak een echo van de strijd die het kind voerde om zich staande te houden in een veeleisend systeem.
De Ontwijker (Flight)
Hier zien we het terugtrekken: vermijden van lastige gesprekken, wegduiken in stilte of afleiding. Grenzen aangeven is moeilijk, omdat het kind ooit leerde dat zichtbaarheid of het uitspreken van behoeften onveilig was. Soms manifesteert dit zich in dissociatie — een mentale vlucht uit pijnlijke realiteit. Het ontwijkingsgedrag probeert onrust te sussen en het systeem ‘rustig’ te houden, ten koste van eigen authenticiteit.
De Leidzame Volger (Freeze)
Dit patroon laat zich zien in het niet durven opvallen of initiatief nemen. Perfectionisme wordt ingezet als een schild, een manier om ‘veilig’ te blijven binnen de verwachtingen van het systeem. Emoties worden vaak onderdrukt of weggehouden uit angst om ‘te veel’ te zijn. De verlammingsreactie die ooit hielp om onzichtbaar te blijven in een bedreigende omgeving, kan nu leiden tot stagnatie en een gevoel van innerlijke verstikking.
De Pleaser (Fawn)
De pleaser is continu alert op de behoeften en emoties van anderen, altijd vragen stellend, luisterend en zorgend om veiligheid en verbinding te waarborgen. Eigen behoeften worden vaak weggecijferd, conflicten subtiel omzeild. Dit gedrag was ooit een slimme strategie om liefde en acceptatie te behouden in een gezin waar directe confrontatie of authenticiteit risicovol was. Nu kan het echter leiden tot het verlies van eigen grenzen en gevoelens van onzichtbaarheid.

Vernieuwende inzichten: van innerlijke saboteurs naar innerlijke bondgenoten
Wat vaak wordt gezien als lastige innerlijke stemmen — de criticus, de pleaser, de ontwijker en de bevriezer — zijn in essentie geen vijanden, maar intelligente, liefdevolle overlevingsstrategieën die vanuit het onbewuste al die jaren een veilige plek probeerden te creëren in een onveilige wereld.
Deze innerlijke delen ontwikkelden zich in een context waarin het gezinssysteem of de omgeving onvoldoende veiligheid bood, en waarin deze gedragsvormen onmisbaar waren om te kunnen overleven. Vanuit een systemisch perspectief, zoals dat van Bert Hellinger, zijn ze ‘primair loyaal’ aan het familiesysteem; ze namen onzichtbare maar noodzakelijke posities in om het systeem te stabiliseren en de pijn te verzachten.
In traditionele benaderingen worden deze innerlijke stemmen vaak bestempeld als ‘saboteurs’ die overwonnen of genegeerd moeten worden. Maar trauma-geïnformeerde therapieën, Voice Dialogue en parts work nodigen ons uit om deze stemmen eerst te erkennen, te waarderen en te eren als beschermers. Dit perspectief biedt een radicale verschuiving: niet langer vechten tegen deze delen, maar met ze samenwerken.
Door bewust contact te maken met deze innerlijke stemmen, kun je ontdekken wat zij proberen te voorkomen — vaak pijnlijke kwetsbaarheid, afwijzing of chaos — en ontstaat er ruimte voor compassie en mildheid. In plaats van innerlijke strijd, ontstaat er een dialoog tussen de delen: de criticus leert zachter te zijn, de pleaser ontdekt eigen grenzen, de vluchtende durft zich stap voor stap te verbinden, en de bevriezende mag beweging en expressie vinden.
Op deze manier kan een nieuw innerlijk systeem ontstaan, waarin veiligheid, autonomie en authenticiteit hand in hand gaan. Dit bevrijdt niet alleen het individu van destructieve patronen, maar herstelt ook het contact met zichzelf en anderen op een dieper, helend niveau.
Praktische tips voor transformatie
1. Herken je traumaresponsen
Observeer in stressvolle situaties welke automatische gedragsrol jij inneemt: ben je de vechter die zich verzet en controle zoekt, de vluchtende die zich terugtrekt, de bevriezende die verstijft, of de pleaser die zich aanpast? Dit bewustzijn is de eerste stap naar verandering. Het herkennen van deze patronen zonder oordeel doorbreekt de automatische piloot en opent ruimte voor keuze.
2. Bevraag de functie van je gedrag
Vraag jezelf oprecht: Wat probeert deze reactie mij te beschermen? Welke pijn of angst ligt eronder? En ook: Wat zou er gebeuren als ik deze automatische reactie niet meer zou inzetten? Dit helpt om het gedrag te zien als een intelligente overlevingsstrategie in plaats van een ‘fout’ of ‘zwakte’.
3. Geef ruimte aan de innerlijke beschermers
Erken de intentie van deze innerlijke delen. Ze zijn er niet om je te saboteren, maar om je te behoeden voor kwetsbaarheid en gevaar. Door deze stemmen liefdevol te benaderen in plaats van te veroordelen, ontstaat er een dialoog en samenwerking tussen je innerlijke delen.
4. Versterk de veilige volwassene in jezelf
De veilige volwassene is het deel dat mildheid, compassie en veiligheid kan bieden aan de kwetsbare delen die gevangen zitten in overlevingsmechanismen. Dit deel kun je trainen door zelfzorg, meditatie, lichaamswerk en therapie. Het is de bron van autonomie en heling, die de oude patronen kan transformeren.
5. Zoek systemische patronen
Vanuit een systemisch perspectief helpt het om te onderzoeken welke rol jij als kind binnen je gezin innam en welk ‘onzichtbaar werk’ je deed om het familiesysteem in balans te houden. Vaak zijn traumaresponsen en innerlijke rollen verweven met loyaal gedrag aan het gezin van herkomst. Door deze patronen bewust te maken, kan je ze loslaten en kiezen voor een eigen, authentiek pad.
Slotgedachte
Traumaresponsen zijn niet zomaar overlevingsmechanismen; ze vormen het fundament van hoe we ons verbinden — met onszelf én met anderen. Wanneer we deze reacties durven te doorgronden in hun context, met mildheid en compassie, openen we een diepere deur naar echte transformatie. Niet door onze oude patronen uit te wissen, maar door ze te integreren en ruimte te geven binnen een volwaardig en authentiek zelf. Pas dan ontstaat er heling die duurzaam is — een heling die niet alleen bevrijdt, maar ook verbindt.
LEES OOK:
* trauma-vluchten-vechten-en-bevriezen/
* perfecte-aanpassers/
* de-verborgen-winst-van-zelfkritiek/