De Verslaving aan Onzekerheid
Een neuropsychologisch perspectief op emotionele afhankelijkheid
Waarom blijven mensen — en opvallend vaak vrouwen — vastzitten in relaties die hun welzijn ondermijnen? Waarom is het zo moeilijk om los te komen van een partner die niet structureel liefdevol of beschikbaar is, maar wél af en toe zorg, passie of bevestiging toont? De ervaring van veel vrouwen in de therapeutische praktijk laat een terugkerend patroon zien: ondanks innerlijke onvrede en herkenning van emotionele uitputting, ervaren ze een diepe overtuiging dat ze niet zonder de ander kunnen. Dit is mede gestuurd door het idee dat je niet ‘zo maar’ moet scheiden (Lees hierover: ik-moest-loslaten-wat-god-heeft-samengevoegd/)
Dit innerlijke conflict is niet louter emotioneel of irrationeel: het komt voort uit krachtige psychologische en fysiologische mechanismen die diep in het brein verankerd liggen. Eén van de kernprocessen die dit patroon verklaart, is intermitterende bekrachtiging — een principe uit de leertheorie dat verassend accuraat beschrijft hoe instabiele relaties verslavend kunnen worden.

Wat gebeurt er werkelijk?
Op psychologisch niveau ontstaat er een vicieuze cirkel van hoop, teleurstelling, zelftwijfel en hechting. Op fysiologisch niveau wordt het stress-systeem (HPA-as) geactiveerd, terwijl het beloningssysteem (dopaminecircuits) onregelmatig wordt getriggerd — precies zoals bij gedragsverslavingen zoals gokken. Daardoor ontstaat een vorm van emotionele afhankelijkheid: men raakt gehecht, niet zozeer aan de ander als persoon, maar aan de onvoorspelbare afwisseling van afwijzing en beloning.
Intermitterende bekrachtiging is een sterk mechanisme: in onzekere sociale contexten was het adaptief om door te zetten en te blijven investeren in relaties, ook als deze niet altijd stabiel waren. In hedendaagse intieme relaties kan dit mechanisme echter destructief zijn, vooral wanneer het gepaard gaat met emotionele manipulatie, narcistisch gedrag, of verwaarlozing.
Dit artikel gaat dieper in op wat intermitterende bekrachtiging precies is, hoe het zich manifesteert in liefdesrelaties, welke psychologische en neurobiologische systemen erachter schuilgaan, en hoe ik in mijn relatiecoaching vrouwen ondersteun om uit deze dynamiek te stappen — met compassie, kennis en richting.
Wat is intermitterende bekrachtiging?
Intermitterende bekrachtiging is een term uit de gedragspsychologie. Het betekent dat een beloning (bijvoorbeeld aandacht, affectie of bevestiging) onregelmatig en onvoorspelbaar wordt gegeven. In tegenstelling tot continue beloning (waarbij gewenst gedrag steeds wordt beloond), blijkt juist deze onvoorspelbare beloning het sterkste gedragspatroon te creëren én in stand te houden.
Dit principe werd voor het eerst onderzocht bij dieren door B.F. Skinner in de jaren 50. Hij ontdekte dat ratten en duiven die af en toe beloond werden (in plaats van altijd) veel langer bleven proberen — zelfs als de beloning helemaal stopte. Deze gedragslijn blijkt opvallend goed te vertalen naar menselijke relaties.
De man/vrouw verschillen van verbinding en autonomie
Vrouwen en mannen hebben verschillende “oerhoudingen”. Deze houdingen zijn niet absoluut of onveranderlijk, maar ze bieden wel inzicht in diepgewortelde neigingen die vandaag de dag nog steeds doorwerken — onder andere in de manier waarop we relaties aangaan en ervaren.
Vrouwen: gericht op verbinding en zorg
De vrouwelijke ‘oerhouding’ is sterk verbonden met samenwerking, hechting en sociale cohesie. In oersamenlevingen waren vrouwen meestal verantwoordelijk voor het zorgen voor kinderen, voedsel verzamelen in groepen, en het onderhouden van sociale banden binnen de gemeenschap. Hechte relaties waren essentieel voor veiligheid, hulp bij de opvoeding, en bescherming tegen uitsluiting.
Dit heeft geleid tot een verhoogde gevoeligheid voor relationele signalen, zoals nabijheid, affectie, goedkeuring en afwijzing. Het brein van vrouwen is hierdoor over het algemeen gevoeliger voor sociale feedback en emotionele connectie. Daarom kan een grillige partner, die liefde soms wel en soms niet toont, een diepe activatie veroorzaken in het vrouwelijke stress- en bindingssysteem.
Mannen: gericht op autonomie en actie
Mannen waren van nature vaker betrokken bij taken die zelfstandigheid en risiconeming vereisten, zoals jagen, verdedigen of het verkennen van nieuwe gebieden. Hun ‘oerhouding’ is daardoor meer gericht op doelgericht handelen, grenzen bewaken en onafhankelijkheid. Dit heeft geleid tot een gemiddeld grotere tolerantie voor afstand in relaties en een andere manier van omgaan met stress: minder zoeken naar nabijheid, meer op zichzelf gericht.
Bij stress vertonen mannen vaker de neiging tot terugtrekken of “shut down”, waar vrouwen juist toenadering zoeken — een verschil dat in intieme relaties vaak tot miscommunicatie en frustratie leidt.
Wat dit betekent voor relaties vandaag
In relaties waarin intermitterende bekrachtiging een rol speelt, raken deze oerpatronen gemakkelijk verstoord:
– Vrouwen, vanuit hun verlangen naar verbinding, kunnen sneller gevangen raken in de hoop op herstel en de behoefte aan nabijheid, zelfs als die onveilig is.
– Mannen kunnen zich, als ze emotioneel onveilig of overweldigd raken, juist sneller terugtrekken of de verbinding vermijden — wat voor de partner nóg meer onzekerheid en verlangen naar bevestiging oproept.
Dit wederzijds activerende patroon versterkt precies die dynamiek waarin intermitterende bekrachtiging krachtig en verslavend wordt.
Hoewel man/vrouw inzichten verklaringskracht hebben, is de mens flexibel, leert en groeit — en met bewustzijn, coaching en reflectie kunnen zowel mannen als vrouwen hun oude hechtingsreflexen herkennen en overstijgen. Maar het helpt wél om te erkennen dat deze neigingen niet “raar” zijn, maar geworteld zitten in onze biologische man/vrouw verschillen.
De emotionele achtbaan van intermitterende bekrachtiging
In intieme relaties manifesteert intermitterende bekrachtiging zich niet alleen in daden, maar ook in de verwachting van daden.
De dynamiek is vaak cyclisch en onvoorspelbaar:
De ene dag is de partner warm, liefdevol, attent, charmant.
De volgende dag volgt emotionele terugtrekking, afstandelijkheid of zelfs vijandigheid.
Soms worden kwetsuren genegeerd of ontkend, of wordt er actief aan de realiteit getwijfeld via gaslighting of silent treatment.
Daarna komt er weer een golf van toenadering: verzoening, fysieke intimiteit, excuses, of het vooruitzicht op “betere tijden” (“ik ga echt veranderen”, “laten we het opnieuw proberen”, “ik zie nu wat ik fout heb gedaan”).
Deze grilligheid heeft een diep psychologisch effect. De emotionele reactie is niet beperkt tot wat feitelijk gebeurt, maar strekt zich uit naar wat mogelijk nog zal gebeuren. Juist de belofte van verandering, de hint naar een betere toekomst of de herinnering aan eerdere positieve momenten, houdt de hoop levend. Zelfs het idee dat liefde of aandacht binnenkort weer beschikbaar zal zijn, werkt als een beloning.
Waarom is dat zo krachtig?
Vanuit het brein bezien is het vooruitzicht op een beloning vaak krachtiger dan de beloning zelf. Neurobiologisch komt dit doordat dopamine — het beloningshormoon — vooral piekt bij anticipatie, niet bij vervulling. Wanneer iemand een positieve reactie verwacht (liefde, erkenning, nabijheid), wordt het dopaminesysteem geactiveerd, ook al blijft die beloning uiteindelijk uit. Daardoor wordt het wachten zelf verslavend. De hoop op “de oude hij” of “de betere zij” komt als een shot in de hersenen.
Dit verklaart waarom vrouwen (en soms ook mannen) blijven hangen in relaties waar de positieve momenten schaars zijn, maar intens worden beleefd. De herinnering aan wat er kan zijn, in combinatie met het verlangen naar herstel, maakt dat met name vrouwen zichzelf blijven overhalen:
“Hij bedoelt het vast niet zo.”
“Ze is gewoon bang om zich te binden.”
“Als ik maar wat geduldiger ben, komt het goed.”
“Het was ook echt mijn fout, ik had hem onder druk gezet.”
Emotionele waakzaamheid en zelfverlies
De grilligheid zorgt er bovendien voor dat vrouwen voortdurend op scherp staan. Ze proberen gedrag te voorspellen, signalen te lezen, zichzelf aan te passen. Deze constante alertheid activeert het sympathisch zenuwstelsel — de vecht- of vluchtstand — waardoor er sprake is van chronische stress. Op langere termijn leidt dit tot:
– een verminderd vermogen tot zelfreflectie en grenzen aangeven,
– verhoogde gevoeligheid voor afwijzing,
– emotionele uitputting,
– en dissociatie of zelfverlies.
Vrouwen raken niet alleen verslaafd aan de persoon, maar ook aan de rol die ze zichzelf toebedelen: de redder, de helper, de begripvolle partner die ‘het verschil kan maken’. Deze innerlijke identificatie met het verhaal van hoop houdt het destructieve patroon in stand.
Psychologische fundamenten van vastzitten in intermitterende bekrachtiging
Intermitterende bekrachtiging heeft niet alleen te maken met het onvoorspelbare gedrag van een partner, maar wortelt diep in de individuele psychologische geschiedenis en overtuigingen van een persoon. Om te begrijpen waarom iemand blijft vasthouden aan een relatie vol wisselende bevestiging en afwijzing, is het essentieel om te kijken naar de onderliggende mechanismen die het gedrag versterken en legitimeren. Drie belangrijke pijlers zijn de hechtingsstijl, cognitieve dissonantie en het zelfbeeld met bijbehorende identificaties.
1. Hechtingsstijl: de kwetsbaarheid voor onvoorspelbare liefde
Hechtingstheorie leert ons dat de manier waarop we als kind de relatie met onze verzorgers ervaren, bepalend is voor hoe we later liefde en nabijheid zoeken. Mensen met een onveilige hechtingsstijl, en in het bijzonder die met een angstige hechting, zijn gewend geraakt aan onvoorspelbare of inconsistente liefde. Hun ouders of verzorgers waren bijvoorbeeld emotioneel onbeschikbaar, wisselend aandachtig, of reageerden alleen onder bepaalde voorwaarden.
Deze vroege ervaringen programmeren het brein op een constante zoektocht naar bevestiging en acceptatie, gekoppeld aan een diepe angst om verlaten te worden. Hierdoor zijn ze extra gevoelig voor de intermitterende bekrachtiging die in volwassen relaties voorkomt. De wisselende signalen van de partner triggeren deze onvervulde basisbehoefte en houden de hoop levend dat liefde en veiligheid toch beschikbaar zullen zijn — ook al is dat onzeker en onregelmatig.
2. Cognitieve dissonantie: het pijnlijke spanningsveld tussen hoop en teleurstelling
Wanneer iemand geconfronteerd wordt met tegenstrijdige ervaringen — liefdevolle momenten afgewisseld met afwijzing of koud gedrag — ontstaat er een innerlijke spanning die psychologen cognitieve dissonantie noemen. De geest streeft ernaar om consistentie te behouden in haar overtuigingen en verwachtingen. Aangezien het idee van een liefdevolle, veilige relatie centraal staat in het zelfbeeld, probeert de cliënt de pijnlijke realiteit te verzoenen met deze hoop.
Dit leidt tot rationalisaties zoals:
“Hij bedoelt het niet zo.”
“Ze heeft het moeilijk, daarom reageert ze zo.”
“Het komt wel weer goed, ik moet geduld hebben.”
Deze verklaringen verlichten tijdelijk de innerlijke spanning en maken het mogelijk om de relatie te blijven zien als waardevol en de moeite waard. Tegelijkertijd verlengen ze het patroon waarin disfunctioneel gedrag wordt getolereerd en zelfs onbewust geaccepteerd.
3. Zelfwaarde en identificatie: de valkuil van zelfbeschuldiging en redderrol
Veel vrouwen internaliseren in zulke dynamieken het narratief dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor het ontbreken van stabiele liefde. De overtuiging “Ik moet harder mijn best doen om liefde waard te zijn” wordt diep verankerd. Dit leidt tot een proces van zelfbeschuldiging, waarbij men de schuld voor problemen in de relatie bij zichzelf legt in plaats van het gedrag van de partner kritisch te beoordelen.
Deze zelfbeschuldiging gaat vaak samen met een sterke identificatie als ‘redder’ of ‘helper’ die gelooft dat zij de partner kan veranderen of de relatie kan redden door meer inzet, begrip of geduld. Deze rol ondermijnt echter het zelfvertrouwen en belemmert het stellen van gezonde grenzen, waardoor de cliënt vastloopt in een onbalans tussen geven en ontvangen.
De wisselwerking tussen hechtingsgeschiedenis, de drang naar cognitieve consistentie en een laag zelfbeeld creëert een krachtig web waarin intermitterende bekrachtiging niet alleen wordt ervaren, maar ook onbewust wordt versterkt. Het doorbreken van dit patroon vraagt om het herkennen en helen van deze onderliggende mechanismen, zodat vrouwen leren hun eigen waarde te zien los van de grilligheid van de ander.
Neurobiologische mechanismen achter intermitterende bekrachtiging in relaties
Intermitterende bekrachtiging activeert in het menselijk brein vooral het dopaminesysteem, een centraal onderdeel van het belonings- en motivatiesysteem. Dopamine wordt vaak geassocieerd met plezier en beloning, maar een cruciaal aspect is dat het vooral piekt bij de anticipatie van een beloning, en minder bij de daadwerkelijke ontvangst ervan.
Dopamine en de verslavende kracht van onvoorspelbare beloningen
Wanneer iemand onregelmatig, onvoorspelbaar positieve aandacht of affectie ontvangt van een partner — bijvoorbeeld af en toe een warme blik, een lief berichtje of fysieke intimiteit — stimuleert dit het vrijkomen van dopamine. Dit onvoorspelbare patroon zorgt voor hogere dopaminepieken dan wanneer de beloningen regelmatig en voorspelbaar zouden zijn.
Onderzoek naar gedragsverslavingen (zoals gokken of sociale media gebruik) toont aan dat juist de onvoorspelbaarheid en het onregelmatige karakter van beloningen het dopaminesysteem zó sterk prikkelen dat ze een verslavende werking krijgen. Het brein wordt als het ware “getraind” om steeds op die beloning te blijven hopen en gericht te blijven op het gedrag dat tot die beloning leidt.
Stresssysteem en de HPA-as: de donkere keerzijde
Parallel aan het dopamine-gedragssysteem werkt het stresssysteem — de zogenaamde hypothalamus-hypofyse-bijnier (HPA)-as — mee in deze dynamiek. Momenten van afwijzing, onzekerheid of emotionele onveiligheid activeren dit systeem. Het lichaam produceert stresshormonen zoals cortisol en adrenaline, die zorgen voor verhoogde alertheid, spanning en een gevoel van onveiligheid.
Langdurige blootstelling aan deze wisseling tussen stress en beloning leidt tot een patroon van chronische stress in het zenuwstelsel. Dit heeft meerdere effecten:
– Het lichaam raakt gewend aan de cyclus van spanning gevolgd door tijdelijke verlichting.
– De stress verhoogt de gevoeligheid voor toekomstige emotionele pijn.
– De combinatie van stress en dopamine-‘highs’ zorgt voor een neurobiologische verslavingslus, waarin het zenuwstelsel juist op deze stressvolle situatie is “geprogrammeerd” om zich veilig te voelen.
Waarom voelt deze schadelijke dynamiek toch vertrouwd?
Doordat het zenuwstelsel went aan deze afwisselende stress- en beloningscyclus, ervaart het brein deze dynamiek paradoxaal genoeg als bekend en zelfs veilig. Dit fenomeen, ook wel traumatische hechting genoemd, maakt het zo moeilijk voor mensen om het patroon te doorbreken: het onbekende, namelijk een stabiele en voorspelbare relatie, voelt juist onwennig of bedreigend.
Intermitterende bekrachtiging in intieme relaties werkt neurobiologisch gezien als een vorm van verslaving. Het brein wordt gevangen in een cyclus van onvoorspelbare beloning en stress, waarbij dopamine en stresshormonen in wisselwerking staan. Dit maakt de relatie emotioneel intens, verslavend én tegelijk destructief. Inzicht in deze mechanismen is cruciaal om mensen te helpen dit patroon te herkennen en te doorbreken.
Waarom is het zo moeilijk om los te komen?
Het langdurig vasthouden aan relaties met intermitterende bekrachtiging is geen kwestie van zwakte of onwil, maar het resultaat van een ingewikkelde samenspel van verschillende diepgewortelde processen die elkaar versterken.
Psychologische hechting: Vanuit de hechtingstheorie weten we dat mensen een fundamentele behoefte hebben aan veilige, voorspelbare verbinding met anderen. Wanneer die veiligheid ontbreekt, ontwikkelen velen een angstige hechtingsstijl die gericht is op het vasthouden aan relaties — zelfs als deze pijnlijk zijn. Deze hechting is geen rationele keuze, maar een diep emotioneel verlangen om niet verlaten te worden en erkend te worden door de ander.
Hoop op beloning: De wisselende positieve signalen en momenten van genegenheid creëren hoop op verbetering. Deze hoop werkt als een krachtige motor die mensen motiveert om te blijven investeren, ook als ze pijn ervaren. De verwachting van ‘het goede moment’ maakt dat ze de slechte momenten kunnen verdragen.
Neurobiologische verslaving: Zoals eerder uitgelegd, is de afwisseling van stress en beloning verslavend voor het brein. De onvoorspelbaarheid activeert het dopamine-systeem, wat vergelijkbaar is met verslavingen. Hierdoor ontstaat er een sterke drang om de relatie voort te zetten, ondanks negatieve gevolgen.
Verlaagd zelfbeeld: Mensen in dit soort relaties internaliseren vaak negatieve boodschappen, zoals het gevoel niet goed genoeg te zijn. Ze leggen de schuld voor relatieproblemen voornamelijk bij zichzelf en niet bij de ander. Dit verlaagt het vertrouwen in eigen waarde en eigen keuzes, waardoor ze minder snel de relatie durven te verlaten.
Door deze vier factoren samen ontstaat er een situatie waarin het weggaan uit de relatie niet ervaren wordt als bevrijding, maar als verlies — het verlies van de hoop, van de verbinding, en zelfs van een deel van de eigen identiteit. Het afscheid lijkt op dat moment alsof men zichzelf kwijt raakt, wat angst, verdriet en onzekerheid versterkt.
Het doorbreken van deze cyclus vraagt daarom niet alleen om het beëindigen van de relatie, maar ook om het helen van de onderliggende hechtingspijn, het versterken van het zelfvertrouwen, en het leren omgaan met de neurobiologische effecten van verslaving. Pas dan kan loskomen werkelijk bevrijdend worden.
Therapeutische benadering
Het loskomen uit een patroon van intermitterende bekrachtiging is een complex proces dat zowel cognitieve, emotionele als lichamelijke lagen omvat. Als coach kan ik vrouwen effectief ondersteunen door een combinatie van inzichten, vaardigheden en helende ervaringen aan te reiken.
1. Bewustwording creëren
Veel vrouwen voelen zich gevangen in hun gedrag zonder te begrijpen waarom ze zo hardnekkig blijven terugkeren naar destructieve relaties. Door het patroon van intermitterende bekrachtiging expliciet te benoemen en uit te leggen, krijgen ze een heldere taal om hun ervaringen te plaatsen. Dit normaliseert hun worsteling en haalt de schuld en schaamte weg. Het inzicht dat hun gedrag een reactie is op diepgewortelde neurobiologische en psychologische processen, maakt het mogelijk om met meer compassie naar zichzelf te kijken.
2. Werken aan zelfwaarde
Vaak ligt er onder het vasthouden aan deze relaties een beschadigd zelfbeeld en overtuigingen als “ik ben niet genoeg” of “ik kan niet zonder hem/haar”. Het onderzoeken van de oorsprong van deze gedachten — bijvoorbeeld in vroegere hechtingservaringen — is cruciaal. Hiernaast helpt het als vrouwen hun zelfcompassie ontwikkelen en hun eigen grenzen opnieuw leren voelen en respecteren. Het versterken van de eigenwaarde maakt het mogelijk om gezonde keuzes te maken, inclusief het durven loslaten van destructieve patronen.
3. Veilige hechting oefenen
Omdat veel vrouwen onveilig gehecht zijn, hebben ze weinig referentiepunten voor wat een veilige, voorspelbare relatie werkelijk inhoudt. In therapie of in ondersteunende groepsvormen kunnen ze oefenen met het ervaren en herkennen van veiligheid. Dit kan via de therapeutische relatie zelf, maar ook door het versterken van sociale steun en het bevorderen van open communicatie. Deze ervaringen helpen het brein nieuwe, positieve hechtingspatronen te ontwikkelen.
4. Het brein leren kalmeren
De neurobiologische verslaving aan de stress- en beloningscyclus vraagt om concrete interventies om het zenuwstelsel te reguleren. Technieken zoals ademhalingsoefeningen, grounding, EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) of andere lichaamsgerichte therapieën kunnen helpen om de voortdurende activatie van het stresssysteem te verminderen. Door het zenuwstelsel tot rust te brengen, ontstaat ruimte voor bewuste keuzes in plaats van automatische terugval in oude patronen.
Het begeleiden van vrouwen uit de valkuil van intermitterende bekrachtiging is een proces van herstel, herkenning en herprogrammering. Met geduld, begrip en kennis van de onderliggende mechanismen kun je mensen ondersteunen om hun eigen kracht te hervinden en stap voor stap een gezonde, stabiele manier van verbinden te creëren.
Slotgedachte
Intermitterende bekrachtiging maakt mensen niet dom of zwak. Integendeel: het raakt aan de kern van wat ons mens maakt. Het speelt in op diepgewortelde systemen in onze psyche én onze fysiologie — systemen die sinds onze vroege jeugd zijn gevormd en die ons helpen te overleven en verbinding te zoeken.
Wanneer iemand vastzit in een patroon van onvoorspelbare liefde en afwijzing, is dat geen teken van falen, maar een weerspiegeling van deze complexe innerlijke processen. Het brein en het lichaam reageren op een mix van hoop, angst, verlangen en stress, en dat maakt het zo moeilijk om los te komen.
Door inzicht te geven in deze processen, kunnen we mensen helpen om niet langer gevangen te zitten in destructieve patronen. We kunnen hen ondersteunen hun eigen kracht terug te vinden, hun zelfwaarde te versterken en relaties aan te gaan die gebaseerd zijn op veiligheid, stabiliteit en wederzijds respect.
Het doorbreken van deze cyclus vraagt tijd, compassie en vaak professionele begeleiding, maar het is mogelijk. En juist daarom is het zo belangrijk om te erkennen: het is niet zwakte, het is menselijkheid.