Ouders blijven – partners kunnen wisselen
In samengestelde gezinnen zijn de gezinsgrenzen opnieuw ingericht, maar niet opnieuw geboren. Ouders blijven altijd verbonden met hun kinderen – ook als de relatie tussen de ouders voorbij is. Partners kunnen komen en gaan, maar ouderschap blijft.
Voor de nieuwe partner betekent dit vaak een kwetsbare positie: je investeert in het nieuwe gezin, maar je bent niet vanzelfsprekend een volwaardig lid van het systeem. In dit artikel gaan we dieper in op deze systemische asymmetrie en wat het vraagt van betrokkenen om ruimte te maken voor verbinding zonder het bestaande ouderschap te verdringen. Ga voor de andere artikelen naar: leven-in-samengestelde-gezinnen/)

Over loyaliteit, verbinding en de basis van het gezin
1. Ouderschap is permanent
De relatie tussen ouder en kind is in systemisch opzicht niet te verbreken. Zelfs als ouders overlijden, fysiek afwezig zijn of geen contact meer hebben: de verbinding blijft bestaan.
In samengestelde gezinnen betekent dit dat:
- De band tussen ex-partners als ouders blijft bestaan – ook als de partnerrelatie is beëindigd
- Kinderen vaak loyaal blijven aan beide ouders – ook als er een nieuwe partner in beeld is
- Het nieuwe gezinssysteem nooit de plek kan innemen van het oude, maar zich daartoe moet leren verhouden
2. De positie van de nieuwe partner: geen vanzelfsprekendheid
Voor de nieuwe partner is dat soms verwarrend of pijnlijk:
- Je deelt het huis, de zorg, de dagelijkse realiteit
- Maar je blijft buiten bepaalde kringen van loyaliteit en invloed
- Bij familiegebeurtenissen, beslissingen of verjaardagen kun je buitengesloten worden of slechts “toegevoegd” zijn
Je leeft in het systeem, maar je hoort er niet altijd bij.
3. Wat dit oproept aan spanningen
Bij de nieuwe partner:
- Gevoelens van buitensluiting, onzekerheid, afwijzing
- Onmacht: “ik doe alles, maar ik tel niet mee”
- Verwarring over rol: wel zorgen, maar niet opvoeden – wel investeren, maar niet beslissen
Bij de ouder met kinderen:
- Loyaliteitsdruk tussen ex-partner en nieuwe partner
- Schuldgevoel tegenover kinderen of ex
- Angst om relaties te verstoren door grenzen te stellen
Bij de kinderen:
- Loyaliteitsconflict: mogen we de nieuwe partner aardig vinden?
- Verwarring: is dit mijn familie, of ‘die van mijn ouder’?
- Afstand: uit bescherming van de band met de andere ouder
4. Wat helpt?
🎯 1. Erken de ongelijkheid
De relatie tussen partners en die tussen ouder en kind zijn wezenlijk verschillend.
Dat vraagt geen gelijkheid, maar erkenning van verschil.
🎯 2. Begrens het oude systeem
Een nieuwe relatie kan niet goed ontstaan als het oude systeem dominant blijft.
Een ouder mag het contact met zijn/haar ex onderhouden, maar moet duidelijk kiezen voor de nieuwe partner in het hier-en-nu.
🎯 3. Maak de plek zichtbaar
Kinderen hoeven de nieuwe partner niet als stiefouder te zien, maar mogen wel horen:
“Zij hoort bij mij. Dus zij hoort ook bij wat wij samen opbouwen.”
🎯 4. Wees geduldig en duidelijk
Verbinding bouwt zich langzaam op. Maar alleen als er duidelijkheid is over rollen, grenzen en verwachtingen, kan die verbinding veilig ontstaan.
5. Tot slot
In samengestelde gezinnen komt liefde vaak in een ingewikkelde verpakking. De liefdesrelatie tussen partners moet haar plek vinden binnen een groter, bestaand systeem.
Ouderschap blijft altijd. Partnerschap moet zich bewijzen. Maar als het lukt om respect te tonen voor beide lijnen – de biologische en de nieuwe – dan ontstaat er ruimte voor een systeem waarin iedereen mag bestaan, zonder concurrentie, schuld of schaamte.
Want het gaat niet om kiezen tussen oud en nieuw. Het gaat om het erkennen van wat er is – en het begrenzen van wat er niet meer is.