“Bij elkaar blijven voor de kinderen?”
Veel ouders worstelen met een moeilijke keuze wanneer hun relatie niet goed meer functioneert: blijven we samen, of gaan we uit elkaar? En de zin die daarbij het vaakst klinkt — soms hardop, soms alleen in het hoofd — is: “We blijven samen voor de kinderen.”
Het klinkt nobel. Loyaal. Opofferend. Maar wat als deze keuze, hoe goedbedoeld ook, juist méér schade aanricht dan heling brengt?
Wat als het opgroeien in een huis vol spanningen, ruzie, stilte of emotionele afstand — veel schadelijker is voor een kind dan het meemaken van een scheiding?
In dit artikel onderzoeken we waarom kinderen niet per se gebaat zijn bij het ‘plaatje van een compleet gezin’, maar juist bij emotionele veiligheid, rust en afgestemde ouders. We putten uit inzichten van trauma-experts zoals dr. Gabor Maté en dr. Bessel van der Kolk, en leggen uit waarom innerlijke rust, zoals beschreven door Jan Bommerez, van cruciaal belang is voor ouderschap.
Niet om scheiding te promoten!!!!! Maar om helder te krijgen wat kinderen écht nodig hebben — en wat ouders kunnen doen om dat te bieden, los van hun relatievorm.
Want een kind heeft geen perfect gezin nodig.
Een kind heeft veilige mensen nodig.
Het kind heeft veiligheid nodig, geen perfecte ouders
Kinderen hebben geen behoefte aan een vlekkeloos gezin of twee ouders die onder één dak wonen uit plichtsgevoel. Wat ze werkelijk nodig hebben, is een gevoel van veiligheid, verbinding en emotionele afstemming. Dat ontstaat niet vanzelf door de fysieke aanwezigheid van twee ouders, maar juist door de kwaliteit van de relatie tussen die ouders, en de manier waarop zij aanwezig zijn voor hun kind — emotioneel, mentaal en fysiek.
Zoals dr. Gabor Maté stelt, is de diepste behoefte van een kind niet structuur of discipline, maar hechting: het diepe vertrouwen dat er iemand is die hen ziet, begrijpt en liefdevol begeleidt, ook — of juist — op moeilijke momenten.
“Een kind kan alleen groeien in de rust van een veilige verbinding. Zonder die rust leeft het kind voortdurend in overlevingsstand.” – geïnspireerd op Gabor Maté
Hoe onveiligheid zich vastzet in het kind
Ouders die fysiek samenleven maar emotioneel verdeeld zijn, kunnen een sfeer creëren die voor kinderen onvoorspelbaar of gespannen voelt. Dit hoeft niet alleen via openlijke ruzie te gebeuren. Ook stille conflicten, kille afstand, sarcasme, verwijten of gespannen stiltes dragen bij aan een gevoel van onveiligheid.
Voor een volwassene zijn zulke spanningen al lastig, maar voor een kind — wiens brein, zenuwstelsel en emotionele filters nog volop in ontwikkeling zijn — is het ronduit verwarrend en stressvol.
Wat er dan gebeurt in het lichaam van het kind:
– Het kind internaliseert de stress: het gaat denken dat het zelf het probleem is.
– Het zenuwstelsel schakelt over naar een overlevingsstand: vechten, vluchten of bevriezen.
– De hersenen gaan prioriteit geven aan scannen van gevaar (bijvoorbeeld: “Wat is de sfeer vandaag?”) in plaats van aan leren, spelen of ontwikkelen.
– Emotieregulatie raakt verstoord: het kind wordt extreem gevoelig, teruggetrokken of juist agressief.
Dr. Bessel van der Kolk beschrijft dit fenomeen uitgebreid in zijn boek The Body Keeps the Score. Hij laat zien hoe kinderen die in een gespannen gezin opgroeien, ook zonder fysieke mishandeling of grote trauma’s, toch dezelfde symptomen kunnen ontwikkelen als mensen met posttraumatische stressstoornis (PTSS).
“Een kind dat zich niet veilig voelt, ontwikkelt zich niet optimaal. Het is continu bezig met ‘overleven’, en dat zie je later terug in gedrag, schoolprestaties, relaties en zelfbeeld.” – Bessel van der Kolk
Ouders als ‘schild’ – samen of apart
Volgens Maté en zijn collega Gordon Neufeld zijn ouders in de ideale situatie als een schild: een beschermende buffer tussen het kind en de complexe buitenwereld. Dit schild ontstaat niet simpelweg doordat ouders een huis delen, maar doordat ze emotioneel afgestemd zijn op het kind én op elkaar.
Een vechtrelatie — of juist een kil, afstandelijk samenleven “voor de kinderen” — zorgt ervoor dat dat schild barst. Het kind merkt dat zijn ouders geen veilige eenheid zijn, en voelt zich dan genoodzaakt zelf alert te zijn, verantwoordelijkheden te dragen, of zichzelf terug te trekken om de vrede te bewaren.
“De grootste behoefte van een kind is rust in de zorg van zijn/haar dierbaren.” – Gordon Neufeld
Rust. Dat is het sleutelwoord. Niet perfecte opvoeders. Niet een compleet gezin. Maar innerlijke rust bij de ouder, en een sfeer waarin het kind zijn ware zelf mag zijn — zonder tussen de spanningen door te hoeven laveren.
Wanneer ouders ‘samen zijn’ meer kwaad doet dan goed
Veel ouders blijven bij elkaar in de overtuiging dat een scheiding de grootste klap voor hun kind zou zijn. Maar psychologisch onderzoek toont keer op keer aan: het is niet de scheiding zelf die kinderen beschadigt, maar de wijze waarop er vóór, tijdens en na die scheiding wordt omgegaan met emoties, conflicten en verbinding.
Als de dagelijkse sfeer tussen ouders chronisch gespannen, afstandelijk of vijandig is, leeft het kind in een constante staat van waakzaamheid. Deze vorm van langdurige emotionele onveiligheid kan leiden tot:
– Moeite met vertrouwen en intimiteit later in het leven
– Angststoornissen of depressieve klachten
– Een vervormd zelfbeeld (“Ik ben de oorzaak van het probleem”)
– Fysieke klachten door gestolde stress, zoals buikpijn of slaapproblemen
De echte vraag aan ouders
De vraag is dus niet: “Moeten we samenblijven of niet?”
De diepere, belangrijkere vraag is:
“Kunnen we samen een omgeving creëren waarin ons kind zich écht veilig voelt?”
Als dat binnen de relatie niet meer mogelijk is, kan het liefdevol beëindigen van die relatie, en het hervinden van rust als ouder, de grootste daad van zorg en moed zijn die je kunt stellen — voor jezelf én voor je kind.
Een kind dat opgroeit met één rustige, afgestemde ouder is veiliger gehecht dan een kind dat opgroeit met twee ouders die in conflict leven.
Samen zijn, maar geen team zijn, maakt kinderen kwetsbaar
In veel gezinnen waar ouders uit verbinding zijn geraakt, wordt de nadruk gelegd op “samenblijven” als waarde op zich. Maar fysieke nabijheid is geen garantie voor emotionele veiligheid. In feite kan een gezin waarin ouders geen eenheid meer vormen — maar wel onder één dak blijven — voor een kind juist een van de meest verwarrende en emotioneel belastende omgevingen zijn om in op te groeien.
Samenwerking is belangrijker dan samenwonen
Kinderen hebben geen baat bij ouders die elkaar verdragen, negeren of onderhuids bevechten. Wat ze nodig hebben zijn ouders die, ook als partnerschap niet meer werkt, als een ouderlijk team functioneren. Ouders die gezamenlijk begrenzen, afstemmen, en op een volwassen manier hun emoties en verschillen hanteren.
Zonder die samenwerking komt het kind in een intern conflict terecht. Het voelt zich verscheurd tussen de loyaliteit aan beide ouders. Het voelt zich verantwoordelijk voor het ‘gladstrijken’ van de sfeer. Soms wordt het kind zelfs ingezet als boodschapper, troostfiguur of emotionele uitlaatklep.
“Kinderen hebben het nodig om op hun ouders te kunnen leunen. Als die ouders elkaar niet meer kunnen dragen, gaan kinderen vaak proberen hen te dragen — ten koste van hun eigen ontwikkeling.” – geïnspireerd op Gabor Maté
Wat gebeurt er in het kind bij conflict zonder verwerking?
Wanneer ouders samenblijven zonder emotionele verbondenheid, ontstaat een sfeer van stil geweld: onderhuidse spanning, sarcasme, teruggetrokkenheid, of passieve agressie. En ook al denken ouders dat kinderen het niet doorhebben — ze voelen álles.
De limbische hersenen van een kind (het emotionele brein) zijn scherp afgestemd op gezichtsuitdrukkingen, stemmingen en lichaamstaal. Kinderen scannen voortdurend hun omgeving op veiligheid. Als die ontbreekt, gaan ze in de overlevingsstand.
Gevolgen van een gebroken teamstructuur voor het kind:
– Loyaliteitsconflicten: het kind voelt zich verscheurd. Als het zich bij de ene ouder veilig voelt, voelt het zich schuldig naar de ander.
– Zelfverwaarlozing: het kind past zich aan, gaat pleasen, onderdrukken of overcompenseren om de spanningen niet te verergeren.
– Gedragsproblemen: onrust van binnen uit zich in boze buien, opstandigheid of teruggetrokken gedrag.
– Hechtingsproblemen: het kind leert dat relaties onveilig of onbetrouwbaar zijn.
Onderbouwing vanuit de neuropsychologie
Dr. Dan Siegel, expert op het gebied van kinderbreinontwikkeling, beschrijft in The Whole-Brain Child hoe kinderen afhankelijk zijn van emotionele co-regulatie: de ouder als ‘kapitein op het schip’ van het kinderbrein. Als ouders zelf emotioneel overspoeld, onvoorspelbaar of afwezig zijn, raakt de ontwikkeling van de prefrontale cortex (het deel dat helpt met regulatie, impulscontrole en sociale empathie) vertraagd.
“Wanneer ouders in een staat van voortdurende stress of conflict verkeren, krijgen kinderen niet de co-regulatie die nodig is om hun eigen brein goed te ontwikkelen.” – Dan Siegel
Bovendien toont onderzoek van de American Psychological Association (APA) aan dat kinderen in conflictueuze gezinnen een verhoogd risico lopen op:
– Angststoornissen
– Depressie
– Lage zelfwaardering
– Agressie of gedragsstoornissen
– Moeilijkheden in toekomstige relaties
En dit geldt zélfs wanneer er geen sprake is van fysieke mishandeling — het gaat puur om de emotionele sfeer waarin het kind leeft.
Het gevaar van ‘onzichtbaar conflict’
Niet alle conflict is luid. Juist het chronisch onderdrukte, gespannen samenleven, waarin ouders elkaar ontwijken, niet communiceren of enkel functioneel opereren, is uiterst schadelijk.
Kinderen kunnen niet duiden wat er speelt, maar voelen zich tóch verantwoordelijk. Deze onzichtbare stress werkt door op hun zenuwstelsel, zelfbeeld en levenshouding.
Het kind internaliseert dan gedachten als:
– “Ik moet ervoor zorgen dat mama niet boos wordt.”
– “Als ik me stil houd, gaat papa niet weg.”
– “Het is mijn schuld als er ruzie komt.”
Zo groeit het kind op met het idee dat liefde onveilig is, dat je jezelf moet aanpassen om erbij te horen, en dat conflicten niet benoemd mogen worden.
Samenleven zonder samenwerking is géén stabiliteit
Stabiliteit ontstaat niet door onder één dak te blijven wonen, maar door afstemming, rust en voorspelbaarheid.
Ouders die vanuit angst of schuldgevoel blijven, geven onbedoeld een dubbel signaal aan het kind:
“We zijn samen, maar niet écht. We houden het bij elkaar, maar er klopt iets niet.”
Dat maakt kinderen onzeker, alert, en vaak emotioneel overbelast.
De werkelijke stabiliteit? Die zit in volwassenheid, niet in samenwonen
Ouders die de moed hebben om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen innerlijke staat — en voor de impact die hun relatie op het kind heeft — bouwen aan een stabiel fundament. Dat fundament kan bestaan uit:
– Bewust uit elkaar gaan en tóch als ouders een eenheid vormen
– Conflicten oplossen op volwassen, gereguleerde wijze
– Emotionele beschikbaarheid tonen, ook in moeilijke tijden
– Eerlijkheid en transparantie zonder het kind te belasten
Een kind heeft geen twee ouders nodig die in hetzelfde huis wonen. Het heeft twee ouders nodig die beschikbaar, afgestemd en volwassen zijn.
Scheiden kan beter zijn dan blijven vechten
Voor veel ouders is scheiden een pijnlijk, verwarrend en emotioneel beladen proces. Het voelt als falen — tegenover jezelf, je partner, de buitenwereld, en vooral tegenover je kinderen. “We zouden het toch samen doen?”
Maar wat als bij elkaar blijven, terwijl er geen liefde, verbinding of rust meer is, uiteindelijk méér schade toebrengt dan het nemen van die pijnlijke, maar eerlijke stap?
Wat als het kind niet kapotgaat van een scheiding, maar juist onder de dagelijkse spanningen en emotionele chaos lijdt?
Zoals Gabor Maté het scherp zegt: “Kinderen lijden niet onder de scheiding van hun ouders. Ze lijden onder de verwaarlozing van de emotionele behoeften van het kind – vóór of ná de scheiding.”
Met andere woorden: het gaat niet om de vorm van het gezin, maar om de kwaliteit van de emotionele zorg die het kind krijgt. Een kind dat opgroeit met twee ouders die elkaar wantrouwen, negeren of (passief) bestrijden, leeft in een wereld waarin de bodem voortdurend beweegt. Een kind dat opgroeit met twee ouders die respectvol apart leven en emotioneel beschikbaar blijven, heeft juist een grotere kans op gezonde hechting en innerlijke rust.
Scheiden: pijnlijk, maar ook een kans op heling
Een scheiding hoeft geen breuk te zijn. Het kan ook een overgang zijn — van liefdesrelatie naar bewust co-ouderschap. Van een destructief samenzijn naar een constructieve samenwerking.
Het is niet de breuk zelf die pijn doet, maar hoe ouders ermee omgaan.
Als ouders het goed doen na de scheiding — dan gebeurt dit:
– Het kind krijgt rust en helderheid: “Mijn ouders wonen niet meer samen, maar ze zijn er wél allebei voor mij.”
– Er ontstaat een nieuwe structuur die voorspelbaar en veilig is.
– Het kind hoeft geen boodschapper, bemiddelaar of vredestichter meer te zijn.
– Er komt ruimte voor verwerking, groei en herstel — bij zowel ouders als kind.
Wat ‘goed doen’ betekent: de voorwaarden voor veilige hechting na scheiding
Een scheiding die rust brengt in plaats van meer conflict, vraagt bewust ouderschap. Deze punten zijn essentieel:
* Respectvol met elkaar omgaan
Ook al is de liefdesrelatie voorbij, de relatie als ouders blijft. Dat vraagt volwassenheid: geen beschuldigingen, geen rivaliteit, geen subtiele steken onder water.
* Niet slecht praten over elkaar tegenover het kind
Een kind identificeert zich met beide ouders. Wie slecht spreekt over de ander, ondermijnt onbedoeld het zelfbeeld van het kind.
“Als je de andere ouder kapotmaakt, breek je iets af in je kind.” – systemische gezinspsychologie
* Samen blijven beslissen over belangrijke dingen
Dat betekent: open communicatie, overleg over school, gezondheid, grenzen, vakanties. Geen competitie, maar samenwerking — ook al is dat soms stroef.
* Emotioneel beschikbaar blijven
Het kind heeft recht op ouders die, ondanks hun eigen rouw of verwarring, toch liefdevol aanwezig kunnen blijven. Niet perfect, maar wél afgestemd.
Voorbeeldfunctie: hoe ouders omgaan met de scheiding leert het kind hoe je met breuk en verlies omgaat
Kinderen kijken niet (alleen) naar wat we zeggen, maar naar hoe we ons gedragen onder druk. Ouders die hun emoties niet op het kind projecteren, maar hun pijn dragen en in verbinding blijven, geven een krachtig signaal:
“Liefde kan veranderen van vorm, maar veiligheid kan blijven.”
En dat geeft het kind een ervaring die nog belangrijker is dan een intact gezin:
de ervaring dat relaties veilig kunnen eindigen — zonder vernietiging, haat of schuld.
Wat hebben kinderen wél nodig?
Na alles wat we weten over de impact van spanningen, loyaliteitsconflicten en onveiligheid in huis, rijst de logische vraag:
Wat hebben kinderen dan wél nodig om zich gezond te ontwikkelen?
Het antwoord is verrassend eenvoudig — en tegelijk ontzettend diepgaand. Het gaat niet over het perfecte plaatje, een compleet gezin of een vlekkeloze opvoeding. Het gaat over emotionele veiligheid, afgestemd contact en innerlijke rust bij de ouder.
Ouders hoeven niet foutloos te zijn. Maar ze moeten aanwezig, echt en verantwoordelijk zijn — ongeacht of ze samenwonen of apart.
Wat helpt wél?
* Consistente, liefdevolle aanwezigheid
Kinderen hebben behoefte aan ouders die er zijn. Niet alleen fysiek, maar ook emotioneel. Ouders die luisteren, troosten, begrenzen en spiegelen. Niet altijd perfect — maar wél oprecht aanwezig.
Kinderen moeten voelen: “Mijn ouder is beschikbaar, ziet mij, en ik ben veilig bij hen.”
“Hechting ontstaat niet door correct gedrag, maar door nabijheid en afstemming.” – Gabor Maté
* Een rustige, voorspelbare sfeer waarin het kind zichzelf mag zijn
Een kind floreert als het zichzelf mag zijn: met zijn emoties, vragen, fouten en dromen.
Als het voelt dat het niets hoeft te onderdrukken om ‘lief’ of ‘acceptabel’ te zijn.
Een rustige sfeer is niet stil — maar vrij van dreiging, spanning of emotionele chaos.
* Grenzen die steunend zijn, niet straffend
Kinderen hebben richting nodig. Grenzen geven veiligheid. Maar het verschil zit in de toon:
Opvoeding vanuit dreiging, schaamte of macht beschadigt het zelfbeeld van het kind.
Grenzen die liefdevol, duidelijk en consequent worden gesteld, bouwen vertrouwen en zelfregulatie op.
“Een kind voelt zich pas echt vrij als het zich veilig weet binnen grenzen.” – Dan Siegel
* Een ouder die zijn of haar eigen emoties reguleert
Een kind leert zichzelf reguleren door de manier waarop jij jezelf reguleert.
Als jij je woede, verdriet of stress niet op je kind projecteert, maar er op een volwassen manier mee omgaat, geef je een krachtig signaal af:
“Emoties zijn welkom — en je hoeft er niet door overspoeld te raken.”
“Je kunt je kind alleen zoveel rust bieden als je in jezelf hebt ontwikkeld.” – Jan Bommerez
Bewuste ouderschap vraagt geen ‘samenwonen’, maar innerlijk werk
We leven in een cultuur waarin “bij elkaar blijven” vaak als de hoogste vorm van toewijding wordt gezien. Maar de waarheid is: kinderen hebben bewuste ouders nodig, geen samengevoegd huishouden vol spanning.
Een ouder die gescheiden leeft, maar innerlijk gegrond en liefdevol is, kan méér veiligheid bieden dan twee ouders die samenleven in stilte, conflict of vermijding.
De kwaliteit van de relatie is belangrijker dan de vorm ervan.
Daarom is het geen tegenstelling om te zeggen:
Geef je kind veiligheid — en investeer ook in je relatie.
Niet om de vorm in stand te houden, maar om de verbinding levend te houden.
Want ouders die goed met elkaar omgaan (in liefde of als co-ouders), geven hun kind de diepste boodschap die er is:
“De wereld is veilig. Jij bent geliefd. En wij zijn volwassen genoeg om daarvoor te zorgen.”
Praktische tips voor ouders (blijven of scheiden)
Of je nu besluit samen te blijven of uit elkaar te gaan, het belangrijkste is dat je het welzijn van je kind centraal stelt. Emotionele veiligheid ontstaat niet vanzelf — het vraagt bewuste keuzes, moed en vaak ook hulp van buitenaf.
* Zoek tijdig hulp
– Relatietherapie kan helpen om communicatie te verbeteren en conflicten constructief te maken.
– Ouderbegeleiding en systeemtherapie ondersteunen je om vanuit het belang van het kind samen te werken.
– Hulp zoeken is geen teken van falen, maar van kracht en verantwoordelijkheid nemen.
* Bescherm je kind tegen conflicten
– Leg kinderen nooit uit waarom je ruziet of wie ‘gelijk’ heeft. Dit plaatst hen onnodig in een loyaliteitsconflict.
– Gebruik je kind niet als uitlaatklep, boodschapper of mediator. Het kind is geen bondgenoot, maar heeft behoefte aan rust en veiligheid.
* Blijf communiceren na een scheiding
– Zorg dat de communicatie met je ex-partner open en respectvol blijft, ook al is het moeilijk.
– Focus op het gezamenlijk ouderschap en de behoeften van het kind, niet op oude conflicten.
* Investeer in je eigen emotionele gezondheid
– Kinderen spiegelen onbewust de emoties van hun ouders. Als jij zelf rust en balans vindt, geef je hen een voorbeeld én een veilige basis.
– Relatietherapie of individuele therapie kan daarom ook voor jou een noodzakelijke stap zijn.
– Niet alleen om de relatie met je partner te verbeteren, maar ook om jezelf en daarmee je kind gelukkig te maken.
Geen ‘blijven voor de kinderen’ maar ‘werken aan de relatie’
Het is een misvatting dat je bij elkaar moet blijven voor de kinderen.
Wat kinderen écht nodig hebben, is dat hun ouders bewust, liefdevol en respectvol met elkaar omgaan — of dat nu samen in één huis is, of samen als co-ouders apart.
Daarom luidt het motto niet: “Wij blijven bij elkaar voor de kinderen.”
Maar: “Wij werken hard aan onze relatie, zodat onze kinderen kunnen opgroeien in veiligheid, liefde en vertrouwen.”
KORTOM: Scheiden is geen mislukking als het leidt tot meer rust en liefde in het leven van het kind. Samenblijven is niet per definitie goed als het ten koste gaat van het kind.
Wat kinderen nodig hebben, is geen perfect plaatje — maar echte, afgestemde, veilige liefde.
LEES OOK: Wij gaan in relatietherapie voor de kinderen