De Stille Terugtocht
Dit artikel is het 4de deel van een serie over de innerlijke wereld van mannen die worstelen met machteloosheid, boosheid en verbinding.
Over mannen die zich afsluiten wanneer hun binnenwereld te veel wordt
In vele tradities wordt stilte geprezen als poort naar inzicht.
De monnik zwijgt om God te horen.
De wijze man spreekt niet snel, omdat hij weet hoe krachtig het is om eerst te luisteren.
Maar niet alle stilte is geworteld in wijsheid.
Soms is zwijgen geen kracht, maar bescherming.
Soms is terugtrekken geen verdieping, maar verdoving.
Soms is stilte niet de poort naar aanwezigheid, maar de muur om pijn af te schermen.
Voor veel mannen is het sluiten van de binnenwereld geen bewuste keuze.
Het is iets wat gebeurt wanneer ze zich overweldigd voelen — door hun emoties, hun onzekerheid, hun gevoelens van tekortschieten.
Wanneer ze niet weten hoe ze zichzelf veilig kunnen tonen.
Wanneer ze geleerd hebben dat zachtheid zwakte is, en kwetsbaarheid gevaarlijk terrein.
En dus trekken ze zich terug.
Niet letterlijk — ze zijn er nog.
Ze komen thuis. Ze eten mee. Ze doen hun werk.
Maar iets van binnen is stilgevallen.
Een kamer is dichtgegaan.
De ander voelt het, maar begrijpt het vaak niet.
En de man zelf? Die weet meestal niet hoe hij de deur weer open moet krijgen.
In deze terugtrekking leeft niet per se onwil, maar een diep aangeleerd mechanisme:
het instinct om jezelf te beschermen als je niet weet of je ontvangen zult worden.
Zoals het gewonde dier zich terugtrekt in het donker,
zo zoekt ook de man zijn hol — niet om te genezen,
maar om niet gezien te worden in zijn kwetsbaarheid.
John Welwood noemt dit het “afgesneden hart” — het punt waarop iemand niet meer durft te voelen, omdat het voelen geen bedding heeft gekend.
Wat overblijft, is een functionerend lichaam met een afgesloten ziel.
We verkennen in dit artikel de psychologische, relationele en spirituele lagen van deze terugtrekking.
Hoe het ontstaat.
Hoe het voelt van binnen.
En wat het de man — én zijn geliefden — uiteindelijk kost.
Niet om te oordelen.
Maar om te begrijpen wat stilte werkelijk kan betekenen.
En waar de opening ligt naar terugkeer.
De stille strategie van overleven
Er zijn jongens die leren praten. En er zijn jongens die leren zwijgen.
Niet omdat ze niets te zeggen hebben, maar omdat ze ergens onderweg de boodschap kregen dat hun innerlijk niet welkom was.
Soms uitgesproken: “Niet zo aanstellen.”
Soms subtieler: een afkeurende blik, een vader die wegkeek, een moeder die bezorgd werd als hij verdrietig was.
Wat kwetsbaar was, bleek beladen.
Wat gevoelig was, werd onhandig ontvangen.
En dus leert hij zich aan te passen.
Niet per se aan wat waar is, maar aan wat veilig voelt.
Laat niet te veel zien. Hou je groot. Kwetsbaarheid is gevaarlijk.
Dat script nestelt zich diep in het lichaam.
Het wordt geen gedachte, maar een reflex.
Wanneer het leven later schuurt — in relaties, verlies, mislukking, of simpelweg de druk van het bestaan — kiest hij niet voor expressie, maar voor inkrimping.
Niet bewust.
Niet omdat hij niet wíl praten.
Maar omdat hij vanbinnen weet: als ik voel, dan verlies ik grip.
Hij zwijgt waar hij eigenlijk zou willen delen.
Hij trekt zich terug waar hij verbinding verlangt.
Hij doet alsof het niets is, terwijl het hem vanbinnen leegtrekt.
Zwijgen in plaats van voelen.
Afstand in plaats van schaamte.
Verdwijnen in plaats van falen.
Psychologisch gezien is dit een klassieke freeze-reactie: het zenuwstelsel schakelt zichzelf uit wanneer vechten of vluchten geen opties lijken.
Het is niet een keuze om ongeïnteresseerd te zijn, maar een oude overlevingsstrategie die zich opnieuw activeert.
Het lichaam sluit af.
Het hart sluit mee.
De buitenwereld ziet ‘rust’. Maar de binnenwereld is lamgelegd.
Zoals de Japanse dichter Bashō schreef: “Stilte — de roep van de cicade / boort zich in de rotsen.”
Soms klinkt stilte als sereniteit.
Soms klinkt het als een schreeuw die zich nergens heen durft te bewegen.
Deze man heeft vaak geen idee dat hij zichzelf afsluit.
Hij denkt dat hij ‘gewoon moe’ is. Of ‘geen zin heeft om te praten’.
Hij noemt zichzelf introvert. Praktisch. Onafhankelijk.
Maar onder die woorden leeft een patroon dat ooit veiligheid bracht, en nu vervreemding veroorzaakt.
Stilte wordt zijn schild. Maar ook zijn gevangenis.
Het beschermt hem tegen afwijzing, maar sluit hem af van intimiteit.
Het bewaart zijn waardigheid, maar ontneemt hem zijn levendigheid.
Hij leeft, maar voelt niet meer écht.
En het tragische is: zolang niemand zijn stilte herkent als harnas,
blijft hij erin opgesloten.
Soms jarenlang.
Soms een leven lang.
Waar trekt hij zich naartoe?
Terugtrekking is zelden een staat van pure leegte of afwezigheid. Het is vaak een complex, diepgeworteld overlevingsmechanisme waarin mannen op zoek gaan naar manieren om hun innerlijke onrust te kalmeren en tijdelijk grip te vinden. Deze neiging om zich terug te trekken is van nature ook biologisch en psychologisch ingebed.
Van oudsher zoeken mannen, wanneer ze geconfronteerd worden met grote uitdagingen of emotionele pijn, letterlijk en figuurlijk een ‘grot’ op — een veilige, afgesloten plek waar ze zich kunnen afzonderen en waar verwerking en inzicht kunnen ontstaan. Deze terugtocht is geen vlucht, maar een natuurlijke manier om ruimte te creëren om tot zichzelf te komen. In die ‘grot’ kan hij zijn aandacht richten op de rechterhersenhelft, die meer associatief, intuïtief en beeldend werkt. Hierdoor ontstaat een mogelijkheid om te ontsnappen aan de analytische, rationele linkerhersenhelft die hem vaak bezighoudt met zorgen, plannen en controle. Dit biologisch mechanisme helpt hem even te ontspannen en de overweldigende emoties te verdoven.
In de moderne tijd uit zich deze natuurlijke behoefte aan afzondering op verschillende manieren. Hij kan zich vastbijten in werk, waarin concrete taken hem afleiden van het innerlijke ongemak. Sport kan een uitlaatklep zijn voor opgebouwde spanning en een manier om zich fysiek te gronden. Sommige mannen zoeken troost in schermen, digitale werelden of porno, waar emoties op afstand blijven. Anderen grijpen naar alcohol of andere middelen die tijdelijk de pijn verzachten. En soms zwijgt hij simpelweg — kiest hij ervoor om ‘niets meer te zeggen’ — een stille terugtrekking die aan de buitenkant rust lijkt, terwijl van binnen spanning en leegte blijven branden.
Hoewel deze uiterlijke kalmte door de buitenwereld als rust wordt gezien, verbergt zij vaak een diepgaande innerlijke strijd. Partners voelen die emotionele afstand en ongrijpbare stilte, maar weten niet altijd hoe ze de muur kunnen doorbreken of wat zich achter die stilte schuilhoudt. Kinderen ervaren een vader die ‘er niet is’, een aanwezigheid die afwezig lijkt en daardoor ongrijpbaar blijft.
Voor de man zelf is het contact met zijn werkelijke gevoelens steeds moeilijker te maken. Het lijkt alsof het natuurlijke vermogen om te voelen, te verwerken en te verbinden is vervangen door een reflexmatige terugtrekking — een overlevingsstrategie die veiligheid lijkt te bieden, maar in werkelijkheid leidt tot isolement en vervreemding van zichzelf.
Hoe voelt het van binnen?
Van binnen borrelt vaak een complex en verwarrend web van emoties en innerlijke ervaringen omhoog. Het is geen heldere stilte of kalme leegte, maar eerder een storm van tegenstrijdige gevoelens die niet goed te plaatsen zijn.
Er is verwarring — een ongrijpbare vraag die steeds terugkeert: Wat voel ik eigenlijk? Het contact met de eigen emoties is verstoord, alsof ze zich in mist en schaduwen verschuilen. Het wordt moeilijk om woorden te vinden, omdat het innerlijke landschap vaag en onbestemd is.
Tegelijkertijd is er spanning — een constante innerlijke druk om alles onder controle te houden, alsof er een onzichtbare waakhond is die elk teken van kwetsbaarheid afwijst. Deze spanning sluimert diep in het lichaam, in de kaken, de schouders, de borstkas, en maakt het onmogelijk om helemaal te ontspannen.
Er speelt ook schaamte mee — het gevoel geen recht te hebben op ruimte en aandacht, de angst om een last te zijn voor anderen. Deze schaamte hult het innerlijk in een zware mantel van zwijgen, waardoor delen en openheid onbereikbaar lijken.
Daarnaast is er een diepgewortelde eenzaamheid — het besef alleen te staan in deze worsteling, afgesneden van de verbinding die zo hard nodig is. Het is een isolement dat niet alleen fysiek kan zijn, maar vooral emotioneel: een leegte waarin niemand lijkt te kunnen binnendringen.
De stilte die hij draagt is daarom niet vredig of helend. Ze is gespannen en geladen, als een diep bevroren meer waar het water onder het ijs kolkt en woelt. Deze stilte is geen veilige haven, maar eerder een afgesloten kamer waar de levenskracht niet vrij kan stromen. Niet verbonden met zichzelf of anderen, niet gegrond in het moment, maar bevroren in een staat van innerlijke verlamming.
Wat is de prijs van afsluiting?
De prijs van deze terugtrekking, dit sluiten van het hart, is diepgaand en reikt ver — zowel voor de man zelf als voor zijn omgeving. Het is een zware tol die vaak onzichtbaar blijft, maar langzaam de fundamenten van zijn bestaan aantast.
In zijn relaties ontstaat er een groeiende emotionele afstand. Waar vroeger nabijheid en verbondenheid mogelijk waren, ontstaat nu een kloof van zwijgen en onuitgesproken pijn. De partner voelt het, maar kan er vaak geen taal aan geven. Kinderen ervaren een vader die aanwezig is in lichaam, maar afwezig in geest en gevoel. Deze afstand creëert een gemis aan echte intimiteit, die voorbij oppervlakkige aanwezigheid gaat en raakt aan het diepste verlangen naar gezien en gehoord worden.
Van binnen groeit een gevoel van leegte en betekenisloosheid. De levenskracht, die volgens David Deida zich manifesteert in de aanwezigheid van zowel kracht als kwetsbaarheid, verstomt. Het hart wordt als het ware verhard en verstijfd. De man raakt verwijderd van zijn eigen levendigheid, zijn spontaneiteit en de rijkdom van zijn innerlijke wereld.
Op de lange termijn betekent dit niet alleen een verlies van contact met anderen, maar ook een vervreemding van zichzelf. John Welwood verwoordt dit treffend: “We kunnen niet genezen wat we niet kunnen voelen.” Door de afsluiting sluit de man niet alleen de buitenwereld buiten, maar ontzegt hij zichzelf ook de toegang tot zijn eigen emoties en innerlijke waarheid.
In oude wijsheden wordt het hart gezien als het centrum van leven en bewustzijn. Wanneer het hart zich sluit, ontstaat er verstarring, een verstopping van de natuurlijke levensstroom. John Gray benadrukt hoe mannen vaak onder druk staan om stoer en onverstoorbaar te zijn, maar vergeten dat echte kracht juist ontstaat uit het durven openen van die kwetsbare plekken.
Zo wordt de terugtrekking een paradoxale beschermingsmuur: ze voorkomt de pijn van schaamte en kwetsbaarheid, maar sluit tegelijk af van de mogelijkheid tot liefde, verbinding en persoonlijke groei. Het wordt een gevangenis die zowel veiligheid als isolatie biedt.
Herstel begint volgens deze denkers juist met het durven aanraken van wat is weggestopt — met het vinden van een bedding waar gevoel en kwetsbaarheid welkom zijn, en waar een man kan leren zijn innerlijke onmacht te dragen als een bron van ware kracht.
Wat is de werkelijke uitnodiging?
De ware uitnodiging die schuilgaat achter de sluier van stilte en terugtrekking is er een van diepe moed en radicaal durven zijn. Het is geen oproep tot snelle oplossingen of geforceerde veranderingen, maar tot het zacht openen van een ruimte waar het gehele innerlijke landschap — met al zijn ongemak, pijn, verlangen en kracht — mag bestaan.
Deze beweging terug naar binnen vraagt om een heldere, kwetsbare aanwezigheid. Niet om iets te repareren of te overwinnen, maar om werkelijk te zijn bij wat zich aandient. Zoals John Welwood het beschrijft: genezing begint waar we durven voelen wat we vaak ontwijken. Het vraagt van de man dat hij zich niet langer verschuilt achter muren van controle, woede of terugtrekking, maar dat hij zijn gesloten hart durft openen — beetje bij beetje.
Het begint klein. Niet met grote woorden of dramatische gebaren, maar met eenvoudige, wezenlijke stappen:
* Een gevoel benoemen: het onder ogen zien van dat wat zich in hem roert, zonder oordeel of haast. Alleen al het erkennen van een emotie als verdriet, angst of vermoeidheid kan een deur openen.
* Een ademhaling toelaten: het bewust worden van het lichaam, het terugkeren naar het hier en nu, en het verzachten van de gespannen veerkracht die hem steeds weer doet terugdeinzen.
* Een vraag stellen zonder direct antwoord te verwachten: ruimte geven aan het ongewisse, het niet-weten omarmen als een plek van potentie in plaats van tekort.
Hij hoeft niet in één keer te breken of alle lagen te doorgronden. Het pad van innerlijke ontmoeting is geen sprint, maar een lange, soms moeizame dans van aandacht en geduld.
David Deida herinnert ons eraan dat ware mannelijkheid zich toont in het durven openen van het hart, zonder de veiligheid te verliezen. Het is een kracht die schuilt in kwetsbaarheid, in de paradox van durven voelen én stevig staan.
John Gray benadrukt dat liefde — met zichzelf en met anderen — ontstaat wanneer mannen ruimte krijgen om heel te zijn, inclusief hun schaduwkanten en onmacht.
Bij GIDEON |programma voor mannen, faciliteren we deze moed en aanwezigheid in een veilige en verbindende setting. In zeven dagen verspreid over drie maanden, samen met een kleine groep van maximaal tien mannen, leer je stap voor stap jezelf te ontmoeten, gevoelens te benoemen, en de stilte te omarmen als bron van kracht in plaats van isolatie. Hier ontstaat ruimte voor het durven zijn, zonder oordeel, en het ontwikkelen van een nieuw innerlijk grond waarop groei en heling kunnen plaatsvinden.
Achter de stilte leeft een man die gehoord wil worden. Niet per se met woorden, maar met onvoorwaardelijke aanwezigheid en begrip. Een man die verlangt naar erkenning van zijn gehele zijn, met al zijn kracht en kwetsbaarheid.
Dit is de poort naar herstel, naar terugkeer, naar een vollediger, rijker bestaan waarin onmacht niet meer wordt weggestopt, maar getransformeerd tot innerlijke grond waarop nieuwe kracht kan groeien.
LEES VERDER: Deel V – Overcompensatie / Hypercontrole bij mannen
Over mannen die machteloosheid bestrijden door alles in de greep te willen houden: henzelf, anderen, het leven.
Wanneer een man geen ruimte heeft om onzeker te zijn, kan hij overleven door groter te worden dan zijn angst. Hij neemt de controle, projecteert zekerheid, en jaagt naar succes of perfectie.
Van buitenaf lijkt hij sterk, daadkrachtig, zelfs bewonderenswaardig — maar van binnen wordt hij opgejaagd door een diepe drijfveer om niet te falen.
We onderzoeken hoe controle een reactie is op innerlijke chaos, hoe overcompensatie werkt als pantser tegen schaamte, en wat er gebeurt wanneer dat pantser begint te knellen.