Volwassen Liefde: Van Aanwezig Doen naar Aanwezig Zijn
“De ware beweging van volwassen worden is naar binnen, niet naar voren.” — John O’Donohue
Dit is het eerste deel van een drieluik over hoe we verantwoordelijkheid, zorg en verbinding kunnen herzien. Niet vanuit ideaalbeelden, maar vanuit belichaamde eerlijkheid.
Inleiding – Liefde vraagt volwassenheid/
Deel 2 – Zorg dragen zonder jezelf te verliezen
Het onderscheid tussen zorgvuldigheid en zorgen voor. Over pleasen, projectie, en hoe werkelijke verbinding alleen kan bestaan als je ook goed voor jezelf zorgt.
Deel 3 – Van intieme nabijheid naar innerlijke autonomie
Over de grens tussen verbinden en versmelten. Hoe je trouw blijft aan jezelf zónder afstand te creëren tot de ander.
Een liefde die ‘gewoon loopt’
Twee mensen, al jaren samen. Ze eten samen, slapen samen, kijken series, doen boodschappen. Geen grote ruzies, maar ook geen echte gesprekken meer. Alles ‘loopt’ wel. De een zegt: “Ik zie wel waar het heen gaat.” De ander denkt dat dat misschien liefde is: een soort vanzelfsprekendheid. Maar diep vanbinnen knaagt er iets. Want ergens onderweg zijn ze gestopt met kiezen voor elkaar – en zijn ze gewoon gaan aanrommelen.
In een tijd waarin ‘gaan met de flow’ wordt gezien als een deugd – een teken van flexibiliteit of rust – vergeten we iets fundamenteels: liefde vraagt om verantwoordelijkheid.
Niet de zware, controlerende soort. Geen pleasen, geen fixen. Maar een innerlijke bereidheid om bewust aanwezig te zijn. Om jezelf onder ogen te komen. En om in elke ontmoeting met de ander, ook jezelf niet kwijt te raken.
Vermijden is geen vrijheid
Veel mensen verwarren ‘aanwezig zijn’ in een relatie met verantwoordelijkheid nemen. Maar psychologisch gezien zijn die twee lang niet altijd hetzelfde.
Als we het hebben over ‘aanrommelen’, bedoelen we meestal: geen duidelijke keuzes maken, vermijden van confrontaties, blijven hangen in wat er al is. In de psychologie herkennen we dit als vermijdingsgedrag – een overlevingsstrategie van het innerlijke kind. Niet kiezen, is veilig. Het voorkomt afwijzing, conflict, pijn.
Maar wie vermijdt, neemt geen verantwoordelijkheid. Niet voor de ander – en ook niet voor zichzelf.
In intieme relaties komen deze patronen vaak voort uit onze hechtingsstijl:
– Vermijdend gehecht? Dan trek je je terug bij spanning. Je lijkt ‘relaxed’, maar bent eigenlijk op afstand.
– Angstig gehecht? Dan probeer je de relatie te redden door te pleasen, fixen, overcompenseren.
Beide strategieën leiden tot relaties die niet gebaseerd zijn op volwassen gelijkwaardigheid, maar op kinderlijke dynamieken van houvast zoeken of controle houden.
Verantwoordelijkheid nemen betekent dan: erkennen wat je voelt, uitspreken wat je nodig hebt, grenzen stellen en tegelijk ook echt luisteren. Niet vanuit drama of dwang, maar vanuit helderheid.
Liefde vraagt prefrontale keuzes
Neurologisch gezien is er een groot verschil tussen automatisch aanrommelen en bewust handelen.
Ons brein kent een soort automatische piloot: het default mode network. Dit netwerk is actief als we dagdromen, rumineren, of ons laten meevoeren door gewoontes. Prima om te overleven, maar niet om lief te hebben.
Liefde vraagt de betrokkenheid van de prefrontale cortex – het gebied dat verantwoordelijk is voor morele oordelen, plannen, zelfreflectie en bewuste keuzes. Alleen als we deze ‘volwassen’ hersenregio activeren, kunnen we kiezen om eerlijk te zijn, aanwezig te blijven, en verantwoordelijkheid te dragen voor de impact van ons gedrag.
Maar onder stress, trauma of verlatingservaringen schakelen veel mensen onbewust terug naar het limbisch systeem – het emotionele brein. Daar heersen impulsiviteit, vechten/vluchten, en zelfbescherming.
Dat is waarom liefde soms voelt als een strijd. En waarom ‘aanrommelen’ een soort automatische verdoving wordt: we vermijden stress door simpelweg niks te doen. Maar wat we dan verliezen, is de bewuste aanwezigheid die liefde nodig heeft om te bloeien.
Liefde als existentiële keuze
De Franse filosoof Jean-Paul Sartre schreef: “Wij zijn veroordeeld tot vrijheid.” Daarmee bedoelde hij: we hebben geen excuus. Zelfs als we niet kiezen, kiezen we alsnog. Ook in de liefde.
Wie niet zegt: “Ik kies voor jou,” zegt indirect: “Ik laat het afhangen.” Aanrommelen is dus niet neutraal – het is een keuze om níet te kiezen. En daarmee ontloop je de verantwoordelijkheid die hoort bij liefde: dat je bereid bent te staan voor je woorden, je daden, en je aanwezigheid.
Simone de Beauvoir, Sartres partner, schreef dat we in de liefde de vrijheid van de ander moeten erkennen. Echte liefde is geen bezit, geen project, geen fusie – maar een ontmoeting tussen twee vrije mensen die elkaars vrijheid eerbiedigen.
En Martin Buber, de Joodse denker, noemde dit het verschil tussen ‘Ich-Du’ en ‘Ich-Es’. In een ‘Ich-Du’-relatie zie je de ander als een subject, een wereld op zichzelf. In een ‘Ich-Es’-relatie behandel je de ander als een decorstuk in jouw leven.
Aanrommelen is ‘Ich-Es’. Verantwoordelijkheid nemen is ‘Ich-Du’.
‘God zegene de greep’ is geen overgave, maar een uitvlucht
In sommige spirituele kringen klinkt het haast als een mantra: “Laat het los.” “Het universum wijst je de weg.” “Wat komt, komt. Wat niet, is niet voor jou bedoeld.” Het klinkt wijs, rustig, aanvaardend. Maar vaak is het iets anders: een spirituele bypass.
Psycholoog John Welwood introduceerde deze term om te beschrijven hoe mensen spirituele ideeën gebruiken om moeilijke gevoelens of persoonlijke verantwoordelijkheid te vermijden. In plaats van rouw, zelfonderzoek of eerlijk contact met de ander, vluchten ze naar vaagheden: “Alles gebeurt met een reden.”
In de liefde klinkt dat dan zo:
– “Als het meant to be is, dan komt het vanzelf goed.”
– “Ik vertrouw op de stroom.”
– “We hoeven niks te forceren, het universum regelt het wel.”
Maar wat als ‘de stroom’ eigenlijk gewoon conflictvermijding is? Wat als ‘overgave’ betekent: ik neem geen verantwoordelijkheid voor wat ik zelf wil, voel of doe?
Spiritualiteit die geen belichaming kent – geen verantwoordelijkheid voor het hier en nu – is geen verlichting, maar verdoving.
Echte overgave is niet passief. Het is een keuze om volledig aanwezig te zijn bij wat zich aandient: de pijn, de twijfel, de liefde, de ander. Zonder te fixen. Maar ook zonder weg te lopen.
De liefde vraagt iets van je
Verantwoordelijkheid in de liefde is geen drukmiddel, geen bewijs van schuld, geen last die je moet dragen. Het is een uitnodiging tot volwassenheid.
Niet groter zijn dan de ander. Niet kleiner. Maar op je eigen plek staan, helder, aanwezig, bewust.
Het vraagt dat je de moed hebt om:
– uit de automatische piloot te stappen,
– je eigen patronen te erkennen,
– én om oprecht te kiezen – telkens opnieuw.
Want liefde is geen gevoel dat je overkomt. Het is een houding die je oefent.
Vooruitblik: twee kanten van onvolwassen liefde
In het volgende deel van dit drieluik duiken we in een verwante dynamiek: “zorgvuldigheid is iets anders dan zorgen voor.” Daar onderzoeken we hoe veel relaties onbewust leunen op ouder-kindrollen – en hoe we de weg terugvinden naar wederkerigheid, autonomie en verbondenheid.