Als geven vanzelfsprekend wordt, en nemen moeilijk
De balans van geven en nemen – over wederkerigheid, ordening en gezonde uitwisseling
“In liefde wil het hart geven. Maar als geven en nemen niet in balans zijn, raakt zelfs liefde uitgeput.”
– Bert Hellinger
Een van de meest krachtige én verfijnde wetten in het systemisch werk is die van de balans tussen geven en nemen.
Niet als rekenmodel of schuldentabel – maar als een diepe, natuurlijke beweging tussen mensen. Een dans die – als hij klopt – voedend, stromend en verbindend is. Maar als de balans langdurig verstoord raakt, ontstaat er ongemerkt afstand, verwijt, schuld of leegte.
In elk mens leeft het verlangen naar wederkerigheid. Naar een vorm van uitwisseling waarin we ons gezien, gewaardeerd en verbonden voelen. Systemisch gezien is die balans geen kwestie van gelijkheid, maar van innerlijke evenredigheid. En dat vraagt inzicht in de plek die we innemen: kind, partner, ouder, leidinggevende, medewerker.
In gezinnen: ouders geven, kinderen nemen
In de oorspronkelijke ordening van het familiesysteem is het helder: ouders geven, kinderen nemen.
Ouders geven het leven – en daarmee iets dat onmogelijk teruggegeven kan worden.
Kinderen ontvangen – afhankelijk, open, hongerig naar liefde, aandacht, verzorging en bevestiging.
Dit is een eenrichtingsbeweging. Het kind heeft niets terug te geven, behalve: het leven ten volle nemen.
Maar hier ontstaan vaak de eerste verstoringen: wanneer een ouder emotioneel afwezig is, onveilig of overbelast, gaat het kind vaak geven: zorg, aanpassing, gedrag, stilte.
Het kind schuift dan uit zijn kindplek, en probeert onbewust balans te herstellen – iets wat onmogelijk is.
Kinderen kunnen hun ouders niet dragen. Niet emotioneel, niet praktisch, niet energetisch.
En elke poging daartoe belast het systeem – zelfs als het liefdevol bedoeld is.
Pas later in het leven, wanneer ouders kwetsbaar worden en kinderen volwassen zijn, kan de balans enigszins verschuiven.
Dan geven kinderen terug in de vorm van zorg, tijd, aandacht.
Maar zelfs dan blijft de balans ongelijk: wat ouders in de vroege jaren hebben gegeven, weegt zwaarder dan wat kinderen ooit kunnen terugdoen – en dat is precies zoals het hoort. Als de balans daar gelijk zou worden, zou het systemisch misgaan.
In relaties: balans is verbonden met gelijkwaardigheid
In partnerrelaties is wederkerigheid essentieel.
Niet als boekhouding, maar als levend evenwicht:
Als ik geef en jij ontvangt – en daarna geef jij iets terug – dan ontstaat er beweging. Dan groeit liefde.
Dat teruggeven hoeft niet in dezelfde vorm te zijn. Het gaat niet om: ik kook, dus jij moet koken.
Maar wel om: ik zie dat je iets voor mij doet – en ik wil ook bijdragen.
Als het geven of nemen structureel eenzijdig wordt, raakt de relatie uit evenwicht:
– Wie alleen maar geeft, raakt leeg of gaat eisen.
– Wie alleen maar ontvangt, voelt zich klein of schuldig.
Als er pijn is geweest – bijvoorbeeld ontrouw, verwijt, een breuk – kan balans herstellen via erkenning, verantwoordelijkheid en verzoening. Maar ook dan geldt:
“Wie meer heeft genomen dan gegeven, moet erkennen wat hij ontving en wat hij nam. Pas dan wordt het weer stil.”
– Bert Hellinger
Op het werk: gezonde uitwisseling tussen talent en waardering
Ook in professionele contexten speelt deze wet. Hier gaat het minder over liefde – en meer over energie, inzet en erkenning.
In een gezonde werkrelatie geef je: je tijd, je betrokkenheid, je kennis, je creativiteit, je verantwoordelijkheid.
En je ontvangt: een passend salaris, ontwikkelkansen, veiligheid, erkenning en vertrouwen.
Wanneer iemand langdurig meer geeft dan ontvangt, raakt hij uitgeput.
Wanneer iemand vooral neemt – bijvoorbeeld salaris, status of ruimte – zonder inzet of wederkerigheid, ontstaan er wrijvingen.
Niet alleen bij collega’s, maar ook in het systeem zelf: het team, de afdeling, de organisatie begint te ‘schuiven’.
Belangrijk is dat deze balans niet altijd in een dag, week of maand klopt, maar op langere termijn moet de uitwisseling als eerlijk en voedend worden ervaren. Niet alleen kwantitatief, maar ook in waardigheid. Anders volgt vanzelf: demotivatie, weerstand of vertrek.
Wat herstelt de balans?
Systemisch werk laat zien: de balans kan hersteld worden – maar alleen als er bewustwording is.
En als de juiste beweging wordt gemaakt, passend bij de plek in het systeem.
Wat helpt:
* In gezinnen: dat kinderen leren ontvangen zonder terug te hoeven geven. En dat ouders niet op hun kinderen leunen voor emotionele steun.
* In relaties: dat partners openlijk uitspreken wat ze geven, wat ze missen, en wat ze verlangen – zonder verwijt, maar vanuit verbinding.
* Op het werk: dat leiders de bijdrage van medewerkers erkennen én medewerkers hun verantwoordelijkheid nemen om vol in te brengen wat ze kunnen.
Geven én nemen – als levend ritme
De balans van geven en nemen is geen stilstaand evenwicht.
Het is een dynamische beweging, een innerlijk ritme, een stroom.
Soms geef je meer. Soms neem je meer. Maar zolang beide polen erkend en gewaardeerd worden, blijft de relatie levend – of dat nu met een ouder, partner, team of cliënt is.
Waar geven en nemen vrij mogen stromen, komt er ruimte. Voor liefde. Voor groei. Voor verbinding.
En bovenal: voor rust in het systeem.