Waarom nu wel en toen niet? – 2
In mijn praktijk ontmoet ik vaak stellen die al lange tijd worstelen met hun relatie. Het komt vaak voor dat één partner al jaren hoopvol probeert te veranderen, te verbinden of te redden, terwijl de ander pas veel later inziet dat er iets moet gebeuren. En juist op het moment dat die beweging eindelijk plaatsvindt, zie ik iets verrassends gebeuren: verdriet, teleurstelling en zelfs pijn bij degene die jarenlang heeft volgehouden.
Hoe kan het dat het begin van verandering niet altijd vreugde brengt, maar ook verlies? Wat gebeurt er in het innerlijke leven van de partner die zo lang op verbetering heeft gehoopt? En wat betekent dat voor het proces van relatieherstel?
In deze twee artikelen duik ik diep in dit complexe, vaak verborgen psychologische proces. Ik bespreek de betekenis van hoop die te lang heeft geleefd en de rouw die ontstaat wanneer die hoop eindelijk beantwoord lijkt te worden — maar ook weer verdwijnt. En ik leg uit hoe dit zich vertaalt in het gedrag, de gevoelens en de verwachtingen van beide partners in de relatietherapie.
Of je nu partner bent die al jaren wacht, of juist degene die nu pas de eerste stappen zet, deze artikelen bieden inzicht, erkenning en handvatten om samen verder te komen.
Deel 1: De leegte van hoop – waarom er verdriet komt als het eindelijk ‘beter’ gaat in de relatie
Deel 2: Waarom nu wel en toen niet – verdriet met terugwerkende kracht in relatietherapie
Waarom nu wel en toen niet – verdriet met terugwerkende kracht in relatietherapie
In relatietherapie komt het vaak voor dat één partner — laten we die hier “Partner A” noemen — al jarenlang signalen afgeeft dat het niet goed gaat. Partner A heeft misschien al gelezen, gepraat, gepusht, gehuild, gepleit. En dan, na soms jaren van inspanning, wrijving en wanhoop, zegt Partner B eindelijk: “Misschien moeten we hulp zoeken.” En tijdens het traject vallen er kwartjes. Inzichten. Partner B begint te zien, te voelen, te veranderen.
Maar in plaats van puur opluchting, zie je bij Partner A iets anders gebeuren. Verdriet. Teleurstelling. Soms zelfs boosheid. “Waarom nú wel en toen niet?”
Het fenomeen: verdriet met terugwerkende kracht
Wat hier gebeurt is een psychologisch complex proces van terugwerkende rouw — een mengsel van verdriet, gemis, woede en teleurstelling over wat niet gebeurd is, zelfs terwijl er eindelijk wel beweging komt. Het is een rouwproces om de verloren jaren, om alle keren dat iemand niet gezien of gehoord werd, en de pijn van te lang alleen vechten voor verbinding.
Psychologische verklaringen
1. Chronische eenzaamheid en de ‘emotionele burn-out’ van Partner A
Partner A heeft vaak jarenlang in een staat van emotionele eenzaamheid geleefd binnen de relatie. Die jaren van “alleen trekken aan een dood paard” veroorzaken een chronische staat van alertheid, hoop en wanhoop. Dit is emotioneel uitputtend. Als dan eindelijk de beweging komt, kan A simpelweg te moe zijn om blij te zijn. De energie om nog te hopen, te juichen, te vechten — die is op. Wat overblijft is rouw.
2. Ambivalente erkenning
Eindelijk komt de erkenning waar Partner A zo naar verlangde. B ziet nu de pijn, erkent het gemis. Maar juist die erkenning maakt de oude pijn intenser voelbaar. Als B het nu kan zien… waarom toen niet? Daarmee wordt de impliciete boodschap versterkt: “Ik had het toen ook kunnen zien — maar deed het niet.” Dat voelt als een gemiste redding. Een gemiste kans. En die doet pijn.
3. Rouw om het oude zelf
Partner A moet afscheid nemen van een versie van zichzelf die jarenlang volhield, hoopte, investeerde. Die persoon bestaat niet meer op dezelfde manier. Rouw om wie je was in die jaren van wachten en trekken, komt vaak pas op het moment dat de crisis ‘voorbij’ lijkt.
4. Cognitieve dissonantie en herschreven narratieven
Zodra Partner B inzicht krijgt, herschrijft dat onbewust het verhaal van de relatie. Partner A wordt geconfronteerd met een harde realiteit: “Het lag niet aan mij. Ik had gelijk.” Maar cognitieve dissonantie — jarenlang jezelf overtuigen dat het misschien aan jou lag, dat je te veeleisend was — valt ineens weg. De waarheid doet zeer: “Ik ben te lang alleen geweest.” Deze waarheid moet emotioneel ingedaald worden.
5. Verlies van morele superioriteit
Er is vaak een subtiele dynamiek waarin Partner A zich — soms onbewust — heeft vastgehouden aan een gevoel van ‘ik zie het tenminste’. Die morele superioriteit gaf betekenis en houvast. Wanneer Partner B in beweging komt, valt dat ook weg. Wat blijft, is de vraag: “Wie ben ik nog, nu jij het ook ziet?”
Wat kan een therapeut doen?
1. Valideren van de rouw
Als therapeut is het cruciaal dat deze verdrietige reactie niet wordt gezien als ‘negatief gedrag’ of als ‘onwil om blij te zijn’. Het is gezonde, noodzakelijke rouw. Benoem het. Valideer het. Geef er taal aan. Bijvoorbeeld: “Ik zie dat het pijn doet om te merken dat de verandering nu pas komt, na al die jaren. Het is logisch dat je daar verdriet over voelt.”
2. Ruimte maken voor terugkijken
Laat Partner A reflecteren op wie zij/hij was in de jaren ervoor. Wat heeft het gekost? Wat is er verloren gegaan? Maak ruimte om dat te rouwen zonder druk om ‘nu maar blij te zijn’.
3. Tijdslijn opstellen met beide partners
Een tijdlijnsessie, waarin je de relatiegeschiedenis visueel maakt, kan helpen om beide partners te laten zien hoeveel er al is geprobeerd. Dit biedt erkenning én helpt Partner B beseffen hoeveel tijd en moeite er al is geïnvesteerd.
4. Bewustwording van het verschil tussen inzicht en herstel
Partner B kan soms euforisch zijn over zijn/haar nieuwe inzichten. Begeleid hen in het besef dat inzicht nog geen herstel is. Herstel vraagt niet alleen gedragsverandering, maar ook reparatie van het verleden.
Tot slot: hoop én waarheid tegelijk vasthouden
Er is hoop, ja. Maar er is ook schade. Het mooie van relatieherstel is dat het mogelijk is. Het lastige is dat het altijd een geschiedenis meesleept. Wie de moed heeft om die onder ogen te zien — met ruimte voor rouw, erkenning en heling — kan daar samen sterker uitkomen.
Het verdriet van Partner A is dus geen obstakel, maar een teken dat er weer gevoeld mag worden. En dat is vaak het begin van echte intimiteit.