De kracht van de juiste plek
De Kracht van de Juiste Plek – Systemische Wijsheid in Relatie, Gezin en Werk
“Alles heeft zijn plek – en wanneer alles op zijn plek is, ontstaat er rust, kracht en liefde.”
– Bert Hellinger
In het systemisch werk, zoals ontwikkeld door Bert Hellinger, worden vier basisprincipes onderscheiden die bijdragen aan een gezonde ordening van menselijke relaties. Eén daarvan is misschien wel het meest onderschat, maar tegelijk het meest transformerend: het innemen van de juiste plek.
We leven in een tijd van beweging. Hiërarchieën worden bevraagd, traditionele rollen vervagen, en het streven naar gelijkheid tussen mensen – in gezinnen, relaties, organisaties – staat centraal. En terecht. De erkenning dat ieder mens gelijkwaardig is in waarde, is een groot goed.
Maar systemisch gezien is er een belangrijk onderscheid tussen gelijkwaardigheid en gelijke plek. Gelijkwaardig zijn, betekent niet dat iedereen dezelfde plaats inneemt binnen een systeem. Elk systeem – of het nu een gezin is, een team, of een partnerrelatie – kent een innerlijke ordening. Niet op basis van macht of status, maar op basis van tijd, oorsprong, verantwoordelijkheid en bestemming.
Plekverwarring: een stille verstoring
In mijn werk als psycholoog en familieopsteller, met duizenden cliënten, zie ik keer op keer dezelfde onderliggende dynamiek terugkeren: plekverwarring. Het zijn situaties die aan de buitenkant ‘normaal’ lijken, maar op systemisch niveau uit balans zijn:
– Ouders die – bewust of onbewust – hun kinderen als vertrouwenspersoon of emotionele partner behandelen.
– Kinderen die te vroeg zorgen gaan dragen die niet van hen zijn, zoals het troosten of beschermen van een kwetsbare ouder.
– Partners die elkaar benaderen vanuit een ouder-kind dynamiek, waarbij één van de twee de rol van ‘opvoeder’ of ‘redder’ inneemt en de ander ‘het kind’ wordt dat tekortkomt.
Niet omdat iemand dat expres zo kiest. Maar omdat het systeem – trouw aan zijn eigen wetten – onbewust zoekt naar evenwicht, vaak ten koste van helderheid in rollen en posities.
En dit is waar systemisch werk zijn diepgang toont: het gaat voorbij het individuele gedrag en kijkt naar het grotere geheel waarin dat gedrag betekenis krijgt. Als één persoon niet op zijn of haar plek staat, móet een ander verschuiven om het evenwicht te herstellen. En zo ontstaat een patroon waarin de liefde wel stroomt, maar krom – en vaak met pijnlijke gevolgen.
Waarom de juiste plek ertoe doet
Systemisch werk laat zien: wanneer iedereen op zijn eigen plek staat, komt er rust, erkenning, verantwoordelijkheid én liefde vrij. Want elk systeem kent een natuurlijke ordening die de stroom van energie, zorg, liefde of verantwoordelijkheid ondersteunt – zolang de plek klopt.
* Een kind onder zijn ouders.
* De oudste vóór de jongste.
* Partners naast elkaar, als volwassenen.
* Een medewerker achter de leiding.
* De cliënt voor zijn eigen proces, niet de hulpverlener.
Wanneer deze ordening verstoord raakt, ontstaan er symptomen. Niet alleen relationele conflicten of psychische klachten, maar ook innerlijke gevoelens van verwarring, vermoeidheid, of het idee ‘niet op mijn plek te zijn’. Letterlijk en figuurlijk.
“Als jij op mijn plek staat, waar moet ik dan naartoe?”
– is een vraag die een kind, partner of collega niet altijd hardop stelt, maar die het systeem wél voortdurend stelt.
Het herstel van ordening begint vaak met iets ogenschijnlijk eenvoudigs: erkennen dat er plekken zijn, en dat elke plek zijn eigen verantwoordelijkheid, kracht en grens kent. Vanuit die erkenning kan een systemisch proces op gang komen waarin mensen – soms voor het eerst – hun eigen plek innemen. En dan gebeurt er iets wonderlijks: de strijd stopt, en de liefde kan weer stromen.
Zelfs in bed…
Stellen kijken me vaak verbaasd aan als ik vraag: “Aan welke kant van het bed lig je?”
“Wat heeft dát er nou mee te maken?”
Alles.
In langdurige relaties zie ik een terugkerend patroon: wanneer de man rechts ligt (vanaf het bed gezien) en de vrouw links, ontstaat er een soort natuurlijke ordening die harmonie en rust bevordert. Waarom?
* De man, rechts, bewaakt het kader – naar buiten toe. Hij houdt als het ware de grens met de wereld in de gaten.
* De vrouw, links, rust tegen zijn hart. Zij beheert de binnenwereld: het gevoelsleven, de verbinding, de zachtheid.
“Maar dat klinkt toch ontzettend ouderwets?”
Niet als je het begrijpt vanuit ordening in plaats van hiërarchie. Het gaat niet over dominantie of traditionele rolpatronen, maar over energetische posities die iets in gang zetten. Net zoals een rivier baat heeft bij oevers om te kunnen stromen, zo hebben relaties baat bij duidelijke plekken.
Tip: probeer het eens uit. Verwissel van plek in bed en observeer de subtiele dynamiek die verandert.
De eettafel: een oefening in ordening
Ook aan de eettafel speelt deze ordening een fundamentele rol. Idealiter zit de vader rechts (vanuit het gezichtspunt van het gezin), naast hem de moeder, en vervolgens de kinderen, geordend van de oudste naar de jongste.
Op het eerste gezicht lijkt dit onpraktisch – zeker bij jonge kinderen die hulp nodig hebben met eten of aandacht vragen. De neiging van veel ouders is om de jongste dichtbij te houden, binnen handbereik, letterlijk en figuurlijk. Maar systemisch gezien ontstaat er juist meer rust, vertrouwen en veiligheid wanneer we de natuurlijke ordening volgen.
Waarom?
In een familieopstelling komt telkens weer naar voren: kinderen voelen feilloos aan of ze op hun juiste plek zitten. Wanneer een jonger kind vóór een ouder kind komt te staan – bijvoorbeeld letterlijk dichter bij de ouders zit – kan dat bij het oudere kind onbewust het gevoel geven: “Mijn plek is niet veilig.” Het jongere kind wordt als het ware ‘voorgeschoven’, terwijl het oudste nog wacht op erkenning.
Voor het jongste kind ontstaat er dan een tegenovergestelde druk: het wordt te veel ‘gezien’, moet zich groter maken dan het is, en gaat – vaak onbewust – een rol innemen die niet bij zijn leeftijd past. De ouders worden dan onbedoeld medeplichtig aan het verstoren van de ordening, met alle gevolgen van dien: meer strijd, onrust, competitie of terugtrekgedrag aan tafel.
Wanneer je wél de systemische volgorde aanhoudt, gebeurt er iets bijzonders. Elk kind krijgt een plek die overeenkomt met zijn of haar innerlijke rangorde binnen het gezin. Het oudste kind voelt zich erkend in zijn positie – een positie die vaak vanzelfsprekend gepaard gaat met meer verantwoordelijkheid en overzicht. Het jongste kind kan zich ontspannen in de wetenschap: “Ik ben klein, ik mag nog leunen, ik hoef het niet allemaal te weten.”
Deze ordening geeft rust in het systeem, juist omdat ze helderheid biedt. Er is geen onduidelijkheid over wie waar hoort. Dat geeft een diepe innerlijke geruststelling voor ieder gezinslid – zonder dat dit expliciet uitgesproken hoeft te worden.
Het gaat dus niet om strengheid of starheid, maar om resonantie met een natuurlijke structuur die al in het familiesysteem aanwezig is. Door het letterlijk ruimte te geven aan tafel, breng je balans en erkenning terug in het geheel.
De juiste plek in werk en hulpverlening
Het principe van plekinneming beperkt zich niet tot relaties of gezinnen – het werkt even krachtig en soms zelfs nog zichtbaarder in de professionele context. In systemisch werk gaan we ervan uit dat ook werksystemen – zoals teams, organisaties, klantrelaties en hulpverleningsrelaties – onderhevig zijn aan ordeningsprincipes. Elk systeem heeft een hiërarchie van verantwoordelijkheid, een oorsprong, en een doel. En net als in familiesystemen ontstaat er verstoring wanneer mensen niet op hun juiste plek staan of zitten.
De plek van leiding
In organisaties bijvoorbeeld, is het essentieel dat de hiërarchie van verantwoordelijkheid ook ruimtelijk tot uitdrukking komt. Wanneer een teamleider – als meest verantwoordelijke binnen het team – aan de rechterzijde zit (vanuit het centrum van de ruimte bekeken), wordt zijn of haar positie op natuurlijke wijze bevestigd. De teamleden nemen dan plaats aan de linkerzijde, in volgorde van verantwoordelijkheid of senioriteit.
Waarom werkt dit? Omdat het brein – en dus ook het systeem – zich oriënteert op ruimtelijke ordening als spiegel van innerlijke werkelijkheid. Net als bij kinderen in een gezin, ontstaat er bij medewerkers helderheid en rust wanneer ze kunnen voelen: ik hoef het niet alleen te dragen; er is iemand vóór mij in rangorde. Tegelijkertijd voelt de leider: ik mag leiden; het is mijn taak om richting te geven. Die erkenning schept veiligheid, ruimte voor samenwerking en voorkomt ondermijning of rivaliteit.
De plek van de klant
Ook in klantrelaties is de ordening cruciaal. Veel professionals nemen – vaak onbewust – te veel verantwoordelijkheid op zich. Ze willen ‘helpen’, ‘oplossen’ of ‘dragen’, en nemen daardoor innerlijk de plek van de eigenaar van het probleem in. Systemisch vertaalt zich dat vaak letterlijk in de zitpositie: de professional neemt de rechterzijde in, de klant links. Daarmee verschuift de verhouding: de klant wordt kind, de professional ouder.
Wanneer de klant echter rechts van jou zit, verandert het veld. Jij bent facilitator, gids, begeleider – maar de klant blijft eigenaar van zijn vraagstuk. Hij zit op de plek van verantwoordelijkheid, en jij op de plek van dienstbaarheid. Vanuit deze positionering ontstaat er ruimte voor werkelijke verandering, omdat de klant wordt aangesproken op zijn volwassen kracht en eigenaarschap.
De plek van de cliënt
In de hulpverlening zien we hetzelfde patroon. Als de cliënt links van de therapeut of coach zit, is de kans groot dat hij of zij passief wordt: “Zeg jij het maar, jij weet het beter.” Deze houding lijkt op het kinderlijke verlangen om geleid of gered te worden – een verlangen dat vaak juist onderdeel is van het probleem.
Door de cliënt rechts te laten zitten, wordt het systeem subtiel herschikt. De cliënt blijft zelf aan het roer. De hulpverlener wijst de weg, stelt vragen, spiegelt, maar draagt niet de uitkomst. Het is de cliënt die beweegt, kiest, verandert.
Ordening als drager van volwassenheid
In al deze situaties – team, klant, cliënt – gaat het niet om protocol of etiquette. Het gaat om energetische ordening die het volwassen potentieel in mensen aanspreekt. In plaats van redden of overnemen, nodig je de ander uit zijn plek in te nemen – met alles wat daarbij hoort. En in ruil daarvoor neem jij jouw eigen plek in: als leider, als ondersteuner, als getuige.
Systemisch werk laat telkens weer zien: wanneer de plekken kloppen, kunnen mensen verantwoordelijkheid nemen, grenzen respecteren, en zich veilig verbinden. Of het nu aan de keukentafel is of in de boardroom – de plek waar je zit, zegt meer dan je denkt.
Wat je kunt doen
Systemisch werk nodigt uit tot nieuwsgierigheid. Geen dogma’s, geen moeten – maar experimenteren met wat klopt. Dus:
– Ga eens anders zitten aan tafel.
– Verwissel van kant in bed.
– Let op zitvolgordes in teamoverleggen.
– En bovenal: voel wat het met je doet.
De grootste veranderingen beginnen vaak met kleine verschuivingen. Soms zit de heling niet in grote inzichten, maar in het letterlijk en figuurlijk weer op je plek komen te staan.
“Als iedereen op zijn plek staat, stroomt de liefde vanzelf.”
– Bert Hellinger
Nieuwsgierig naar meer? Of wil je samen kijken waar in jouw leven plekverwarring speelt? Neem gerust contact op of boek een opstelling – individueel of in groepsvorm.