Omgaan met hoogbegaafdheid in de kerk
Thesis: More Significant than Yourselves: Managing High Giftedness in the Church
Student: Jirska Buizer
Lecture: Models of Christian Leadership (https://www.etf.edu/biblical-studies/)
University: EFT Leuven (Belgie)
Date: March 28, 2021
Figure: 8,5
Scriptie (vertaald) met als titel: Uitnemender dan zichzelf: Omgaan met hoogbegaafdheid in de kerk
auteur: Jirska Buizer
vak: Modellen van christelijk leiderschap, aan de Evangelische Theologische Faculteit, Leuven
datum: 28 Maart 2021
cijfer: 8,5
vertaling: Dineke van Kooten
INLEIDING
En allen die hem hoorden waren verbaasd over zijn begrip en zijn antwoorden. (Lucas 2:47)
Het is duidelijk dat Jezus van Nazareth een begaafd persoon was. Toen hij op twaalfjarige leeftijd Jeruzalem tijdens Pesach met zijn ouders bezocht, werd hij in de tempel gevonden tussen de leraren, die naar hem luisterden en hem vragen stelden. Verder toenemend in wijsheid en gestalte, groeide hij uit tot een jonge man met buitengewone kennis. Hij had de gave om te zien wat voor anderen onzichtbaar bleef. Hij ging het gesprek met mensen die pijn hadden aan. Hij doorzag bedoelingen. Hij was in staat om de essentie van de wet van de Joden te verwoorden. Hij keek ver in de toekomst. Hij zag het natuurlijke in samenhang met het bovennatuurlijke. Vaak werd hij verkeerd begrepen vanwege zijn complexe ideeën en holistische visie. Uiteindelijk kwam Jezus in conflict met de autoriteiten vanwege het onrecht dat hij opmerkte.
Onder zijn volgelingen in deze tijd lijken deze hoedanigheden van Jezus niet altijd te worden gewaardeerd. Hoogbegaafde volwassenen in de kerk hebben het moeilijk om contact te maken met hun medechristenen. Door voortdurend te twijfelen aan het geloof en zijn organisatie, slagen ze er nauwelijks in begrepen en gewaardeerd te worden. Daardoor lopen ze het risico de kerk te verlaten. Vanuit het perspectief van de christelijke leider is dit een echt verlies. Hun taak is echter niet gemakkelijk. Hoewel predikanten bekwaam zijn om de leiderschapstheorie te gebruiken bij het managen van groepsprocessen, lijkt geen enkele leiderschapstheorie zich te concentreren op de hoogbegaafde persoon. In deze paper onderzoeken we of er verbanden kunnen worden gelegd tussen de kennis over hoogbegaafdheid en leiderschapstheorie. Welke leiderschapstheorieën kunnen voorgangers helpen om begaafde mensen in de kerk aan te moedigen en hun kwaliteiten te gebruiken?
1: Hoogbegaafde personen in de kerk
Wat is er mis met me? Helaas is het stellen van deze vraag voor de meeste hoogbegaafden de weg naar kennis over de kwaliteit van hoogbegaafdheid. Hoogbegaafde christenen komen vaak problemen tegen, niet alleen in hun persoonlijke en sociale leven, maar ook in het geloof en het kerkelijk leven. In dit hoofdstuk bespreken we hun kenmerken en moeilijkheden. Ook gaan we kort in op een bijbels patroon voor de positie van hoogbegaafden in de kerk.
Kenmerken van hoogbegaafdheid
Hoogbegaafdheid is een combinatie van hoge intelligentie, hoge gevoeligheid, hoge seksualiteit en hoge religiositeit.[1] Terwijl modellen van hoogbegaafdheid vaak gericht waren op leren en hoogbegaafdheid behandelden als iets dat mensen door onderwijs [2] kunnen worden, benadrukken moderne theorieën eerder het zijn in hun beschrijving van hoogbegaafdheid. Vaak wordt het Delphi-model gebruikt om de ervaring van hoogbegaafdheid te beschrijven:
Dit model laat zien dat hoogbegaafden autonoom (zijn), (denken) zeer intelligent en (voelen) veelzijdig. In relatie tot de samenleving zijn ze gedreven en nieuwsgierig in hun motivatie, creatief in hun activiteiten en zeer gevoelig in hun perceptie. Bovendien stellen hoogbegaafden meer en diepere vragen, hebben ze complexe ideeën, een holistisch perspectief en een langetermijnvisie. Ze zien gemakkelijk onnauwkeurigheden en onrecht en zijn sterk gericht op inhoud in plaats van relaties. Daardoor ervaren ze vaak existentiële eenzaamheid, minderwaardigheid, onbegrip en conflicten.
Hoogbegaafdheid wordt ook beschreven als persoonlijkheidsontwikkeling, bijvoorbeeld in Kazimierz Dabrowski’s theorie van positieve desintegratie. De ervaring van anders zijn wordt opgewekt door overmatige opwinding, die zich kan uiten in ernstige psychische of psychiatrische problemen. Dit zijn eerder symptomen van een hoog ontwikkelingspotentieel om te creëren wat Dabrowski een persoonlijkheid noemt, voor wie autonomie ten opzichte van de groep essentieel is.[3] Een dergelijk ontwikkelingsmodel is interessant voor ons doel om de impact van hoogbegaafdheid op het christelijk geloof en het kerkelijk leven te begrijpen. Frustratie, zelfs in het geloof, kan een potentieel zijn voor persoonlijke groei.
Hoge begaafdheid in geloof en kerkelijk leven
Hoogbegaafdheid stopt niet bij de voordeur van de kerk, of bij het betreden van de geloofsgemeenschap. Waar kerkgemeenschappen ontworpen lijken te zijn voor conformisme, uniform en reproductief denken, hechten hoogbegaafden vanuit verschillende invalshoeken aan een authentieke, associatieve benadering.[4] Toegepast op het geloofsleven zijn de hoogbegaafden zelfsturend, autonoom en geleid door hun eigen ideaalbeelden.[5] Ze nemen geen genoegen met minder, maar onderzoeken de zaken grondig. Daarnaast zoeken ze naar de verschillen in plaats van naar de grootste gemene deler.[6] Toegepast op het kerkelijk leven, hebben hoogbegaafden moeite om contact te maken met de groep vanwege hun hoge normen, andere interesses en zelfsturing. Abstracte concepten zijn voor hen gemakkelijk toegankelijk, met als gevolg dat ze snel het leven en de geloofsbeoefening in vraag stellen wanneer dingen niet overeenkomen met wat er wordt geleerd.[7] Autoriteit moet worden verdiend en afgeleid van inhoud. Als de vragen van hoogbegaafden niet worden herkend als leerstijl, zullen kerkleden zich aangevallen voelen en zullen hoogbegaafden een buitenstaander worden.
Wat is er bekend over de relatie tussen religie en hoogbegaafdheid? Enerzijds blijkt uit onderzoek dat hoogbegaafden zich niet aangetrokken voelen tot religie.[8] Daarnaast is er een verondersteld verband tussen het niveau van intellectuele ontwikkeling en kerkverlating.[9] Aan de andere kant wordt hoge religiositeit genoemd als een van de kenmerken van hoogbegaafdheid.[10] Om deze inzichten bij elkaar te brengen, moeten we onderscheid maken tussen religiositeit, als een diepe menselijke verbinding met het hogere (met het geloof als inhoudelijke vorm) en de kerk als sociale structuur binnen een religie.[11] Volgens Ria Havinga zullen hoogbegaafden gemakkelijk en snel op het zogenaamde postconventionele niveau komen, waarbij de eigen religieuze traditie wordt vergeleken met andere tradities en overtuigingen.[12] Deze theorie lijkt consistent met een toepassing van Dabrowski’s positieve desintegratie op het geloofsleven. Hoogbegaafde personen overwinnen snel het geloof zoals gepresenteerd door ouders en pastor, en komen op een existentieel niveau, waar beelden van God teniet worden gedaan en er een potentieel is om uit te groeien tot een holistische geloofservaring.[13]
Dit lijkt een kritieke fase. Hoewel een hoge religiositeit deel uitmaakt van hun hoogbegaafdheid, raken de hoogbegaafden gemakkelijk uit hun evenwicht en zullen ze zichzelf zien als atheïsten of anarchisten wanneer ze in aanraking komen met religieus conventionele opvattingen.[14] Als de overtuiging is losgelaten dat iets op een bepaalde manier moet worden gedaan of geloofd, welke kerk past dan bij hen? Hoewel hoogbegaafden in eerste instantie erg actief zijn, zullen ze de kerk verlaten als niet in hun intellectuele behoeften wordt voorzien.[15] Wanneer ze hun geloof echter niet helemaal loslaten, wordt het verdiept en wordt de eigen traditie opnieuw gewaardeerd.[16] Wanneer er ruimte is voor een groeiproces, kan de band met de groep behouden blijven.[17]
Bijbelse patronen voor buitengewoonheid
Volgens de leer van het Nieuwe Testament is iedereen in de kerk begaafd in geestelijke zin.[18] Kan hoogbegaafdheid tot de geestelijke gaven worden gerekend? De gaven die in de Schrift worden besproken, hoeven geen wonderbaarlijke of bovennatuurlijke manifestaties te zijn, maar eerder gewone menselijke vermogens.[19] Aan de andere kant, zoals beschreven, is het een grote uitdaging om hoogbegaafdheid te laten functioneren als een door God gegeven geestelijke gave om namens de gemeente te gebruiken, zoals geboden.[20] Daarnaast is het voor hoogbegaafden een uitdaging om ‘anderen belangrijker te achten dan jezelf’, wat Paulus aanraadt om vrede en eenheid te zoeken in een kerk als in Filippi.[21] Als hoogbegaafdheid in veel opzichten als ‘meer dan’ wordt gezien, hoe kan dan aan de bijbelse norm van nederigheid worden voldaan?
Om een bijbels paradigma voor buitengewoonheid te vinden, leren we van hoe gehandicaptentheologie de christelijke theologie probeert te begrijpen tegen de achtergrond van de ervaringen van gehandicapten.[22] Een overeenkomst tussen gehandicapten en hoogbegaafden is dat beide een zeer kleine minderheid vormen in de kerk. Bovendien is hun sociale ervaring er een van uitsluiting en onrecht.[23] Daarom zijn aspecten van handicaptheologie nuttig bij het bespreken van de positie van hoogbegaafden in de kerk, waardoor een perceptie van hooghartigheid wordt vermeden. Hoewel hoogbegaafden tot veel in staat zijn, zijn ze vaak gehandicapt om verbinding te maken.
Gehandicaptentheologie omvat de notie dat de beelden van God en onze perceptie van normaliteit elkaar wederzijds beïnvloeden. Welk beeld van God kan helpen om een begaafde perceptie van normaliteit te ontwikkelen? John Swinton bespreekt normaliteit in de kerk en stelt dat ‘als christenen, Jezus[24] het enige echte model van normaliteit is’ en door zijn verwondingen wordt Jezusgeïdentificeerd met handicaps en geassocieerd met gehandicapten. Gezien hoogbegaafdheid is dit een interessante gedachte. Jezus was duidelijk een begaafd persoon. Waarom konden christenen zich niet met Hem identificeren door hun intellectuele en zintuiglijke gaven? Als het volgen van Jezus de sleutel is tot het christelijk leven, moet er een manier zijn om de hoogbegaafden een veilige plek te bieden om hun buitengewone aard volledig te leven.
VOETNOTEN:
[1] Dineke Kooten, van, ‘Hoogbegaafd en misdiagnoses’, accessed 14 March 2021, https://www.dinekevankooten.nl/archief/hoogbegaafd-en-misdiagnoses/.
[2] A.P Nauta and Rianne van de Ven, Hoogbegaafde volwassenen: zet je gaven intelligent en positief in (Utrecht: BigBusiness Publishers, 2017), 26.
[3] ‘Theorie van positieve desintegratie’, in Wikipedia, 17 November 2020, https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Theorie_van_positieve_desintegratie&oldid=57555965
[4] Ria Havinga-Brand, Hoogbegaafd geloven (Ouderkerk aan den IJssel: Ekklesia, 2009), 62; Werkgroep Kerk, ‘Te slim voor de kerk? Een handreiking om hoogbegaafdheid en kerk beter op elkaar af te stemmen’ (Choochem. Vereniging ter ondersteuning van hoogbegaafde christenen, n.d.), 8.
[5] Havinga-Brand, Hoogbegaafd geloven, 51.
[6] Kooten, van, ‘Hoogbegaafd geloven’ (Mini-symposium Hoogbegaafd Geloven, Ede, 30 September 2017), https://choochem.nl/kennisbank/terugblik-mini-symposium-2017/
[7] Havinga-Brand, Hoogbegaafd geloven, 51.
[8] 53 of 64 studies show a negative relationship. See: Maurice Hoogendoorn, ‘“Religie trekt hoogbegaafde niet aan”’, Nederlands Dagblad, n.d., https://www.choochem.nl/html/filesystem/storeFolder/11/!cid_image002_jpg@01CE9A60.jpg
[9] Havinga-Brand, Hoogbegaafd geloven, 49.
[10] Kooten, van, ‘Hoogbegaafd en misdiagnoses’.
[11] Dineke Kooten, van, ‘Spiritualiteit en hoogbegaafdheid’, Podcasts over hoogbegaafdheid, accessed 24 March 2021, https://www.dinekevankooten.nl/archief/podcasts-over-hoogbegaafdheid/
[12] Havinga-Brand, Hoogbegaafd geloven, 56.
[13] Kooten, van, ‘Spiritualiteit en hoogbegaafdheid’.
[14] Kooten, van, ‘Hoogbegaafd en misdiagnoses’.
[15] Kooten, van, ‘Hoogbegaafd geloven’, 14.16.
[16] Havinga-Brand, Hoogbegaafd geloven, 53.
[17] Havinga-Brand, 55.
[18] 1 Corinthians 12:8-11; Romans 12:6-8
[19] Everett Ferguson, The Church of Christ: A Biblical Ecclesiology for Today (Grand Rapids, MI: Eerdmans, 1999), 111.
[20] See 1 Peter 4:10; 1 Corinthians 14:12
[21] Philippians 2:3
[22] John Swinton, ‘Who Is the God We Worship? Theologies of Disability; Challenges and New Possibilities’, International Journal of Practical Theology 14, no. 2 (2011): 274.
[23] Swinton, 287.
[24] John Swinton, ‘The Theology of Disability’, Jude 3 Project, 3.42 min, accessed 19 March 2021, https://youtu.be/blwi2DchHbg
2: Leiderschap dat hoogbegaafdheid aanmoedigt
Na de kenmerken en valkuilen van hoogbegaafden in de kerk te hebben besproken, onderzoeken we hoe de leiderschapstheorie predikanten kan informeren om hoogbegaafden aan te moedigen hun moeilijkheden te overwinnen en hun hoogbegaafdheid te gebruiken als uitgangspunt voor spirituele groei en verbondenheid. Niet alle theorieën lijken echter voorstander te zijn van een dergelijke groei. Sociaal identiteitsleiderschap lijkt alleen maar nadelig te zijn voor hoogbegaafden. Diversiteitsleiderschap en verdeeld leiderschap worden besproken als modellen die predikanten kunnen gebruiken om hoogbegaafden te helpen hun plaats in de kerk te vinden. Ervan uitgaande dat de intelligentie van de begaafden die van de voorganger overtreft, worden we geholpen met leider- en volgergerichte perspectieven, die het verschil erkennen tussen de leider en elk van hun volgelingen.[25]
Het marginaliserende effect van sociale identiteit
Hoogbegaafden vormen slechts een kleine minderheid in de kerk.[26] Uit de voorgaande hoofdstukken krijgen we de indruk dat hoogbegaafden eerder de ervaring van een buitenstaander hebben dan van een minderheid. De theorie van sociale identiteit kan de mechanismen verklaren waardoor dit tot stand komt. Jack Barentsen beschrijft een sociale identiteit als ‘een psychologisch besef van ons, van het behoren tot een groep’.[27] Het heeft een cognitieve, een affectieve en een normatieve dimensie. De theorie van sociale identiteit is in twee opzichten relevant voor hoogbegaafde volwassenen in de kerk. Ten eerste vindt groepsvorming plaats op basis van sociale identiteit. Wanneer leden de overtuigingen en waarden van de groep vertegenwoordigen, worden ze prototypisch en winnen ze aan invloed. Deze leden zijn sociaal aantrekkelijk en worden vertrouwd.[28] Zoals we hebben gezien, hebben hoogbegaafden de neiging zich af te vragen wat gebruikelijk is en stilzwijgend wordt aangenomen. Ze hebben van nature kritiek op niet-uitgelokte veronderstellingen en vinden het moeilijk om zich te identificeren met de sociale identiteit van een kerkgemeenschap. Als gevolg hiervan bevinden ze zich waarschijnlijk aan de rand van de groep, ontwikkelen ze geen prototypisch karakter en winnen ze geen vertrouwen.
Ten tweede verklaart de sociale identiteitstheorie leiderschap in kerken, vooral waar sprake is van een informele leiderschapscultuur. Prototypische leden krijgen leiderschapskwaliteiten toegewezen omdat ze de sociale identiteit van de groep weerspiegelen. Hoogbegaafde personen, die de sociale identiteit in twijfel trekken vanwege hun hersenbedrading, zullen waarschijnlijk geen leiders worden, formeel of informeel. Daardoor hebben ze weinig mogelijkheden om zaken te beïnvloeden of te veranderen. Dit beeld van groepsvorming is niet aantrekkelijk voor hoogbegaafden. Pastors kunnen de sociale identiteitstheorie gebruiken om het gebrek aan autoriteit dat ze voor hen hebben te begrijpen. De autoriteit die hen door de groep wordt toegekend vanwege hun waarschijnlijke prototypische karakter, wordt precies onthouden door hoogbegaafden. Het verbinden van hoogbegaafden met het leven van de kerk vereist een actief gebruik van andere leiderschapsstijlen.
Diversiteitsleiderschap en anti-intellectualisme
Het is precies de diversiteit van het lichaam van Christus die het lichaam tot lichaam maakt.[29] Het is zinvol om te kijken naar diversiteitsleiderschap, dat aandacht heeft voor minderheidsgroepen in organisaties, zoals etnische minderheden, gehandicapten of vrouwen. Diversiteitsleiderschap richt zich echter op minderheidsgroepen, terwijl de hoogbegaafden in de kerk vaak zo’n kleine minderheid vormen dat het praktisch alleen het individu aangaat. De diversiteitsleiderschapstheorie is echter interessant omdat ze negatieve stereotypering bespreekt als een van de barrières tegen diversiteit.[30] Negatieve stereotypering is een subtiele vorm van framing van de buitenstaander om bestaande sociale grenzen te handhaven.
Een negatieve stereotypering van hoogbegaafdheid wordt bijvoorbeeld gevormd door een anti-intellectueel klimaat in de evangelische kerken. Mark A. Noll besprak dit anti-intellectualisme in ‘The Scandal of the Evangelical Mind‘, met als schandaal dat er ‘niet veel’ is van een evangelische geest.[31] Zijn stelling is dat Amerikaanse evangelicals er niet in slaagden een serieus intellectueel leven en de beoefening van hoge cultuur in stand te houden. Het evangelische ethos dat Noll beschrijft als activistisch, populistisch, pragmatisch en utilitair.[32] Een ander aspect dat genoemd moet worden, is de bijbelse interpretatie van de Bijbel, waarbij de literaire en historische context wordt verwaarloosd. Er is dus diepgaande theologische kennis, maar niet veel kennis over de wereld waarin het geloof gecontextualiseerd moet worden.
Johnson wijst op verschillende psychologische processen die kunnen worden ontwikkeld om rekening te houden met diversiteit: mindfulness, openheid voor nieuwe categorieën, openheid voor nieuwe informatie en het erkennen van het bestaan van meer dan één perspectief.[33] Deze psychologische processen kunnen worden gespecificeerd voor hoogbegaafden in de kerk. Is er een besef van stilzwijgende aannames? Herkennen leiders het essentiële verschil tussen slimme en hoogbegaafde mensen? Kunnen er vragen worden gesteld die bedreigend lijken? Is er ruimte voor verdieping van educatie en evangelisatie, in plaats van toegankelijkheid? Deze thema’s die diversiteitsleiderschap voorstelt om minderheden in organisaties op te nemen, zijn nuttig om aandacht te genereren voor de hoogbegaafde minderheid.
Gedistribueerd leiderschap: zelfleiderschap van hoogbegaafden aanmoedigen
Gedistribueerd leiderschap is een vorm van gedeeld leiderschap, in tegenstelling tot een hiërarchisch model. Het is een model dat mensen van alle niveaus in de organisatie de mogelijkheid geeft om processen te beïnvloeden en te sturen.[34] Leiderschap bestaat dan uit gedeelde activiteiten en functies. Het zoekt niet naar effectief leiderschap, maar naar effectief volgerschap.[35] Kijken naar de kwaliteiten van hoogbegaafd, gedistribueerd leiderschap zou passen bij hun behoefte aan verbinding en inclusiviteit enerzijds en exploratie anderzijds. Wanneer een distributiecultuur wordt ontwikkeld, zal dit het effect van negatieve stereotypering verminderen: het bevragen van problemen en het onderzoeken van onderwerpen zal lonend zijn in plaats van beschamend.
Het is vooral de theorie van superleiderschap die predikanten zal helpen de hoogbegaafden aan te moedigen, omdat het een actieve houding van leiders met zich meebrengt ten aanzien van ondergeschikte ontwikkeling, participatie en delegatie.[36] Leiders moeten creativiteit aanmoedigen en onafhankelijkheid en onderlinge afhankelijkheid creëren. Het bevordert zelfleiderschap, wat betekent dat ‘de attitudes, overtuigingen, zelfontworpen gedragspatronen en motivatievoorkeuren van individuen een cruciaal verschil maken in zowel prestatie als persoonlijke tevredenheid op het werk’.[37] De leiderschapsstijl is zelfsturend, zelfondersteunend, zelfrealisatie en zelfinspirerend.[38] Deze leiderschapsbeschrijvingen overlappen met wat hoogbegaafden nodig hebben om hun potentieel in de kerk te ontwikkelen. De rol van hun voorgangers zal dan zijn om een cultuur van intellectuele inclusiviteit te bevorderen en intellectuele en spirituele groei aan te moedigen voor degenen die het nodig hebben.
VOETNOTEN:
[25] Bolden and Hawkins, 518.
[26] One in fifty of the general population. See: Werkgroep Kerk, ‘Te slim voor de kerk? Een handreiking om hoogbegaafdheid en kerk beter op elkaar af te stemmen’, 8.
[27] Jack Barentsen, ‘Church Leadership as Adaptive Identity Construction in a Changing Social Context’, Journal of Religious Leadership 15, no. 2 (2015): 53.
[28] Barentsen, 55.
[29] Swinton, ‘The Theology of Disability’, 11.40 min.
[30] Craig Edward Johnson, ‘Meeting the Ethical Challenges of Diversity’, in Meeting the Ethical Challenges of Leadership (Los Angeles, LA: Sage Publications, 2014), 327.
[31] Mark A. Noll, The Scandal of the Evangelical Mind (Grand Rapids, MI: Eerdmans, 2008), 3.
[32] Noll, 13.
[33] Johnson, ‘Meeting the Ethical Challenges of Diversity’, 372.
[34] Montgomery Wart, van, Leadership in Public Organizations: An Introduction. (Florence: Taylor and Francis, 2017), 595.
[35] Wart, van, 104.
[36] Wart, van, 105.
[37] Wart, van, 115.
[38] Wart, van, 117.
Conclusie
In het boekje ‘Te slim voor de kerk?’ een werkgroep van de vereniging Choochem doet verslag van een enquête onder haar leden over hun ervaringen met de kerk.[39] De ondervraagden hebben zowel positieve als negatieve ervaringen met de kerk, waarvan vele overlappen met onze bevindingen in hoofdstuk 1.[40] Wat voor ons relevant is, is dat veel afhangt van of het goed gaat met de predikant.[41] De werkgroep adviseert de predikant om in haar prediking kennis te tonen, te verdiepen en zaken aan de orde te stellen die de moeite waard zijn om over na te denken. Daarnaast moet ze ervoor zorgen dat geen enkele vraag taboe is. De mogelijkheid hebben om vragen te stellen is belangrijker dan het krijgen van antwoorden.
Lerend van de ervaring van hoogbegaafdheid en leiderschapstheorie kunnen we de volgende aanbevelingen toevoegen aan wat de werkgroep heeft geformuleerd:
• Leer de hoogbegaafden kennen. Hoogbegaafdheid is niet hetzelfde als slim zijn.
• Sta open voor een geloof dat de grenzen van de orthodoxie overschrijdt. De hoogbegaafden kunnen het conformisme, de kerkpraktijk of zelfs de geloofsbelijdenis in twijfel trekken. Het is misschien hun enige pad naar spirituele groei.
• Leer je eigen positie als predikant te evalueren. Waarschijnlijk overtreft de intellectuele capaciteit van de hoogbegaafden die van u. Bovendien kan je autoriteit worden verdiend door een sociale identiteitscultuur, wat een obstakel is voor mensen in de marge.
• Omarm intellectuele diversiteit in de kerk. Hoewel bescheidenheid een christelijke waarde is, is hoogbegaafdheid een persoonlijkheidskenmerk dat niet onderdrukt kan worden. Hoogbegaafden hebben hulp nodig om verbinding te maken met de groep. Negatieve stereotypering moet actief worden bestreden.
• Gebruik een distributieve benadering van hoogbegaafden. Neem hun persoonlijke capaciteiten op in uw bediening. Herken hun potentieel voor zelfleiderschap in hun intellectuele en spirituele groei.
• Stel gezonde grenzen aan hoogbegaafden. De meeste kerkleden hebben een conventioneel geloof dat niet besproken hoeft te worden. Hoogbegaafden moeten worden voorgelicht over de impact van hun hoogbegaafdheid op de groep.
Het bijbelse patroon voor het christelijk leven is het leven van Christus, inclusief zijn begaafdheid. In de gemeenschap van Christus, die in veel opzichten inclusief is, moet ruimte gemaakt worden voor de begaafden om hun kwaliteiten ten goede te gebruiken. Terwijl Jezus werd verworpen om wie Hij was, staan christelijke voorgangers voor de uitdaging om een patroon vast te stellen om te zorgen voor degenen die belangrijker geacht worden dan zij.
VOETNOTEN:
[39] Werkgroep Kerk, ‘Te slim voor de kerk? Een handreiking om hoogbegaafdheid en kerk beter op elkaar af te stemmen’.
[40] Mentioned are the clichéd sermons and a lack of food for thought and answers. Werkgroep Kerk, 9.
[41] Werkgroep Kerk, ‘Te slim voor de kerk? Een handreiking om hoogbegaafdheid en kerk beter op elkaar af te stemmen’, 11.
Literatuur
=> Barentsen, Jack. ‘Church Leadership as Adaptive Identity Construction in a Changing Social Context’. Journal of Religious Leadership 15, no. 2 (2015): 49–80.
=> Bolden, Richard, and Beverley Hawkins. Exploring Leadership: Individual, Organizational, and Societal Perspectives. Kindle. Oxford: OUP Oxford, 2011.
=> Ferguson, Everett. The Church of Christ: A Biblical Ecclesiology for Today. Grand Rapids, MI: Eerdmans, 1999.
=> Havinga-Brand, Ria. Hoogbegaafd geloven. Ouderkerk aan den IJssel: Ekklesia, 2009.
=> Hoogendoorn, Maurice. ‘“Religie trekt hoogbegaafde niet aan”’. Nederlands Dagblad. n.d. https://www.choochem.nl/html/filesystem/storeFolder/11/!cid_image002_jpg@01CE9A60.jpg.
=> Johnson, Craig Edward. ‘Meeting the Ethical Challenges of Diversity’. In Meeting the Ethical Challenges of Leadership, 369–414. Los Angeles, LA: Sage Publications, 2014.
=> Kooten, van, Dineke. ‘Hoogbegaafd en misdiagnoses’. Accessed 14 March 2021. https://www.dinekevankooten.nl/archief/hoogbegaafd-en-misdiagnoses/.
———. ‘Hoogbegaafd geloven’. Presented at the Mini-symposium Hoogbegaafd Geloven, Ede, 30 September 2017. https://www.choochem.nl/nl/1032_terugblik_mini-symposium_2017_hoogbegaafd_geloven.htm.
———. ‘Spiritualiteit en hoogbegaafdheid’. Podcasts over hoogbegaafdheid. Accessed 24 March 2021. https://www.dinekevankooten.nl/archief/podcasts-over-hoogbegaafdheid/.
=> Nauta, A.P, and Rianne van de Ven. Hoogbegaafde volwassenen: zet je gaven intelligent en positief in. Utrecht: BigBusiness Publishers, 2017.
=> Noll, Mark A. The Scandal of the Evangelical Mind. Grand Rapids, MI: Eerdmans, 2008.
=> Swinton, John. ‘The Theology of Disability’. Jude 3 Project. Accessed 19 March 2021. https://www.youtube.com/watch?v=blwi2DchHbg.
———. ‘Who Is the God We Worship? Theologies of Disability; Challenges and New Possibilities’. International Journal of Practical Theology 14, no. 2 (2011): 273–307.
=> ‘Theorie van positieve desintegratie’. In Wikipedia, 17 November 2020. https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Theorie_van_positieve_desintegratie&oldid=57555965.
=> Wart, van, Montgomery. Leadership in Public Organizations: An Introduction. Florence: Taylor and Francis, 2017.
=> Werkgroep Kerk. ‘Te slim voor de kerk? Een handreiking om hoogbegaafdheid en kerk beter op elkaar af te stemmen’. Choochem. Vereniging ter ondersteuning van hoogbegaafde christenen, n.d.