Misverstand: Liefde is een medicijn voor je leegte
“Jij maakt mij compleet”
Het klinkt romantisch: “Sinds ik jou ken, voel ik me eindelijk heel.”
Of: “Zonder jou zou ik nergens zijn.”
Zulke uitspraken zijn normaal in films en liedjes, maar in het echte leven vormen ze vaak de voedingsbodem voor codependentie, teleurstelling en emotionele afhankelijkheid.
ant als de ander jou gelukkig kan maken, dan kan de ander jou ook diep ongelukkig maken.
En erger nog: dan ben jij zelf nergens meer in beeld.
Dit tweede artikel in de serie “Misverstanden over liefde” onderzoekt hoe we onze partner vaak belasten met iets wat niemand anders kan dragen: het vullen van onze eigen leegte. En hoe we pas werkelijk liefhebben als we niet meer zoeken naar vervulling, maar naar verbinding.
De ander als spiegel, geen redder
Veel mensen stappen een relatie binnen met onbewuste hoop:
– Dat de ander ons gaat genezen.
– Dat we eindelijk worden gezien zoals we zijn.
– Dat we onszelf kunnen vermijden via de ander.
In de psychologie noemen we dit projectie: we leggen onze onvervulde kindbehoeften op de ander. Die moet dan:
– ons beschermen tegen pijn,
– ons waardig maken,
– ons bestaansrecht bevestigen.
Maar dat is geen liefde. Dat is hechtingstrauma in herhaling.
“Als jij mijn leegte moet vullen, ben jij niet vrij – en ik ook niet.”
In volwassen relaties herkennen we de drang tot projectie, en nemen we verantwoordelijkheid voor wat van onszelf is. De ander mag ons spiegelen, maar niet fixen. Hij of zij mag nabij zijn, maar niet de drager van ons zelfbeeld.
Van afhankelijkheid naar autonomie
Kinderen zijn afhankelijk. Ze kijken naar buiten — naar hun ouders — om zich goed te voelen over zichzelf. Als die bevestiging uitbleef, kan er een leegte ontstaan die we in volwassen relaties proberen op te vullen.
We projecteren dan op onze partner:
– “Zeg jij dat ik mooi ben, dan besta ik.”
– “Als jij bij me blijft, voel ik me veilig.”
– “Als jij me nodig hebt, voel ik me waardevol.”
Maar dat is geen liefde — dat is hechtingsherhaling.
Volwassen liefde vraagt innerlijke zelfstandigheid: dat je je leegtes leert kennen, dragen, en niet automatisch projecteert op de ander.
“Wat een kind nog buiten zichzelf zoekt, leert een volwassene in zichzelf te dragen.”
Pas dan ontstaat ruimte voor liefde die niet gebaseerd is op noodzaak, maar op keuze.
Liefde als regulatie, niet als redding
Vanuit het zenuwstelsel werkt liefde als co-regulatie: we kalmeren via nabijheid. Dat is mooi, maar ook riskant als we alleen via de ander tot rust kunnen komen.
Dan ontstaat er afhankelijkheid in ons autonome zenuwstelsel:
– De ander is er -> ik ben veilig.
– De ander is weg -> ik ben in paniek.
Zonder zelfregulatie worden we emotioneel wankel: ons geluk hangt af van externe bevestiging. En we raken uitgeput van het steeds opnieuw zoeken naar geruststelling.
De weg eruit is niet: minder verbinden.
Maar: meer in jezelf kunnen landen, zodat liefde een ruimte wordt van ontmoeting – niet van redding.
“Liefde mag je raken, maar niet dragen waar jij niet durft te staan.”
Liefde is niet instrumenteel
In moderne relaties is liefde vaak functioneel geworden:
– Jij moet mij gelukkig maken.
– Jij moet mijn leegte dempen.
– Jij moet mij compleet maken.
Maar dat is geen liefde – dat is gebruik.
In de relatie-ethiek van Emmanuel Levinas en Martin Buber draait liefde juist om het erkennen van de ander als ander – niet als middel tot jouw vervulling. De ander is geen middel tot een doel, maar een mysterie om te ontmoeten.
Echte liefde zegt: “Ik wil je niet gebruiken voor mijn geluk, maar je ontmoeten in je anders-zijn – en daar samen betekenis vinden.”
Zolang je de ander nodig hebt om je leegte te vullen, zie je de ander niet echt. Dan zie je alleen een functie. En dat is het begin van ontmenselijking, niet van intimiteit.
Heel zijn vóór je bemint
In spirituele kringen wordt liefde vaak voorgesteld als een zielsherkenning, een tweelingziel, of een karmische opdracht. Soms klopt dat. Maar vaak is het een verkapte hunkering naar verlossing buiten jezelf.
“Als ik jou ontmoet, word ik heel.”
“Samen zijn wij licht.”
“Onze verbinding is heilig, dus moet jij blijven.”
Zonder innerlijke stevigheid wordt spiritualiteit een excuus om niet op aarde te verschijnen. Dan wordt liefde een vlucht in plaats van een belichaming.
Ware spirituele liefde vraagt dat je eerst incarneert in jezelf. Niet perfect, maar wél bewust. Zodat je niet zoekt naar een half die jou moet heel maken, maar zelf heel bent – en kunt geven, zonder jezelf te verliezen.
“Je kunt pas echt geven als je niets meer nodig hebt om heel te zijn.”
Liefde als vrije ontmoeting
Liefde is geen transactie: jij maakt mij gelukkig, dus blijf ik.
Het is ook geen redmiddel: ik ben gebroken, jij maakt me heel.
Liefde is een ontmoeting tussen twee mensen die zichzelf durven dragen. Die hun schaduw kennen. Die weten: mijn leegte is niet jouw verantwoordelijkheid.
En dan, pas dan, ontstaat echte nabijheid. Want dan hoeft de liefde niets op te vullen. Alleen maar aanwezig te zijn.
Dit artikel uit de serie “Misverstanden over liefde” onderzoekt een ander geliefd misverstand: “Jaloezie is een bewijs van liefde.”
We ontrafelen waarom jaloezie vaak meer zegt over angst dan over liefde, en hoe je kunt kiezen voor vertrouwen zonder naïviteit.