Het verstoorde veld in de ontmoeting
Wanneer mijn veld het jouwe raakt: over herkenning, weerstand en de drang tot redden
In het vorige artikel ‘Het onzichtbare veld: hoe wij elkaar aanvoelen voorbij woorden’ onderzochten we het menselijk energetisch veld vanuit vijf perspectieven: psychologisch, ontwikkelingsgericht, neurologisch, filosofisch en spiritueel. We zagen hoe ieder mens een onzichtbaar maar voelbaar veld met zich meedraagt – opgebouwd uit biografie, lichaam, geest en ziel – dat voortdurend communiceert met de omgeving, bewust én onbewust. Dit artikel is een onderdeel van een drieluik: Het Veld in en om ons
Dat veld is nooit neutraal. Het draagt sporen van alles wat we hebben meegemaakt: onze hechtingservaringen, trauma’s, overtuigingen, verlangens en schaduwkanten. Het is de onderstroom waar anderen intuïtief op reageren – soms met verbinding, soms met spanning.
In dit vervolgonderzoek richten we ons op wat er gebeurt wanneer twee van zulke velden elkaar ontmoeten. Want daar, in die ontmoeting, wordt het pas echt interessant.
Niet wat draag ik bij me, maar: wat roept mijn veld op in de ander?
Wanneer mijn veld – met zijn onbewuste ladingen – het jouwe ontmoet, kun je op drie herkenbare manieren reageren:
– Je voelt herkenning, omdat je iets van jezelf in mij herkent. Vooral mensen met een vergelijkbaar trauma of thema voelen zich op een mysterieuze manier veilig bij elkaar. Er ontstaat resonantie.
– Je voelt weerstand, omdat mijn veld iets activeert dat jij liever niet wilt voelen. De aanklager in jou komt naar voren – vaak als verdediging van een oude pijn.
– Je voelt de neiging tot redden, omdat je mijn kwetsbaarheid probeert op te vangen, te sussen of te herstellen. Niet zelden komt dit voort uit een eigen overlevingspatroon waarin jouw waarde lag in zorgen voor de ander.
Deze reacties zijn geen bewuste keuzes, maar automatische veldreacties — ze gebeuren vóór het denken. En ze zeggen veel, niet alleen over mij, maar ook over jou.
In dit artikel duiken we dieper in deze dynamieken. We verkennen:
– hoe deze onbewuste rollen ontstaan,
– waarom we telkens in dezelfde patronen terechtkomen,
– en hoe we ons bewust kunnen worden van wat ons veld eigenlijk uitzendt – en oproept.
Want werkelijk energetisch bewustzijn begint niet bij het aanvoelen van de ander, maar bij het durven waarnemen van jezelf — precies daar waar het schuurt, klikt, trekt of afstoot.

Als twee velden van personen/groepen elkaar ontmoeten dan kunnen er 3 dynamieken ontstaan:
Dynamiek 1: Herkenning van hetzelfde thema – maar geen heling
“Het voelt als thuiskomen” – totdat het dat niet is
Wanneer twee mensen (of groepen mensen) een vergelijkbaar thema dragen in hun energetisch veld, ontstaat er vaak direct een gevoel van herkenning. Ze voelen zich op hun gemak bij elkaar, alsof ze elkaar al langer kennen. Het ‘klikt’. Niet op gedragsniveau, maar op diepere lagen: ze herkennen elkaars pijn of gemis, zonder dat het uitgesproken hoeft te worden.
Neem bijvoorbeeld persoon A. Hij werd na een zware bevalling meteen na de geboorte gescheiden van zijn moeder en weggelegd in een wieg, zoals destijds gebruikelijk was. Niet gedragen, niet verwelkomd, maar “opgeslagen” om bij te komen. Zijn zenuwstelsel leerde: mijn komst is te veel, ik moet mijzelf wegcijferen (aanpassen, aftasten, afwachten tot iemand uit de wieg komt halen) om te mogen bestaan. Die imprint blijft — als een stille laag in zijn veld: het gevoel geen plek te hebben, of alleen te mogen zijn als hij zich aanpast.
Als persoon A vervolgens terechtkomt in groep B, een groep die (onbewust) leeft vanuit het thema: “we houden het oude angstvallig in stand” — zonder vernieuwing, zonder individueel opvallen — dan lijkt dat in eerste instantie een perfecte match. A voelt zich “begrepen”, en de groep ziet in hem iets bekends, iets vertrouwds. Er is harmonie, rust, weinig frictie. Waarom? Omdat A en groep B in dezelfde wond functioneren — vanuit aanpassing, onzichtbaarheid, en het vermijden van individuele ruimte. Ze bevestigen elkaars strategie. Er is dus wél herkenning, maar géén transformatie.
Ze passen bij elkaar, niet omdat ze geheeld zijn, maar omdat hun trauma’s synchroon lopen.
Eigenlijk is dit vanuit de Transactionele Analyse: de Slachtoffer-dynamiek.
Dynamiek 2: Weerstand en afweer – het klopt niet, maar waarom?
Dan is er groep C. Die voelt intuïtief dat er “iets niet klopt” bij A. Zijn energetisch veld triggert bij hen ongemak, onveiligheid of irritatie. Maar in plaats van nieuwsgierig te onderzoeken wat er geraakt wordt, gaan ze invullen waarom het niet klopt. Ze projecteren hun eigen thema’s op hem. Ze zien hem bijvoorbeeld als te afstandelijk, te trots, of juist te onzeker. Er ontstaat oordeel, afwijzing, soms zelfs openlijke afweer of conflict.
Maar wat hier eigenlijk gebeurt, is dat A’s energetische veld — zijn oude ervaring van “ik heb geen plek” — botst met het veld van groep C, dat zelf andere trauma’s of onopgeloste patronen draagt. De weerstand van C is niet neutraal of helder; het is een reactie vanuit hun eigen veld, waarin A als het ware iets spiegelt dat zij niet willen voelen.
De afwijzing van A zegt daarmee vaak meer over het innerlijk conflict in C, dan over A zelf.
Voor A is deze weerstand verwarrend. Zijn intenties zijn zuiver, zijn gedrag zorgvuldig — en toch wordt hij weggezet. De projecties kloppen niet met zijn zelfbeeld, en dat maakt het lastig om zich te herkennen in de reactie van C. Hierdoor ontstaat een gevoel van isolement of frustratie: “Wat gebeurt hier nou eigenlijk?”
Vanuit de Transactionele Analyse is dit de Aanklagers-dynamiek.
Dynamiek 3: Redden en compenseren – het “teveel”
Dan is er nog groep D. Ook zij voelen dat er iets niet klopt in het veld van A, maar in plaats van weerstand te voelen, ontstaat er een sterke impuls om het goed te maken. Ze bieden A juist een overdreven welkom: veel ruimte, veel erkenning, warme aandacht, misschien zelfs bewondering of ophemeling. Ze schuiven hem naar voren, geven hem een speciale plek — en lijken te willen compenseren wat ooit ontbrak.
Maar ook hier komt de reactie niet voort uit helder waarnemen, maar uit een onbewust eigen thema: het redder-patroon. Deze mensen willen (vaak al van jongs af aan) het lijden van de ander verzachten, omdat ze geleerd hebben dat zorgdragen voor de ander de weg is naar liefde, erkenning of controle. Zij willen dat wat niet klopt, kloppend maken.
Voor A voelt dit al snel onwennig of zelfs beklemmend. Niet omdat hij geen warmte wil ontvangen, maar omdat A het niet herkent. Het voelt ‘verdacht’ aan dat hij wordt benaderd vanuit een rol – niet als mens, maar als projectie. Zijn lijf reageert met afstand: “Doe maar normaal, dit ken ik niet.” En zo ontstaat er verwijdering, juist met mensen die dachten: “Wij zijn er voor jou.”
Vanuit de Transactionele Analyse is dit de Redders-dynamiek.
KORTOM: Wat deze drie scenario’s laten zien, is dat het energetisch veld geen neutrale ruimte is.
Het roept iets op in anderen — en wat dat is, wordt bijna altijd gekleurd door het veld van de ander.
Reactie van de ander | Wat er gebeurt |
---|---|
Herkenning | Twee trauma’s resoneren met elkaar; voelt vertrouwd, maar bevestigt overleving |
Weerstand | Andermans veld triggert ongemak; leidt tot oordeel en afwijzing (projectie) |
Redden | De ander probeert jouw veld te compenseren; creëert afstand door overdreven zorg |
En de les? Herkenning is niet altijd heling.
Weerstand zegt vaak meer over de ander dan over jou.
Redding is geen liefde, maar overleving in vermomming.
Wanneer we deze reacties kunnen zien voor wat ze zijn — als veldreacties, niet als persoonlijke waarheid — ontstaat er ruimte. Ruimte voor bewustwording, voor het terugnemen van projecties, voor werkelijke ontmoeting.
Wat er gebeurt als één veld verandert
De kaarten worden opnieuw geschud
Echte persoonlijke ontwikkeling — wanneer iemand zijn innerlijk werk doet, zijn schaduw in de ogen kijkt en oude wonden heelt — heeft niet alleen effect op zijn eigen leven, maar verandert het hele energetisch veld waarin hij zich beweegt.
Wanneer persoon A inzicht krijgt in zijn oude patroon (“ik moet me aanpassen om een plek te verdienen”) en dit begint te doorbreken, verandert er iets fundamenteels in zijn uitstraling, in zijn energie. Hij claimt meer ruimte, spreekt helderder zijn waarheid, blijft beter in zijn lichaam, neemt zijn plek in. Het voelt misschien kwetsbaar of spannend, maar het is wél waarachtig.
En dát is precies het moment waarop de dynamiek met B, C en D kantelt.
De oude ‘scriptrelaties’ werken niet meer.
De danspassen die eerder feilloos op elkaar aansloten, raken uit de maat.
De kaarten worden opnieuw geschud.
Groep B: “Doe maar normaal”
Groep B – slachtoffer-dynamiek – die eerder zo goed met A resoneerde omdat hun thema’s op elkaar afgestemd waren, raakt in verwarring. A houdt zich ineens niet meer aan het impliciete script: aanpassen, niet te zichtbaar zijn, de boel niet opschudden. Zijn veranderde houding is daarmee geen uitnodiging tot verbinding, maar voelt voor B als verstoring.
Als B zich niet bewust is van zijn eigen patronen, volgt vaak een terugtrekkende of corrigerende reactie:
“Wat is er met jou aan de hand?”
“Je was eerst veel prettiger.”
“Doe even normaal.”
Er wordt geprobeerd A weer ‘in het gareel’ te krijgen — niet uit kwaadaardigheid, maar omdat zijn nieuwe gedrag het oude groepsveld uit evenwicht brengt. En zolang B zich niet realiseert dat A’s beweging een spiegel en uitnodiging is, zal er eerder sprake zijn van buitensluiting dan van groei.
Want: authenticiteit van de één legt de overlevingsstrategie van de ander bloot. En dat is pijnlijk.
Groep C: Van weerstand naar verwondering?
Voor groep C – Aanklagers-dynamiek – is A’s verandering óók een confrontatie. Hun eerdere weerstand (‘er klopt iets niet’) werd ingevuld met projecties of oordelen. Maar wanneer A ineens steviger, duidelijker, opener in het veld staat, valt er niets meer ‘af te wijzen’ op de oude manier.
Voor wie in groep C bewust is, kan dit een verrassend moment zijn:
“Wacht eens even… misschien zag ik het verkeerd.”
“Er komt iets nieuws in jou naar voren dat ik wil leren kennen.”
Dan ontstaat er ruimte voor hernieuwde ontmoeting, zonder oude filters.
Maar als C niet bereid is zijn eigen projecties te onderzoeken, dan blijft het oude verhaal in stand, en blijft de relatie verstrikt in verwarring of afweer.
Groep D: De redder raakt zijn rol kwijt
En dan is er groep D: de redder. Die eerder nog overvloedig zorgde, regelde of liefde gaf aan A vanuit een (onbewuste) dynamiek van ‘ik help jou, dus besta ik’.
Maar A heeft die hulp nu niet meer nodig. Hij is op eigen benen gaan staan.
Voor D is dat verwarrend. Hun ‘rol’ in het systeem verdwijnt. En als ze zichzelf niet opnieuw leren definiëren buiten die zorgrol, ontstaat er leegte. Velen zoeken dan een nieuw hulpbehoevend persoon om te redden, in plaats van het innerlijke werk aan te gaan: “Wie ben ik als ik niet degene ben die het oplost?”
“Waar gaat mijn eigen gemis schuil dat ik steeds via anderen probeer te helen?”
Pas als D die vraag serieus durft te onderzoeken, verandert ook hun veld — van afhankelijk medelijden naar volwassen compassie.
Verandering is zelden comfortabel
Wat al deze reacties gemeen hebben, is dat innerlijk werk bij de één altijd iets oproept bij de ander. Het energetisch veld is een dynamisch systeem: als er aan één kant iets verschuift, verschuift het geheel. Maar verandering betekent onzekerheid — en het loslaten van oude rollen is zelden zonder verzet.
Het is dan ook een misverstand te denken dat persoonlijke groei direct leidt tot meer verbinding. Integendeel:
Het eerste wat vaak volgt op innerlijke heling is desoriëntatie in de buitenwereld.
De ander weet even niet meer wie jij bent — en jij weet niet meer of je oude omgeving nog bij je past. En dat is volkomen normaal. Het hoort bij de verschuiving.
Verlies, afstand en herpositionering zijn onderdeel van het proces.
Tot slot
We willen vaak graag geloven dat persoonlijke ontwikkeling ‘positieve’ gevolgen heeft — dat mensen je zullen herkennen, vieren, omarmen. Maar in werkelijkheid is heling een radicale uitnodiging tot herschikking. Niet iedereen zegt: “Wat mooi dat je verandert.” Sommigen zeggen: “Waarom verander je?” of zelfs: “Zo willen we je niet.”
Maar wie trouw blijft aan zijn eigen proces, aan dat wat klopt in zichzelf, zal merken:
Er komen nieuwe verbindingen, zuiverder velden, eerlijkere ontmoetingen.
Niet door je aan te passen, maar door waar te zijn.
En uiteindelijk maakt dat de weg vrij voor wat echt contact is — niet op basis van gedeelde pijn, maar op basis van gedeelde aanwezigheid.
LEES VERDER: Het veld als spiegel: hoe ontdek je jouw eigen dynamiek?
Dit artikel is een onderdeel van een drieluik: Het Veld in en om ons