Hoogbegaafd en OCD
Hoogbegaafdheid roept bij velen het beeld op van een kind dat moeiteloos hoge cijfers haalt of een volwassene met een indrukwekkend analytisch vermogen. Maar achter die hoge intelligentie schuilt vaak een complexe binnenwereld, waarin intens denken, diepe gevoeligheid en een sterke behoefte aan structuur samenkomen. Die eigenschappen maken hoogbegaafde mensen niet alleen uniek, maar ook kwetsbaar voor misverstanden – vooral binnen de psychologie. Eén van de meest voorkomende verwarringen is die tussen hoogbegaafdheid en een obsessieve-compulsieve stoornis, kortweg OCD.
OCD is een angststoornis waarbij mensen last hebben van dwanggedachten en -handelingen. Denk aan iemand die herhaaldelijk controleert of de deur op slot zit, of iemand die zijn handen tientallen keren per dag wast uit angst voor besmetting. Deze handelingen zijn bedoeld om angst te onderdrukken en worden vaak als storend of zelfs slopend ervaren.
Op het eerste gezicht kan gedrag van een hoogbegaafd persoon hier sterk op lijken. Zo is perfectionisme bij hoogbegaafden geen zeldzaam verschijnsel. Ze kunnen zich urenlang verliezen in een taak omdat het ‘nog beter kan’, of herhaaldelijk werk herschrijven omdat het niet aan hun eigen hoge standaard voldoet. Ook zoeken ze vaak naar structuur, orde of duidelijkheid – niet omdat ze er bang voor zijn als die er niet is, maar omdat hun hoofd vaak vol zit en ze houvast nodig hebben. Daarnaast hebben veel hoogbegaafde kinderen en volwassenen intense interesses waar ze zich volledig in vastbijten. Dit kan overkomen als obsessief gedrag, maar voor hen is het juist een bron van energie en passie.
Het verschil zit vooral in de intentie en beleving. Waar mensen met OCD dwangmatig handelen om een gevoel van angst of onrust te onderdrukken, is het gedrag van hoogbegaafden meestal doelgericht, betekenisvol en logisch voor henzelf. Zij ervaren hun gedrag niet als vreemd of storend, maar juist als noodzakelijk om rust te vinden of zich goed te kunnen concentreren. Toch worden deze eigenschappen regelmatig verkeerd geïnterpreteerd, vooral als de omgeving het gedrag niet begrijpt of als de persoon zich in een systeem bevindt dat weinig ruimte biedt voor afwijkende denkwijzen.
De gevolgen van een verkeerde diagnose kunnen groot zijn. Iemand die als OCD-patiënt wordt behandeld, terwijl hij eigenlijk worstelt met een gebrek aan uitdaging of begrip vanwege zijn hoogbegaafdheid, loopt het risico op verkeerde begeleiding of zelfs onnodige medicatie. Bovendien tast zo’n misdiagnose vaak het zelfbeeld aan: iemand die jarenlang hoort dat hij ‘te dwangmatig’ is, kan gaan twijfelen aan zichzelf, terwijl zijn gedrag misschien gewoon past bij een uitzonderlijk denkniveau.
Goede diagnostiek vraagt daarom om meer dan een checklist van symptomen. Het vereist een diepgaand gesprek over hoe iemand denkt, voelt en functioneert. Alleen zo kun je het verschil zien tussen gedrag dat voortkomt uit angst, en gedrag dat voortkomt uit een intens, snel en diep werkend brein. In het geval van hoogbegaafdheid is het vooral belangrijk om te kijken naar context, motivatie en de ervaring van de persoon zelf.
Zolang we hoogbegaafdheid blijven zien als ‘gewoon slim zijn’, zullen we dit soort misverstanden blijven tegenkomen. Maar als we durven kijken naar de complexiteit en intensiteit die ermee gepaard gaan, wordt het mogelijk om hoogbegaafden niet langer te verwarren met mensen die lijden aan een stoornis, maar hen te erkennen in wie ze werkelijk zijn.
Hoogbegaafdheid wordt vaak geassocieerd met een hoge intelligentie, maar het is méér dan dat. Het gaat ook om hoe iemand denkt, voelt en de wereld beleeft. Soms worden kenmerken van hoogbegaafdheid verkeerd geïnterpreteerd als een psychische stoornis – zoals Obsessive-Compulsive Disorder (OCD). Dit kan leiden tot onjuiste diagnoses en behandelingen die niet passen.
Wat is hoogbegaafdheid eigenlijk?
Hoogbegaafdheid betekent niet alleen een IQ boven de 130, maar gaat vaak ook gepaard met:
- een sterk analytisch denkvermogen
- perfectionisme
- diepe gevoeligheid (emotioneel én sensorisch)
- een sterke behoefte aan controle of structuur
- intense interesses of fixaties
Deze eigenschappen zijn op zich niet “ziekelijk” – ze horen bij de manier waarop een hoogbegaafd brein werkt.
Wat is OCD?
OCD (dwangstoornis) is een angststoornis waarbij iemand last heeft van:
- obsessies (terugkerende, storende gedachten, zoals angst voor besmetting)
- compulsies (dwanghandelingen, zoals overmatig handen wassen of dingen controleren)
De dwanghandelingen worden meestal uitgevoerd om angst te verminderen. Het gedrag is vaak tijdrovend en storend in het dagelijks leven.
Waar gaat het mis?
Bepaalde eigenschappen van hoogbegaafde mensen lijken op OCD, maar zijn niet pathologisch:
Eigenschap bij hoogbegaafdheid | Kan lijken op OCD |
---|---|
Sterk perfectionisme | Dwang naar foutloosheid |
Gevoelig voor onrecht of fouten | Drang om alles “goed” te doen |
Structuur willen aanbrengen | Herhalend gedrag of rituelen |
Intense focus op details | Obsessieve fixaties |
Hoge innerlijke onrust | Angstige of dwangmatige uiting |
Voorbeeld:
Een hoogbegaafde tiener die constant zijn schoolwerk herschrijft omdat het “niet goed genoeg is”, kan worden gezien als iemand met een dwangstoornis, terwijl het eigenlijk uit perfectionisme en een sterke drang naar zelfverbetering voortkomt.
Gevolgen van misdiagnose
- ❌ Onjuiste therapieën (zoals exposuretherapie tegen dwang)
- ❌ Onnodige medicatie
- ❌ Zelfbeeldschade (“Er is iets mis met mij”)
- ✅ Wat wél nodig is: begrip voor de manier van denken, en begeleiding die past bij hoogbegaafdheid
Hoe herken je het verschil?
Vraag | OCD | Hoogbegaafd |
---|---|---|
Is er angst of paniek als het ritueel niet wordt uitgevoerd? | Ja | Vaak niet |
Is het gedrag egosyntoon (logisch voor de persoon zelf)? | Nee, vaak storend | Ja, vaak logisch en prettig |
Levert het gedrag stress op? | Ja, vaak veel | Alleen bij tegenwerking of onbegrip |
Past het gedrag bij sterke interesses of perfectionisme? | Nee, eerder angstvermindering | Ja |
Conclusie
Hoogbegaafde mensen hebben vaak unieke manieren van denken en doen. Die kunnen lijken op symptomen van OCD, maar hebben een totaal andere oorsprong. Een goede diagnostiek kijkt verder dan alleen gedrag en houdt rekening met de innerlijke beleving en het denkniveau.
Misdiagnose is te voorkomen door kennis, nuance en vooral: het gesprek aangaan met de persoon zelf – op zijn of haar denkniveau.
Lees verder:
* hoogbegaafd-misdiagnoses/
* hoogbegaafd-en-misdiagnoses/
* hoogbegaafd-doe-maar-gewoon/
* hoogbegaafdheid-en-autisme/
* hoogbegaafdheid-en-odd/
* hoogbegaafdheid-en-persoonlijkheidsstoornissen/
* hoogbegaafdheid-en-adhd/
* zwakbegaafd-werd-hoogbegaafd/
* hoogbegaafdheid-en-slecht-slapen/
* https://www.dinekevankooten.nl/archief/hoogbegaafd-en-anorexia/
* hoogbegaafdheid-en-misdiagnoses-waarom/
* maatschappelijke-kostenpost-hoogbegaafdheid/