Waarom moeite met intimiteit vaak niet over seksueel misbruik gaat
In veel hedendaagse therapieën wordt seksualiteit al snel bekeken door de lens van het meest bekende trauma in deze tijd: seksueel misbruik. Wanneer iemand moeite ervaart met intimiteit of seksualiteit, klinkt al gauw de vraag: is er sprake geweest van seksueel misbruik? Ook ik betrapte mezelf soms op die reflex in mijn praktijk. Het is begrijpelijk. Te lang was er een taboe om te praten over seksueel misbruik. Te lang is het ontkend of ervan weg gekeken. Seksueel misbruik komt helaas veel voor en laat diepe sporen achter in vertrouwen, lichamelijkheid en verlangen. Het is dan ook van cruciaal belang dat therapeuten alert zijn op signalen van grensoverschrijding en trauma.
Maar deze alertheid draagt ook een risico in zich. Hoewel grensoverschrijding wijdverbreid is, betekent dat niet dat alle seksuele problemen daar direct op terug te voeren zijn. Wanneer we seksuele moeilijkheden vooral verklaren vanuit seksueel misbruik, verliezen we al snel de kwetsbaarheid, maar ook de rijkdom, de complexiteit en de levenskracht van seksualiteit uit het oog. Moeite met intimiteit of seksuele beleving wijst niet automatisch op een geschiedenis van misbruik — zeker niet wanneer iemand daar geen actieve herinneringen aan heeft. Er zijn talloze andere factoren die onze seksualiteit kleuren: biologische processen en hormonale schommelingen, hechtingspatronen, opvoeding, culturele overtuigingen, eerdere relatie-ervaringen, persoonlijke verwachtingen en het eigen lichaamsbeeld. Seksualiteit is geen geïsoleerd deel van ons bestaan, maar een dynamische expressie van wie we zijn, hoe we ons verbinden en hoe veilig we ons voelen met onszelf én de ander.
Wanneer intimiteit moeilijk is, betekent dat niet per se dat er grensoverschrijdend trauma is — althans, niet altijd trauma in de klassieke zin. Het betekent wel dat seksualiteit diep verweven is met onze persoonlijke geschiedenis, met onbewuste patronen, verlangens en angsten. En die complexiteit verdient een benadering die ruimte laat voor nuance, voor aandacht en voor compassie.
Kortom: Met name eerdere relatie-ervaringen, bekkenproblematiek door zwangerschap of bevalling en zelfs het lichaamsbeeld spelen heel vaak een rol. Elk van deze elementen kan ongemerkt een patroon creëren dat bepaalt hoe iemand zich opent, zich veilig voelt, of zich kan overgeven in intimiteit. Door deze bredere blik ontstaat een rijker, genuanceerder beeld van wat er in de slaapkamer — en in het hart — werkelijk gebeurt. We gaan een paar mogelijkheden beter bekijken:
* Te vroege seksualiteit en aangeleerde patronen
Veel vrouwen (en mannen) dragen sporen van te vroege seksuele ervaringen met zich mee. Soms begon hun seksuele ontdekking zonder echte kennis, zonder begeleiding, soms uit nieuwsgierigheid, soms uit sociale druk. Jongens en meisjes krijgen als tiener een korte of langere relatie en ze doen maar wat, ontdekken wat op dat moment lijkt te werken, en vormen daardoor een patroon dat jarenlang blijft bestaan.
Vrouwen praten er zelden over, merk ik in mijn praktijk. Ze denken dat het erbij hoort, dat het vanzelf beter wordt, dat ze er vanzelf in zullen groeien. Sommige vrouwen houden dit patroon decennialang vol, zonder ooit een orgasme te ervaren. Op een gegeven moment klinkt een berustende gedachte: ik hoef niet zo nodig, laat hem maar.
En hij? Hij begrijpt het niet. Hij wil zo graag samen, en het ging toch altijd goed? Hij wil het zo graag goed doen. Maar zijn smachtende blik wakkert haar spanning alleen maar aan. Zij wil ook — echt — genieten, een orgasme ervaren, zich overgeven aan het feest van intimiteit. Maar nog voordat haar feest begonnen is, lijkt het alweer voorbij. Zijn zuchten klinkt als een vraag: ben je nu nog niet opgewonden? Het enthousiasme van hem versterkt haar spanning, en zo blijft het verlangen gevangen tussen hoop en frustratie, voor beiden.
Dit is geen onwil. Dit is machteloosheid, omdat men er geen taal voor kan vinden, of zelfs nog onkundig is omdat dit de enige (herhalende) ervaring is. Ze hebben nooit de rijkdom van seksualiteit gekend: de diepte, de wederkerigheid, het spel van aanwezigheid en verlangen, de levenskracht die erin schuilt. Want dit gemis blijft vaak onbesproken, uit schaamte of omdat ze simpelweg niet weten dat het anders kan of niet weten hoe er taal aan te geven. Het blijft ook onbesproken omdat de ander er niet voor open staat omdat het té kwetsbaar is en snel het slachtoffer wordt: ‘Ik doe zo mijn best!’ of ‘Geef jij dan maar aan hoe het moet!’ In plaats van samen op ontdekkingstocht gaan in alle kwetsbaarheid, onhandigheid en de eigen onkunde erkennen. [Lees ook: de-behoeftige-man/]
* Het lichaam draagt herinneringen
Zwangerschap, bevalling en verlies laten diepe, blijvende sporen achter in het lichaam. Vrouwen dragen deze lichamelijke herinneringen bij zich, vaak onbewust, als een stille onderlaag die meeresoneert in hun seksualiteit en intimiteit. In dat stille geheugen leeft het angstige weten: dit lichaam kan dragen, baren, loslaten, en verliezen. Het is een diepe, fysieke kennis die zich niet zomaar laat negeren, zelfs niet wanneer de vruchtbare jaren voorbij zijn. Elke aanraking, elke streling, elk moment van nabijheid kan onbewust een trigger zijn die opnieuw laat ervaren wat het lichaam ooit heeft doorstaan — of door wat het ooit had kunnen doorstaan.
In veel geboorteculturen werd deze oerervaring gekoesterd: vrouwen werden genesteld in een cocon van rust, veiligheid en zorg, en konden zo hun kind in volle vertrouwen baren, gedragen door de vrouwelijke oerenergie. Na de bevalling kreeg de vrouw alle aandacht zodat haar lichaam en geest kond herstellen en helen. Tegenwoordig echter, in een wereld van medicalisering en gehaaste ziekenhuispraktijken, wordt deze oerervaring vaak genegeerd. Zoals Anna Verwaal en anderen benadrukken, krijgt de vrouw door de nadruk op medische interventies en efficiëntie vaak geen gelegenheid om vertrouwen te ontwikkelen in haar eigen oerkracht. De rust, het cocon-gevoel, de ruimte om te helen en te landen in het lichaam, wordt niet altijd geboden. Het gevolg is dat het lichaam soms ‘voorzichtig’ blijft, een soort stille waakzaamheid behoudt, ook tijdens intimiteit en seksuele beleving de ander op afstand houdt. [Kijk: https://youtu.be/Rnvg6T2j3sY]
In de joodse traditie is een mikwe een ritueel bad dat wordt gebruikt voor reiniging en spirituele overgang. Twee belangrijke momenten waarop vrouwen een mikwe nemen: na de menstruatie en na de bevalling. Een mikwe kan een diep helende ervaring zijn, niet alleen vanwege het rituele bad zelf, maar ook door de context waarin het plaatsvindt. Vrouwen worden ondergedompeld in het water in het bijzijn van oudere, wijze vrouwen die een veilige bedding vormen. Zij bieden ruimte om te praten over het trauma dat een vrouw mogelijk met zich meedraagt, maar ook om praktische en emotionele begeleiding te ontvangen over seksualiteit, intimiteit en de eerste stappen naar overgave. Het is een moment van rust en vertrouwen, een tijdelijke cocon waarin het lichaam kan landen, het hart kan openen en de geest kan ontspannen. Door dit ritueel wordt seksualiteit niet alleen een fysieke daad, maar een ontmoeting met het eigen lichaam, met herinnering, verlangen en heling — een kleine maar krachtige brug van verleden naar toekomst, van angst naar vertrouwen.
Want als je dit niet hebt, dan kan zelfs decennia later dit celgeheugen invloed uitoefenen: het lichaam ‘onthoudt’ de angst, het ongemak, het fysieke en emotionele overleven. In elke seksuele ervaring kan die onderlaag meespelen, onzichtbaar en subtiel, als een echo van vroeger. Het is niet iets waarover je per se nadenkt, maar het beïnvloedt hoe gemakkelijk een vrouw zich kan overgeven, hoe diep verlangen kan worden ervaren, en hoeveel plezier haar lichaam werkelijk kan toelaten. Seksualiteit wordt zo niet alleen een ontmoeting van lichamen, maar ook een ontmoeting met het lichaam zelf, met zijn geschiedenis, zijn herinneringen en zijn verborgen wijsheid.
* Alleengeboren tweelingen en onvervulde symbiose
Bij mensen die als alleengeboren tweeling ter wereld kwamen, draagt seksualiteit vaak een bijzondere, intense emotionele lading. In het onbewuste resoneert de herinnering aan de symbiose die ooit in de baarmoeder bestond — een hechte, complete verbinding met een ander die nooit meer terugkeert. Het is een ervaring van totaliteit en nabijheid die al vroeg als fundamenteel werd beleefd, en die zich diep inschrijft in lichaam en psyche.
Die vroege herinnering wekt hoge verwachtingen van intimiteit in het volwassen leven: het verlangen dat seksuele ontmoeting dezelfde intensiteit, hetzelfde gevoel van éénheid en diepe verbinding kan bieden. Maar vaak blijkt de werkelijkheid weerbarstig. Na de seks kan een gevoel van eenzaamheid opkomen, een stille echo van het verlies dat altijd al aanwezig was. Soms omdat in de huidige intimiteit de oorspronkelijke symbiose nooit kan evenaren worden. Soms juist omdat de huidige verbinding lijkt op die eerste, oorspronkelijke eenheid, waardoor het loskomen — het moment dat het ‘feest’ voorbij is — extra pijnlijk wordt en het gevoel van leegte en verlies, het feest van de ontmoeting te niet doet.
Seksualiteit wordt dan niet slechts een lichamelijke ontmoeting, maar een spiegel van verlangen en gemis tegelijk. Het confronteert met de diepe behoefte aan verbondenheid en de realiteit van verlies, en kan tegelijkertijd een mogelijkheid bieden om oude patronen te erkennen, te voelen en uiteindelijk te helen. Het laat zien hoe vroeg levenservaringen zich inschrijven in de meest intieme lagen van ons bestaan, en hoe seksuele ontmoeting kan fungeren als een brug tussen het vergeten verleden en de mogelijkheid van aanwezigheid en nabijheid in het hier en nu.
* Gemis aan aanwezigheid in kwetsbaarheid
Voor veel vrouwen is overgave in intimiteit allesbehalve vanzelfsprekend. Het gaat verder dan lichamelijke ontspanning; het vraagt een diepe, kwetsbare aanwezigheid van het hele zelf — en van de ander. Overgave betekent je hart en lichaam openen terwijl er een stille, onuitgesproken vraag in je meeschrijdt: Kan jij mijn kwetsbaarheid dragen? Ben jij werkelijk aanwezig? Blijf je bij me, ook als ik me laat zien zoals ik ben, zonder maskers, zonder controle, zonder bescherming?
Het is niet genoeg dat de ander zegt dat hij er is; het antwoord moet gevoeld worden, ingebed in zijn aanwezigheid, zijn aanraking, zijn adem, zijn geduld. Het moet tastbaar worden in de ruimte tussen hen, in de zachte resonantie van vertrouwen en aandacht. Pas wanneer dat antwoord werkelijk doorklinkt, kan overgave plaatsvinden.
Overgave is geen passieve onderwerping of overgave aan de wil van de ander. Het is een actieve, bewuste keuze voor verbinding, een moedige handreiking naar nabijheid en intimiteit. Het is het durven laten stromen van energie van hart tot hart, van lichaam tot lichaam, wetend dat de ander bereid is te dragen, te respecteren en te koesteren wat wordt toevertrouwd. In die ruimte kan intimiteit transformeren: van een fysieke ontmoeting tot een ontmoeting van wezenlijke aanwezigheid, van gedeelde kwetsbaarheid en van wederzijds vertrouwen.
Veel vrouwen doen, bewust of onbewust, daarmee een beroep op mannen in een diepere laag van intimiteit — een laag waarin zij hun kwetsbaarheid, hun hart, hun seksuele energie en hun pijn durven te laten ervaren. Voor mannen is deze laag vaak een geheel onbekend terrein. Het is een dimensie die niet rechtstreeks zichtbaar is, die niet meteen gekoppeld is aan actie of prestatie, en die geen duidelijk “spelregels”-handboek kent.
Wanneer vrouwen daar een beroep op doen, reageren mannen soms met frustratie, machteloosheid of prestatiedrang. Het kan voelen alsof alles wat ze doen niet voldoende was of is, waardoor ze hun eigen onzekerheid, onkunde of angst overschreeuwen vanuit hun eigen levenstrauma’s. Ze gaan harder proberen, sneller willen, meer fixen, terwijl wat er echt nodig is, juist stilte, aandacht, aanwezigheid en nieuwsgierigheid is. Het is niet iets dat met kracht of kennis kan worden opgelost; het is iets dat gevoeld moet worden, vaak op manieren die mannen nooit eerder geleerd hebben.
Wat vaak vergeten wordt, is dat intimiteit op deze diepte van mannen óók overgave en onderzoekende, kwetsbare nieuwsgierigheid vraagt. Het verduren van het niet weten. Het gaat niet om kracht, prestatie of kennis, maar om het vermogen om aanwezig te zijn, om te dragen zonder te fixen, te luisteren zonder te oordelen, en te volgen zonder te sturen. Het betekent dat een man zijn eigen onzekerheden, impulsen en prestatiedrang kan dragen en beheren en en zich volledig richt op de kwetsbaarheid van de ander. [Een prachtig boek hierover is: “De kunst van het beminnen” van David Goedhart]
Het is een zachte maar moedige overgave: durven voelen wat de vrouw voelt, aanwezig blijven in haar stilte, haar hart laten spreken zonder het te willen “helpen”, en leren omgaan met het ongemak van machteloosheid. Juist in dat vermogen om te dragen, ontstaat ruimte waarin zij zich veilig kan overgeven. Het is een spiegel van vertrouwen: zijn overgave maakt haar overgave mogelijk.
Op deze manier wordt seksuele intimiteit een wederzijdse uitwisseling van kwetsbaarheid en aanwezigheid, een dans waarin beiden leren loslaten en verbinden. Het is een proces waarin mannen leren dat hun aanwezigheid, geduld en gevoeligheid méér waarde hebben dan hun prestaties, en dat echte nabijheid niet wordt bereikt door te “doen” maar door te zijn.
Vier bergen naar het hart
De vrouw
De trauma’s die vrouwen met zich meedragen maken het moeilijk om echt zin te krijgen in seks. Het verlangen kan verstoord zijn, het lichaam gespannen, het hart gesloten. Vooraleer ze zich kunnen overgeven, moeten ze een symbolische reis maken — een tocht die vaak wordt ervaren als het overwinnen van vier bergen:
* De berg van het hoofd: hier bevinden zich overtuigingen, verwachtingen en zorgen. Ze moet alle gedachten en stemmetjes die zeggen “ik moet presteren”, “ik moet het goed doen” of “ik durf niet” voorbij laten, en leren het hoofd stil te maken.
* De berg van oude herinneringen: hier liggen de sporen van te vroege seksualiteit, grenzen die ooit werden overschreden, woorden die pijn deden, of gemis dat nooit werd ingevuld. Dit is een terrein vol echo’s die nog doorwerken in elk aanraken, elke aanraking.
* De berg van angsten en beschermingsmechanismen: hier wonen de reflexen die haar beschermen tegen kwetsbaarheid. Ze zijn ooit nodig geweest, maar nu blokkeren ze de toegang tot intimiteit. Angst om afgewezen te worden, schaamte over verlangens of het gevoel niet genoeg te zijn, alles ligt hier als obstakels die ze moet leren dragen en voorbijgaan.
* De berg naar het hart: pas hier kan het lichaam openen, kan verlangen voelen, kan overgave ontstaan. Dit is de plek van echte verbinding, van het ervaren van haar eigen energie, haar eigen lichaam, haar eigen levenskracht.
Haar blootgeven betekent langs al deze lagen afdalen, door de toppen en dalen van herinneringen, beschermingen en angsten, totdat ze haar hart werkelijk kan openen. Juist daarom is de vraag “Kan jij mijn overgave dragen?” zo cruciaal. Het is een test van aanwezigheid, van zachtheid, van geduld en van respect. Het vraagt van de ander dat hij blijft, ook wanneer het ongemakkelijk, langzaam of fragiel is. Dat hij haar kwetsbaarheid aankan, zonder oordeel, zonder weg te lopen, en met aandacht voor elk klein stukje van haar dat zich toont.
Pas wanneer dit antwoord — niet in woorden, maar in daadwerkelijke aanwezigheid — voelbaar is, kan overgave werkelijk plaatsvinden. Overgave is geen onderwerping; het is een moedige keuze voor intimiteit, een uitnodiging tot diepe verbinding, en een voorwaarde voor heling en plezier die haar hart en lichaam werkelijk kan laten stromen.
En de man?
Voor veel mannen (en vrouwen) is dit een totaal onbekend terrein: hoe kun je werkelijk een gids zijn in de intimiteit van een ander, terwijl je tegelijk trouw blijft aan je eigen energie en verlangens? Voor een man betekent dit dat hij eerst zijn eigen seksualiteit kent en beheert — en ik bedoel hier beheren in de zin van bewust en geïntegreerd, niet beheersen in de zin van verstikken of onderdrukken. Pas wanneer hij zijn eigen impulsen kan kanaliseren door zijn lichaam, kan hij aanwezig zijn zonder dat zijn eigen opwinding, angst of prestatiedruk de ruimte overschaduwt.
Een man die deze rol kan vervullen, is iemand die weet waar hij staat, die zijn verlangens kent maar niet laat heersen, en die kan dragen zonder te fixen. Zijn taak is niet het “oplossen” van het vrouwelijke lichaam of verlangen, maar het bieden van een veilige, dragende aanwezigheid. Hij kan zijn energie transformeren, van zichzelf naar haar, en terug, zodat aanraking en intimiteit een uitwisseling van levenskracht en verbinding worden in plaats van een eenzijdige prestatie. Hij erkent dat haar overgave een moedige reis is langs vier bergen van herinnering, angst en beschermingsmechanismen, en dat deze kwetsbaarheid ruimte en zachtheid nodig heeft.
Pas dan ontstaat een diepe ontmoeting: een helende circulatie van energie van hoofd naar hart, van lichaam naar lichaam, van vrouw naar man en weer terug. Het is een ruimte waarin beiden werkelijk geraakt worden, waar intimiteit transformeert tot verbinding, plezier en levenskracht — en waar overgave geen overgave aan macht is, maar een bewuste keuze voor nabijheid en wederkerigheid.
Lees ook: seksuele-energie/ en seksuele-energie-stroom/
De helende kracht van seksualiteit
Het goede nieuws is dat seksualiteit diep helend kan zijn, voor beide partners. Heling gebeurt niet automatisch; het vereist dat beide partners bereid zijn tijd en aandacht te geven aan deze vorm van seksualiteit, die niet uit is op snelle bevrediging of eigen genot, maar die openstaat voor een echte uitwisseling van seksuele energie, een ritueel van aanwezigheid en zorg.
Die uitwisseling begint in het hoofd: van zijn geest naar de hare. Zijn aandacht, zijn zachte nieuwsgierigheid, zijn bewuste aanwezigheid kunnen haar geest raken, geruststellen en openen. Het gaat om meer dan denken of observeren; het is een bewuste, empathische resonantie, waarbij hij haar gedachten en angsten waarneemt, erkent en zacht begeleidt. Op deze manier kan zij haar hoofd langzaam laten ontspannen, ruimte maken voor wat zich van binnen wil ontvouwen.
De fysieke aanraking is de volgende laag. Van zijn geslacht naar het hare, van zijn lichaam naar het hare, vormt elke beweging een taal — een taal waarin verlangen, veiligheid, vertrouwen en intimiteit samenkomen. Het is geen gehaaste choreografie, geen prestatie, maar een ritme van geven en ontvangen, een spel van energie dat zowel sensueel als helend is. Iedere aanraking, iedere streling, ieder moment van aanwezigheid in het (tijdloze) hier en nu is een uitnodiging om in haar eigen tempo te openen, te voelen en te ervaren.
Zij ontvangt deze energie in haar lichaam en kan haar naar haar hart brengen, waar ze zich vermengt met haar hele innerlijke wereld: herinneringen, verlangens, oude wonden, angsten en hoop. Daar wordt de energie getransformeerd, verteerd en geheeld. Het is een proces van integratie, waarin oude trauma’s langzaam kunnen worden opgenomen in de helende energie en de vitale energie weer vrij kan stromen. Vervolgens kan deze getransformeerde energie terugstromen naar hem, bewust, zacht en wederkerig.
Zo ontstaat een cirkel van geven en ontvangen, een ritme van aandacht, aanraking en aanwezigheid, van hart tot hart. Het is een uitwisseling die de intimiteit verdiept, het vertrouwen versterkt en beiden op een dieper niveau raakt. Wat op het eerste gezicht lichamelijk lijkt, is in feite een proces van heling, waarbij seksuele energie verandert in levenskracht, kwetsbaarheid in kracht, en nabijheid in een bewuste, wederkerige verbinding.

Van tocht naar levenskracht
Wanneer dit proces regelmatig plaatsvindt, hoeft een vrouw niet bij elke ontmoeting opnieuw al die bergen te beklimmen. Haar angsten, oude patronen en beschermingsmechanismen hoeven niet telkens opnieuw doorleefd te worden. Ze kan steeds dichter bij zichzelf blijven, haar eigen tempo volgen en haar seksuele energie veilig bij zichzelf dragen. Tegelijkertijd wordt de aanwezigheid van de man — zijn geduld, zijn zachte aandacht, zijn bereidheid om haar te dragen — een steeds steviger fundament dat haar vertrouwen verdiept en haar hart opent.
Met elke ontmoeting groeit het vertrouwen in haar lichaam en haar hart. De energie die ze ontvangt kan vollediger stromen, rijker worden, zich verdiepen en resoneren op nieuwe lagen van beleving. Tegelijkertijd ontvangt hij zelf een groot geschenk: hij ontdekt een dimensie van zijn eigen kracht en zijn eigen seksualiteit die verder gaat dan prestatie of eigen genot. Hij ervaart een diepere aanwezigheid, een vermogen om echt te dragen en te begeleiden, een toegang tot zijn eigen gevoeligheid en overgave. Hij leert dat seksuele energie, als hij niet beheerst maar bewust gedeeld wordt, hem kan verrijken, zijn hart kan openen en hem een nieuw bewustzijn van verbinding en intimiteit schenkt.
Intimiteit transformeert zo van een moment van fysieke nabijheid naar een levende bron van levenskracht. De tocht van hoofd naar hart, van angst naar overgave, wordt een zacht, herhaald helingsproces dat haar steeds dieper bij zichzelf brengt. Seksualiteit wordt geen prestatie of reeks handelingen, maar een ritueel van bewustzijn, aanwezigheid en wederkerigheid: een uitwisseling die helend, vervullend en verdiepend is, die zelfkennis voedt en de verbinding met de ander versterkt. In deze ritmische dans van geven en ontvangen ontstaat wederzijdse vervulling, waarin verlangen, vertrouwen, intimiteit en diepe menselijke verbondenheid samensmelten tot een levende, vitale bron van plezier, levenskracht en liefdevolle nabijheid.
